VERGADERNOTITIE
T.b.v. de portefeuillehoudersvergadering educatie, inburgering en arbeidsmarkt, d.d. 13-02-06
Agendapunt: 5 Onderwerp:
- Tussenrapportage VAVO Bijlagen:
1. Telling cursisten HAVO/VWO
2. Tussenrapportage VAVO voor VMBO-tl Steller:
C. Hamming Status:
Ter kennisname
Bijlage 2
TUSSENTIJDSE RAPPORTAGE PROJECT HULPSTRUCTUUR VMBO-TL/MBO d.d. 20 januari 2006
1. Inleiding en opdracht project
Voor U ligt de tussentijdse rapportage van het project "Hulpstructuur VMBO-TL en MBO".
Dit project is opgezet om deelnemers die uitvaller zijn in het VMBO-TL, daar geen diploma hebben ontvangen dat hen toelating biedt tot een MBO opleiding op niveau 3 of 4, maar die, op basis van hun vooropleiding en studieprofiel eigenlijk wel in een niveau 3 of 4 opleiding, thuishoren.
Deze hulpstructuur biedt faciliteiten om de VMBO-TL uitvallers die qua vooropleiding, capaciteiten en sociaal functioneren onvoldoende tot hun recht komen in een beroepsopleiding op niveau l of 2, met extra ondersteuning toch zo snel mogelijk naar een niveau 3 of 4
opleiding in het MBO door te leiden.
hi deze rapportage worden in paragraaf 2 de activiteiten beschreven die zijn verricht om de doelgroep te benaderen. In paragraaf 3 wordt de werkwijze in de hulpstructuur belicht.
Paragraaf 4 beschrijft de trajecten die op dit moment plaatsvinden. In paragraaf 5 wordt ingegaan op de acties die op dit moment worden ondernomen om het aanbod in de hulpstructuur te verbeteren. In de zesde paragraaf worden conclusies getrokken m.b.t. de tussentijdse resultaten. Tot slot zijn een aantal bijlagen toegevoegd met concrete gegevens.
Wij hopen U met deze tussentijdse rapportage voldoende op de hoogte te hebben gesteld.
Mocht U nadere toelichting behoeven, dan kunt U natuurlijk contact opnemen met de
projectleider, Louske Cazemier (06 513 56 843), of de projectmedewerker, Willemien Morijn (6572057).
2. Activiteiten benaderen doelgroep
Het definitieve besluit om de hulpstructuur in te richten is pas in augustus 2005 genomen.
Consequentie is geweest dat pas laat kon worden gestart met het opsporen van cursisten.
Omdat bij de intake van de diverse MBO opleidingen nog geen rekening was gehouden met de mogelijkheid van de hulpstructuur, diende het opsporen achteraf plaats te vinden.
Om de doelgroep te benaderen hebben de volgende acties plaatsgevonden met de volgende resultaten (zie bijlage):
a. VMBO scholen (voortgezet onderwijs)
Alle VMBO scholen in de regio zijn schriftelijk en telefonisch benaderd om gegevens te verzamelen omtrent VMBO-TL cursisten die zijn gezakt of die zijn blijven zitten in klas 3.
Voor de laatste groep kan de verblijfsduur in het VMBO daarmee worden overschreden, zodat zij zonder diploma de school dienen te verlaten.
Er zijn in totaal 38 telefonische en e-mail contacten geweest met decanen en/of coördinatoren.
Er is gesproken over 52 cursisten. Van deze 52 cursisten zijn er 11 cursisten geplaatst in de hulpstructuur. Er zijn 19 cursisten naar een MBO-opleiding van Da Vinci College gegaan, 8
cursisten naar een MBO-opleiding elders, 3 cursisten hebben gekozen voor een VMBO-TL opleiding elders en 7 cursisten zijn gaan werken, verhuisd of het is niet bekend waar zij terecht zijn gekomen.Voor 4 cursisten wordt momenteel nog bekeken hoe binnen de hulpstructuur voor hen een oplossing gevonden kan worden.
b. MBO opleidingen Da Vinci College
Alle decanen, coördinatoren, teamleiders, het informatiecentrum en de remedialteachers van het Da Vinci College zijn via de email geïnformeerd over de mogelijkheden van de
hulpstructuur en de cusistendoelgroep.
Er zijn n.a.v. deze informatieronde 39 telefonische, mondelinge en/of emailcontacten geweest over 18 cursisten met o.a. trajectbegeleiders, zorgcoördinatoren en remedialteachers. Er zijn hierdoor 10 cursisten in beeld gekomen. Van deze 10 cursisten waren 8 cursisten ook al opgegeven door een Vmbo school (dus 2 nieuwe cursisten). Van de overige cursisten heeft er
l cursist gekozen voor een Vmbo-tl opleiding elders, l cursist is naar de Havo van de Vavo gegaan en l cursist is gaan werken, 3 cursisten zijn nog in behandeling.
c. Cursistenregistratiesysteem
Met inspanningen van de dienst OIV van het Da Vinci College (nOISe) is geprobeerd zicht te krijgen op potentiële cursisten voor de hulpstructuur. Helaas bleek dat de registratie van de (soort) diploma's van de ingeschreven cursisten in het Da Vinci College niet goed is uitgevoerd. Dit betekent dat onvoldoende gegevens beschikbaar waren om begeleiders van specifieke cursisten persoonlijk te benaderen en te wijzen op de mogelijkheden van de hulpstructuur.
d. Regionaal Bureau Leerplicht (RBL+)
Er is contact gelegd met de trajectbegeleiders van RBL+.
Met de trajectbegeleiders van RBL + is over 7 cusisten contact geweest waarvan er nu nog l in behandeling is. De anderen zijn naar vmbo-tl in Rotterdam of een mbo opleiding elders gegaan of gaan werken.
e. Zelfmelders
Er zijn potentiële cursisten die zelf contact hebben opgenomen. Dit betrof voornamelijk cursisten die nog in de veronderstelling waren dat zij (delen van) de VAVO VMBO-TL konden volgen. Anderen informeerden zich over de HAVO.
Er zijn 26 cursisten die zelf contact hebben opgenomen, 12 van deze cursisten zijn geplaatst in de hulpstructuur, l cursist is nog in behandeling, 11 cursisten zijn geplaatst in een Mbo opleiding van het Da Vinci College , 2 cursisten zijn naar een Mbo opleiding elders gegaan, Scursisten hebben gekozen voor een Vmbo-tl opleiding elders , 4 cursisten zijn gegaan naar de Havo van de Vavo en van 6 cursisten is het vervolg onbekend.
3. Werkwijze in de hulpstructuur
De werkwijze in de hulpstructuur vindt in het algemeen op de volgende manier plaats.
Het traject start met een intakegesprek.
hi de voorbereiding van dit gesprek is contact met de mentor of decaan van de toeleverende VO school of MBO opleiding. Hierbij worden de mogelijkheden van de hulpstructuur voor deze cursist besproken.
In de intake wordt vastgesteld welke "deficiënties" aanwezig zijn, d.w.z. op welke gebieden scholing nodig is om toch te kunnen instromen in de gewenste opleiding op niveau 3 en 4.
Dan wordt een individueel studie-Tbegeleidingsprogramma opgesteld voor de cursist.
De te realiseren doelstellingen worden omschreven, samen met de mogelijkheden die het traject biedt voor studieversnelling en/of overstap naar een ander niveau opleiding.
Dit alles wordt in een contract vastgelegd, dit contract wordt ondertekend door de cursist, de begeleider van de hulpstructuur, de begeleider van de MBO opleiding en eventueel de ouders/wettelijke vertegenwoordiger. Elke cursist wordt gehouden aan de overeenkomst met rechten en plichten. Niet nakomen leidt tot beëindiging van de faciliteiten van de
hulpstructuur.
Tijdens het traject vindt intensieve begeleiding plaats door de trajectbegeleider van de
hulpstructuur. Zij heeft eens per week contact met de cursisten en op regelmatige basis met de trajectbegeleiders van de MBO opleidingen.
4. Trajecten in de hulpstructuur
In het eerste jaar van de hulpstructuur, het schooljaar 2005/2006 zijn tot l januari 25 trajecten uitgezet. Dit aantal zal zeker nog groeien, omdat nog steeds cursisten worden aangemeld.
In de bijlage worden deze trajecten op een rijtje gezet.
De volgende gegevens worden in deze bijlage vermeld:
• OV nummer van het Da Vinci College
• naam van de cursist
• geslacht
• woonplaats
• geboortedatum
• datum waarop zij zijn begonnen in de hulpstructuur
• datum waarop zij ev. zijn uitgestroomd
• aantal vakken dat zij volgen in het VMBO
• hulpstructuur anders
• de opleiding waar zij staan ingeschreven
• het niveau van deze opleiding
• het uiteindelijke doel dat de cursisten willen behalen
De volgende variaties aan trajecten vinden plaats in het kader van de hulpstructuur:
a. Het volgen van l of 2 vakken om hun VMBO-TL diploma compleet kunnen maken.
De cursisten kunnen daardoor de MBO niveau 3 of 4 opleiding, waar ze onder voorwaarden zijn ingeschreven, blijven vervolgen.
b. Cursisten die zijn ingeschreven in een niveau 2 opleiding, doen in overleg met die MBO-opleiding enkele vakken op niveau van het VMBO-TL. De vakken die als
ondersteuning worden aangeboden zijn: Nederlands, Engels, Duits, Wiskunde,
Maatschappijleer l, Maatschappijleer 2, Biologie, Natuurkunde, Economie en Scheikunde.
Deze cursisten mogen als zij de doelstelling behalen doorstromen naar een MBO 3/4- opleiding of de Havo-opleiding waar ze nu zitten vervolgen.
c. Cursisten die dreigen uit te vallen bij de MBO-opleiding die ze volgen, krijgt
vakondersteuning omdat ze "deficiënties" hebben. Hiermee wordt beoogd de daadwerkelijke uitval te voorkomen.
d. Vier cursisten hebben in september al een diploma behaald door voor
Maatschappijleer l een schoolexamen af te leggen. Twee cursisten konden hierdoor op de, al ondervoorwaarde opgestarte niveau 4 opleiding, blijven. Eén cursist is bij de VAVO met de Havo opleiding begonnen en één cursist is dit jaar gaan werken en zal zich volgend jaar inschrijven bij een niveau 4 opleiding van het Grafisch Lyceum.
e. Als blijkt dat een cursist een verkeerde beroepsopleiding heeft gekozen kan hij via een assessment en een beroepenoriëntatie geholpen worden een nieuwe betere keuze te maken.
f. Alle cursisten worden ondersteund en intensief begeleid om het uitgestippelde leertraject met goed gevolg te kunnen doorlopen. In deze begeleiding wordt specifiek aandacht gegeven aan sociale en communicatieve vaardigheden.
5. Acties verbeteren aanbod hulpstructuur
In het begin van dit studiejaar hebben veel acties plaatsgevonden om potentiële cursisten op te sporen. In de loop van het project is gebleken dat ook tussentijds potentiële cursisten op te sporen zijn en dat deze zich ook zelf melden.
Dit betreft cursisten die zich hebben gemeld voor een beroepsopleiding en die op een wachtlijst zijn geplaatst. Zij zijn later in het seizoen, of via RBL + bij een beroepsopleiding terecht komen.Van een aantal van deze cursisten blijkt tevens dat het niveau van de opleiding, waar zij zich voor hebben ingeschreven, te laag voor hen is.
Ook bij het Voortgezet Onderwijs dreigen er tussentijds cursisten uit te vallen die tot de doelgroep van de hulpstructuur behoren.
Voor deze groepen potentiële cursisten willen we op zeer korte termijn een aparte voorziening treffen binnen de hulpstructuur. Het doel van deze voorziening is deze cursisten in het
schooljaar 2006/2007 op een voor hen gewenste en geschikte MBO opleiding te kunnen plaatsen.
De inhoud van deze voorziening bestaat uit beroepenoriëntatie, sociale vaardigheden,
studievaardigheden/huiswerkbegeleiding, ICT vaardigheden en enkele vakken op VMBO-TL niveau.
In deze voorziening kunnen ook de tussentijdse uitvallers uit het MBO worden opgevangen, mits ze behoren tot de doelgroep.
Deze groep start op l februari 2006 op de Da Vinci lokatie aan de Professor Waterinklaan.
Via de geëigende communicatiekanalen worden het Voortgezet Onderwijs en de diverse MBO opleidingen hierover geinformeerd.
6. Tussentijdse conclusies
Het project hulpstructuur VMBO-TL/MBO heeft in de afgelopen maanden aardig vorm gekregen. Voor 25 cursisten is een, op maat gesneden, traject opgezet en in werking. Zo'n 8 potentiële cursisten zijn op dit moment nog in behandeling. De verwachting is dat ook het inrichten van een aparte voorziening nog 15 potentiële cursisten zal aantrekken.
Omdat het daadwerkelijke startsein pas laat is gegeven, is het opsporen van cursisten bemoeilijkt. Opsporing diende achteraf plaats te vinden. Cursisten waren al aangemeld en ingeschreven en/of afgewezen bij de MBO opleidingen. Ook bij de scholen van het Voortgezet Onderwijs was deze hulpstructuur nog niet bekend.
Ook binnen het Da Vinci College diende zich een hobbel aan. De invoer van informatie over het al of niet behaalde diploma van een vooropleiding bleek onbetrouwbaar. Dit had als consequentie dat niet gericht kon worden gezocht en persoonlijk met alle MBO opleidingen contact moest worden opgenomen.
De potentiële cursisten voor de aparte voorziening is de groep van cursisten die elk jaar pas in de loop van het jaar afhaakt/dreigt uit te vallen en heeft van de late start geen hinder gehad.
Op basis van de resultaten en ervaringen tot nu toe, zien we dat er een diversiteit aan trajecten is ontstaan. Trajecten waarbij cursisten worden ondersteund omdat ze op voorwaarde in een MBO opleiding zijn toegelaten, of juist dreigen uit te vallen uit deze MBO opleiding. Of trajecten waarbij de extra ondersteuning is gericht op vakken in ondersteunende zin (sociale en/of studievaardigheden) of oriënterende zin (beroepenorientatie, assessment).
De achterliggende doelstelling blijft de mogelijke instroom of de ondersteuning bij een instroom in een MBO opleiding op niveau 3 of 4. De weg ernaar toe kan echter verschillen.
Tot slot is het van belang het schooljaar 2006/2007 beter voor te bereiden.
Dit is mogelijk omdat het aanbod steeds duidelijker vorm krijgt en een contacten netwerk is opgebouwd.
Dordrecht, 26 januari 2006
6
