• No results found

Kosten en risico’s belangrijk voor bepalen rendement van beleggen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Kosten en risico’s belangrijk voor bepalen rendement van beleggen"

Copied!
39
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AFM Consumentenmonitor voorjaar 2015 Beleggers

Juni 2015

(2)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 2

1. Onderzoeksresultaten in detail

 Beleggersprofiel

 Beleggingsportefeuille

 Risico, rendement en kosten

 Provisieverbod

 Kwaliteit dienstverlening

2. Bijlagen

2

Inhoudsopgave

(3)

Onderzoeksresultaten in detail

(4)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 4

Beleggersprofiel

(5)

Nog steeds belegt de helft van de beleggers voor vermogensbehoud

 Ten opzichte van de vorige metingen wordt meer belegd voor een specifiek doel zoals pensioen, inkomen, hypotheek of studie en iets minder voor het plezier. Ten opzichte van een jaar geleden is dit een significant verschil.

 Het aandeel dat belegt voor consumptiedoeleinden is gestegen.

 Zelfstandige beleggers beleggen meer dan gemiddeld voor hun plezier (37%). Beleggers die beleggen via een vermogensbeheerder of een financieel adviseur beleggen vaker dan gemiddeld voor een specifiek doel (54% resp. 52%).

Met welk doel belegt u?

Meer antwoorden mogelijk

Alle beleggers

Voorjaar 2015 n = 636 Najaar 2014 n = 618 Voorjaar 2014 n = 477

51

42

26

15

51

37

30

10

52

35

32

10

0 10 20 30 40 50 60

Vermogensbehoud

Voor een specifiek doel

Voor plezier/uitdaging van beleggen

Voor consumptie

Voorjaar 2015 Najaar 2014 Voorjaar 2014

(6)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 6

Ruim de helft van de beleggers belegt zelfstandig

 Naast de zelfstandige beleggers belegt bijna een vijfde met behulp van een adviseur en een kwart via een vermogensbeheerder. Dit is niet significant anders dan bij de vorige meting.

 Adviesgevoeligen beleggen relatief vaak met behulp van een vermogensbeheerder (38%). Beheersten en ambitieuzen beleggen relatief vaker zelfstandig (66% resp. 65%).

Bij welke van de onderstaande beleggingswijzen is het totale belegde vermogen momenteel het hoogst?/ Wat is voor u de

belangrijkste wijze waarop u belegt?

Alle beleggers

Voorjaar 2015 n=636, Najaar 2014 n=618, Voorjaar 2014 n=477, Najaar 2013 n=681, Voorjaar 2013 n=465

56

18

26

58

18

24

59

20

21

53

21

26

60

21

20

0 10 20 30 40 50 60 70

Zelfstandig beleggen

Beleggingen via financieel adviseur

Beleggingen via vermogensbeheer

Voorjaar 2015 Najaar 2014 Voorjaar 2014 Najaar 2013 Voorjaar 2013

(7)

Zelfstandige beleggers willen zelf keuzes maken, adviesklanten zoeken advies, zekerheid en gemak

Zelfstandige beleggers

Via beleggingsadviseur

Via vermogensbeheerder

Wat maakt dat u voor deze vorm van beleggen heeft gekozen?

Top-3 antwoorden

Beleggers die zelfstandig (n=355) / via beleggingsadviseur (n=112) / via vermogensbeheerder (n=169) beleggen

 Zelfstandige beleggers kiezen voor execution only zodat zij zelf goede keuzes kunnen maken. Bijna een derde belegt zelfstandig uit kostenoverwegingen en even zoveel beleggers vindt dat men zelf genoeg kennis en ervaring heeft voor deze vorm van beleggen. Vooral respondenten met veel vrij belegbaar vermogen geven aan zelf genoeg kennis en ervaring te hebben (52%).

 Beleggers die via een adviseur beleggen, vinden dat zij zelf onvoldoende kennis hebben, willen advies of hebben vertrouwen in de adviseur.

 Beleggers die via een vermogensbeheerder beleggen, vinden vooral dat zijzelf onvoldoende kennis hebben.

Twee vijfde belegt vanwege het gemak, een kwart omdat zij er vertrouwen in hebben.

 De gegeven antwoorden komen overeen met de vorige meting.

45 32

31

43 33

28

61 40

27

0 10 20 30 40 50 60 70

Ik kan zelf goede keuzes maken Ik heb zelf genoeg kennis en ervaring Uit kostenoverwegingen

Ik heb onvoldoende kennis om zelfstandig te beleggen Ik krijg advies in plaats van dat ik zelf beleggingen moet kiezen Ik heb vertrouwen in mijn adviseur

Ik heb onvoldoende kennis om zelfstandig te beleggen Ik hoef niets te doen/gemak Ik heb vertrouwen in mijn vermogensbeheerder

(8)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 8 Wat maakt dat u voor deze vorm van beleggen heeft gekozen?

Algemene delers (keuzes, kosten, kennis en vertrouwen) waarom men kiest, per vorm van beleggen

Beleggers die zelfstandig (n=355) / via beleggingsadviseur (n=112) / via vermogensbeheerder (n=169) beleggen

 Kosten worden door beleggers via een financieel adviseur en via vermogensbeheer vrijwel niet genoemd als reden voor keuze van deze beleggingsvormen.

 Van de zelfstandige beleggers die beleggen uit kostenoverwegingen geeft 38% ook aan voldoende kennis en ervaring te hebben.

Kosten vooral belangrijk bij zelfstandige beleggers, keuzes belangrijk bij vermogensbeheer

45

32

31

34

45

43

1

56

61

61

2

52

0 10 20 30 40 50 60 70

keuzes

kennis

kosten

vertrouwen

Execution only Beleggingsadvies Vermogensbeheer

(9)

Een op tien beleggers neemt meer risico, een op vijf beleggers neemt minder risico dan voorheen

 Beleggers die actief zijn via vermogensbeheer nemen relatief vaker nog evenveel risico als in de beginjaren.

 Naarmate de belegger ouder is, wordt relatief vaker aangegeven dat men nu minder risico neemt bij het beleggen dan toen men begon met beleggen (-24 jaar 0%; 35-44 jaar 13%; 55+ 27%).

Neemt u sinds u begonnen bent met beleggen meer of minder risico bij het beleggen?

Alle beleggers n = 636 5

5

5

4

16

18

18

12

63

60

60

73

9

11

12

4 0

1

1

0 6

6

4

7

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Totaal

Execution only

Beleggingsadvies

Vermogensbeheer

Veel minder Minder Evenveel Meer Veel meer Weet ik niet

(10)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 10

Lage spaarrente heeft bij ruim een kwart van de beleggers een rol gespeeld om te starten

 Bij 15% van de beleggers heeft de lage rente op spaarproducten een grote rol gespeeld om te starten met beleggen.

 Bij 21% van de beleggers heeft de lage spaarrente een grote rol gespeeld om met een groter bedrag te gaan beleggen.

 De lage spaarrente speelt relatief vaker een rol bij de beleggers die korter dan 3 jaar actief zijn met beleggen.

 Bij beleggers met minder dan 5.000 euro spaargeld heeft de rentestand vaker een rol gespeeld om te starten met beleggen (50%).

In hoeverre heeft de lage rentestand op spaarproducten een rol gespeeld bij uw keuzes bij beleggen?

Alle beleggers n = 636 4

5 11

16

13

16

38

29

35

34

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

te starten met beleggen

met een groter bedrag te gaan beleggen

Een doorslaggevende rol Een grote rol Een kleine rol Geen rol Niet van toepassing

De keuze om…

(11)

Beleggers in risicovolle beleggingsvormen zien zichzelf relatief ook vaak als risiconemend

 Beleggers in hefboomproducten, opties of andere derivaten en indexbeleggingsfondsen zien zichzelf

significant vaker als risiconemend. Meestal is het een klein deel van de portefeuille dat in opties of derivaten wordt belegd.

Ziet u uzelf als een

risiconemende belegger, een voorzichtige belegger of neemt u juist een middenpositie in?

Uitgezet naar beleggingsvorm.

Alle beleggers n = 636

n = 134

n = 117

n = 364 n = 260 n = 636

n = 23 n = 17

n = 40 n = 45 n = 33

n = 345

43 11

9 22

33 43 37 35

40 46 27

47 47

56

52

54 45 53 56

51 46 51

10 42

35 26

14 13

10 9 9 8 22

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Totaal Hefboomproducten Opties Indexbeleggingsfondsen Aandelen Sparen met belastingvoordeel Spaarrekening Obligaties Beleggingsfondsen Garantieproducten Andere beleggingsvormen

Voorzichtig Middenpositie Risiconemend

(12)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 12

Profielen beleggers

Als een percentage significant hoger is ten opzichte van de totale groep beleggers, staat dit percentage in het groen. Als een percentage significant lager is, staat dit percentage in het rood.

Doelbelegger: beleggers die hoofdzakelijk (>50%) beleggen voor een specifiek doel, zoals pensioen, (aanvulling) inkomen, afbetalen hypotheek, etc.

Vermogensbehoudbelegger: beleggers die hoofdzakelijk (>50%) beleggen voor vermogensbehoud Funbelegger: beleggers die hoofdzakelijk (>50%) beleggen voor het plezier of voor consumptie

Alle beleggers (n = 636)

Doelbelegger (n = 226)

Vermogensbehoud- belegger

(n = 267)

Funbelegger (n = 143)

Omvang in populatie beleggers 100% 35% 42% 22%

Leeftijd (gemiddeld) 51 50 53 49

Aantal jaren dat men belegt (gemiddeld) 15 14 16 13

Percentage hoog opgeleiden 47% 43% 54% 40%

Beleggingsportefeuille > €100.000,- 10% 8% 13% 6%

Percentage execution only 56% 41% 58% 77%

Percentage vermogensbeheer 26% 36% 26% 12%

Belegt in obligaties 18% 18% 21% 13%

Belegt in aandelen 54% 43% 55% 67%

Belegt in beleggingsfondsen 57% 59% 63% 43%

Percentage risiconemende belegger 10% 10% 6% 19%

Let voorn. op verhouding tussen risico's, rendement en

kosten 18% 26% 17% 10%

Let voorn. op verhouding tussen risico`s en rendement 17% 12% 22% 13%

(13)

Beleggingsportefeuille

(14)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 14 10

8

14

15

14

25

14 11

10

12

16

15

26

11

0 5 10 15 20 25 30

> €100.000

€50.000 – €100.000

€25.000 – €50.000

€10.000 – €25.000

€5.000 – €10.000

< €5.000

Onbekend

Voorjaar 2015 Najaar 2014

Een kwart van de beleggers heeft een beleggings- portefeuille van minder dan €5.000,-

 Evenals bij de vorige meting heeft een kwart van de beleggers een beleggingsportefeuille van minder dan

€5.000,-.

 Een op tien heeft een totaal belegd vermogen boven €100.000,-.

 Zelfstandige beleggers (32%) en funbeleggers (45%) hebben vaker dan gemiddeld een belegd vermogen van minder dan €5.000,-.

 Naarmate de leeftijd hoger wordt stijgt de waarde van de beleggingen.

Wat is op dit moment de totale waarde van uw beleggingen?

Alle beleggers

Voorjaar 2015 n = 636 Najaar 2014 n = 618

(15)

Procentuele verdeling beleggersportefeuille

 Evenals vorige meting beleggen beleggers het grootste deel van hun beleggingsportefeuille ten behoeve van

vermogensbehoud. Een derde van de beleggingsportefeuille wordt belegd voor een specifiek doel. Als u naar uw totale

beleggingsportefeuille kijkt en deze op 100% stelt, welk deel (in procenten) belegt u dan …: .

Alle beleggers

Voorjaar 2015 n = 636 Najaar 2014 n = 618 41

44

33

30

17

22

9

5

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Voorjaar 2015

Najaar 2014

Vermogensbehoud Voor een specifiek doel Voor plezier/de uitdaging van beleggen Voor consumptie

(16)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 16

Beleggingsfondsen en aandelen meest populaire vorm van beleggen

 Zelfstandige beleggers sparen of beleggen meer dan gemiddeld in aandelen en opties of andere derivaten.

 Gemiddeld belegt men in ruim twee verschillende beleggings- en spaarvormen, dit geldt ook voor zelfstandige beleggers. Beleggers met een hoog vermogen en risicozoekende beleggers beleggen gemiddeld in bijna drie verschillende beleggings- en spaarvormen.

 Beleggers die via een financieel adviseur beleggen, beleggen vaker in obligaties (26%). Deze groep beleggers heeft ook relatief vaker een spaarrekening/deposito (51%)

In welke vormen spaart of belegt u / wordt er voor u belegd?

Alle beleggers Totaal n = 636

Zelfstandige belegger n = 355 57

54

41

21

18

7

5

4

3

6

5

53

64

43

18

16

7

8

1

5

7

4

0 10 20 30 40 50 60 70

Beleggingsfondsen Aandelen Spaarrekening of spaardeposito Sparen met belastingvoordeel Obligaties Indexbeleggingsfondsen, Indextrackers of ETF`s Opties of andere derivaten zoals futures Garantieproducten Hefboomproducten Andere beleggingsvormen Weet ik niet

Totaal Execution only

(17)

Ruim de helft belegt in aandelen en/of fondsen

 De stijgende lijn van obligaties van voorjaar 2013 tot voorjaar 2014 buigt vanaf najaar 2014 weer naar

beneden tot 18% in het voorjaar van 2015. In welke vormen spaart of belegt

u / wordt er voor u belegd?

Alle beleggers n = 636 62

59 61

59 57

56

50

56 54

54

28

35 36

42 41

14 17 14 20

21

11

18

23 21

18

0 10 20 30 40 50 60 70

Voorjaar 2013 Najaar 2013 Voorjaar 2014 Najaar 2014 Voorjaar 2015

Beleggingsfondsen Aandelen Spaarrekening of spaardeposito Sparen met belastingvoordeel Obligaties

(18)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 18

Doelbelegger spaart relatief vaak met belasting- voordeel en funbelegger belegt vaak in aandelen

 De vermogensbehoudbelegger belegt relatief vaak in beleggingsfondsen (63%). In welke vormen spaart of belegt u / wordt er voor u belegd?

Alle beleggers n = 636 57

54

41

21

18

7

5

4

3

59

43

38

30

18

8

3

5

3

63

55

47

18

21

6

5

2

1

43

67

35

13

13

8

9

4

6

0 10 20 30 40 50 60 70 80

Beleggingsfondsen Aandelen Spaarrekening of spaardeposito Sparen met belastingvoordeel Obligaties Indexbeleggingsfondsen, Indextrackers of ETF`s Opties of andere derivaten zoals futures Garantieproducten Hefboomproducten

Totaal Doelbelegger Vermogensbehoudbelegger Funbelegger

(19)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 19

Voorzichtige beleggers hebben gemiddeld minder vormen van beleggingen dan andere beleggers

 Hoe voorzichtiger de belegger, des te minder vormen van beleggingen men gemiddeld heeft. Gemiddeld aantal soorten beleggingen (exclusief sparen), uitgesplitst naar verschillende typen beleggers

In welke vormen spaart of belegt u / wordt er voor u belegd?

Alle beleggers die weten in welke vormen zij sparen/beleggen n = 604

Alle

beleggers Voorzichtig Midden Risico- zoekend

Doel- belegger

Vermogens- behoudbelegger

Fun- belegger

Execution

only Advies Vermogens- beheer

1,6 1,3 1,8 2,1 1,6 1,7 1,6 1,7 1,7 1,5

Gemiddeld aantal soorten beleggingen

Alle

beleggers Voorzichtig Midden Risico- zoekend

Doel- belegger

Vermogens- behoudbelegger

Fun- belegger

Execution

only Advies Vermogens- beheer

Beleggings -fonds

57%

Beleggings- fonds 53%

Beleggings- fonds 61%

Aandelen 61%

Aandelen 71%

Beleggings- fonds 59%

Beleggingsfonds 63%

Aandelen 67%

Aandelen 64%

Beleggings- fonds 59%

Beleggings- fonds 64%

Belangrijkste beleggingsvorm

(20)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 20

11

9

19

17

9

13

21

0 5 10 15 20 25

Minder dan 5.000 euro

5.000 – 10.000 euro

10.000 – 25.000 euro

25.000 – 50.000 euro

50.000 – 100.000 euro

Meer dan 100.000 euro

Onbekend

4 op de 10 beleggers die sparen hebben meer dan €25k op rekening/deposito

 20% van de beleggers met een spaarrekening of –deposito heeft minder dan 10.000 euro op de rekening of deposito.

 Van 21% van de spaarders is niet bekend hoeveel spaargeld zij bezitten.

Hoeveel spaargeld bezit u op een spaarrekening of spaardeposito?

Alle beleggers die een spaarrekening hebben of een spaardeposito

n = 260

(21)

Risico, rendement en kosten

(22)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 22

Waar letten beleggers op bij het nemen van een beleggingsbeslissing?

 Er zijn geen significante verschillen tussen zelfstandige beleggers en beleggers die via een adviseur beleggen. Het antwoord ‘geen van bovenstaande’ wordt relatief vaak genoemd door voorzichtige beleggers (28%), door beleggers met een vrij belegbaar vermogen minder dan 5.000 euro (29%), door

adviesgevoeligen (33%) en door gemaksgeoriënteerden (37%).

Welke overweging is voor u het meest belangrijk bij het nemen van een beleggingsbeslissing?

Beleggers die zelfstandig of via een adviseur beleggen

n = 467

Ik let voornamelijk op …

21

18

17

11

7

5

2

19

0 5 10 15 20 25

het verwachte rendement

de verhouding tussen risico`s, rendement en kosten

de verhouding tussen risico`s en rendement

de verhouding tussen kosten en rendement

de verhouding tussen kosten en risico`s

de verwachte risico`s

de verwachte kosten

geen van bovenstaande

(23)

43 34 33 22 21 20 20 19 19 6

32 30 27 32

34 38 36 38 30 15

10 13 18 25 19

20 22

20 16 22

5 7

7 7 11

9 10

9 14 33

10 15

14 15 15 13 13 14 21 24

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

De hoogte van het bedrag dat u inlegt De mate waarin u de werking van het beleggingsproduct begrijpt Welk gedeelte van de inleg u kunt verliezen De kosten van de belegging De mate van spreiding Mogelijke koersschommelingen Het minimale rendement dat u kunt halen Het maximale rendement dat u kunt halen Verhandelbaarheid/liquiditeit van het product Rating van een ratingbureau

Altijd Meestal Soms Nooit Weet ik niet

De hoogte van het inlegbedrag wordt het meest meegenomen bij bepaling risico van belegging

 Naast de hoogte van het inlegbedrag, nemen beleggers ook relatief vaak mee of zij de werking van het beleggingsproduct begrijpen en welk deel van de inleg zij kunnen verliezen.

 De rating van een ratingbureau wordt van de genoemde aspecten het minst vaak meegenomen om het risico van een bepaald beleggingsproduct te bepalen.

In hoeverre neemt u

onderstaande aspecten mee als u het risico van een bepaald beleggingsproduct wilt bepalen?

Beleggers die zelfstandig of via een adviseur beleggen

n = 467

(24)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 24

Hoogte van bedrag van inleg heeft invloed op risicoperceptie van belegger

 Het gepercipieerde risico bij een beleggingsbeslissing van 3.000 euro is lager dan bij een beslissing van 20.000 euro (4,6 resp. 5,2 op een schaal van 1 (=zeer laag) tot 10 (=zeer hoog)).

Split runvraag: stel dat u de volgende beleggingsbeslissing neemt: U koopt voor [€3.000 /

€20.000] aandelen in Shell. Hoe risicovol vindt u deze beleggings- beslissing? Split run

Alle beleggers

Risico 3.000 euro n = 334 Risico 20.000 euro n = 302 4,6

5,2

1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10,0

Risico bij 3.000 euro aandelen Shell

Risico bij 20.000 euro aandelen Shell

(25)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 25

Hoogte van bedrag van inleg heeft invloed op risicoperceptie van belegger

 Onder de beleggers met een laag vermogen (tot 10.000 euro), wordt de aankoop van 20.000 euro aandelen vaker als risicovol gepercipieerd (gemiddeld 6,4).

Stel dat u de volgende

beleggingsbeslissing neemt: U koopt voor [€3.000 / €20.000]

aandelen in Shell. Hoe risicovol vindt u deze beleggings-

beslissing? Split run

Alle beleggers

Risico 3.000 euro n = 334 Risico 20.000 euro n = 302 4,6

5,2 4,8

6,4 5,1

5,0 4,3

5,0

0,0 1,0 2,0 3,0 4,0 5,0 6,0 7,0 8,0 9,0 10,0

Risico bij 3.000 euro aandelen Shell

Risico bij 20.000 euro aandelen Shell

Totaal Vermogen HH Laag Vermogen HH Midden Vermogen HH Hoog

(26)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 26

Verdeling risicoperceptie van belegger per inlegbedrag

 In de figuur de verdeling van de risicoperceptie bij een ingelegd bedrag van 3.000 euro en bij een inleg van 20.000 euro.

Stel dat u de volgende

beleggingsbeslissing neemt: U koopt voor [€3.000 / €20.000]

aandelen in Shell. Hoe risicovol vindt u deze beleggings-

beslissing? Split run

Alle beleggers

Risico 3.000 euro n = 334 Risico 20.000 euro n = 302 5

8

20

16

19

10

12

6

1

2 4

8

15

13

18

12 13

12

2

4

0 5 10 15 20 25

1 Helemaal niet risicovol

2 3 4 5 6 7 8 9 10 Heel erg

risicovol risico 3.000 euro aandelen Shell kopen risico 20.000 euro aandelen Shell kopen

(27)

De helft van de beleggers is gewezen op informatie over kosten omtrent beleggen

 Bijna tweederde van de beleggers heeft informatie over de hoogte van de kosten omtrent hun beleggingen gezien: 50% is er door hun financiële instelling op gewezen en 15% heeft het zelf opgezocht of opgevraagd.

 ‘Beheersten’ hebben significant vaker zelf informatie opgevraagd (25%).

Heeft u afgelopen jaar van uw (belangrijkste) financiële instelling informatie over de hoogte van de kosten gezien omtrent beleggen?

Meer antwoorden mogelijk

Alle beleggers n = 636 15

50

28

10

0 10 20 30 40 50 60

Ja, ik heb die informatie zelf opgevraagd/opgezocht

Ja, mijn belangrijkste financiële instelling heeft mij op deze

informatie gewezen

Nee Weet ik niet

(28)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 28

Zeven van tien beleggers die beleggen via financieel adviseur hebben informatie over kosten gezien

Heeft u afgelopen jaar van uw (belangrijkste) financiële instelling informatie over de hoogte van de kosten gezien omtrent beleggen?

Meer antwoorden mogelijk

Alle beleggers n = 636

 Beleggers die beleggen via een financieel adviseur hebben het afgelopen jaar het vaakst informatie gezien over de hoogte van de kosten omtrent beleggen. Zelfstandige beleggers zijn het minst vaak op de hoogte van deze informatie.

 Ten opzichte van de vorige meting (2014) is het aantal beleggers gestegen dat geen informatie heeft gezien over de hoogte van de kosten omtrent beleggen (van 15% naar 28%).

15

50

28

10 18

43

32

10 15

58

22

9 8

60

23

12

0 10 20 30 40 50 60 70

Ja, zelf opgevraagd/opgezocht Ja, mijn belangrijkste fin.

instelling heeft mij erop gewezen

Nee Weet ik niet

Totaal (n=636) Execution only (n=355) Beleggingsadvies (n=112) Vermogensbeheer (n=169)

(29)

10

15

11

9

13

8

10

16

16

15

12

10

14

12

12

12

12

14

7

9

10

14

8

8

13

13

11

18

48

48

54

53

57

58

50

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Voorjaar 2015

Najaar 2014

Voorjaar 2014

Najaar 2013

Voorjaar 2013

Najaar 2012

Voorjaar 2012

Minder dan 1% 1 tot 2% 2 tot 5% 5% of meer Weet ik niet

Meer dan de helft van de beleggers is op de hoogte van de kosten die zij per jaar betalen

 Ten opzichte van het najaar 2014 weten even veel beleggers (52%) hoe hoog de kosten zijn die zij per jaar betalen.

 Met name beleggers met een hoog vermogen (64%) zijn vaker wel op de hoogte van de jaarlijkse kosten.

 De kosten worden in het voorjaar van 2015 weer iets hoger ingeschat dan in de twee voorgaande metingen (4,2% resp. 3,5% resp. 3,3%).

 Met name gemaksgeoriënteerden (2.5%) schatten de kosten gemiddeld lager in. De risicozoekende beleggers (5.3%) en ook adviesgevoeligen (5.9%) schatten de kosten gemiddeld juist hoger in.

Hoe hoog denkt u dat de kosten zijn die u gemiddeld per jaar betaalt voor beleggingen? Uitgedrukt in

percentage van het totaal belegde vermogen.

Alle beleggers

Gemiddeld

4.7%

8.0%

5.4%

8.8%

3.3%

(n = 283) (n = 411) (n = 465)

(n = 681) (n = 618)

invoering provisieverbod

3.5%

(n = 477) (n = 636)

4.2%

(30)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 30

5

6

7

5

8 16

20

22

23

29

38

43

41

47

44

35

29

27

22

17 6

2

3

3

2

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

informatie te verkrijgen over de verwachte kosten

informatie te verkrijgen over verwachte risico's

informatie te verkrijgen over het verwachte rendement

de kosten voorafgaand aan een beleggingsbeslissing tussen verschillende aanbieders te vergelijken

het verwachte rendement tussen verschillende aanbieders te vergelijken

Helemaal mee oneens Mee oneens Niet eens, niet oneens Mee eens Helemaal mee eens

Twee op vijf geeft aan dat het eenvoudig is om informatie te verkrijgen over verwachte kosten

 Men is het vaker eens dan oneens bij de stellingen over de eenvoud van het verkrijgen van informatie over verwachte kosten en risico’s.

 Bij de stellingen over de eenvoud van het vergelijken van de verwachte kosten en rendement tussen verschillende aanbieders is een groter deel van de beleggers het oneens met de stellingen.

In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen…?

Beleggers die zelfstandig of via een adviseur beleggen

n = 488

Stelling: Het is eenvoudig…

(31)

Provisieverbod

(32)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 32

De helft van de beleggers ervaart geen effect op kosten door invoering van het provisieverbod

 Het percentage beleggers dat een kostenstijging of daling ervaart door de invoering van het provisieverbod is gelijk aan de vorige meting.

 Voor de beleggers die de kosten voor beleggen (in percentage) niet weten, is het hun perceptie of er sprake is van een stijging of daling. De verdeling bij de totale groep ziet er echter nagenoeg hetzelfde uit als voor de beleggers die de kosten wel weten (27% gestegen, 53% gelijk gebleven en 20% gedaald).

* Deze vraag over kostenstijging of –daling is beantwoord door alle respondenten (n = 636). De respondenten die eerder hebben aangegeven niet te weten hoeveel zij per jaar betalen voor beleggingen (n=307) en de respondenten die bij deze vraag aangeven niet te weten of de kosten gestegen, gedaald of gelijk gebleven zijn (n =142), zijn niet meegenomen in de grafiek. De grafiek is dus gebaseerd op 189 respondenten.

Zijn uw totale kosten voor beleggen na invoering van het provisieverbod gestegen / gedaald / gelijk gebleven?*

Beleggers die weten wat ze per jaar betalen

n = 189

29 50 21

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Totaal (indien bekend met kosten)

Gestegen Gelijk gebleven Gedaald

(33)

Bijna de helft ervaart dat door het provisieverbod de kosten inzichtelijker zijn

 Bijna de helft van de beleggers ervaart dat door de invoering van het provisieverbod de kosten inzichtelijker zijn geworden (voorjaar 2015: 46%, najaar 2014: 45%) en twee vijfde van de beleggers ervaart dat door de invoering van het provisieverbod de kosten van dienstverleners beter met elkaar vergeleken kunnen worden (voorjaar 2015: 41%, najaar 2014: 40%).

 Beleggers met een hoog vermogen (53%) vinden relatief vaker dat de kosten inzichtelijker zijn geworden door de invoering van het provisieverbod.

 Beleggers die via een vermogensbeheerder beleggen (49%) vinden relatief vaker dat de kosten beter te vergelijken zijn.

Stellingen over het provisieverbod.

Alle beleggers n = 636 1

1 8

7

44

51

41

37

5

4

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

de kosten inzichtelijker

beter vergelijking kosten dienstverleners

Helemaal mee oneens Mee oneens Niet eens, niet oneens Mee eens Helemaal mee eens

Door de invoering van

het provisieverbod…

(34)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 34

Vijf procent is naar aanleiding van het

provisieverbod veranderd van beleggingswijze

 Vijf procent van alle beleggers die via één beleggingswijze beleggen is naar aanleiding van het provisieverbod veranderd van beleggingswijze. In de vorige meting was dit 2%.

 De meeste overstappers zijn van beleggen van een financieel adviseur of vermogensbeheer overgegaan op zelfstandig beleggen. Vrijwel niemand is overgegaan van zelfstandig beleggen naar een adviseur.

Bent u het afgelopen jaar naar aanleiding van het provisieverbod overgestapt naar een andere beleggingswijze

Alle beleggers die via één beleggingswijze beleggen n = 600

zelfstandig beleggen

beleggen via een financieel adviseur

beleggen via vermogensbeheer

zelfstandig beleggen

beleggen via een financieel adviseur

beleggen via vermogensbeheer

niet overgestapt 90%

0%

0%

1%

1%

2%

1%

Weet niet 5%

(35)

Kwaliteit dienstverlening

(36)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 36

Bij meer dan de helft van de beleggers via advies/

beheer zijn geen persoonlijke gegevens gecontroleerd

 Bij een kwart is de risicobereidheid, bij een op drie zijn de doelstellingen gecontroleerd en bij een vijfde is de financiële positie gecontroleerd.

 Ten opzichte van de vorige meting (in 2014) zijn zowel de doelstellingen, de risicobereidheid als de financiële positie minder vaak gecontroleerd.

Welke persoonlijke gegevens heeft uw beleggingsadviseur / vermogensbeheerder het afgelopen jaar met u op wijzigingen gecontroleerd?

Beleggers die via adviseur of vermogensbeheerder beleggen Voorjaar 2015 n = 281, Najaar 2014 n = 264

30

25

20

11

55 34

36

29

10

42

0 10 20 30 40 50 60

Uw doelstellingen die u met beleggen wilt bereiken

Uw risicobereidheid

Uw financiële positie

Uw kennis en ervaring

Geen van bovenstaande zaken is op wijzigingen gecontroleerd

Voorjaar 2015 Najaar 2014

(37)

Bijlagen

(38)

© GfK 2015 | AFM Consumentenmonitor | Juni 2015 38

Onderzoeksverantwoording

Doel: in kaart brengen van ontwikkelingen in het financiële keuzegedrag van de Nederlandse financiële consument.

Veldwerkperiode: 23 april t/m 30 april 2015

Doelgroep: representatieve steekproef van de Nederlandse bevolking (18+), waarbij een oversampling is gehanteerd van personen die in de periode van oktober 2014 t/m april 2015 een hypotheek hebben afgesloten en personen die beleggen.

Weging: de representatieve steekproef is herwogen naar een afspiegeling van de Nederlandse bevolking (18+). Deze groep is gewogen naar leeftijd, geslacht, opleiding en district. De overige groepen zijn gewogen naar leeftijd.

Methode: online onderzoek, vooraf is het volledige panel gescreend om de juiste groepen consumenten voor dit onderzoek te kunnen benaderen.

Steekproefomvang: de netto steekproef bestaat uit 636 beleggers.

Rapportage: de weergegeven resultaten in dit rapport zijn gebaseerd op een representatieve steekproef van beleggers (18+). Indien er significante verschillen bestaan tussen specifieke doelgroepen en de totale groep beleggers wordt dit aangegeven.

 Belangrijk in het onderzoek zijn de vier soorten financieel beslissers, uitgelegd op de volgende slide.

(39)

Consumentensegmentatie

 In de rapportage worden termen voor verschillende typen financieel beslissers genoemd. De AFM onderzocht in een eerder stadium hoe Nederlanders financiële beslissingen nemen en concludeerde dat mensen van elkaar verschillen in de manier waarop deze beslissingen genomen worden. Er zijn 4 typen, welke hieronder worden beschreven.

Beheersten verzamelen veel informatie over het financieel product dat zij willen aanschaffen. Zij overwegen veel alternatieven, gaan door tot zij het juiste product hebben gevonden en nemen uiteindelijk zelf de beslissing, zonder financieel adviseur.

Ambitieuzen proberen graag nieuwe producten uit en mijden risico’s hierbij niet. Zij hebben luxe en rendement als drijfveer voor hun besluiten en steken een gemiddelde hoeveelheid tijd in hun

keuzeproces.

Adviesgevoeligen laten hun beslissingen over aan anderen. Zij vertrouwen adviseurs blindelings. Zij zijn niet geïnteresseerd in financiële producten en zijn niet perse op zoek naar het ideale product.

Gemaksgeoriënteerden stoppen weinig tijd in het bestuderen van financiële producten en vermijden hierbij risico’s. Zij hebben weinig vertrouwen in financieel adviseurs en kiezen vaak voor standaard producten.

 Voor meer informatie of om zelf te testen wat voor type financieel beslisser u bent, kunt u terecht op

www.afm.nl/besliswijzer

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit is een bijzondere uitkomst voor een procedure waarin partijen tegengestelde belangen kunnen hebben, zoals echtscheiding, en het is een aanwijzing dat de benadering die door

- minder pensioen of minder geld hebben om de belangrijkste dingen te kunnen doen (bijvoorbeeld voor eten, woning en kleding) als zij geld verliezen door de obligaties... -

 Bij twee stellingen is een groter deel van de beleggers het oneens dan eens: bij eenvoud om voorafgaand kosten tussen verschillende aanbieders te vergelijken (30% oneens, 27%

 Vergeleken met een jaar geleden, voor de invoering van het provisieverbod, hebben gemiddeld meer beleggers informatie gezien over de hoogte van de kosten omtrent beleggen... Met

 Ondanks de invoering van het provisieverbod weet de meerderheid van de beleggers (54%) niet hoe hoog de kosten zijn die men gemiddeld per jaar betaalt..  Met name beleggers die

 Ruim driekwart van de beleggers die beleggen via een beleggingsadviseur (78%) of vermogensbeheerder (76%) en informatie over de kosten hebben gezien, heeft deze informatie van

In tabel 3.3 zijn de kosten (totaal en per reisdocument) weergeven van de gemeente Utrecht, het stadsdeel Amsterdam Noord en het stadsdeel Amsterdam Nieuw-West voor het aanvraag-

Tabel 2.2 laat zien dat de totale kosten van de afhandeling van Wob-verzoeken in 2009/2010 naar schatting € 56 à 96 miljoen per jaar waren, waarvan € 16 à 27 miljoen