• No results found

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE. BASISSCHOOL De Vogelenzang

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE. BASISSCHOOL De Vogelenzang"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VVE-RAPPORT

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN

DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

BASISSCHOOL De Vogelenzang

Locatie(s) :Basisschool De Vogelenzang

Brinnr. :15VM

Plaats :3208 AK Spijkenisse

Reg.nr. :3285658

Onderzoeksnummer :16294

Datum onderzoek :24 - 1- 2012 Datum vaststelling rapport :14 – 6 – 2012

(2)

1. INLEIDING

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die

onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.

In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken:

• De voorwaarden van VVE

• De ouders

• De kwaliteit van de educatie

− Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden

− Het pedagogisch klimaat

− Het educatief handelen

• De ontwikkeling, zorg en begeleiding

• De kwaliteitszorg

• De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool

• De resultaten van VVE

Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig

Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk

Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen

Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.

Dit rapport is gebaseerd op versie 2.2 van het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie).

Opbouw van het rapport

Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen

(indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4.

Groepsinformatie kleutergroepen:

Aantal kleuters in groep 1/2AN: 16, waarvan 7 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep 1/2BN: 15, waarvan 6 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep 1/2AV: 25, waarvan 10 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep 1/2BV: 26, waarvan 10 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep 1/2AZ: 16, waarvan 6 doelgroepkleuters

(3)

2. HET TOTAALBEELD

Basisschool De Vogelenzang heeft in de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan de verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs in de onderbouw. Er is ingespeeld op actuele ontwikkelingen en geconstateerde onderwijsbehoeften bij veel leerlingen, zoals die rond het fonemisch bewustzijn en de woordenschat. Enige jaren geleden is mede op initiatief van de gemeente Spijkenisse door alle scholen gekozen voor een ontwikkelingsgericht VVE-programma. De inspectie stelt bij haar onderzoek naar de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie (VVE) vast dat het concept Basisontwikkeling, als basis voor VVE in de school enigszins naar de achtergrond dreigt te

geraken. Hiervoor ziet de inspectie de volgende verklaringen. In de eerste plaats is VVE langzaam maar zeker van de lokale beleidsagenda verdwenen, met als gevolg dat bijvoorbeeld een nauwe samenwerking tussen voor- en vroegschool niet actief meer wordt gestimuleerd en scholen eigen keuzes maken; een tweede punt betreft de nu redelijk geïsoleerde positie van afzonderlijke scholen en peuterspeelzalen, waardoor de meerwaarde van samenwerking, zoals afstemming van het aanbod, een doorgaande lijn, een uniforme uitvoering van de zorg, etc. niet van de grond komen en er geen inhoudelijke discussie over de inrichting van VVE in voor- en vroegscholen plaatsvindt; een derde oorzaak vormen de programmatische methoden die de school recent heeft ingevoerd en die niet vanzelfsprekend zijn in te passen in een ontwikkelingsgerichte aanpak.

Een belangrijke taak van de lokale overheid ten slotte, zorg dragen voor een groter bereik van doelgroepkinderen, wordt onvoldoende opgepakt. Voor basisschool De Vogelenzang betekent dit dat er nog teveel kinderen naar school komen die gebaat zouden zijn met een voortraject VVE.

Ook dit is bepalend voor de keuzes die de school maakt. Zij richt zich mede daarom op alle leerlingen en probeert voor hen kwalitatief goed onderwijs te bieden dat aansluit bij

geconstateerde onderwijsbehoeften. Kwaliteitsverbetering van de onderbouw staat dan ook hoog op de agenda, maar VVE als programma bedoeld om vermeende achterstanden weg te werken krijgt steeds minder nadruk. Dit is terug te vinden in oordelen op verschillende kwaliteitsaspecten, zoals de condities, de doorgaande lijn, het ouderbeleid en de opbrengsten.

De inspectie vraagt aandacht voor een bezinning op de inrichting van het onderwijs in de

onderbouw en de wijze waarop jonge kinderen leren, temeer wanneer de school haar ambitie wil waarmaken om ook driejarigen binnen de school op te gaan vangen. De conceptuele keuzes die de kern vormen van Basisontwikkeling kunnen bijdragen aan het opnieuw definiëren van het

onderwijs in de onderbouw, inclusief VVE.

Een en ander laat onverlet dat in alle groepen mooie voorbeelden zijn aangetroffen van respectvol en consequent pedagogisch handelen. In het educatief handelen springen de responsieve houding van de leerkrachten en het ‘beschikbaar zijn’ er in positieve zin uit. De inspectie heeft

verschillende lessen bijgewoond, waar actief meespelen leidde tot verrijking van het spel.

(4)

3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS

Naam gemeente Spijkenisse

A CONDITIES Bs De

Vogelenzang A1 Een integraal VVE-programma

A1.1 Naam/namen van programma(s) Basisontwikkeling

A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") 2 A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten

A5.2 Alle leerkrachten/onderwijsassistenten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding)

3 A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het VVE-programma) 3 Voor het volwaardig kunnen uitvoeren van VVE is dubbele bezetting gedurende minimaal 4 dagdelen noodzakelijk. Op dit moment is er binnen de kleutergroepen geen dubbele bezetting gerealiseerd. Hierdoor is er voor onderdelen zoals spelbevordering, gerichte activiteiten met kleine groepjes en observeren en registreren minder tijd beschikbaar.

B OUDERS Bs De

Vogelenzang

B1 Gericht ouderbeleid 2

B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 3

B3 Intake 3

B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen 2 B5 Participatie in VVE-activiteiten in de vroegschool 2

B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 3

De ouders tonen zich zeer tevreden over de school. Er is een uitgebreide intake, waarbij alle aspecten van het onderwijs de revue passeren. Er wordt niet alleen veel informatie verstrekt, er wordt ook goed naar ouders geluisterd, zodat met specifieke behoeften ten aanzien van onderwijs of opvoeding rekening kan worden gehouden. Daarbij wordt in algemene zin aandacht besteed aan het onderwijs in de kleutergroepen, in veel mindere mate aan het VVE-programma. Ouders geven aan uitstekend geïnformeerd te worden over de ontwikkeling van hun kinderen, het lesprogramma en lesverloop. Zij kunnen een dagdeel in de klas doorbrengen.

Ondanks deze positieve opmerkingen is het voor de school van belang om het beleid gericht op ouderbetrokkenheid nog eens goed onder de loep te nemen. Zeker in het kader van VVE is het van belang dat ouders actief participeren en gestimuleerd worden om, in het verlengde van de

activiteiten op school, ook thuis activiteiten met hun kinderen te doen die hen stimuleren in hun ontwikkeling. Er is nu al veel ruimte voor ouders om hand-en-spandiensten uit te voeren, de school plaatst die echter niet binnen het kader van VVE. Het is daarom belangrijk om in de contacten met de ouders VVE meer te benadrukken en na te gaan welke mogelijkheden er zijn, welke wensen er onder de ouders leven en vanuit die kennis ouders gerichte suggesties voor thuisactiviteiten aan te bieden.

C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE Bs De

Vogelenzang C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma

C1.1 Een integraal VVE-programma 3

C1.2 Werken met een doelgerichte planning 3

C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend 3 C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd 2

(5)

Basisschool De Vogelenzang werkt met een integraal VVE-programma. De thema’s worden per jaar gepland en de activiteiten worden per ontwikkelingsgebied ingepland. Daarbij wordt rekening gehouden met tussendoelen en eindtermen voor de onderbouw. Binnen elk thema wordt bekeken op welke wijze tegemoet kan worden gekomen aan de relevante (tussen)doelen. Gedeeltelijk komen de kleuters die tegen in de verschillende hoeken en in de verplichte werkjes op de

‘puzzelkaart’. Een ander deel van het beredeneerde aanbod is verwerkt in de activiteiten voor de kleine kring. De inspectie merkt op dat deze werkwijze veel vraagt van de professionaliteit van de leerkracht. De uitwerking is dan ook divers. Belangrijke uitgangspunten van Basisontwikkeling, zoals de autonomie van het kind en de betekenisvolle context zijn in sommige groepen goed zichtbaar, terwijl die in andere groepen steeds meer naar de achtergrond dreigen te verdwijnen.

C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat

C2.1 Het pedagogisch handelen van de leerkrachten is respectvol 4 C2.2 De leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen 3 C2.3 De leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke

competenties van de kinderen

3 C2.4 De leerkrachten stimuleren de zelfstandigheid van de kinderen 3 C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-

uitlokkend

3 C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen

C3.1 Het educatief handelen van beide leerkrachten is goed op elkaar afgestemd - C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor de

taalontwikkeling uitgevoerd

3 C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen 3 C3.4 De leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en

verrijken het spelen en werken

2 C3.5 De leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag

(strategieën) bij de kinderen

3 C3.6 Het gedrag van de leerkrachten met de kinderen is responsief 4 C3.7 De leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen

2

De kwaliteit van het educatief handelen en het pedagogisch klimaat is in de groepen 1 en 2 van basisschool De Vogelenzang voldoende. Bij enkele leerkrachten is mooi ontwikkelingsgericht onderwijs aangetroffen, waarbij de leerlingen veel inbreng hebben en zelf gestimuleerd worden projecten uit te werken en ideeën aan te dragen. Dit beeld is echter nog niet schoolbreed aangetroffen en vraagt om die reden aandacht. Sommige leerkrachten worden te zeer in beslag genomen door de organisatie van de werkles en het geven van lesjes. Extra ondersteuning door mee te spelen en binnen het spel te zorgen voor gerichte interventies door spelverrijking is nog niet in alle groepen in voldoende mate aangetroffen. Wel ligt in alle groepen de nadruk duidelijk op het stimuleren van de sociale omgang met elkaar, het zelf oplossen van conflicten en een grote mate van zelfstandigheid (C3.6).

Er wordt op basisschool De Vogelenzang veel aandacht besteed aan een voorbereide

leeromgeving. Het thema komt overal in de ruimte terug, net als letter- en cijfersymbolen, het bij het thema passende woordweb, etc. (C2.5). De inspectie vraagt aandacht voor wat men in het kader van de ontluikende geletterdheid als ondersteuning aan woorden visualiseert/ophangt.

Daarbij kan rekening worden gehouden met het meer cursorisch aanbod in de leesmethode in groep 3. Moeilijke woorden, niet klankzuivere woorden en samengestelde woorden maken nog geen deel uit van het cursorisch aanbod in de eerste leeskernen en zijn voor kleuters nog een brug te ver.

De leerkrachten volgen de ontwikkeling van de leerlingen systematisch. Zij benutten de gegevens voor het afstemmen van activiteiten voor groepjes leerlingen. In een enkel geval wordt voor individuele leerlingen een hulpplan opgesteld. Toch treft de inspectie in vrijwel alle groepen veel geheel of gedeeltelijk door de leraar ontworpen werkjes die door alle kinderen worden afgewerkt.

Daarbij wordt onvoldoende ruimte geboden voor eigen vormgeving en nauwelijks recht gedaan aan individuele verschillen (C3.7).

(6)

D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG Bs De Vogelenzang D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep

D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 3 D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind

2 D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 2 D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling 3 D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen

D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg

3

D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren

3 D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra

zorg bijhouden

3

Hoewel de leerkrachten de ontwikkeling van de leerlingen goed volgen middels een uitgebreid volgsysteem en genormeerde toetsen en de informatie hieruit gebruiken voor het opstellen van groepsplannen, leidt dit nog te weinig tot scherpe analyse van problemen en vertaling naar concrete en meetbare doelen. Dit belemmert een nauwkeurige evaluatie. Voor het gericht stimuleren van de ontwikkeling van de leerlingen is een planmatige aanpak van de zorg en begeleiding van groot belang. Het levert meer nauwkeurige informatie op over de resultaten die met de kinderen worden geboekt en draagt bij aan een meer genuanceerd handelingsrepertoire van de leerkrachten (D1.2 en D1.3).

E KWALITEITSZORG BINNEN DE VROEGSCHOOL Bs De

Vogelenzang

E1 Er is VVE-coördinatie in de vroegschool 3

E2 De vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig 2 E3 De vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen 3 E4 De vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en

voert die aantoonbaar en planmatig uit

3 E5 De vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie 3 E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken 2

De IB’er is binnen de school verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs in de onderbouw en daarmee voor VVE.

De kwaliteit van het onderwijs in de onderbouw maakt onderdeel uit van het gehele kwaliteitszorg- systeem van de school. Er is echter te weinig aandacht voor specifiek VVE-beleid (E6). Er zijn geen concrete ambitieuze doelen geformuleerd op basis waarvan de resultaten van de leerlingen

geëvalueerd worden. Ook is nog niet voorzien in een evaluatie van de kwaliteit van alle aspecten die bij VVE van belang zijn, zoals leeromgeving, zorg en begeleiding, doorgaande lijn en

ouderbetrokkenheid (E2 t/m E5).

F DOORGAANDE LIJN Bs De

Vogelenzang F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 2

F3 De basisschool wint doelmatige informatie in bij de voorschool over de instromende peuters en maakt daar aantoonbaar gebruik van

3 F4 Het aanbod van de vroegschool is afgestemd op dat van de voorschool 2 F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de vroegschool is

afgestemd op dat van de voorschool

2 F6 De manier om met ouders om te gaan op de vroegschool is afgestemd op die van de voorschool

2 F7 De interne begeleiding en zorg op vroegschool zijn afgestemd op die van de 2

(7)

De doorgaande lijn tussen de verschillende locaties voor peuterdagopvang in de omgeving van de school en de onderbouwgroepen van basisschool De Vogelenzang (de vroegschool) is op de school, maar ook op gemeentelijk niveau, nog een belangrijk aandachtspunt. Terwijl op een van de

locaties de peuterdagopvang gehuisvest is in het schoolgebouw, is ook daar nauwelijks sprake van regelmatige contacten. Wel ontvangt de school van kinderen die als doelgroepkind te boek staan informatie over de ontwikkeling. In sommige gevallen gaat het om een ‘warme’ overdracht, maar vaak blijft de overdracht beperkt tot het opsturen van gegevens en een telefonische toelichting.

Gezien het bovenstaande is het niet verwonderlijk dat er geen sprake is van afstemming tussen voor- en vroegschool over aanbod, pedagogisch handelen, ouderbeleid en zorg en begeleiding (F).

G OPBRENGSTEN VAN VVE Bs De

Vogelenzang G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijk afspraken -

G2 De resultaten zijn van voldoende niveau -

G3 Verlengde kleuterperiode 3

De inspectie doet geen uitspraken over de resultaten wanneer op gemeentelijk niveau nog geen afspraken gemaakt zijn over de opbrengst van VVE (G1 en G2).

Wel merkt ze op dat de school op dit moment de resultaten van de VVE-kinderen niet kan

aanleveren. Om tot uitspraken te komen over resultaten van VVE is het van belang dat de school de resultaten van de betreffende leerlingen en hun VVE-loopbaan goed in kaart brengt.

4. VERVOLGAFSPRAKEN.

Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ontwikkelpunt is om het ouderbeleid verder uit te werken aan de hand van een analyse van de ouderpopulatie en daarbij onder andere aandacht te besteden aan de volgende zaken: de

Wel is in de groepen 1 en 2 sprake van een ondersteunend pedagogisch klimaat en de school heeft zodanige contacten met de externe zorgketen dat deze, zowel voor de school als voor

A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) 3 A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands 3 A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend

F DOORGAANDE LIJN Bs De Kindervriend F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 2 F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool 2 F3 De basisschool

De basisschool en de peuterspeelzaal staan voor de opgave om de komende jaren een doorgaande lijn in het aanbod, de zorg en de aanpak te realiseren en om deze doorgaande lijn ook

Omdat alle leerkrachten en onderwijsassistenten uit groep 1-2 geschoold zijn voor het VVE- programma Piramide, vindt de inspectie dit een voorbeeld voor anderen.. B OUDERS bs

D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 3 D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind. 2 D1.3 De

Op onderdelen uit het VVE-waarderingskader die betrekking hebben op kwalitatief goed onderwijs, zoals het pedagogisch en educatief handelen van de leraren en de zorg en begeleiding