• No results found

De Passie- en Paasdienst in beeld en geluid via internet online meebeleven en/of downloaden.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De Passie- en Paasdienst in beeld en geluid via internet online meebeleven en/of downloaden."

Copied!
48
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

(2)

2 Dit programmaboekje wordt u aangeboden door onze adverteerders. Wij bedanken al onze adverteerders en bevelen hun bedrijf en/of diensten van harte bij u aan!

De Passie- en Paasdienst in beeld en geluid via internet online meebeleven en/of downloaden.

Als u de volgende stappen neemt komt u vanzelf bij het juiste adres:

1. Ga met een browser naar www.Kerkomroep.nl ,

2. Vul bij 'Zoeken op Plaatsnaam' de naam Bergambacht in en druk op Ente , 3. Kies de Laurentiuskerk in Bergambacht,

4. Klik tijdens de uitzending rechtsboven op het icoontje voor live video.

Grote of Laurentiuskerk Bergambacht

(3)

3

Voorwoord

Passie- en Paaszangavond nieuwe stijl

De wereld is veranderd. Het corona-virus heeft een enorme invloed gekregen op ons dagelijks leven. Ook op het kerkelijk leven. Wij hebben ons op allerlei wijzen moeten aanpassen. Maar dat mag er niet toe leiden dat ons geestelijk leven gaat verschralen.

Daarom hebben wij opnieuw een programma gemaakt voor een mooie en waardige

zangavond. De lofzang mag nooit verstommen. Er is altijd reden om God te eren en te loven.

Het is meer dan een zangavond. Er wordt niet alleen gezongen. Er is ook tekst en beeld. En deze drie versterken elkaar. En daarom is het meer dan een zangavond. Het is een

Passie- en Paasoratorium

We houden, waar mogelijk, vast aan alle elementen in de liturgie die passen in de wekelijkse kerkdienst. Dus de gebeden, bijbellezingen, meditaties. lofzangen en zelfs de collecten zijn aanwezig met als ondersteuning mooie, indringende beelden die de boodschap van het lijdensevangelie uit Mattheus diep laten indalen.

Er zijn drie hoofdlijnen in dit oratorium te ontdekken:

• De Bijbellezingen zijn uit het Evangelie van Mattheus en meditaties zijn daarop gebaseerd;

• De muziek en de liederen zijn liturgisch. Ze kunnen ook in kerkdiensten gezongen worden;

• De beelden zijn illustratief bij de lezingen en liederen. Voor het merendeel zijn ze gekozen uit het oeuvre van de schilder Tissot.

Waar noodzakelijk vanwege de omstandigheden zijn aanpassingen gemaakt. We kunnen niet samen zingen in de kerk vanwege het corona-virus. De samenzang halen we van het internet.

Prachtige koren zingen zo voor ons. Solozang en zingen in duetten is wel mogelijk.

Het hele programma wordt uitgezonden vanuit de kerk en via internet. De schitterende programmaboekjes, rijk geillustreerd en in kleur staan op www.hervormdbergambacht.nl Bovendien worden 1000 programmaboekjes vooraf in Bergambacht verspreid. Thuis meezingen is mogelijk. Bovendien blijft het programmaboek enige tijd op de web-site staan.

Hetzelfde geldt ook voor de uitvoering van het Passie- en Paasoratorium: dat blijft nog een tijd op internet.

Wij laten ons niet verslaan door het corona-virus. We houden de lofzang gaande. Wij eren God.

(4)

4

Moderne Christelijke kunst?

Dat is iets van vroeger …. toch? Ja, vroeger, in de Middeleeuwen bijvoorbeeld, was alle kunst christelijk. En de kerk stond daarin centraal.

De mooiste en grootste gebouwen waren wel de kathedralen. Nog steeds verbazen wij ons erover hoe die middeleeuwers met hun beperkte middelen en zonder moderne machines die geweldige kerken konden bouwen. Die spitse torens, die grote overspanningen en die prachtige gevels vol beelden en versieringen. Zowel van buiten als van binnen was het een en al kunst. Oogstrelend. Je raakt niet uitgekeken. Schitterende beschilderde koepels,

beeldhouwwerk aan de hoge pilaren, geweldig grote, gebrandschilderde ramen met bijbelse taferelen, prachtig houtsnijwerk in het koor en ga zo maar door.

En wat daar binnen gebeurde was al net zo indrukwekkend. Priesters in mooi geweven gewaden lazen voor uit een kostbare handgeschreven Bijbel en gebedenboeken. Liederen werden gezongen door koren. Alles moest mooi zijn, zeker ook de liturgie. Want het was voor God. Zoals de tempel van Salomo niet mooi genoeg kon zijn, zo ook de kathedraal niet. Meer

Sagrada Familia in Barcelona

(5)

5 dan honderd jaar duurde de bouw vaak. De meeste bouwers zouden het eindresultaat nooit zien. Toch werkten zij er vol passie aan.

Eigenlijk was alle kunst in de Middeleeuwen christelijke kunst, aan God gewijd. De

bouwkunst, de schilderkunst, het beeldhouwwerk, de muziek en de dichtkunst, alles moest dienen tot Gods eer. Het ging niet om de eer van mensen, want de namen van de

bouwmeesters en kunstenaars waren doorgaans niet bekend.

Tenminste, zo was het bedoeld. Natuurlijk hebben er ook zonden gekleefd aan deze mensen.

Niet alles ging goed. Niet altijd waren de motieven zuiver. Maar zo was het wel bedoeld:

kunst gewijd aan God.

Gelukkig zijn er nog steeds christelijke kunstenaars en niet weinig ook. Misschien beleven we wel een bloeitijd in de christelijke kunst.

Zo worden er nog steeds kerken gebouwd over de hele wereld. Ook in Nederland. En soms wordt in die kerken ook aan een kunstzinnige inrichting gedacht. Een ongedacht voorbeeld is wel de kerk van de Gereformeerde Gemeente in Gouda. Deze heeft niet alleen een bijzondere architectuur, maar ook een mooi interieur met gebrandschilderde ramen.

Een ander, veel groter voorbeeld is de bouw van de Sagrada Familia (Heilige Familie) in Barcelona. (zie pagina 2) Daar wordt al sinds 1882 aan gebouwd. In 2026 moet deze klaar zijn.

De ontwerper was Antoni Gaudi, de beroemde schilder, die inmiddels al lang overleden is.

Deze gigantische kerk is een totaalkunstwerk. De architektuur zit vol met bijbelse symbolen.

Een voorbeeld: De vieringtoren in het midden is met 170 m. de hoogste van de wereld. En de vier torens daaromheen - elk 120 m. hoog - symboliseren de vier evangelisten. Zo ook het interieur. Een complete Bijbel is/wordt daar afgebeeld: in de ramen, aan de muren, in de inrichting en het meubilair. Christus staat centraal. Een en al symboliek. Een en al passie!

Hoewel er elke werkdag zijn honderd man aan het werk op de bouwplaats, is de kerk al lang in gebruik. De gemeente komt samen in de crypte (de kelder) waar plaats is voor 300 mensen.

Ook in de bovenkerk wordt al dienst gehouden.

De kerk wordt gefinanceerd uit enkel giften en entreegelden van toeristen. En dat zijn er zeven miljoen per jaar, voor een groot deel jonge mensen uit alle windstreken van de aarde.

Elke dag zijn er honderd man bezig op de bouwplaats.

Maar ook in andere kunstvormen laten christenen zich gelden. Het lijkt wel of er een grote opleving is van christelijke kunst. Zo is er de laatste jaren een enorme hoeveelheid liederen gemaakt voor de eredienst (A. Troost, J. Wit, W. Barnard en vele andere dichters) en voor school en jeugdwerk. We kunnen bijvoorbeeld denken aan bundels als Op Toonhoogte. De Heidelbergse Catechismus is berijmd (H. van ‘t Veld). Veel mooie geestelijke liederen (berijmingen van bijbelgedeelten bijvoorbeeld) hebben hun weg gevonden in de liturgie. Zie de bundel Weerklank die in onze kerk gebruikt wordt.

Er zijn in ons land veel goede schilders. Zij ontwerpen weer glas-in-lood-ramen (Anneke Kaay) of maken series over bijbelse onderwerpen. Tekenaars werken mee aan kinderbijbels. En dat gebeurt wereldwijd! Er is gelukkig nog veel ‘passie voor Christus’.

In ons programmaboekje ‘Christus, onze Heer, verrees’ hebben we zo’n schilder voor het voetlicht gebracht. Het is een, voor de meesten van ons, onbekende Franse schilder uit de negentiende eeuw die een heel verrassende wending maakte in zijn leven en zijn werk: James Tissot.

(6)

6 Kunstenaar in beeld:

James Tissot

Na Rembrandt is de keuze nu gevallen op een totaal andere schilder: uit een andere eeuw (de negentiende) en met een heel andere schilderstijl. Maar, even boeiend en leerzaam.

Zijn levensloop

Hij werd geboren onder de naam Jacques, Joseph Tissot in Frankrijk. Geboren in 1836 in Nantes en gestorven in 1902 in Doubs. Hij groeide op in een Rooms-Katholiek milieu en zijn ouders stuurden hem naar een strenge, katholieke middelbare school. Van jongs af aan wilde hij schilder worden en dus schreef hij zich in op de Kunstacademie. Vanaf het begin als kunstenaar ontwikkelde hij zijn eigen stijl.

Tissot vocht mee in de Frans-Duitse oorlog in 1870-1871 en vertrok daarna naar Londen. Londen was in die tijd een centrum van wetenschap en kunst, een metropool die snel groeide. De stad had een enorme aantrekkingskracht. Hier gebeurde alles. En daar wilde Tissot bij zijn. Hij veranderde zijn naam in James Tissot en specialiseerde zich in portretten, met name van elegante en modisch geklede dames uit de

bovenklasse’. James werd populair en kreeg veel opdrachten. Binnen de kortste keren was hij bekend en bemiddeld.

Hij sloot vriendschap met Lawrence Alma-Tadema, die afkomstig was uit Leeuwarden en in Londen tot grote roem en welstand was gekomen. Alma-Tadema had zichzelf ook al een engelse naam aangemeten en was in veel opzichten zijn grote voorbeeld. Alma-Tadema werd engelsman onder de engelsen en was zo bekend en gewaardeerd dat de Engelse koning hem in de adelstand verhief. En net zoals Lawrence dompelde James zich onder in de engelse cultuur en in het mondaine, Londense uitgaansleven.

Tissot sloot nog een belangrijke relatie in zijn hart. Een Ierse vrouw, Kathleen Newton, kwam in zijn leven. Zij was gescheiden en bracht kinderen met zich mee. Zij was zijn grote liefde. Vanaf 1875 woonden zij samen. Daaraan kwam een einde toen Kathleen zelfmoord pleegde in 1882.

Enkele dagen daarna vertrok Tissot hals over kop en ging terug naar Parijs. Ook in Parijs had Tissot veel succes. Hij zette zijn oude leventje voort en schilderde in dezelfde stijl als in Londen. Zo ontstond een lange reeks portretten onder de titel: ‘De Parijse vrouw’. Maar daar kwam in 1885 een zeer plotseling einde aan.

Tissot veranderde radicaal zijn stijl van schilderen. Hij brak met alles wat hij voorheen schilderde en waarmee hij populair, beroemd en schatrijk was geworden.

‘Innerlijke stemmen’. (‘Inward voices’)

Op een dag was Tissot in de ‘Saint-Sulpice’, een grote kerk in Parijs. Hij was daar voor onderzoek.

Maar hij raakte verzeild in een kerkdienst en

werd daar helemaal ‘ingetrokken’, zoals hij zelf Zelfportret 1865

(7)

7 zei. Hij kwam in een soort trance en had een zeer bijzondere, spirituele ervaring. Hij kreeg een visioen. Dit ‘zag’ hij: De kerk was van binnen als een ruine. Midden op de puinhopen zat een berooid stel, man en vrouw. Ze zaten volledig aan de grond. Dat was wel duidelijk. Ze bivakkeerden op de puinhopen van hun bestaan. Hun situatie was uitzichtloos. Maar er was gezelschap. Naast hen stond de gekruisigde Christus.

Tissot werd er totaal door geraakt. Het sloeg bij hem in als de bliksem. En het liet hem niet

meer los. Dat berooide stel, dat was hij zelf, in zijn vroegere leven samen met Kathleen Innerlijke stemmen

(8)

8 Newton. Hij kreeg een blik op het eigen voze leven dat hij al die tijd geleefd had. Christus Zelf ontmoette hem en zette hem stil, hier in dit godshuis.

Hij ervoer het gebeuren als een radicale bekering. Onmiddellijk ging hij als een bezetene aan het werk. Dit gebeuren moest vereeuwigd worden. Dat beeld in die kerk raakte hij nooit meer kwijt. Het was ingeprent in zijn ziel. Hij schilderde precies wat hij ‘gezien’ had. En zo ontstond het schilderij ‘Innerlijke stemmen’. (‘Inward voices’) Nog in hetzelfde jaar werd dit schilderij getoond op een grote expositie in Parijs.

Tissot veranderde totaal. En dat was geen bevlieging. Hij kon niet langer op dezelfde voet verder leven en werken. Hij wilde alleen nog schilderen in dienst van zijn Heiland. Hij zou voortaan met zijn kunst het volk onderwijzen in de Bijbel en Christus verheerlijken. Dat werd zijn grote missie.

En zo begon hij aan een lange reeks schilderijen over het leven van Jezus. 350 keer (anderen zeggen 365) schilderde hij over Zijn Heiland.

Hij vatte zijn, aan zichzelf gegeven opdracht, heel serieus op. Zijn schilderijen moesten waarheidsgetrouw zijn. Ze moesten Jezus in Zijn tijd en in Zijn land uitbeelden: in de kleding van Jezus’ tijd, het landschap, de architectuur, de plaatsen waar Jezus geweest was, enzovoort.

Hij deed veel onderzoek en veldwerk ter plaatse.

Zo maakte hij twee studiereizen naar Egypte, Syrië en Palestina; de eerste in 1886-1887 en nog een keer in 1889.

Hij was zijn vriend Alma- Tadema dus niet vergeten. Deze had eerder al lange reizen gemaakt naar Egypte en Rome om de Egyptische en Romeinse beschaving grondig te bestuderen.

Hij dompelde zich er als

het ware helemaal in. En zo werd hij de beroemde schilder van de oude, klassieke

beschavingen. Het maakt hem razend populair en leverde hem die koninklijke onderscheiding op.

Toen Tissot de reeks over het leven van Jezus voltooid had begon hij aan een nieuwe serie, nu over het Oude Testament. 80 schilderijen had hij klaar toen ze in 1901 tentoongesteld werden in Parijs. Spoedig daarna overleed hij (1902). Hij heeft zijn werk niet af kunnen maken.

Types of Jews

(9)

9 Maar zijn leven was ook voltooid. Tissot heeft gedaan wat hij zich had voorgenomen na zijn bekering. Hij leefde vroom en godvruchtig. Hij begon de dag met gebed en ging daarna aan zijn schilderwerk. Aan het eind van de dag sloot hij af met Bijbellezing en meditatie.

De complete serie over het leven van Jezus is aangekocht door het Brooklyn Museum in New-York en daar in zijn geheel te zien.

De schilderijen over het Oude Testament zijn in het bezit van het Joods Museum in New-York en zijn daar te bezichtigen.Er is een zogenaamde Tissot-Bijbel verschenen waarin al zijn bijbelse schilderijen zijn opgenomen. Deze is te vergelijken met de Rembrandt- Bijbel.

‘Wat onze Heere zag vanaf het kruis’

Tissot heeft het lijden en sterven van Christus vele malen geschilderd, vanaf het begin van Jezus’ lijden tot aan het einde. Verreweg de meeste afbeeldingen in het

programma en in het bijbehorende programmaboekje zijn schilderijen van Tissot. Misschien is ‘Wat onze Heere zag vanaf het kruis’ wel het meest bijzondere schilderij uit die reeks.

De Heere Jezus is hierop niet afgebeeld. We krijgen een overzicht vanaf de kruisheuvel Golgotha over de omgeving. We zien een menigte van toeschouwers. We zien ze zoals de Heere Jezus ze ongeveer heeft moeten zien. Tissot heeft zich erg ingeleefd in deze situatie.

Wat zag Jezus vanaf het kruis en wat heeft dat ons te zeggen?

Een straat in Jaffa

Tissot: Wacht bij het kruis

(10)

10 En wat ‘ziet’ James dan? En wij? Als wij ons proberen te verplaatsen in die dag en die plaats?

Wat ‘zien’ we dan? Als wij ons inleven, wat raakt ons dan? We zien in elk geval allerlei mensen.

• Bijvoorbeeld Romeinse militairen. Zij hebben hun vreselijke werk gedaan. Ze hoeven nu alleen nog maar de orde te bewaren. Je weet tenslotte nooit wat er nog kan gebeuren.

Het was geen gemakkelijk volk, die Joden. En wat had die Jezus een grote aanhang. Dat hadden ze een week eerder wel gezien, toen Hij zijn intocht deed in Jeruzalem, rijdend op een ezel. Wild enthousiast waren de Joden toen geweest. Hosanna, hadden ze geroepen, Hosanna. Het leek wel of ze Hem hadden willen uitroepen tot koning. Er dreigde opstand, revolutie. Maar …. het was allemaal op niets uitgelopen. In plaats van een

troonsbestijging was er een kruisiging uit voortgekomen. Nee, zo te zien bleef alles nu rustig. De soldaten konden op hun gemak de weinige bezittingen van die nepkoning verdelen. Onverschillig zaten erbij. Ze hadden wel meer meegemaakt.

• Zelfs de vijanden van Jezus hielden zich nu koest. Wat waren ze tekeer gegaan, de afgelopen nacht in het huis van de Hogepriester, waar ze Jezus hadden ondervraagd. En daarna, tijdens het proces bij de stadhouder, Pontius Pilatus weer. Daar dreigde het zelfs even mis te gaan. Hij wilde die Jezus loslaten. Gelukkig konden ze het keren. Ja die Overpriesters en Schriftgeleerden en de leden van het Sanhedrin, die zagen nu dat het goed was, zo. Ze waren van die lastpost af, die volksverleider. Hun autoriteit werd niet langer aangetast. Gelukkig was nog net voor het Paasfeest alles geregeld. Zo kunnen ze vanavond rustig het Pascha vieren en morgen mooi de dienst in de tempel bijwonen.

• Er waren wel veel toeschouwers op Golgotha. Vanmorgen vroeg op het plein, waar de stadhouder Pilatus recht gesproken had en Jezus ter dood veroordeelde, ook al. Hoewel hij vond dat er geen schuld in die Mens was, had hij Jezus toch veroordeeld. Want je kon die Joden tenslotte toch maar het beste een beetje te vriend houden. Wat hadden die Joodse leiders het volk opgestookt en onder druk gezet. Een week geleden werd die Jezus nog toegejuicht en vanmorgen riepen ze: “Laat Hem gekruisigd worden”! In de stad, toen Jezus in optocht door de smalle straten werd geduwd, was het ook al zo druk. Er waren veel bezoekers in de stad vanwege het Paasfeest. Maar lang niet iedereen wist precies wat er aan de hand was. Sommigen sloten zich bij de stoet aan uit nieuwsgierigheid en waren meegegaan naar Golgotha. Trouwens, ook voorbijgangers die naar de stad toe moesten, bleven kijken bij wat er op die heuvel gebeurde.

• Dichtbij het kruis waaraan Jezus hing waren enkele vrouwen bijeen. Ze hadden het er duidelijk moeilijk mee. Zeker bekenden van Jezus. Dat bleek ook inderdaad zo te zijn. Het waren volgelingen van Jezus, aanhangers zogezegd. Ze heetten Maria, die zelfs de moeder van Jezus was en een andere Maria (moeder van Jakobus) en Salome en nog ene Maria van Magdalena. Wat een verdriet hadden die vrouwen!

• Trouwens, Jezus had toch ook broers? Waar zijn die? Ze laten het kennelijk afweten. Ze laten zich in ieder geval niet zien.

• En Jezus had toch ook nog andere volgelingen? Een vaste groep van mannen die jaren met hem waren opgetrokken? Discipelen werden ze genoemd, leerlingen.

Waar waren ze nu? O, ja, een is er, Johannes. Hij staat bij dat groepje vrouwen. Maar van de anderen is niemand te zien. Zelfs van die ene die altijd vooraan stond, die Petrus, was geen spoor te vinden.

• O ja, Jezus had nog geroepen om Zijn Vader, maar Die antwoordde niet. Zelfs geen engel werd er naar beneden gestuurd om wat bijstand te verlenen, om Zijn lijden wat te verzachten.

(11)

11 Probeer je eens voor te stellen dat jij een van de toeschouwers was geweest. Waar zou jij dan gestaan hebben? Bij welk groepje had jij je dan aangesloten?

Dat is moeilijk, zeg je. Daar moet je wel even over nadenken, niet? Of kun je je dat niet voorstellen? Toch heeft Tissot dat zelf wel geprobeerd. En hij spoort ieder die dit schilderij ziet aan om hetzelfde te doen.

Valt het je niet op dat die toeschouwers op Golgotha zo vaag zijn afgebeeld? Ze zijn niet herkenbaar. Behalve de vrouwen die aan de voeten van het kruis zitten. Die kennen we bij name. Alle anderen zijn niet herkenbaar afgebeeld. Ze zijn anoniem. Nou, alle anderen? Toch niet helemaal.

• Er staan nog twee figuren op die we herkennen:

Jozef van Arimathea en Nicodemus. Jozef van Arimathea was een volgeling van Jezus, maar niet openlijk, in het geheim. Maar nu komt hij toch tevoorschijn.

Bovendien bezit hij een stuk grond, hier vlakbij, met een nieuw graf. Daar legt hij zijn Heiland zo dadelijk ter ruste. En samen met hem is Nicodemus ook gekomen.

Hij was een keer in de nacht naar Jezus toe gegaan voor een

indringend en diepgaand gesprek. En nu komt ook hij, openlijk, naar Jezus toe. Hij treedt uit de schaduw en komt tot het

Licht. Hij wordt onzichtbaar getrokken tot Jezus. Die nu ook zijn Heiland is.

Maar nu terug naar onszelf. Waarom zou Tissot het gros van de mensen rond het kruis zo anoniem hebben afgebeeld?. Dat is omdat hij ons uitnodigt om te doen wat Tissot zelf ook heeft gedaan. Neem eens de plaats in van een van die anonieme figuren op het schilderij. In wiens plaats zou je dan gaan staan? Bij welk groepje? En met welk gevoel zou je daar staan?

Met welke bedoeling? In welke houding? Met andere woorden: wat is jouw verhouding tot de Gekruisigde? Blijf je anoniem en onverschillig?

Jozef van Arimathea en Nicodemus hebben weinig of geen blijk gegeven van hun relatie tot Jezus tijdens Zijn rondwandeling op aarde. Maar nu zijn ze er toch! Ze laten hun ware gezicht zien! Beter laat dan nooit. Toch?

Tissot: Vrouwen bij het kruis

(12)

12 Tissot: Wat onze Heere zag vanaf het kruis’

(13)

13

Het nieuwe en ware Pasen

1

De laatste week van Jezus als mens op aarde (Mattheus 21)

Het was paasfeest in Jeruzalem en de Heere Jezus was er ook, met Zijn discipelen. Dat duurde een volle week. De eerste dag begon al met een groot wonder: Jezus had Zijn vriend Lazarus opgewekt uit de dood. Dat nieuws ging razendsnel rond in Jeruzalem. Jeruzalem was vol met gasten uit binnen- en buitenland. Zij kwamen om het Paasfeest te vieren. Want nergens was dat zo indrukwekkend als in Jeruzalem en dan met name in de tempel.

Toen de mensen hoorden wat Jezus had gedaan raakten ze massaal in vervoering. Nu zou de grote dag aanbreken die al zo lang voorspeld was. Het koningschap van David zou hersteld worden en Jezus zou de davids-troon bestijgen. Hij zou het volk bevrijden van de Romeinse bezetters. Met gezang en zwaaiend met palmtakken haalden ze Hem in vanaf de Schone Poort. Zij zetten Hem op een ezelin en plaveiden de weg met hun kleren en palmtakken.

Euforisch juichten zij Hem toe en riepen: Hosanna, de Zoon van David! Gezegend Hij Die komt in de naam van de Heere! Hosanna, in de hoogste hemelen.

Intocht in Jeruzalem

Zo begon dat jaar het Paasfeest in Jeruzalem. De mensen waren blij en hadden hoge verwachtingen. Dit zou het feest der feesten worden. Grote massa’s mensen zochten Jezus dagelijks op. Hij was meestal in (de buurt van) de tempel. Alleen de geestelijke leiders van het volk, de opperpriesters, de Farizeeën en de Schriftgeleerden maakten zich grote zorgen. En ook de Romeinse bezetters waren waakzaam onder de leiding van stadhouder Pontius Pilatus.

Zeker tijdens de grote feesten kon er altijd onrust ontstaan. Soldaten werden paraat zijn.

Weldra zou Hij Zijn missie voltooien. Maar op een totaal andere wijze dan vriend en vijand verwachtten.

1In dit artikel is ook informatie verwerkt uit de evangeliën van Markus, Lucas en Johannes.

(14)

14 Intussen was Jezus over-actief. Hij zuiverde de tempel van grote misstanden. Hij trad op met groot gezag. Ook ging Hij de discussie met de overpriesters en schriftgeleerden niet uit de weg. Keer op keer zochten deze lieden Hem op om Hem in het nauw te drijven. Zijn gezag onder het volk werd er alleen maar groter door.

Hij onderwees het volk met het uitspreken van vele gelijkenissen. Hij sprak over de komende verwoesting van Jeruzalem en het einde der tijden. Maar ook over Zijn wederkomst op aarde.

Dan zal ook het laatste oordeel plaatsvinden.

En aan het einde van de week, toen Jezus dit alles gezegd had, eindigde Hij met deze woorden aan Zijn discipelen: U weet dat over twee dagen het Pascha gevierd wordt en dan zal de Zoon des mensen overgeleverd worden om gekruisigd te worden.

Dat was al de vierde keer dat Jezus dat aankondigde aan Zijn discipelen. Maar het drong nog steeds niet tot Zijn vrienden door. Misschien was Judas een uitzondering. Hij begint zich zorgen te maken en krijgt argwaan. En wellicht ook Maria, de zuster van Martha en Lazarus, die tijdens een maaltijd Jezus’ hoofd zalfde met zeer kostbare zalfolie.

Laatste samenzijn met de discipelen (Mattheus 26)

Het is donderdag, de dag dat het paaslam gegeten wordt. Dat is een hoogtepunt in de Paasweek. De Joden herdachten dan - en doen dat nu nog steeds - dat God Zijn volk verloste van de slavernij in Egypte. De laatste avond voor hun vertrek naar het beloofde land vierden de Joden dit met het eten van het paaslam. Het volk zou bevrijd worden van de tirannie onder de farao’s.

De volgende dag begint de grote trek met als doel Palestina. Voortaan zal ieder jaar in elk gezin een herdenking plaatsvinden van deze ‘bevrijdingsdag’ met het eten van een paaslam.

Later vindt er ook een viering plaats in de tabernakel en weer later in de tempel.

In de tempel zal op vrijdag ook een (paas)lam geofferd worden. En tevens wordt er een lam de woestijn ingestuurd. Deze zogenaamde zondebok zal op symbolische wijze de zonden van de mensen wegdragen. Weg met de zonden! Zo zal God de zonden vergeven (en vergeten).

Verzoening vindt plaats tussen God en de mensen.

Jezus houdt Zich stipt aan alle geboden en tradities. Ook nu, een dag voor Zijn dood. Jezus vraagt aan Petrus en Johannes om de paasmaaltijd voor te bereiden. Die avond komen ze allen samen. Het zal de laatste keer zijn. Nu breekt de laatste dag aan van Jezus als mens op aarde. Als ze binnenkomen in de opperzaal is alles gereed. Zelfs de waterbakken zijn gevuld voor de rituele reiniging. Maar wie gaat de voeten wassen? Er is geen slaaf of dienstmeisje. Ze kijken elkaar aan en denken: waarom zou ik dat moeten doen? Laat een ander dat maar doen.

Dan staat Jezus zwijgend op. Hij doet het vuile werk. Vooral Petrus voelt zich nu heel erg beschaamd.

Dan begint de paasmaaltijd. Nu zou Jezus bemoedigd moeten worden. Het is tenslotte Zijn laatste avond met de discipelen. Maar het wordt een avond vol spanning. Jezus kondigt aan dat een van de twaalf Hem zal verraden. Hem verraden!? Wie dan? Judas. Jezus zegt tegen hem: Wat u wilt doen, doe het snel. En Judas vertrekt om zijn verraderswerk te gaan doen en zijn verradersloon op te halen: 30 zilveren penningen. Daarvoor kon je een slaaf kopen.

Jezus zegt: een van jullie zal aanstoot aan Mij nemen. “Ik nooit”, zegt Petrus. Maar Jezus antwoordt: vannacht nog, voordat de haan gekraaid zal hebben, zul je Mij driemaal verloochenen.

(15)

15 Tissot Het laatste avondmaal

Wat een feest moest zijn, het hoogtepunt van het jaar, loopt uit op een avond, geladen vol met dramatische spanning. Jezus’ missie op aarde is bijna voltooid. Hij staat aan de vooravond van een verschrikkelijke dood. Hij heeft Zijn vrienden er meermalen op voorbereid, twee dagen geleden nog. Maar het is niet tot hen doorgedrongen. In plaats van Hem te

bemoedigen en te ondersteunen, Hem liefdevol te omringen, hebben ze het lijden van hun Heiland nog verzwaard. Jezus moet het alleen dragen. Dat blijkt in het vervolg.

En toen zij de lofzang gezongen hadden, vertrokken zij naar de Olijfberg. Een heuvel net buiten Jeruzalem, met uitzicht op de tempel. Hier waren ze vaker geweest, vooral in de nacht, zoals nu. Dikwijls zoekt Jezus een berg om met Zijn Vader in de hemel contact te hebben.

Zo ook nu. Jezus zoekt steun bij Zijn Vader. En Hij vraagt Zijn drie nauwste vrienden, Petrus, Johannes en Jakobus nog een eindje verder mee te gaan en daar met Hem te waken. Jezus werd heel erg bedroefd en had zware angsten, ‘tot de dood toe’, maar driemaal zocht Hij tevergeefs ondersteuning bij zijn vrienden. Ze sliepen.

De derde keer is het genoeg. Jezus weet dat Zijn vijanden onderweg zijn. “Sta op, laten wij gaan; zie, hij die Mij verraadt, is dichtbij.

Hij is nog niet uitgesproken of Judas komt er aan met een menigte romeinse soldaten en dienaren van de overpriesters en leiders van het volk.

In paniek vluchten de discipelen weg. Alleen Petrus pleegt nog even verzet. Hij trekt zijn zwaard en hakt in op een slaaf van de hogepriester. Jezus vermaant Petrus en zegt dat de profeten dit al voorspeld hadden. Dit moet geschieden. En dan vlucht ook Petrus, evenals alle andere discipelen. En Jezus geeft Zich gevangen, na eerst Zijn macht over de bende getoond te hebben.

(16)

16 Zwaar onrecht en groot verdriet in een nachtelijk proces

Twee discipelen, Petrus en Johannes, keren snel terug en volgen op afstand de menigte die Jezus gevangen heeft genomen. Ze komen in het paleis van de hogepriester. Daar vinden de eerste ondervragingen van Jezus plaats. Het gaat er ruw aan toe. Jezus moet antwoorden op impertinente vragen. Hij wordt vals beschuldigd. En valse getuigen worden opgetrommeld. En intussen wordt de Heiland gemarteld: ze spuwen in het gezicht en slaan met hun vuisten overal waar ze Hem raken kunnen. En dan vragen ze honend: U bent toch een profeet?

Profeteer dan eens wie U geslagen heeft?

Petrus en Johannes zien dit alles op een afstand aan. Ze zitten in op een binnenplaats rond een houtvuur. Lekker warm dus? Nee, ze rillen van angst en emotie. Vooral Petrus. Hij krijgt het spaans benauwd als een dienstmeisje, die daar ook bij zit, hem aanspreekt. Tot driemaal toe stelt ze de vraag: U hoort toch ook bij Jezus, de Galileeër? Petrus ontkent: Ik weet niet waar je het vandaan haalt. Maar een ander dienstmeisje bevestigt het: Ja, hij was er ook bij.

Weer ontkent Petrus. Als andere aanwezigen, die er bij waren, het ook bevestigen begint Petrus zich te vervloeken en hij zweert: Ik ken de Mens niet.

En meteen kraait er een haan. En op dat moment keert de Heere Zich om en kijkt Petrus aan.

Petrus gaat naar buiten en huilt bitter.

De verloochening van Petrus

(17)

17 Er is geen schuld in deze Mens (Mattheus 27)

Jezus wordt door de Joodse Raad, het Sanhedrin, veroordeeld in een schijnproces. Hij is onschuldig en de getuigen zijn vals. Ze zijn in strijd met de eigen wetten van het Sanhedrin.

Daarin zijn de overpriesters oververtegenwoordigd onder leiding van de hogepriester Kajafas.

Het Sanhedrin was de religieuze rechtbank. Een van de regels was dat een rechtszaak niet tussen zonsondergang en zonsopgang mocht plaatsvinden. Toch vindt dit proces plaats in de nacht en wordt Jezus ter dood veroordeeld. De beschuldiging is: Hij noemt Zich de Koning der Joden.

Maar de Romeinen waren de baas. Het Sanhedrin mocht geen vonnissen uitvoeren. Daarom gaan ze de volgende morgen (vrijdag) in alle vroegte naar Pilatus, de landvoogd die tevens de hoogste rechter was.

Pilatus was geen vriend van de Joodse leiders. Hij zit er mee in zijn maag. Hij ondervraagt Jezus uitgebreid, maar vindt geen schuld in Hem. Tussendoor stuurt hij Jezus nog naar koning Herodes die vanwege Pasen in Jeruzalem is.

Herodes vindt het in eerste instantie nog wel interessant. Hij heeft van Jezus gehoord.

Misschien kan Hij wel een wonder of zoiets voor hem doen. Herodes ondervraagt Hem uitgebreid, maar Hij antwoordt hem niets.

Dan beginnen de overpriesters en schriftgeleerden, die achter Jezus waren aangegaan, Hem heftig te beschuldigen. Vervolgens wordt Jezus gehoond en bespot en ze doen hem een

‘sierlijk gewaad’ om. Herodes doet hier zelf aan mee en stuurt Hem daarna weer terug naar Pilatus.

Vanaf dat moment werden Herodes en Pilatus, die een hekel aan elkaar hadden, goede vrienden van elkaar.

Dan gaat het proces weer verder bij Pilatus. Intussen hebben de overpriesters en oudsten een massa mensen op de been gebracht. De druk op Pilatus wordt steeds zwaarder. Hij vindt geen schuld in Jezus en hij wil Hem vrijlaten. Maar hij wil aan de andere kant ook weer niet de massa mensen tegen zich krijgen. Hij verzint een truc. Een beruchte gevangene wordt gehaald, Barabbas. Kiezen jullie maar. Wie zal ik loslaten, Barabbas of Jezus, Die Christus genoemd wordt. Dan krijgt Pilatus een briefje van zijn vrouw die hem dringend vraagt de

‘Rechtvaardige’ vrij te laten.

Een opmerkelijk tweetal: Barabbas, een beruchte moordenaar en Jezus. De naam Barabbas betekent: zoon van de vader. Jezus wordt door Pilatus’ vrouw de ‘Rechtvaardige’ genoemd.

En terecht. Jezus is de enige Rechtvaardige en de enige ware ‘Zoon van de Vader’.

Intussen hebben de volks(ver)leiders de massa opgestookt. Massaal schreeuwen ze om Barabbas. En Jezus dan, Die Christus genoemd wordt, vraagt Pilatus. ‘Laat Hem gekruisigd worden!’, zo schreeuwt het volk, opgestookt door de leiders van het volk. Maar Pilatus vindt geen schuld in Hem en demonstratief wast hij zijn handen.

Met andere woorden: Pilatus spreekt Hem vrij, maar geeft Hem toch over om gekruisigd te worden! Hij keert zich om en geeft Hem over aan de soldaten. Die ‘spelen’ en spotten met Jezus. Ze martelen Hem en hangen Hem een scharlakenrode spotmantel om. Ze vlechten een kroon van dorens, die ze op Zijn hoofd drukken en duwen Hem een rietstok in de

rechterhand. Ze slaan Hem op het hoofd en bespuwen Hem. Dan knielen ze voor hem neer en spotten met de woorden: Gegroet, Koning van de Joden!

Tenslotte trekken ze Hem de kleren weer aan en leiden Hem weg om Hem te kruisigen.

(18)

18 Martelgang

En dan volgt een martelgang op het heetst van de dag door de nauwe straten van Jeruzalem richting Golgotha. Golgotha betekent Schedelplaats, daar waar de terechtstellingen plaats vinden. Onderweg over de Via Dolorosa, zoals de route tegenwoordig heet, de Lijdensweg, gebeurde nog veel meer. Jezus is intussen uitgeput: geen (nacht)rust gehad, niet gegeten en gedronken, onafgebroken gemarteld bij het Sanhedrin, onder toezien van Kajafas, de hogepriester, bij koning Herodes en bij de landvoogd Pilatus. Op straat is het bloedheet.

Bovendien gaat de weg op en af, van het hooggelegen Jeruzalem door het diepe dal van de beek Kidron en weer omhoog. Geen vlak stuk te bekennen. De veroordeelden liepen onder het zware kruis, dat ze zelf moesten dragen. Jezus struikelt en valt. Hij dreigt er volledig onder te bezwijken. Dat is niet de bedoeling. De Romeinse soldaten plukken iemand uit het publiek en dwingen hem het kruis voor Jezus verder te dragen. Het is Simon van Cyrene, een toerist uit het huidige Lybië, die in Jeruzalem was om Pasen te vieren. De straten zijn vol mensen zoals Simon, die uit heel het land en van daarbuiten naar Jeruzalem zijn gekomen voor het Paasfeest.

Toch is Jezus alleen. Waar zijn zijn vrienden, de discipelen? Er is niemand die hem steunt. Of toch? Een menigte van vrouwen langs de straten heeft medelijden met Jezus. Ze slaan zich op de borst en beklagen Hem. Jezus merkt het op. Zelfs hier is Hij niet met zichzelf bezig. Hij keert Zich naar hen om en zegt: Dochters van Jeruzalem, huil niet om Mij, maar huil over uzelf

en over uw kinderen. Jezus doelt hierbij

waarschijnlijk op de verwoesting van Jeruzalem, zo’n 40 jaar later, in het jaar 70 door de Romeinen.

En zo had Jezus zelfs in dit vreselijke lijden nog aandacht voor de mensen om Hem heen.

De diepste verlatenheid

Golgotha is de executieplaats, net buiten Jeruzalem, aan de kant van een drukke weg. Daar worden drie kruisen opgericht. Het middelste is voor de Heere Jezus. Hij hangt tussen twee misdadigers. Boven de hoofden hangt een bordje waarop het delict vermeld staat. Bij Jezus kunnen ze geen correcte beschuldiging vinden. Dan maar een spotschrift boven Zijn hoofd:

DIT IS JEZUS, DE KONING VAN DE JODEN

Het is spottend bedoeld, maar onwetend geven ze exact aan wie Jezus is: Koning, niet alleen van de Joden, maar van allen die in Hem geloven. Zij zullen het zien bij de wederkomst van de Heere Jezus aarde om de wereld te richten in rechtmatigheid en om alle gelovigen op te nemen in Zijn heerlijkheid.

Ze zullen Hem zien, zittend op de troon bij Zijn

(19)

19 Vader in de hemel, omringd door engelen en godvrezenden.

Eens, als de bazuinen klinken uit de hoogte, links en rechts, duizend stemmen ons omringen, ja en amen wordt gezegd, rest er niets meer dan te zingen, - Heer, dan is Uw pleit beslecht.

Eens, bij Zijn Wederkomst zullen wij Hem allen in Zijn Heerlijkheid zien. Maar nu, op Golgotha, wordt er nog gespot, bijvoorbeeld door de voorbijgangers. En ook de overpriesters en de schriftgeleerden, de oudsten en de Farizeeërs, de hele geestelijke elite, de kenners van de profetieen uit het Oude Testament; ze gaan er vrolijk mee door: “Anderen heeft Hij verlost.

Zichzelf verlossen kan Hij niet.” Kan Hij niet? Hij wil het niet!

Het lijkt wel of alle vijanden van Christus zich hier hebben verzameld.

De schilder Tissot heeft dat heel raak in beeld gebracht in zijn schilderij ‘Wat onze Heere zag vanaf het kruis’. (zie pagina: 11)

Soldaten spotten en de beide moordenaars naast Christus doen mee. Ook voorbijgangers langs de weg doen mee. Maar er zijn uitzonderingen:

• een romeinse officier onderging de inktzwarte duisternis, drie uren lang, en de aardbevingen en andere tekenen die hij zag en hij zei: “Werkelijk, dit is Gods Zoon”

• en een van de beide misdadigers kwam tot bekering en hij vroeg: “Heere, denk aan mij, als U in Uw Koninkrijk gekomen bent” en Jezus antwoordde: “Heden zult u met Mij in het paradijs zijn.”

De volgelingen van Jezus

Maar waren er dan geen vrienden en volgelingen van Jezus aanwezig? Ja, toch wel, enkele bekenden:

• maar een discipel, namelijk Johannes. Hij was kennelijk samengekomen met

• zijn eigen moeder en Maria, de moeder van Jezus. Zij was er ook. Om het Paasfeest te vieren? Wat moet dat vreselijk geweest zijn voor haar. Ze heeft vast gedacht aan de woorden van Simeon, toen Jozef en Maria hun kindje Jezus kwamen voorstellen in de tempel. Toen kwam Simeon naar hen toe en profeteerde: “…… dit Kind is bestemd tot val en opstanding van velen in Israel - en door uw eigen ziel zal een zwaard gaan ….”

• en Maria Magdalena. Zij wordt wel een discipelin genoemd. Samen met nog andere vrouwen was zij een trouwe volgeling van Jezus.

• ‘En er waren daar veel vrouwen, die uit de verte toekeken; zij waren Jezus gevolgd van Galilea om Hem te dienen’.

Jezus heeft daar oog voor. Hij is niet met Zichzelf bezig, maar met de mensen om Hem heen.

Hij zorgt voor hen, zelfs vanaf dat vervloekte kruis. Geen dood was gruwelijker dan de kruisdood. Hij zegt tegen Zijn moeder: ‘Vrouw, zie, uw zoon’. En tegen Johannes: ‘Zie, uw moeder’. Vanaf dat moment nam Johannes de zorg op zich voor Jezus’ moeder Maria en nam haar in zijn huis.

(20)

20 Het zijn dus vooral de vrouwen die Jezus bleven volgen, ook in tijden van angst en verdriet. Je ziet ze bij het kruis. Maar ook na zijn sterven. Ze hebben gezien waar Jezus werd bijgezet. En ze hebben nog snel, voordat de sabbath inging, specerijen gekocht om het lichaam van hun Heiland te verzorgen. Maar ook zorgen zij voor een eerbiedige uitvaart. Het zijn dezelfde drie vrouwen die dit doen en afspreken om zondagmorgen samen, in alle vroegte, naar het graf te gaan. En dat al zo doende zijn zij - met name Maria Madalena - de eersten die op de

Paasmorgen de opgestane Heiland ontmoeten. En zij mogen de discipelen die nog in grote verwarring waren, maar elkaar wel opgezocht hadden, berichten dat ze Jezus hebben gezien en dat Hij leeft. DE HEERE IS OPGESTAAN.

Gelukkig hebben de discipelen elkaar weer snel na Jezus’ dood opgezocht om het verdriet en de rouw te delen. Alleen Judas was er niet meer. Hij pleegde bijna onmiddellijk na zijn verraad zelfmoord.

Het zijn niet alleen vrouwen die Jezus in de moeilijkste omstandigheden trouw bleven. Er waren ook mannen die openlijk voor Jezus uit kwamen. Als eerste noemen we de romeinse officier die tot de belijdenis kwam: ‘Werkelijk, Dit was Gods Zoon’. En er was nog een onverwachte bekeerling: een van de twee moordenaars. Als de eerste Jezus bespot, dan bestraft de andere hem: ‘Vreest zelfs u God niet? …..Wij krijgen ons verdiende loon, maar Hij heeft niets onbehoorlijks gedaan. “Heere, denk aan mij, als U in Uw Koninkrijk gekomen bent’. Dan antwoordt Jezus: Voorwaar, Ik zeg u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn.’

En dan nog twee verrassende mannen die uit de schaduw treden:

• Jozef van Arimathea, een vermogende man. Jozef beschouwde zich als een discipel van Jezus, maar was er nooit voor uitgekomen. Hij bezit een nieuw graf, uitgehouwen in een rots en afsluitbaar met een grote steen. Hij gaat naar Pilatus en vraagt hem om het lichaam van Jezus. Pilatus gaat akkoord.

• En Nicodemus, een vooraanstaande Joodse leider. Hij kwam eens in de nacht, om niet gezien te worden, met Jezus praten. Dat heeft een totale ommekeer (bekering) teweeg gebracht in zijn leven. Maar hij kwam er niet mee naar buiten. Tot nu dus.

Samen begraven zij hun Meester. Jozef levert de grafspelonk en Nicodemus verzorgt voor een groot bedrag mirre en aloe om het lichaam te balsemen.

Maar de vrouwen hebben toch meer trouw betoond dan de mannen, de discipelen incluis. Zij waren er bij, in het openbaar op het gevaarlijkste moment. Zij bleven hun Meester steunen en dienen. Zij toonden hun grote liefde voor hun Heiland. Hiertoe mogen we ook de vrouw van Pilatus rekenen die het voor Jezus opnam en Hem de ‘Rechtvaardige’ noemde.

Gelukkig is het dat de Heere Jezus zelf na Zijn opstanding de discipelen opzocht. Zo verscheen Hij aan de vrouwen bij het geopende en lege graf. En daarna enkele malen aan de discipelen:

• eerst aan 10 discipelen (zonder Judas en Thomas);

• daarna aan 11 discipelen (met Thomas);

• nog een keer met alle 11 discipelen aan de Zee van Tiberias, waar met name Petrus in zijn ambt hersteld wordt;

• ook aan de Emmaüsgangers die bij een wijdere kring van gelovigen hoorden;

• aan een grote groep gelovigen;

• veel later aan Paulus die op weg was naar Damascus;

(21)

21

• en later nog incidentele malen.

Maar nooit meer in Zijn menselijke hoedanigheid. Christus kwam dan onverwacht en plotseling en verdween dan weer op dezelfde wijze.

Tissot: Verschijning aan de Zee van Tiberias Het gebeurde op het Paasfeest

Het is niet toevallig dat Jezus op het Paasfeest sterft en opstaat uit de dood. Het moest allemaal speciaal op Pasen gebeuren. Jezus was het nieuwe Paaslam. Hij werd geofferd in plaats van een lam. Zijn bloed - en niet dat van een lam - werd vergoten. Door Zijn striemen en Zijn dood zijn wij bevrijd van het oordeel over onze zonden. Hij was ook de Zondebok die alle zonden op Zich nam. Hij verzoende onze schuld, onze zonden.

Om Jezus’ wil heeft Onze Vader in de hemel ons aangenomen als Zijn kinderen. Jezus is onze vrijspraak. Hij bidt bij de Vader om vergeving van onze misdaden. En daarom mogen wij de Heere in de hemel ‘Onze Vader’ noemen. Door het geloof in Christus. Hij is onze vrijspraak.

Om Christus’ werk is voor ons een heerlijke toekomst weggelegd, een toekomst in de nabijheid van Onze Vader in de hemel.

Het offerlam van het Oude Testament is een voorafschaduwing van het Lam Gods (Jezus) die boet voor de zonden van de mensen. En zo is Jezus ook de Zondebok die de zonden der wereld wegneemt. Hij maakt ons ervan vrij. Dat is het grote geheim van de vergeving. Daarom bidt Jezus nog altijd voor ons bij de Vader. Het is om Jezus’ wil dat de Vader de zonden vergeeft.

En zo vieren wij het nieuwe Pasen. Pasen is het grootste christelijke feest van het jaar. Dat was vanaf het ontstaan van de christelijke gemeente al zo. En dat is nog zo in de Oosters- Orthodoxe Kerken. Niet het Kerstfeest dus. Dat wordt pas eeuwen later ingevoerd. Nee, het gaat om Pasen. Vanwege het Paaslam.

SOLI DEO GLORIA Alleen aan God de eer

(22)

22

Passie- en Paaszangavond

Naar het evangelie van Mattheüs

Zaterdag 27 maart 2021 vanuit de Grote of Laurentiuskerk te Bergambacht Aanvang 19.30 uur

Christus, onze Heer, verrees

1. Intro

2. Samenzang: Op U alleen, mijn licht, mijn kracht Op U alleen, mijn licht, mijn kracht, stel ik mijn hoop, U zorgt voor mij.

Door golven heen, door storm en nacht, leidt mij Uw hand, U blijft nabij.

Uw vrede diep, Uw liefde groot, verjaagt mijn angst, verdrijft de dood.

Mijn vaste rots, mijn fundament, U bent de grond waarop ik sta.

(23)

23 U werd een mens, U daalde neer,

in onze pijn en schuld en strijd.

U droeg de last, verrezen Heer, die ons van elke vloek bevrijdt.

U sloeg de zonden aan het kruis en brengt ons bij de Vader thuis, want door Uw bloed, Uw levenskracht, komen wij vrij voor God te staan.

Van eerste kreet tot laatste zucht, leef ik in U, en U in mij.

Geen boze macht, geen kwaad gerucht, niets is er dat mij van U scheidt.

Want U regeert, U overwint, U neemt mij aan, ik ben Gods kind.

Totdat U komt, mij roept voorgoed, bent U het doel van mijn bestaan.

3. Opening met welkom en gebed

4. Voorwoord en muziek ‘Amazing Grace’

Het is donderdagavond. Jezus heeft de paasmaaltijd gevierd met zijn discipelen.

Judas stapt op om Jezus te gaan verraden aan de overpriesters. Jezus voorzegt dat Petrus Hem die nacht nog zal verloochenen. Dan staan ze op om naar Gethsémané te gaan, waar Jezus wil bidden.

5. Lezing: Gethsémané

Mattheüs 26: 36 - 46

36. Toen ging Jezus met hen naar een plaats die Gethsémané heette, en zei tegen de discipelen: Ga hier zitten, terwijl Ik daar ga bidden.

37. En Hij nam Petrus en de twee zonen van Zebedeüs met Zich mee en begon bedroefd en zeer angstig te worden.

38. Toen zei Hij tegen hen: Mijn ziel is zeer bedroefd, tot de dood toe; blijf hier en waak met Mij.

39. En nadat Hij iets verder gegaan was, wierp Hij Zich met het gezicht ter aarde en bad: Mijn Vader, als het mogelijk is, laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan.

Maar niet zoals Ik wil, maar zoals U wilt.

40. En Hij kwam bij de discipelen en trof hen slapend aan en Hij zei tegen Petrus:

Kon u dan niet één uur met Mij waken?

41. Waak en bid, opdat u niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.

(24)

24 42. Opnieuw, voor de tweede keer, ging Hij heen en bad: Mijn Vader, als deze

drinkbeker aan Mij niet voorbij kan gaan zonder dat Ik hem drink, laat Uw wil dan geschieden.

43. En toen Hij bij hen kwam, trof Hij hen opnieuw slapend aan, want hun ogen waren zwaar geworden.

44. En Hij liet hen achter, ging nogmaals heen en bad voor de derde keer met dezelfde woorden.

45. Toen kwam Hij bij Zijn discipelen en zei tegen hen: Slaap nu maar verder en rust; zie, het uur is nabijgekomen dat de Zoon des mensen overgeleverd wordt in de handen van zondaars.

46. Sta op, laten wij gaan; zie, hij die Mij verraadt, is dichtbij.

6. Solozang: ’t Is middernacht en in de hof 't Is middernacht en in de hof, buigt, tot de dood bedroefd, in 't stof de Levensvorst; in Zijn gebeên doorworstelt Hij Zijn strijd alleen.

't Is middernacht, maar hoe Hij lijdt, Zijn jong'ren slapen bij die strijd;

en missen, afgemat in rouw, de aanblik op des Meesters trouw.

Tissot: Jezus in Gethsemané

(25)

25 't Is middernacht, maar Jezus waakt,

en 't zielelijden, dat Hij smaakt, bant uit Zijn hart de bede niet:

"Mijn Vader, dat Uw wil geschied".

't Is middernacht, en 't Vaderhart sterkt en verstaat de Man van smart, Die 't enig lijden, dat Hij torst, ten eind doorstrijdt als Levensvorst.

7. Lezing: Jezus geeft Zich gevangen

Mattheüs 26: 47 – 50

47. En terwijl Hij nog sprak, zie, Judas, een van de twaalf, kwam er aan en met hem een grote menigte, met zwaarden en stokken, gestuurd door de overpriesters en oudsten van het volk.

48. Hij die Hem verraadde, had met hen een teken afgesproken en gezegd: Degene Die ik kussen zal, Die is het; grijp Hem.

49. En hij ging meteen naar Jezus toe en zei: Gegroet, Rabbi! En hij kuste Hem.

50. Maar Jezus zei tegen hem: Vriend, waarvoor bent u hier? Toen kwamen zij dichterbij, sloegen de handen aan Jezus en grepen Hem.

Tissot: De Judaskus

(26)

26 8. Samenzang: Leer mij, o Heer, Uw lijden recht betrachten

Leer mij, o Heer, Uw lijden recht betrachten, In deze zee verzinken mijn gedachten:

O liefde die, om zondaars te bevrijden, Zo zwaar moest lijden.

9. Lezing: Voor het Sanhedrin

Mattheüs 26: 57 – 68

57. Zij die Jezus gegrepen hadden, leidden Hem weg naar Kajafas, de hogepriester, waar de schriftgeleerden en oudsten bijeengekomen waren.

58. Petrus volgde Hem op een afstand, tot aan het paleis van de hogepriester, en toen hij naar binnen gegaan was, zat hij bij de dienaars om het einde te zien.

59. De overpriesters en de oudsten en heel de Raad zochten een valse

getuigenverklaring tegen Jezus, zodat zij Hem zouden kunnen doden, maar zij vonden niets.

60. En hoewel er veel valse getuigen gekomen waren, vonden zij niets.

61. Maar ten slotte kwamen er twee valse getuigen, die zeiden: Deze heeft gezegd: Ik kan de tempel van God afbreken en hem in drie dagen opbouwen.

62. En de hogepriester stond op en zei tegen Hem: Antwoordt U niets? Wat getuigen dezen tegen U?

Tissot: Jezus voor het Sanhedrin

(27)

27 63. Maar Jezus zweeg. En de hogepriester antwoordde Hem: Ik bezweer U bij de

levende God, dat U ons zegt of U de Christus bent, de Zoon van God.

64. Jezus zei tegen hem: U hebt het gezegd. Maar Ik zeg u: Van nu aan zult u de Zoon des mensen zien zitten aan de rechterhand van de kracht van God en zien komen op de wolken van de hemel.

65. Toen scheurde de hogepriester zijn kleren en zei: Hij heeft God gelasterd.

Waarom hebben wij nog getuigen nodig? Zie, nu hebt u Zijn godslastering gehoord.

66. Wat denkt u? En zij antwoordden en zeiden: Hij is schuldig en verdient de dood.

67. Toen spuwden zij in Zijn gezicht en sloegen Hem met vuisten.

68. En anderen sloegen Hem in het gezicht en zeiden: Profeteer ons, Christus: wie is het die U geslagen heeft?

10. Solozang: Is dat, is dat mijn Koning?

Is dat, is dat mijn Koning?

Dat aller vaad'ren wens?

Is dat, is dat Zijn kroning?

Zie, zie, aanschouw den Mens!

Moet Hij dat spotkleed dragen dat riet, die doornenkroon?

Lijdt Hij dien smaad, die slagen?

Hij, God, uw eigen Zoon?

Ja, ik kost Hem die slagen, die smarten en die hoon;

ik doe dat kleed Hem dragen, dat riet, die doornenkroon Ik sloeg Hem al die wonden, voor mij moet Hij daar staan, ik deed door mijne zonden Hem al die jamm'ren aan.

11. Lezing: Jezus door Petrus verloochend

Mattheüs 26: 69 – 75

69. Petrus zat buiten op de binnenplaats; een dienstmeisje kwam naar hem toe en zei: Ook u was bij Jezus, de Galileeër.

70. Maar hij ontkende het in het bijzijn van allen en zei: Ik weet niet wat u zegt.

71. Toen hij naar buiten ging, naar de poort, zag een ander dienstmeisje hem, en die zei tegen hen die daar waren: Hij was ook bij Jezus de Nazarener.

72. En hij ontkende het opnieuw, met een eed, en zei: Ik ken de Mens niet.

(28)

28 73. Kort daarna zeiden zij die daar stonden en dichterbij kwamen, tegen Petrus:

Werkelijk, u bent een van hen, want uw spraak verraadt u.

74. Toen begon hij zich te vervloeken en te zweren: Ik ken de Mens niet.

75. En meteen kraaide de haan; en Petrus herinnerde zich het woord van Jezus, Die tegen hem gezegd had: Voordat de haan gekraaid zal hebben, zult u Mij driemaal verloochenen. Toen ging hij naar buiten en huilde bitter.

12. Stille overdenking: ‘Ik ken de Mens niet’

13. Samenzang: Op U betrouw ik, HEER der Here (Psalm 31 vers 1) Op U betrouw ik, HEER der heren,

Op U, gelijk 't betaamt;

Ai, laat mij nooit, beschaamd, Van Uwen troon teruggekeren;

Help mij, op mijn gebeden, Door Uw gerechtigheden.

14. Lezing: Voor Pilatus (deel 1)

Mattheüs 27: 1 – 2

1. Toen het ochtend geworden was, kwamen al de overpriesters en de oudsten van het volk met betrekking tot Jezus gezamenlijk tot het besluit Hem te doden.

2. En zij boeiden Hem, leidden Hem weg en leverden Hem over aan Pontius Pilatus, de stadhouder.

Tissot: Verloochening door Petrus

(29)

29 Mattheüs 27: 11 -18

11. Jezus stond voor de stadhouder en de stadhouder vroeg Hem: U bent de Koning van de Joden? Jezus zei tegen hem: U zegt het.

12. En toen Hij door de overpriesters en de oudsten beschuldigd werd, antwoordde Hij niets.

13. Toen zei Pilatus tegen Hem: Hoort U niet hoeveel zij tegen U getuigen?

14. Maar Hij antwoordde hem op geen enkel woord, zodat de stadhouder zich zeer verwonderde.

15. Nu had de stadhouder de gewoonte, op het feest voor de menigte een gevangene los te laten, wie zij ook maar wilden.

16. Ze hadden toen een beruchte gevangene, die Barabbas heette.

17. Toen zij dan bijeenwaren, zei Pilatus tegen hen: Wie wilt u dat ik voor u zal loslaten, Barabbas of Jezus, Die Christus genoemd wordt?

18. Want hij wist dat zij Hem uit afgunst overgeleverd hadden.

15. Samenzang: Jezus, leven van mijn leven Jezus, leven van mijn leven, Jezus, dood van mijnen dood, die voor mij U hebt gegeven, in den bangsten zielenood, opdat ik niet hoop’loos sterven, maar Uw heerlijkheid zou erven.

Duizend, duizend maal o Heer, zij U daarvoor dank en eer.

Dank, mijn Heiland, voor uw lijden, voor uw bitt're bange nood, voor uw heilig, biddend strijden,

Barabbas

(30)

30 voor uw trouw tot in de dood,

voor de wonden, U geslagen, voor het kruis, door U gedragen;

duizend, duizend maal, o Heer, zij U daarvoor dank en eer.

16. Lezing: Voor Pilatus (deel 2)

Mattheüs 27: 19 – 26

19. Toen hij op de rechterstoel zat, stuurde zijn vrouw hem een boodschap: Laat je toch niet in met deze Rechtvaardige, want ik heb vandaag in een droom veel om Hem geleden.

20. Maar de overpriesters en de oudsten haalden de menigte over dat zij om Barabbas zouden vragen en Jezus zouden ombrengen.

21. De stadhouder antwoordde hun en zei: Wie van deze twee wilt u dat ik voor u zal loslaten? Zij zeiden: Barabbas.

22. Pilatus zei tegen hen: Wat zal ik dan doen met Jezus, Die Christus genoemd wordt? Zij zeiden allen tegen hem: Laat Hem gekruisigd worden!

23. Maar de stadhouder zei: Wat voor kwaad heeft Hij dan gedaan? Maar zij riepen des te meer: Laat Hem gekruisigd worden!

24. Toen Pilatus zag dat hij niets bereikte, maar dat er veeleer opschudding ontstond, nam hij water, waste zijn handen voor de ogen van de menigte en zei: Ik ben onschuldig aan het bloed van deze Rechtvaardige. U moet maar zien.

25. En heel het volk antwoordde en zei: Laat Zijn bloed maar komen over ons en over onze kinderen!

26. Toen liet hij Barabbas voor hen los, maar nadat hij Jezus gegeseld had, gaf hij Hem over om gekruisigd te worden.

Tissot: Jezus wordt veroordeeld

(31)

31 17. Solozang: Mijn Verlosser hangt aan ’t kruis

Mijn Verlosser hangt aan 't kruis, hangt ten spot van snode smaders.

Zoon des Vaders,

waar is toch uw almacht thans, waar uw goddelijke glans?

Mijn Verlosser hangt aan 't kruis, en Hij hangt er mijnentwegen, mij ten zegen.

Van de vloek maakt Hij mij vrij, en zijn sterven zaligt mij.

18. Lezing: Golgotha (deel 1)

Mattheüs 27: 33 – 44

33. En gekomen bij de plaats die Golgotha genoemd wordt, wat Schedelplaats betekent,

34. gaven zij Hem wijn vermengd met gal te drinken; maar toen Hij die geproefd had, wilde Hij niet drinken.

35. Nadat zij Hem gekruisigd hadden, verdeelden zij Zijn kleren door het lot te werpen, opdat vervuld zou worden wat gezegd is door de profeet: Ze hebben Mijn kleren onder elkaar verdeeld en om Mijn kleding hebben ze het lot geworpen.

36. En zij gingen zitten om Hem daar te bewaken.

37. En zij brachten boven Zijn hoofd een opschrift aan met de beschuldiging tegen Hem: DIT IS JEZUS, DE KONING VAN DE JODEN.

38. Toen werden met Hem twee misdadigers gekruisigd, een aan Zijn rechter-, en een aan Zijn linkerzijde.

39. En de voorbijgangers lasterden Hem, schudden hun hoofd,

40. en zeiden: U Die de tempel afbreekt en in drie dagen opbouwt, verlos Uzelf.

Als U de Zoon van God bent, kom dan van het kruis af!

41. En evenzo spotten ook de overpriesters, samen met de schriftgeleerden en de oudsten en de Farizeeën, en zij zeiden:

42. Anderen heeft Hij verlost, Zichzelf kan Hij niet verlossen. Als Hij de Koning van Israël is, laat Hij nu van het kruis afkomen en wij zullen Hem geloven.

43. Hij heeft op God vertrouwd; laat Die Hem nu verlossen als Hij Hem welgezind is, want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon.

44. Hetzelfde verweten Hem ook de misdadigers die met Hem gekruisigd waren.

(32)

32 19. Solozang: Lam van God (Agnus Deï)

Lam van God, Lam van God Dat de zonde der wereld draagt Heer ontferm U, Heer ontferm U over ons.

Heer ontferm U over ons.

Lam van God, Lam van God Dat de zonde der wereld draagt, Heer, geef vrede, Heer geef vrede overal.

Heer geef vrede overal.

20. Lezing: Golgotha (deel 2)

Mattheüs 27: 45 – 56

45. En vanaf het zesde uur kwam er duisternis over heel de aarde, tot het negende uur toe.

46. Ongeveer op het negende uur riep Jezus met een luide stem: Eli, Eli, lama sabachtani? Dat betekent: Mijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?

47. Sommigen van hen die daar stonden, zeiden, toen zij dit hoorden: Hij roept Elia.

48. En meteen snelde een van hen toe, nam een spons, doordrenkte die met zure wijn, stak hem op een rietstok en gaf Hem te drinken.

49. Maar de anderen zeiden: Houd op, laten wij zien of Elia komt om Hem te verlossen.

50. Jezus riep nogmaals met luide stem en gaf de geest.

51. En zie, het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven tot beneden; de aarde beefde en de rotsen scheurden;

52. ook werden de graven geopend en veel lichamen van heiligen die ontslapen waren, werden opgewekt;

53. en na Zijn opwekking gingen zij uit de graven, kwamen in de heilige stad en zijn aan velen verschenen.

54. En toen de hoofdman over honderd en zij die met hem Jezus bewaakten, de aardbeving zagen en de dingen die gebeurden, werden zij erg bevreesd en zeiden: Werkelijk, Dit was Gods Zoon!

55. En er waren daar veel vrouwen, die uit de verte toekeken; zij waren Jezus gevolgd van Galilea om Hem te dienen.

56. Onder hen waren Maria Magdalena en Maria, de moeder van Jakobus en Joses, en de moeder van de zonen van Zebedeüs.

(33)

33 21. Gesproken overdenking: Kent u Jezus?

Tissot: Waarlijk Deze was Gods Zoon

(34)

34 22. Samenzang: Lam Gods, dat zo onschuldig

Lam Gods, dat zo onschuldig, zo moedig en geduldig,

aan 't schand'lijk kruishout lijdt, verdienden niet mijn zonden, die striemen en die wonden?

Ja 'k weet, dat Gij onschuldig zijt.

O Godslam, nooit volprezen, leer mij de zonde vrezen, waarvoor Gij stierf aan 't kruis!

Deel mij Uw zaal'ge vrede, deel mij Uw hemel mede en leid mij eens in 't Vaderhuis.

23. Lezing: De opstanding

Mattheüs 28: 1 – 10

1. Laat na de sabbat, toen het licht begon te worden op de eerste dag van de week, kwamen Maria Magdalena en de andere Maria om naar het graf te kijken.

2. En zie, er vond een grote aardbeving plaats, want een engel van de Heere, die uit de hemel neerdaalde, ging erheen, rolde de steen van de opening weg en ging erop zitten.

3. Zijn gedaante was als een bliksem en zijn kleding wit als sneeuw.

4. De bewakers beefden van angst voor hem en werden als doden.

5. Maar de engel antwoordde en zei tegen de vrouwen: U hoeft niet bevreesd te zijn, want ik weet dat u Jezus zoekt, Die gekruisigd was.

6. Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, zoals Hij gezegd heeft. Kom, zie de plaats waar de Heere gelegen heeft.

7. En ga haastig heen en zeg tegen Zijn discipelen dat Hij opgewekt is uit de doden; en zie, Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult u Hem zien. Zie, ik heb het u gezegd.

8. En zij gingen haastig van het graf weg, met vrees en grote blijdschap, en zij snelden weg om het Zijn discipelen te berichten.

9. Toen zij weggingen om het aan Zijn discipelen bekend te maken, zie, Jezus kwam hun tegemoet en zei: Wees gegroet! Zij gingen naar Hem toe, grepen Zijn voeten en aanbaden Hem.

10. Toen zei Jezus tegen hen: Wees niet bevreesd; ga heen, bericht Mijn broeders dat zij naar Galilea moeten gaan, en daar zullen zij Mij zien.

(35)

35 24. Samenzang: U zij de glorie

U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie nu en immer meer.

Uit een blinkend stromen daalde d'engel af, heeft de steen genomen van 't verwonnen graf.

U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immer meer.

Ziet Hem verschijnen, Jezus onze Heer!

Hij brengt al de zijnen in zijn armen weer.

Weest dan volk des Heren,

Tissot: Het lege graf

(36)

36 blijd' en welgezind,

en zegt telkenkere: Christus overwint!

U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer.

25. Lezing: De opdracht aan de discipelen Mattheüs 28: 16 – 20

16. En de elf discipelen zijn naar Galilea gegaan, naar de berg waar Jezus hen ontboden had.

17. En toen zij Hem zagen, aanbaden zij Hem, maar sommigen twijfelden.

18. En Jezus kwam naar hen toe, sprak met hen en zei: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.

19. Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.

20. En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen.

(37)

37 Tissot: De hemelvaart van Christus

26. Samenzang: Christus, onze Heer, verrees Christus onze Heer verrees, halleluja!

Heil’ge dag na angst en vrees, halleluja!

Die ten dode ging aan ’t kruis, halleluja!

Bracht ons in Gods vrijheid thuis, halleluja!

Prijs nu Christus in ons lied, halleluja!

Die in heerlijkheid gebiedt, halleluja!

Die aanvaardde kruis en graf, halleluja!

Dat Hij zondaars ’t leven gaf, halleluja!

Maar Zijn lijden en Zijn strijd, halleluja!

Heeft verzoening ons bereid, halleluja!

Nu is Hij der heem’len Heer, halleluja!

Eng’len juub’len Hem ter eer, halleluja!

27. Sluiting & Collecte

28. Samenzang: ‘k Heb geloofd en daarom zing ik

(38)

38 'k Heb geloofd en daarom zing ik,

daarom zing ik van genâ, van ontferming en verlossing door het bloed van Golgotha.

Daarom zing ik U, die stervend alles, alles hebt volbracht,

Lam Gods, dat de zonde wegneemt, Lam van God, voor ons geslacht!

'k Heb geloofd in U, Wie d' aarde met haar doornen heeft gekroond, maar Die nu, gekroond met ere, aan Gods rechterzijde troont;

U, aan wiens doorboorde voeten eenmaal in het gans heelal, hier, daarboven en hieronder alle knie zich buigen zal.

Ja, 'k geloof, en daarom zing ik, daarom zing ik U ter eer,

's werelds Heiland, Hogepriester, aller heren Opperheer!

Zoon van God en Zoon des mensen, o, kom spoedig in Uw kracht, op des hemels wolken weder!

Kom, Heer Jezus, kom! Ik wacht.

29. Afsluiting: Halleluja van Händel

(39)

39 Onderwijs aan Romakinderen in Oekraïne

Stichting HOE (Hulp Oost-Europa) is al meer dan twintig jaar

betrokken bij hulpverlening in het uiterste zuidwesten van Oekraïne. Het gebied staat bekend onder de naam Transcarpathia en behoorde ooit bij Hongarije. Oorlogen en vredesverdragen hebben echter de grenzen verlegd.

De werkeloosheid in de regio is enorm en er is oorlog in het oosten van Oekraïne.

Voor velen is het leven zwaar en de toekomst uiterst somber. Het is af te lezen aan de gezichten van de mensen. De mensen komen somber, gesloten en afstandelijk over en lijken bang om zich te uiten of open te zijn. Het verleden drukt hen, er is armoede en de

leefomgeving ziet er vaak troosteloos uit.

De Roma bevolking

In het gebied waar HOE werkt, leeft ook de Romabevolking, doorgaans aan de randen van de dorpen.

Deze zigeuners, de Roma, leven veelal onder zeer slechte omstandigheden, gescheiden van de overige bevolking. Zij hebben een eigen cultuur en willen die ook bewaren. Ze wonen al eeuwen in Oost-Europa. Net als de Joden hebben ze zeer geleden in de concentratiekampen van de nazi’s en veel Roma zijn daar omgekomen.

Ze leven letterlijk in de modder. Hun opleidingsniveau is erg laag. Velen zijn analfabeet. Hun kinderen hebben vaak heel jonge ouders/moeders, die geen opleiding of werk hebben.

Daardoor hebben deze kinderen erg slechte vooruitzichten. Nog steeds worden Roma ernstig gediscrimineerd door de rest van de bevolking. Het is juist deze Roma bevolkingsgroep waarop HOE zich al jaren heeft geconcentreerd.

De situatie van de Romakinderen

De kinderen die in een zigeunerkamp opgroeien zijn ontzettend beschadigd op velerlei gebied. Ze missen liefde, aandacht, veiligheid en structuur. Veel kinderen krijgen te weinig eten (en zeker niet gezond), drinken soms vervuild water, hebben vaak geen schone kleren en worden onregelmatig gewassen. Onderwijs is hét voertuig om de Roma bevolking op een hoger plan te krijgen!

In de achterliggende jaren zijn er, in diverse dorpen, kleuterschooltjes / pre-schools gestart.

Deze schooltjes zijn van essentieel belang bij de integratie van Romakinderen in het reguliere staatsonderwijs en hun integratie in de samenleving.

(40)

40 Romakinderen mogen wel naar de staatsschool, maar worden daar vaak niet geaccepteerd, zowel door de onderwijzers als door de medeleerlingen. Ze worden erg gediscrimineerd (‘ze zijn dom, lui, ze stinken en ze stelen’).

Wat doet HOE?

HOE biedt momenteel op zeven scholen hulp waar circa 400 kinderen les krijgen. Het doel van de steun is onder andere:

• Romakinderen basisbegrippen aanleren t.a.v. gedrag, omgangsvormen, orde en hygiëne.

Vaardigheden voor socialisatie aanleren.

• Kinderen leren lezen, schrijven, rekenen, zingen (muziek) en ontwikkelen van creativiteit.

• Kinderen voorzien van een ontbijt, een snack rond 10 uur en een warme lunch en indien voorradig wat fruit.

• Kinderen bekend maken met het Evangelie en de Bijbelse boodschap.

Financiën

Met de steun van stichting HOE kan een bijdrage geleverd worden aan de volgende noodzakelijke kosten:

• Salarissen van juffen en hun assistentes

• Kosten voor schoolvoeding, voor verwarming, van noodzakelijke leermiddelen en voor onderhoud van gebouwen

• Bijdrage voor de vakantie-bijbel-clubs in de zomer

Per jaar draagt HOE een bedrag van 65.000 euro bij aan dit prachtige werk onder de Romakinderen. Zie verder op http://hulpoosteuropa.nl/

(41)

41 Uw gift kunt u overmaken op het rekeningnummer van HOE:

NL84 INGB 0000 0088 87 t.n.v. Stichting Hulp Oost-Europa, Barneveld o.v.v. ‘project 16.50.11’ of via de volgende QR-code

Goed onderwijs bereidt kinderen voor op de toekomst en geeft hen daarmee nieuwe kansen. Alleen met onderwijs hebben kinderen kansen om uit hun achterstandssituatie te komen! Help de kinderen uit de spiraal van ellende!

Wij wensen u gezegende periode rond de Passie- en Paasdagen.

Wij danken allen die meegewerkt hebben aan deze zangavond:

Leiding en meditatie:

• Ds. J. van der Meijden Technische realisatie:

• Tom Versluis

• Ben de Jong Voorlezers:

• Marjolein Wassink

• Ferdinand den Bleker

• Evert Blaauwendraat

• Hans Pronk

Zangers:

• Rijna Vlok- Walhout

• Piet Vlok

• Ernst van der Vlist Instrumentalist:

• Piano – Lando de Kool Auteur:

• Evert Blaauwendraat Koster:

• Evert Langerak Presentatie- en beeldmateriaal:

• Hans Pronk

De werkgroep zangavonden: Evert Blaauwendraat, Hans Pronk, Marjolein en Martijn Wassink

(42)

42

(43)

43

Met dank aan:

Broere Installatie Bob de Boer BV

Boortechniek EKB

Container Logistiek

(44)

44

(45)

45

(46)

46

(47)

47

Dit programmaboekje wordt u aangeboden door onze adverteerders.

Wij bedanken al onze adverteerders en

bevelen hun bedrijf en/of diensten

van harte bij u aan!

(48)

48

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het decreet betreff ende de bodemsanering en de bodem- bescherming (DBB).. Twee rechtsgronden

Ge- vraagd naar waar zij over 15 jaar wil- len wonen, blijken jongeren een duidelijke voorkeur te hebben voor het buitengebied.. Met name lande- lijk wonen vlakbij een

Hoewel het aandeel moeilijk ver vulbare vacatures in het openbaar bestuur en bij de Politie lager is dan in het taakveld zorg en welzijn en in het taakveld onderwijs en

Gegevens over de aantallen personen die al dan niet voor hun AOW leeftijd vertrekken, de gemiddelde leeftijd van deze pensioengroep en het aantal personen dat doorwerkt na hun

6 Veel leden van medezeggenschapsraden (ruim 70%) geven aan dat binnen de overheids- of semi-overheidssector het thema agressie en geweld tegen medewerkers door externen

[r]

In hoofdstuk 8 is vervolgens de blik verlegd naar toekomstverwachtingen en -inschattingen. Gevraagd naar de toekomst blijken burgemeesters betrekkelijk behoudend te zijn. Ze

‘Ik maak me zorgen, maar voel me