Proefstation voor de Groenten- en Fruitteelt onder Sias, te Naaldwijk.
ONDERZOEK NAAR BI WERKING VAN EM SPORENELEMENTENMENGSEL BIJ BLOEMKOOL EN TOMAAT I960.
Naaldwijk J. de Kening.
februari 1961.
Inhoud
Biz.
Inleiding 1
Hoofdstuk 1. De proefopzet. 2
Afdeling I. De bloemkool. 3
Hoofdstuk 2. Het teeltverloop bij de bloemkool. 3 Hoofdstuk 3. De oogstresultaten van de bloemkool. 4
Afdeling II. De tomaat. 9
Hoofdstuk 4* Het teeltverloop bij de tomaat. 9 Hoofdstuk 5* De oogstresultaten van de tomaat. 10
Hoofdstuk 6. Met grondonderzoek 13
Samenvatting 14
13 Bijlagen
Inleiding.
Deze proef is een voortzetting van de proef ia 1959» welke was opgezet met het doel na te gaan in hoeverre vergiftigings- of overmaats- verschijnselen optreden bij een meerjarig gebruik van een sporenelementen- mengsel. Ie meststof, die gebruikt werd is JEferumix-Bi, dat de volgende samenstelling heeft: 20# MgO, 0,7# Gm., 0,6# Bo., 0,3# Zn., 0,05# Co. en 0,025# Mo.
tevens zal de. reactie van deze meststof op de kwaliteit en kwantiteit van de oogst worden nagegaan.
In dit verslag worden de resultaten behandeld van het 2e proefjaar.
Zie voor resultaten van het eerste proefjaar het verslag: "Onderzoek naar da werking van een aantal sporenelementen bij bloemkool en tomaat 1959"•
Hoofdstuk 1.
Be proefopzet.
Bij de proef waren 3 Sporumix-B giften «5 grondsoorten betrokken, namelijk:
K grondmengsel van 3 volume delen tuingrond en 1 volume deel turfstrooisel
L heischenig fijn zand M humeuszand
N duinzand 0 veengrond
Deze lagen in een 5x5 latijns vierkant, terwijl de Sporumix-B trappen een onderverdeling vormden van de grondsoorten (split-plot).
Be proef werd uitgevoerd als potproef met betonnen bakken
(50 x 50 x 60 cm), welke waren opgesteld in het onverwarmde warenhuis 29*
Elk vak bestond uit 3 bakken. (Zie voor de ligging van objecten de plattegrond.) Als proefgewassen dienden bloemkool en tomaat*
Voor bloemkool waren de 3 Sporumix-B trappen resp. 0, 2.\ en 10 gram Sporumix-B per bak. Verder kreeg de bloemkool een basisbemesting van 50
gram 12+10+18 per bak.
De tomaat ontving eveneens een proefbemesting van 0, 2-j- en 10 gram Sporumix-B per bak. De basisbemesting bedroeg 100 gram 12+10+18 per bak.
Bovendien werd een overbemesting toegediend van 50 gr sim kalisalpeter per bak.
Plattegrond sporenelementenproef i960.
J 3 ___2
14 1 0
13 5
30 1
29 3_ _L_
28 2
.. 2 4-5
44 5 N
43 1
£0 _5
59 1 K
58 2
_75 _ 1_
_74 _2 M
73 3
12 1
11 5 s
10 2
_27_ 2
26 1 K
25 5
42 5
41 1 M
40 2
57 2
56 5 0
55 1
72 2
71 1 L
70 5
9 2
8 3 M
7 1
24 3
23 2 0
22 1
39 1
38 2 L
37 3
54 3
53 2 N
52 1
_69 _
68 3 K
67 2
6 3
_5 _1 L_
4 2
21 2
20 5 H
19 1
36 2
35 3 K
34 1
51 1
50 5 M
49 2
66 ^
65 2 0
64 3
OH •
•a •
• 0 ~ •
18 5
17 2 *
a • n
33 3
32 ^ 0
31 2
48 3
47 2 L
46 1
63 1
62 2 N
61 5
Afdeling I. De bloemkool
Hoofdstuk 2.
Hiet teeltverloop bij de bloemkool.
Op 2 november 1959 werd de grond in de betonnen bakken met C.P.A.
ontsmet.
De meststoffen werden op 1? februari döor de grond gemengd.
De bovenste grondlaag echter van 0-12 cm werd niet beeœet. Mr Op 23 februari werd de bloemkool, ras Vedeslez G, geplant.
Aanvankelijk gingen de planten slecht van start, doch. later toen de. temperatuur wat hoger werd en de wortels in de bemeste grond geraakten, groeide de bloemkool goed. De middelste kap bleef in zijn geheel wat
achter in groei. Verder deden zich geen opmerkelijke groeiverschilien voor.
Hoofdstuk 3
De opbrengstresultaten van de bloemkool.
De bloemkool werd geoogst op het tijdstip van rijpheid en geschiedde dus op verschillende data (volledige oogstgegevens in bijlage 1).
De eerste oogstdatum was 2? april en de laatste 20 mei. Om de vroegheid te bepalen werd de oogst t/m 8 mei, dat was de helft van de gehele oogstperiode, opgeteld, (tabel l).
fabel 1. Aantal geoogste kolen t/m 8 mei.
^ELeorumix-B
gr o ndsoort ~~ —— 1 2 3 Som
grondmengsel 2 2 2 6
tieischenig fijn zand 6 3 k 13
humeuszand k 5 k 13
duinzand 6 6 5 17
reenerond
?
2 1 8Som 23 18 16 ?7
Het duinzand leverde in deze periode de meeste oogstbare kolen en het grondmengsel de minste. In de proef van 1959 werd een soortgelijk resultaat bereikt.
Het totale gewicht.
Wat dit betreft kan worden opgemerkt, dat de grondsoorten uiteen
lopende opbrengsten gaven, welk resultaat geheel in de lijn der ver
wachting lag.
Sporumix-B toediening gaf een tendens tot een hoger totaalgewicht (blad + kool) bij P » 0,06 (bijlage 2). Het koolgewicht bedroeg gem.
30$ van het totale gewicht. (Volledig overzicht in bijlage 1.)
Eet koolgewicht werd eveneens beïnvloed door de grondsoort.
Sporumix-B had echter geen effect (k±#±Kg* 2).
Tabel 2. Opbrengsten in totaal en van de kool in hg.
~——^£orumix-B grondsoort '
1 2 3 Som
~——^£orumix-B
grondsoort ' tot. kool tot. kool tot. kool tot • kool grondmengsel 337 95 350 100 339 102 1026 297 leischenig fijn zand 242 77 277 87 281 88 800 252 ïumeuszand 368 110 372 110 387 110 1127 330
duinzand 289 90 320 98 313 98 922 286
veengrond 336 108 309 89 347 IO5 992 300
aom 572 480 1628 484 1667 501 4867 1465
De kwaliteit van de kool liep sterk uiteen. Onderstaande tabel geeft hiervan een indruk.
Tabel 3» Aantal en percentage gezonde kolen.
—-^Sgorumiz-B
gronds 0 ort 1 2 3 S«m
*
grondmengsel 19 14 22 55 61
tieischenig fijn zand 18 25 25 68 75
lumeuszand 15 19 22 56 62
duinzand 7 16 12 35 39
veengrond 25 24 24 73 81
3 om 84 98 IO5 287
Het duinzand leverde de slechtste kwaliteit. Be invloed van
Sporumix-B op de kwaliteit was twijfelachtig (P » 0,10). Meer Sporumix-B zou een betere kwaliteit geven onafhankelijk van de grondsoort.
De afwijkingen in kwaliteit bestonden in het optreden vans waterziek, losse randen en boriumgebrek.
Waterziek kwam van deze afwijkingen het meest voor (tabel 4)*
Tabel 4* Aantal kolen met waterziek.
____Sporumix-B
grondsoort~~~~~——— 1 2 3 Som
grondmengsel 8 14 6 28
heischenig fijn zand 6 4 1 11
humeuszand 8 10 6 24
duinzand 19 11 11 41
veengrond 2 1 2 5
Som 4? 40 26 10?
Uit de cijfers blijkt duidelijk dat de grondsoort erg belangrijk was Toediening van Sporumix-B bleek het optreden van waterziek te verminderen (Zie bijlage 3»)
Vastheid.
Losse randen aan de kool bleken hoofdzakelijk op duinzand op te treden. Er werd gecijferd van 0 tot 3« Hoe hoger het cijfer hoe minder vast.
Sporumix-B toevoeging gaf op de diverse gronden een verschillend effect (bijlage 4)«
Op het optreden van doorwas bleek Sporumix-1 een gunstige invloed uit te oefenen. Meer Sporumix-B gaf namelijk minder doorwas (tabel 5).
Ook hier werden cijfers gegeven van 0 tot 3» waarbij 0 geen doorwas betekent en J ernstig doorwas.
Tabel 5• Mate van doorwas.
___Sp 0 rumix-B
grondsoort""" . 1 2 3 Som
grondmengsel 4 5 2 11
heischenig fijn zand 2 2 0 4
humeus zand 7 2 0 9
duinzand 13 7 5 25
veengrond 2 0 1
}
Som 28 16 8 52
De grondsoorten hadden enige invloed op het optreden van doorwas.
Voorts was een zeer betrouwbare interactie grondsoort x bemesting aan
wezig. Op humeuszand en duinzand gaf Sporumix-B vermindering van de mate van doorwas (bijlage 5)«
Boriumgebrek trad weinig op nl. bij 25 kolen. Bij ernstige aantas
ting was het verschijnsel behalve in de stronk ook op de kool zichtbaar.
Daar de mate van aantasting in de stronk verschilde werden hiervoor van 0 tot en met 3 cijfers gegeven, waarbij 0 geen aantasting voorstelt en 3 een ernstige aantasting (tabel 6).
Tabel 6. Mate van boriumgebrek in de stronk.
——JSjsorumix-B
grondsoort " — _ 1 2 5 Som
grondmengsel 2 0 0 2
heischenig fijn zand 9 1 0 10
humeuszand 0 0 0 0
duinzand 23 0 0 23
veengrond 2 0 0 2
Som 36 1 0 57
ïïit de cijfers blijkt dat de grondsoorten een belangrijke invloed hadden op het optreden van boriumgebrek. Op duinzand en heischenig fijn zand was het boriumgebrek het ergst. Bemesting van de grond met Sporumix-B had een zeer duidelijk effect in gunstige zin.
Boriumgebrek vertoonde . op de bloemkool roestbruine plekken.
De grootte ervan varieerde en werd uitgedrukt in verhouding van de koolgrootte (tabel j).
Tabel 7« Mate van boriumgebrek op de bloemkool.
——-JjjDorumix-B
g r o n d s o o r t ~ — _ 1 2 3 Som
grondmengsel 1 0 0 1
beischenig fijn zand 14 3 0 17
humeuszand 0 0 G 0
duinzand 39 0 0 39
veengrond 0 0 0 0
Som H 3 0 57
Ook hier was weer een duidelijk effect van de grondsoort aanwezig.
Het boriumgebrek werd door Sporumix-B bemesting nagenoeg voorkomen.
Afdeling II. Be tomaat.
Hoofdstuk 4. •
Het teeltverloop bij de tomaat.
In de N-!Z richting van elke bak werden op 3 juni 2 mooie stevige tomateplanten uitgepoot. Bas Moneymaker» Na verloop van een maand waren verschillen zichtbaar in ontwikkeling van het gewas. In het grondmengsel en in het veen was de gewasontwikkeling het zwaarst en vervolgens in het humeuze zand, het heischenig fijne zand en het duinzand. Het gewas maakte over 't algemeen een gezonde indruk.
Op 4 augustus werden de eerste vruchten geoogst. Enkele planten waren door geelbladvirus aangetast, waarvan de vruchten Ingezonken lichte vlekken vertoonden. Deze aantasting bleek niet aan het object gekoppeld te zijn.
Naarmate de teelt vorderde kwam meer magnesiumgebrék voor. Dit werd minder bij toenemende giften Sporumix-B, wat wel verklaarbaar is, daar
Sporurnix-B 20$ MgO bevat. In het gewas kwam eveneens veel botrytis voor en wel meer indien de gewasontwikkeling zwaarder was. Veel vruchten vielen hierdoor af. Op 5 november werd de laatste oogst verricht, waarna de proef kon worden ge'êindigd.
10 «
Hoofdstuk 5*
De oogstresultaten van de tomaat.
Per plant werd gemiddeld 2,7 kg tomaten geoogst. De gezonde en zieke vruchten o.a. neusrotte, waterzieke en wankleurige werden apart gewogen, teneinde een indruk te krijgen omtrent de kwaliteit (bijlage 6).
De totale opbrengsten liepen geheel volgens de verwachting tussen de verschillende grondsoorten uiteen (tabel l).
Tabel 1. Totale gewichtsopbrengst in hg.
-____Sp o rum ix-B
grondsoort ~~~~— _ 1 2 3 Som
grondmengsel 896 867 792 2555
heischenig fijn zand 701 759 716 2176
humeuszand 795 .757 730 2282
duinzand 818 804 856 2478
veengrond 880 873 861 2614
Som 4090 4060 3955 12105;
Sporumix-B had geen effect op de opbrengst, wel wijst het optreden van de interactie (P = 0,07) in de richting van enige werking» bij het grondmengsel gaf Sporumix-B verlaging van de totale opbrengst (bijlage 7)«
Het percentage afwijkende vruchten bedroeg g an. 8$ van de totale opbrengst en liep voor de verschillende grondsoorten uiteen (tabel 2).
11.
Tabel 2. Percentage afwijkende vruchten.
_____Spo rumix-B
grondso ort~~~~~~~—— 1 2 3 Som
grondmengsel 13,5 16,5 15,4 15,1 heischenig fijn zand 17,9 18,3 14,4 16,8
humeuszand 8,6; 13,9 9,7 8,0
duinzand 12,3. 9,4 7,6 9,7
veengrond 12,7 15,1 12,7 13,5
Hom 13,0 14,6 11,9 12,6
Sporumix-B had geen duidelijke invloed op liet percentage afwijkende vruchten. Br was wel een tendens aanwezig, dat. 10 gram Sporumix-B per bak beter was dan 2% gram per bak (bijlage 8).
Het percentage neusrot bedroeg van de gehele proef gemiddeld bijna 3$. Dit optreden werd sterk beïnvloed door de grondsoort. Be bemesting met Sporumix-B had geen effect.
Het percentage waterziek en wankleurigheid bedroeg tesamen gem. 2$.
Tabel 3 geeft een overzicht van de variatie der cijfers.
Tabel 3« Percentage wankleurig en waterziek.
-—___J3po rumix-B
grondsoort ——- 1 2 3. gem.
grondmengsel 2,3 3,1 2,1 2,5
heischenig fijn zand 1,0 1,5 0,8 1,1
humeuszand 1,8 2,1 1,4 1,7
duinzand 2,9 2,0 1,8 2,2
veengrond 2,9 2,3 2,3 2,5
Som 10,9 11,0 7,9 2,0
12.
De grondsoorten oefenden enige invloed uit op het percentage waterziek en wankleurigheid. Bij bemesting met 10 gram Sporumix-B
waa een tendens aanwezig dat het optreden van wat er ziek en wankl eurigheid werd verminderd (P « 0,09) > zie bijlage 9»
Het gemiddeld percentage gescheurde vruchten bedroeg bijna 1$.
Het optreden was onafhankelijk van de grondsoort. Sporumix-B toevoeging bevorderde het optreden van gescheurde vruchten (P = 0,09), zie bijlage 10.
13
Hoofdstuk 6.
Het grondonderzoek;.
Zowel na de bloemkool- als na de tomateteelt werden grondmonsters genomen voor volledig onderzoek.
Bij het grondonderzoek zoals dat door het Proefstation wordt ver
richt vindt geen bepaling van de in de proef betrokken sporenelementen plaats» In dit opzicht kan dus omtrent de nog in de grond aanwezige voorraden en eventueel verschillen geen uitsluitsel worden gegeven.
Behalve de magnesiumbepaling leverden de overige cijfers geen belangrijke verschillen op. De magnesiumcijfers zijn vermeld in bijlage 11 en 12.
fabel 4* Mg-az cijfer na bloemkool en tomaat.
•—— Sporumix-B 1 2 3 gem.
•—— Sporumix-B
na na na na na na na na
grondsoort •—- blo ank. tomaat bloemk. tomaat bloemk. tomaat blo ank. tomaat
grondmenga el 40 42 46 46 51 50 45 49
heischenig fijn zand 19 23 22 28 30 36 23 25
hum euazand 90 84 90 86 97 95 92 88
duinzand 32 35 31 31 35 24 32 33
veengrond 204 212 215 209 222 223 213 214
Gen. 77 79 80 80 87 87 81 81
De Mg-cijfers hebben onder invloed van teelt en bemesting geen
wijziging ondergaan. Bij 0 gram Sporumix-B vond nog een geringe verhoging van het Mg-cijfer plaats. Meer in de lijn der verwachting lag een daling van dit cijfer. De door de bemesting ontstane verschillen in Mg-cijfers bleken statistisch betrouwbaar te zijn (bijlage 13.)*
14
Samenvatting.
In een potproef, welke een voortzetting waa van een proef in 1959»
nagegaan • _
werd de invloedwan eën bemesting met Sporumix-B op 5 verschillende grondsoorten, n.l. heischenig fijn zand, humeuaarm duinzand, humeuazand, veengrond en een grondmengsel bestaande uit 3 volume delen tuingrond en 1 volume deel turfmolm. De proefgewassen waren bloemkool en tomaat.
Beide gewassen werden vooraf bemest met 0, 2§- en 10 gram Sporumix-B per bak.
Bij bloemkool gaf Sporumix-B een hoger totaal gewicht, doch had geen invloed op het koolgewicht. De bemesting verminderde het optreden van waterziek, boriumgebrek en doorwas. Op de vastheid van de kool gaf het op de diverse gronden een verschillend effect.
Onder invloed van de bemesting nam de totaalopbrengst van tomaten af (P = 0,07). Het percentage afwijkende vruchten was bij 10 gram Sporumix-B het geringst. Verder was een tendens aanwezig dat de bemesting het
percentage gescheurde vruchten deed toenemen en bij 10 gram Sporumix-B per bak het percentage waterziek en wankleurigheid deed afnemen (P = 0,09).
november 1962.
AvB
• Bijlage 3.
Wiskundige verwerking aantal kolen waterziek (na transformatie)
°2 7 Lj 16 B2 16 K, 12 M1 7 1 12 3 7 3 12 1 16 2 12 5 7 2 16 1 21 2 23 3 7 ï, 21 K2 16 K, 7 L2 12 3 12 1 1 6 1 7 1 7 2 12 5 21 2 12 1 .7 3 7
e, 12 °, 7 1 12 ïï, 16
5 K- 19 3 19 2 7 2 12 2 1 6 3 12
1 19 1 7 ? 1 2 1 25 2 16
L3 7 s2 19 K2 12 M1 16 °1 7 1 1 2 3 19 3 7 3 16 2 7 ,2 7 1 2 1 1 1 2 19 3 16
£1 12 M, 12
? 0, 7 L3 7 ^ 16 2 21 1 12 2 7 2 19 5 7 1 19 2 12 1 16 3 21
} 26 L 39 H 49 K 51 M 26 191 sr 45 K 53 M 26 0 21 L 26 171 IE 50 0 21 L 36 ï 55 X 47 209 L 26 F 59 K 26 M 51 0 30 192 K 40 M 52 0 31 L '30 H 56 209 187 224 168 208 185 972
. el.
e:rondsooî1>- 1 2 3 Som K 70 88 39 217 L 63 54 40 157 M 68 76 61 205 ïï 102 82 80 264 0 45 40 44 129
Som 348 34O 284. 972 gem.t12,96.
1 sp.el.
2 sp.el.
3 SD.el.
348 34O 284 8
6.Î
/
Factor s. k. a. ff.v.v. gem. kw. F (ber) F (theor) P
totaal 1272,21 24
rijen 66,08 4 16,52 O 3,26,-5,41
kolommen 126,74 4 31,68 1,13 >0,20
grondsoorten 742,88 4 185,72 6,6$+ eO j01
rest 336,51 12 28,04
totaal 1980,88 74
parallellen 1272,21 24
sporenelementen 97,28 2 49,64 4,10 3,24*5,18 0,03 interactie 126,72 8 15,84 1,31 2,18;2,99 »0,20
rest 484.67 40 12.12
v.o.«
v.o.» 26,
Grondsoort Som N K M L 0 Breedte P 0,05 p 0.01
EI duinzand 264 - 1 -
i mengsel 217 47 - 2 63 89
iï humeuszand 205 59 12 - 3 77 10p
L heischenig fijn zand 157 107+ 60 48 - 4 86 113 ) veengrond 129 13$+ 81 76® 28 - 5 93 120
Wiskundige verwerking vastheid.
Bijlage 4 .
° 2 5
S 0 N2 6
V Mi 5 1 1
» 5
3 2 1 0 20?
1 23 1 4 2 1?
0» , 7 K2 0 m5 1 ° 2 3
l2 2
3 3 10 1 2 3 3 1 1 2 5 5 5 2 2 1 1 3 2
K2 0 ° 3 1
L1 4 H3 1 K1 0
^ 2 2 0 2 0 2 5 3 °
„ 0 „ 0 , 1 „ 1 „ 0 1 1 3 1 2 V n2 5 K2 0 M1 3 o1 0
> 1 3 3 5 3 2 3 °
2 0 2 0 1 2 1 2 2 0 5 5 E1 0 M5 0 ° 3 ° L j 4 7
^ 2 ^ 2 , 2 « 0 « 1 2 2 1 2 2
? 2 1 0 2 2 1 * 3 °
3 5 L 6 N 12 K 1 M 5 29 Cl 13 K 3 M 5 0 7 L 5 33 t 2 0 1 L 5 N 7 K 0 15 L 3 N 12 K 4 M 3 , 0 3 25
£ 4 M 2 0 4 L S N 8 26 27 24 30 26 21 128
grondsoort- 1 2 3 Som
K 2 3 7 1 2
L 1 2 5 1 0 27
M 1 0 4 3 17
N 2 1 2 0 1 1 52 0
4
8 8 2 0 Som4?
4 0 39 1 2 8gem.: 1,71
Factor s. k. a. g.v.-v. gem. kw. F (ber) F (theor) P
totaal 94,22 24
rijen 11,95 4 2,99 2,69 3,26;5,41 0,08
colommen 3,02 4 0,76
«
grondsoorten rest
65,95 4 16,49 14,S£+ <0,01 grondsoorten
rest 13,30 12 1,11
totaal 245,55 74
parallellen 94,22 24
sporenelementen 2,43 2 1,22 <1
interactie 25,77 8 3,22 1,05 2,18;2,99 >0,20
rest 123,13 40 3.08
v.o.« llÜSt
v.o.» 102j, 6'
grondsoort Som H L 0 M K Breedte P 0,05 P 0.01
duinzand 52 - 1
heischenig fijn zand 27 «!* 2 13 18
veengrond 20 3^+ 7 - 3 15 21
humeuszand 17 3^+ 1 0 3 - 4 17 22
mengsel 12 4<t+ 15 8 5 - 5 18 24
Bijlage Wiskundige verwerking van doorwas (na transformatie)
5
02 7 L. 16 1 n2 7 *, 7 N~
\ C\J
T-8
1 7 3 7 3 7 1 1« 2 7 3 7 2 16 1 7 2 16 3 7
n1 27 K2 12 M 7 °2 7 l2 16 3 7 1 7 1 T 3 7 1 12 2 7 3 16 2 12 1 7 ? 1 6
Sä2 7
L1 7 K, 12
3 K1 7 3 7 2 7 2 7 2 12 3 7 1 21 1 7 3 7 1 7 2 7
L3 7 N2 19 *2 7 M« 12 1 °1 7
>1 7 3 26 3 7 3 7 2 7
2 7 1 26 1 7 2 7 3 19
C, 12 1 *3 7 °3 7 L5 7 H1 27 2 16 2 12 1 12 2 7 2 12 5 7 1 1 6 2 7 1 7 3 7
0 21 L 39 N 21 K 39 M 37 157 N 41 K 35 M 26 0 21 L 44 167 M 35 0 21 L 21 N 31 K 21 129 L 21 N 71 K 21 M 26 0 33 172 K 35 M 35 0 26 L 21 N 46 163 153 201 115 1?8 181 788
4Lg»el.
erondsooït- 1 2 3 Som K 49 58 44 151 L 49 53 44 •4^ ON M 79 45 35 159 H 94 57 59 210 0 40 35 47 122 Som 311 248 22«? 788
gemiddelds 24»62.
Factor s.k.a. g.v.v. gem. kw. F (ber) F (theor) p totaal 1098,08 24
rijen 76,22 4 19,06 <3 3,2655,41
glommen 310,08 4 77,52 2,98 0,06
grondsoorten 279,55 4 69,89 2,69 0,07
rest 432,23 12 26,02
totaal 1918,75 74 parallellen 1098,08 24
7,5^+
sporenel. 147,39 2 73,70 7,5^+ 3,2455,18 <0,01 interactie 281,41 8 35,18 3,5^+ 2,1852,99 <>,01
rest 391,87 40 9.80
v.c, 11
v.o.« 12,71$
Sporenelementen Som 1 2 3 Breedte P 0.05 P 0.01
1 311 — 1
2 248 er - 2 45 60
3 22? 19 — 3 54 68
Wiskundige verwerking totale gewicht (hectogrammen).
Bijlage 7
02 196
1 175
? 187
L1 153
3 155 2 162
H2 162 3 178
1 161
KL 182
1 195 2 165
M1 179 2 159 3 141 Ï1 161
3 175 2 170
K2 175
1 184 3 154
M5 137
1 154
2 157
o2 173 7 160
1 176
157
1 154 3 159
«2 155 3 159
1 158
oT 160 3 170
! 194
^ 132
2 148
3 133
146 2 133
1 152
K1 170 3 1 7 5 2 171 L, 136
' 1 3 a h 147
ï*2 165
3 177
1 172
K2 181
3 163
! 167
M1 150
3 133 2 H l
o1 163
2 172 3 177 K1 180
2 175 , 120 3
M, 160 2 1 4 5
! 154
O3 177
! 172
2 162
L3 133
2 145
! 124
H1 172
2 174 , 180 3
0 558 L 470 w 501 K 542 M 479 255O ET 506
K 513
M 448 0 509 L 470 2446 ï 472 0 524 L 413 N 431 K 514 2354 L 421 H 514 K 511 M 424 0 512 2582c 475
M 459 0 511 L 402 S 526 2373 2432 2480 2584 23O8 2501 12105grondsooït 1 2 3 Som
K 896 867 792 2.555 L 701 759 716 2.176 M 795 757 730 2.282 N 818 8O4 856 2.478 0 880 873 861 2.614 Som 4.090 4.060 3.955 12.105
gemiddelds 161,40
Factor s . k. a. g.v.v. gem. kw.
t
Cher) F Ctheor) Ptotaal 14.396,67 24
rijen 1.705,33 4 426,33 2,70 3,2655,41 0,08
kolommen 1.609,33 4 402,53 2,55 0,09
grondsoorten 9.186,67 4 2.296,67 14,5Î+ <0,01
fest 1.895,34 '12 157,94
totaal 21.228,00 74
parallellen 14.396,67 24
sporenelem. 402,00 2 201,00 1,76 3,24;5,18 0,19 interactie 1.865,73 8 253,22 2,04 2,1852,99 0,07
rest 4.565.60 40 114.09
v.c, 4*22*
V . C ,
grondsoort Som 0 K I M L Breedte P 0.05 P 0.01
veengrond 2614 - 1
mengsel 2555 59 - 2 150 210
duinzand 2478 136 77 - 3 183 245
humeuszand 2282 33^+ 27Î*" 19Ö" - 4 204 268
heischenig fijn zand 2176 43$"+ 37?+ 5O£+ 106 - 5 220 284
Wiskundige verwerking percentage ziek (10 vouden)
Bijlage 8.
02 152 1 82
, 122 3
L-, 145
3 115 2 127
If2 43 3 91
1 85
*3 91 1 6 6
2 86
M1 45 2 61
3 48
U-, 97 3 65 2 53
K2 148 1 3 99
M3 36 1 6 2
2 77
02 80 3 65
1 72
L2 95 1 26
3 58
a2 128 3 79
1 80
O3 95 1 99 2 98
^ 115 2 66
* 118
*3' 27 2 84
1 88
K1 62 3 81
2 87
^ 139
•, 180
2 143
H2 43 3 38
1 6 4
K2 49 3 85
1 62
M1 37 3 66
2 1°9
01 87 2 66 3 54
^ 132 2 125 , 108
3
M2 62 2 44 1 56
O3 48 1 42
2 57
L5 24 2 118 1 72
^ 37 2 60 3 9
D 356 L 387 u 219 K 243 M 154 135S
ö 215 TT ' 331 M 175 0 215 L 159 1095 1 287 0 292 L 299 H 199 K 23O 1307 L 462 N 145 K 196 M 212 0 207 . 1222 K 365 M 142 0 147 L 214 S 106 974 1685 1297 1056 1085 856
5957
^•—»Sjuel •
grondseort-* 1 2 3 Som K 406 495 464 1365 L 538 549 434 1521 M 260 419 291 . 970 H 371 283 250 . 884 0 582 455 582 1217 Som 1957 2199 1801 5957
gemiddelds 79»43
T*°"i2i22£
y.c. .
grondsoort Som L K 0 M N Breedte P 0,05 P 0,01
L heischenig fijn zand 1521 - 1
K mengsel 1565 156 - 2 350 491
0 veengrond 1217 304 148 - 3 428 572
1 humeuszand 970 55^ 39? 247 - 4 477 625
N duinzand 884 6 3f 481
333
86 - 5 512 665Paotor s «k«a. g.v.v. gem. kw. F ( h e r ) F (theor) P
totaal 62.652,35 24
rijen 6.596,35 4 1.649,09 1,92 3,265 5,41 0,18
solommen 26,879,02 4 6.719,76 7,8f 40,01
«onds oort en 18,862,75 4 4.715,69 5,4^+ 0,01
rest 10.314,23 12 859,52
totaal 92.134,35 74
parallellen 62.652,35 24
sporeneleme 3.217,39 2 1.608,70 2,99 3,2455,18 0,07 interactie 4.752,61 8 594,08 1,10 2,18;2,99 >0,20
rest 21.512.00 40 537.80
Wiskundige
Bijlage 9.
verwerking percentage waterziek + wankleurig(1O vouden)
50 40 28 55 26 37 30 80 29 52
45 44
6855
2862 69 33 76 31 42 43 54 43 15 18
54
42 63 1742 64 30 20 47 30 14 23 81 73
45 79
2479
8?0 15 43 37 78 12 34 38 26 62 12 45 28
59
5026 31 0 34 64 12 32 54 60 10 H '51
9 9
0 130 L 114 N 176 K 137 M 106 663 H 122 x 146 M 129 0 182 L 63 642 1 117 0 157 L 77 S 180 K 203 734 L 24 N 92 K 109 M 122 0 190 537
z
162 M 52 0 94 L 63 N 103 474 555 561 585 684 665 3050s-p.el. Som 2 1 3 P 0.10
2 1106 -
1 1092 14 216
5 852 25Î 24$ - 272
—s£^el.
grondsoort" 1 2 3 Som
K 235 312 210 757
L 106 152 83 341
M 176 207 143 526
H 286 202 185 673
0 289 235 231 753
Som 1092 IIO6 852 3050
gem.: 40,67.
Factor totaal rijen MD lommen
grondsoort r e s t ( 1 ) totaal herhalingen
sp.el.
sp.el.xgrond rest (2^
18.618,00 2.868,94 970,14 8.362,94 6.415,98 35.444,67 18.618,00 1.630,83 2.006,50 13.189.34
g.v.v.
24 4 4 4 1 2 74 24 2 8 40
gem. kw.
717,24 242,54 2.090,74 534,66
815,42 250,81 529.75
F ("ber)
1,34
*1 3 , 9 ^
2,47
*.1
F (theor)
3,2655,41 >0,20
0,03
3,24;5>18 0,09
v.c,
V.c.
44.65^erondsoort som K 0 îï M L Breedte P 0.10 P 0.05 P (3.01
K 757 - 1 - -
0 753 4 - 2 226 276 387
N 673 84 80 - 3 287 338 451
M 526 231 227 147 - 4 325 376 493
L M1 41 ê 411 35? 185 - 5 552 404 523
bijlage 10.
Wiskundige verwerking percentage gescheurde vruchten.
Oj 22 1
65
25L
111 3
52 9
H
20 3
111
9K, 3
261 4
2 0
M
10
2 °
3 ° u
i10
3
152
23K
2 271 5
?
1 9M-. 0 3 1
02
23°2 °
3
121
0l
20 1
0? °
«
244 3
331
8°3
62
50 1
1 1L
1 ° 2 5
? °
*3
72 0
1
6K
1
03
° 2 0L, 21
•l
362
28N
219 3
01
16K
26
, 28
3 1
0M
10 3 25
2 1
5
°1
02 0
3
5K
123
2 2°
9KL 0 3
2 8
1
40
59 1
92 0
L
5 °
2 9
1
0K
10
2 0
3
°0 53 L 25 1 20 K 30 M 0 128 N 48 K 51 M 23 0 12 L 0 134 M 85 0 67 L 5 H 13 K 0 HO L 85 N 35 K 34 M 40 0 5 199 K 52 M 12 0 18 L 9 N 0 91 323 190 100 104. 5 722
CTondsooît- 1 2 3 Som
K 32 42 93 167
L 47 51 26 124
M 12 90 58 160
I 41 42 33 116
0 26 72 ?7 155
Som 158 297 267 722 gemiddeld: 9»63«
888
Factor s. && • . g.v.v. gem. kw. F (ber) F (theor) p
totaal 5284,22 24
rijen 457,68 4 114,42 1,55 3,2655,41 >0,20
•0 lommen 3800,88 4 950,22 12,8(3 <£0,01
grondsoorten 139,28 4 34,82 <1
rest 886,38 12 73,86
totaal
9979,55
74herhalingen 5284,22 24
sp. elem. 428,03 2 214,02 2,56 3,2455,18 0,09 interactie 917,04 8 114,63 1,37 2,1852,99 >0,20
rest 3350.26 40 83.76
v.c. llûÉ
v.c.
Mg-cijfers na de tomaat.
Bijlage 11.
Volgnummer Codering Magnesium X Volgnummer Codering Magnesium2"
1 K3 40 39 Li 20
2 K2 47 40
M2 81
3 36 41
B1 84
4 l2 25 42
M3 90
5 L1 20 43
»!
326 L3 32 44 "3 36
7
Ml 72 45 "2 34
8 3 94 46 26
9 M-2 80 47
l2 29
10 H2 32 48
L3 38
11 K3 34 ' 49
M2 82
12 40 50
U3 88
13 °3 210 51
M1 81
14 °1 226 52 32
15 ° 2 234 53
K2 28
16 "l 90 54
N3 30
17 M
2 92 55 °1 194
18 M3 108 56 °3 218
19 36 57 ° 2 152
20 »3 31 58
K2 46
21 N2 27 59
K1 43
22 194 60
K3 54
23 ° 2 223 61
"3 41
24 °3 259 62 «2 34
25 K3 56 63 34
26 34 64 °3 202
27 K2 39 65 ° 2 204
28 '2 27 66 °1 226
29 L3 38 67
K2 52
30 L1 29 68
K3 53
31 ° 2 231 69
K1 55
32 °1 220 70
L3 46
33 °3 228 71
L1 23
34 42 72
L2 36
35 K3 49 73
U3 98
36 *2 45 74
K2 94
37 L3 36 75 M1 94
38 L2 26
x uitgedrukt in delen per miljoen in het extract
Bijlage 12.
Mg-cijfers na de bloemkool.
Volgnummer Codering Magnesium2" Volgnummer Codering Magnesium21
1 K3 48 39 Li 16
2 *2 45 40
M2 84
3 *1 39 41 79
4 L2 22 42 "3 78
5 L1 18 43
h
296 L3 36 44
N3 31
7 M1 88 45 "2 28
8 M,
3 104 46 18
9 "2 96 47 L
i
2010 N2 32 48
L3 26
11 H3 39 49 M2 76
12 N1 32 50
M3 86
13 °3 ^ 200 51 "l 89
14 °1 192 52
N1 32
15 °2 186 53 N2 34
16 M1 106 54
N3 40
17 "s 105 55 174
18 M3 120 56 °3 200
19 N1 36 57 °2 200
20 K3 34 58
K2 51
21 "a 32 59 K1 40
22 °i >200 60
Ki 53
23 °2 292 61
N3 34
24 °3 313 62
N2 32
25 S 60 63 »1 30
26 K1 36 64 °3 200
27 K2 44 65 °2 200
28 L2 26 66 °1 200
29 L3 31 67
K2 52
30 L1 23 68
K3 52
31 °2 200 69 K1 52
32 220 70
L3 30
33 °3 *•200 71 L1 20
34 K1 33 72
L2 23
35 *3 42 73 "3 96
36 *2 .30 74 U
2
9037 h 28 75 M1 88
38 L2 20
x uitsedrukt in delen tier mil.ioen in het extract
Wiskundige verwerking van de Mg-cijfers.
Bijlage 13»
32 234
1 226 , 210
1^ 29 3 38
2 2?
N2 34 3 36
1 52
*3 54 1 45 2 46
M1 94 2 94 5 98
H1 40 3 54
2 52
K2 39 1 54
?
56BL 90 3 1 8 4 2 81
o2 152
2 218 'm
L2 36 1 2 3
3 46 a2 80
3 94
1 72
0, 250 2 223
1 194
L1 20 2 26
3 36
»3 30 2 2 8
1 52
K1 55 5 53
2 52 L3 32
1 2 0
1
25*2 27 3 51 1 56
K2 45 3 49
1 4 2
M1 81 , 88 3 2 8 2
o1 226
2 204 , 202 C1 36
2 4? 5 40
ÎL. 108 3 2 92 1 90
05 228
1 220
2 231
y 38 2 29 1 226
N1 34 2 54 5 41
0 670 L 94 N 102 K 143 M 286 1295 sr 106 Kil129 M 255 0 564 L 105 1159 1 246 0 676 L 82 H 90 IL 160 1254 L 77 S 94 K 136 M 251 0 632 1190 L 123 M 290 0 679 L 93 N 109 1294 1222 1283 1254 1141 1292 6192
ffroncÜTr-^ 1 2 3 Som
K 210 229 252 691
L 118 143 190 451
i M 421 429 478 1328
H 174 155 172 501
0 IO6O 1044 1117 3221 Som 1?8J 2000 2209 6192
St).el. Som 3 2 1
3 2209
2 2000 20$" -
1 1983 22Ê 17 -
Factor s • k • a . i> > gem. kw. F ( l o e r ) F (theor) • • • P totaal „3Ê4#391»8 24
jüjen lolommen
; 1»©1?»4 4 253,1 1,35 3,2655,41 jüjen
lolommen 990, 8 4 225,2 1,20 3,2655,41
grondsoorten 360.142,4 4 90.035,6 48,ld+ 3,2655,41 £0,01
rest 2.246,2 12 187,2
totaal 371.148,5 74
lerhal. 364.391,8 24
3p.elem. 1.267,3 2 633,6 5,0| 3,24î5,18 0,01
interactie 457,6 8 57,2 G
rest 5.031.8 40 125,8
v.c. •
v.c. » 13^6'
grondsoort Som 0 M Z If L Breedte P 0.05 P 0.01
veengrond 3221 - 1
xumeuszand 1328 189F" - 2 163 229
sengsel 691 253d"1' 63^ - 3 200 267
duinzand 501 272d"+ 8 2 f i9d" - 4 273 291
heischenig fi.in zand 451 . 2776"1" 87t+ 24# 50 - 5 239 309