• No results found

Groote steden Weekink. Uurink. Geschoolde arbeiders ƒ 42. Geoefende arbeiders,, Ongesch. arbeiders,, 35..

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Groote steden Weekink. Uurink. Geschoolde arbeiders ƒ 42. Geoefende arbeiders,, Ongesch. arbeiders,, 35.."

Copied!
32
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

daar kwamen ook grootere verhoogingen voor, in het bijzonder op het platteland. Deze waren alle verantwoord, omdat de omstan- digheid, dat het distributiepakket op alle plaatsen in ons vader- land ongeveer denzelfden prijs had, daartoe noopte. Er waren nog maar enkele factoren overgebleven, die verschil tusschen het loon in de stad en op het platteland aannemelijk maakten, n.l. de huis- huur en de belasting. Ook zelfs niet overal, omdat de toename van goede arbeiderswoningen zich niet beperkte tot de steden.

Deze loonsverhoogingen van 25 % resp. 15 % bleken al in het najaar van 1945 onvoldoende en de Stichting stelde aan de hand van de, thans weer beschikbaar zijnde, gegevens van de gezinnen- statistiek vast, dat de verhooging 35 a 42 % behoorde te zijn op de basis van 1940. In een uitvoerige en goed gedocumenteerde nota is daarvan mededeeling gedaan aan den Minister van Sociale Zaken, en hoewel nimmer deze gegevens uit de nota officieel door het Departement zijn aanvaard, blijkt toch uit de uitspraken van de Rijksbemiddelaars, dat het gegeven cijfer als uitgangspunt voor de nieuwe loonsverhooging werd aangenomen.

In de nota werden de volgende cijfers genoemd:

Groote steden Weekink. Uurink.

Geschoolde arbeiders ƒ 42.—

Geoefende arbeiders ,, 38.50 Ongesch. arbeiders ,, 35..—

Platteland Weekink. Ubrink.

87,5 et. ƒ 38.— 79 et.

80 „ „ 34,50 79 „ 73 , 31.- 65 Deze bedragen moeten, zoo vermeldt de nota, aangemerkt wor- den als gemiddelden en de minumumloonen kunnen hier dus bene- den liggen. Het werkelijke loon kan in ieder geval jets boven of beneden deze gemiddelden liggen. Dit beteekent in de practijk, dat er niet twee maar wel zes gemeenteklassen konden zijn.

Wat dit alles beteekent? Dat de werkgevers- en werknemersorga- nisaties met elkaar pogen de loonen te regelen, doch dat het Col- lege van Rijksbemiddelaars, naar de gegeven maatstaven, de loonen goed- of afkeurt. En de patroons- en arbeidersvakbonden streven ernaar binnen het kader te blijven van de richtlijnen die de Stich- ting heeft ontworpen. Voordat de loonen worden vastgesteld door de Rijksbemiddelaars, wordt de Stichting gehoord.

Uit het bovenstaande blijkt wel hoe groot de verantwoordelijk- heid ook van de vakcentralen van werknemers is. Zij zullen op twee dingen moeten letten: ten eerste op de stijging van de kosten van het levensonderhoud, vooral nu allerlei benoodigdheden, ook al is het mondjesmaat, weer te koop zijn; ten tweede op de moge- lijkheid van verhooging van het werkelijke loon (de koopkracht) naarmate de oorlogsgevolgen verminderen. Deze methode mag er nimmer toe leiden, dat het levenspeil (van welvaartspeil der arbei- ders spreken we nog maar niet!) bevriest.

De Rijksbemiddelaars en de Looncommissie uit de Stichting heb- ben, hoezeer hun werk aan critiek onderhevig is, een geweldig 69

(2)

stuk werk verzet. Het zou de moeite loonen, maar tijd en ruimte ontbreken daarvoor in dit verslag, nauwkeurig na te gaan voor welke bedrijfstakken de loonsverhoogingen tot stand kwamen, en hoe groot de nominale loonsverhoogingen (naar de cijfers van

1940) geweest zijn.

In de nummers 8 en 9 van „Sociale Voorlichting" (orgaan van de Stichting) wordt een groote reeks verhoogingen vermeld. Hoe bezwaarlijk de situatie ook is en hoeveel moeilijkheden de destruc- tieve elementen in en buiten de vakbeweging veroorzaken, toch mag met een zekere voldoening geconstateerd worden, dat de Stichting belangrijk werk deed op het gebied van de loonvorming.

Een niet geringe moeilijkheid is het wegnemen van de ongelijk- heid der loonen tuschen de verschillende beroepsgroepen. In het bijzonder dient hier vermeld het streven der landarbeidersbonden om de loonen van de daarin georganiseerde arbeiders op te trekken tot de hoogte van die voor de werknemers in de industrieele bedrij- ven op het platteland. De Stichting van den Landbouw, naast de Stichting van den Arbeid, heeft op dit gebied voortreffelijk ge- werkt, hoewel het resultaat niet in overeenstemming is met de inspanning, die men zich getroost heeft. De landarbeidersbonden vervullen in de Stichting van den Landbouw ongeveer dezelfde functie als de vakcentralen in de Stichting van den Arbeid. Er is nog een aanmerkelijk gunstig verschil: de landarbeiders worden ook in de economische sectie van de Stichting van den Landbouw erkend en dragen derhalve ook economische verantwoordelijkheid.

HOOFDSTUK XI.

Fonds tot bestrijding van de tuberculose

„Draagt Elkanders Lasten".

Het stond bij de herrijzenis van het C.N.V. onomstootelijk vast, dat dit fonds zoo spoedig mogelijk weer in werking moest treden.

Vooral de laatste twee oorlogsjaren, in het bijzonder de winter- periode 1944—1945, deden, voor wat betreft de toename der tu- berculose, het ergste vreezen. Later bleek wel hoe erg de situatie geworden was, vooral toen de honderdduizenden Nederlandsche arbeiders uit Duitschland terugkeerden.

Vriend de Jong had reeds allerlei organisatorische maatregelen, o.a. reglementswijziging, voorbereid, zoodat toen het eerste werk van de wederoprichting van het Vakverbond zijn beslag gekregen had, en de reisgelegenheden verbeterd waren, besloten werd, de 70

(3)

twee huisbezoeksters, de dames Donner en Elgersma in dienst te nemen.

Reeds eerder had hij de besturenbonden verzocht de plaatselijke commissies in het leven te roepen en, omdat alle geldmiddelen door de nazi's waren gestolen, aangedrongen op het houden van collec- ten. Dit verzoek werd met enthousiasme door vele plaatselijke com- missies ontvangen en zij togen aan den slag.

En met buitengewoon resultaat. Aanvankelijk dachten we dat deze resultaten verband hielden met het z.g.n. „oude" geld, maar ook na de saneering bleek het Nederlandsche volk bereid mede te willen werken om dezen „binnenlandschen vijand" te verslaan. Uit de verslagen van den penningmeester zal wel blijken hoe groot dit bedrag is geweest. Volgens ruime schatting brachten allerlei col- lecten tot ongeveer Mei 1946 bijna een ton op. Trouwens dat is ook noodig. Op hetzelfde tijdstip waren er bijna 350 aanvragen in behandeling en verwacht wordt, dat dit cijfer tot einde 1946 tot ongeveer 700 stijgen zal. Het is in één woord ontzettend!

Het komt veelvuldig voor, dat drie, vier en meer personen in één gezin aangetast worden. De gelukkige omstandigheid, dat krachtens het Ziekenfondsenbesluit voor de verplicht verzekerden als regel een bijdrage in de kosten van sanatoriumverpleging van ƒ 1.50 per dag gedurende een jaar verleend wordt, maakte het mogelijk reeds dadelijk het werk flink aan te pakken. De verhooging van de ver- pleegkosten maakt echter ten deele dit voordeel weer illusoir.

Er zijn ook heel veel plaatselijke comité's die donateurs werven.

Het fonds heeft een bepaalden wachttermijn gesteld bij den aan- vang van het werk. Voor de leden die dadelijk teruggekeerd waren, was deze wachttijd per l September reeds overschreden, zoodat het voor de oudleden geen enkele moeilijkheid bracht.

De vormen van steunverleening zijn hetzelfde gebleven. Echter leeft het plan, indertijd door vriend de Jong reeds uitgewerkt, om bepaalde bedragen naast die voor de T.B.C.-bestrijding, beschik- baar te gaan stellen voor enkele andere ernstige en veelvuldig voorkomende volksziekten, zooals kanker en rheumatiek.

Het is bedrpevend, dat we veelvuldig allerlei aanvragen om hulp moeten afwijzen, omdat de patiënt niet door de T.B.C, werd aan- getast. Een herstellingsoord is dringend noodig.

Ook de zakagenda is weer verschenen, die door duizenden leden gebruikt wordt en een blijvende herinnering is aan het werk van D.E.L.

Het financieele deel van het werk wordt door den penningmees- ter waargenomen, het behandelen van aanvragen en de propagan- da-actie berust voorloopig bij den schrijver van dit deel van het verslag.

Hieronder volgen nog eenige gevens over den omvang en den aard van de verschillende vormen van hulpverleening.

Het aantal hulpverleeningen van l September 1945 (het tijdstip waarop wij weder tot het verstrekken van hulp konden overgaan) tot 31 December 1945 bedroeg 107.

71

(4)

De hulpverleeningen kunnen als volgt worden onderverdeeld:

voor leden persoonlijk 26 voor echtgenooten van leden

voor kinderen en huisgenooten van leden 54 totaal 107

Onderscheiden naar den aard der hulpverleening is de verdeeling als volgt:

ziekenhuisverpleging

sanatoriumverpleging 36 huishoudelijke of financieele hulp 6 extra voeding

andere vormen van hulpverleening 5

Het totaal dezer verschillende vormen van hulpverleening be- draagt zeventien meer dan het aantal patiënten dat door „Draagt Elkanders Lasten" geholpen werd. De oorzaak daarvan is gelegen in het feit, dat zeventien patiënten eerst gedurende eenigen tijd extra voeding of andere hulp genoten hebben en daarna in sana- toria verpleegd werden.

Geen van de bedoelde hulpverleeningen kon in deze verslagpe- riode beëindigd worden.

De Stichting „Nieuwe Wegen" moet nog te voorschijn komen.

De samenwerking met de sanatoria, de consultatie-bureaux," de zusters van de verschillende kruisvereenigingen is, zooals ook vroeger, weer heel goed.

Wij zijn dankbaar voor alles wat ,zij ook voor onze patiënten doen.

HOOFDSTUK XII

Liquidatie van het Nederlandsch Arbeids Front.

Reeds tijdens de bezetting is door de met elkaar in voortdurend contact staande voorzitters der drie vakcentralen overlegd op welke wijze, na de bevrijding, de door het N.A.F, van de vakbeweging gestolen goederen weer aan hun oorspronkelijke eigenaars terug- gegeven zouden moeten worden.

De eenvoudigste en snelste wijze van liquidatie scheen te zijn een liquidatie-commisie te doen optreden, bestaande uit de personen van de drie voorzitters. Immers, de drie vakcentralen hebben verreweg de grootste vorderingen op den N.A.F.-boedel en onder- linge overeenstemming scheen gemakkelijk te kunnen worden ver- kregen. Deze wijze van liquidatie werd dan ook door bemiddeling van vertrouwensmannen van de Regeering te Londen aan de Re- geering kenbaar/ gemaakt.

72

(5)

t G. M. J. DE RUITER t A. VERVELD

(6)
(7)

Op deze suggestie is de Regeering echter niet ingegaan.

Zij stond op het standpunt, dat ook een vertegenwoordiger van de werkgevers bij de liquidatie betrokken behoorde te worden, hoewel de werkgevers in geen enkel opzicht bij deze liquidatie belang hadden.

Eerst medio Juli 1945 werd tot liquidateur benoemd Dr Ir A. H.

W. Hacke, Directeur-Generaal van den Arbeid. Door deze be- noeming kon art. l van het K.B. 71 in werking treden en kon met de liquidatie van het N.A.F, een begin worden gemaakt.

De liquidateur heeft de liquidatie in voortdurend overleg met de vertegenwoordigers van de drie vakcentralen ter hand genomen.

Voor ons Verbond heeft wijlen vriend W. de Jong, onze toenmalige Verbondspenningmeester, de belangen van ons Verbond en de aangesloten organisaties behartigd, daarin bijgestaan door onzen rechtskundigen advieur in dezen, Mr M. v. Vugt. Na het overlijden van vriend de Jong, nam secretaris Fuykschot deze taak over. Dit vond plaats in 1946 en valt dus eigenlijk buiten het verslagjaar.

Hoewel op het oogenblik, dat wij dit schrijven nog geen verdee- ling heeft plaats gehad, willen wij toch eenige kanten van deze liquidatie, en de moeilijkheden die zich hierbij voordoen, belichten.

Een van de belangrijkste vraagstukken bij de liquidatie is de methode der liquidatie.

Volgens besluit E 71, beheeren de liquidateuren van het N.A.F, de eigendommen van het N.A.F., zoolang omtrent het recht van eigendom niet door de bevoegde instantie is beslist.

Onder bevoegde instantie dient de Raad van Rechtsherstel te worden verstaan, die krachtens besluit E 100 omtrent de eigen- domsrechten van de zich in het N.A.F, bevindende goederen, zal moeten beslissen. ,

Dit beteekent, dat allen, die goederen aan het N.A.F, zijn kwijt geraakt of rechten aan het N.A.F, hebben verspeeld, deze bij den Raad van Rechtsherstel kunnen terugvorderen. Nadat dit is ge- schied, blijft er waarschijnlijk een zeker actief in het N.A.F, over en blijven aan de andere zijde zekere vorderingen van de bonden en van andere crediteuren onvoldaan. Dit restant zal dan onder alle crediteuren pondspondsgewijze moeten worden verdeeld, naar gelang van ieders restant-belang bij den boedel.

Nu zijn er aan deze methode van liquidatie, die gegrond is op de bestaande herstel-wetgeving en het Burgerlijk Wetboek, ver- scheidene bezwaren verbonden, waarvan wij het voornaamste, althans voor ons het belangrijkste naar voren willen brengen.

Er zijn 'verschillende soorten eigendommen in het N.A.F, inge- bracht, zooals vaste goederen, hypotheken, effecten, gelden en leeningen.

De vaste goederen kunnen door de bezitters gemakkelijk wor- den herkend en dus krachtens deze wetgeving door de belangheb- bende organisaties worden terugverkregen. Met effecten is dit veel moeilijker. Voorzoover men van deze effecten de nummers weet, zal het al moeilijk zijn de door het N.A.F, vervreemde effecten op 73

(8)

te sporen, om ze eventueel door middel van de effectenregistratie terug te krijgen.

Maar wanneer de nummers niet bekend zijn is dit geheel on- mogelijk.

Wie gelden heeft ingebracht, kan deze uiteraard nog minder terugvorderen.

De organisaties, die gemakkelijk aanwijsbare bezittingen hebben

„ingebracht", zullen hun bezittingen dus geheel terugontvangen en weinig of geen schade lijden, terwijl de andere groote schade lijden.

Dit gevolg van de bestaande wetgeving zou een ongewenschte bevoordeeling eenerzijds, benadeeling anderzijds beteekenen.

Teneinde tot een meer rechtvaardige verdeeling te komen, be- sloten de vertegenwoordigers van de drie vakcentralen tot een zoo- genaamde solidariteitsregeling, die hierop neerkwam, dat zij over- eenkwamen, na de toe-eigening van alle aanwijsbare goederen, deze goederen in rekening te brengen bij de in geld uitgedrukte vorde- ring van elk der deelhebbers.

Op deze wijze zou er geen bevoordeeling plaats vinden als ge- volg van den aard van de goederen, die in het N.A.F, waren „in- gebracht".

Voor deze solidariteitsregeling diende de instemming van de vakcentralen en van de aangesloten organisaties te worden ver- kregen.

De Katholieke Arbeiders Beweging had tegen deze regeling echter bezwaar. Zij meende, dat iedere organisatie de gevolgen moest dragen van de gekozen soort belegging en was niet, op grond van solidariteitsoverwegingen, te bewegen van dit stand- punt af te stappen.

Intusschen wendde de liquidateur zich tot den Minister van So- ciale Zaken met verzoek de herstel-wetgeving zoodanig te wijzigen, dat een pondspondsgewijze verdeeling over de geheele linie mo- gelijk zou w.orden.

Thans, nu wij dit schrijven, is over de methode van liquidatie nog geen beslissing genomen en is derhalve ook van verdeeling nog geen sprake.

Hoelang nog?

Een tweede moeilijkheid is het rechtsherstel van de organisaties.

De organisaties zijn bij besluit van den Rijkscommissaris opge- heven.

Wij erkennen die opheffing niet. Deze opheffing geschiedde tegen alle recht en wet in en wij pretendeeren, dat wij er nog zijn.

Voorzoover er organisaties zijn, die hun rechtspersoonlijkheid tijdens de jaren van bezetting wegens expiratie van de Konink- lijke goedkeuring hebben verloren, kunnen deze naar onze meening weer met terugwerkende kracht terugontvangen.

De juristen van het Departement van Justitie zien hierin echter toekomstige gevaren opdoemen. Daarom dient naar hun meening door het indienen van requesten, geteekend door de oude, d.w.z.

voor de opheffing in functie zijnde bestuurders, het weder bestaan

(9)

van deze oude organisatie in rechte te worden vastgesteld.

Over den vorm en den inhoud van deze requesten is heel wat te doen geweest.

Wij zijn voor de door Justitie geopperde bezwaren, die de ver- deeling van den N.A.F.-boedel in den weg stonden, opzijde ge- gaan en hebben tegen ons gevoelen in, de organisaties geadviseerd de requesten in te dienen.

Tot uitkeering is het desondanks nog altijd niet gekomen.

In het nieuwe Nederland schijnt niets moeilijker te zijn dan rechtsherstel te verkrijgen.

Wij zijn en blijven arm, totdat de zon door de juridische nevels heenbreekt.

HOOFDSTUK XIII

De Rijksdienst voor de Uitvoering van Werken (D.U.W.) Dit verslag bevat geen hoofdstuk „Werkloozenzorg — Crisis- maatregelen". Van het 16e tot en met het 19e verslag was dit hoofdstuk eigenlijk „de zwarte plek" in de geschiedenis der ar- beidersbeweging. Niet omdat de vakbeweging als zoodanig ver- antwoordelijk was voor de ramp der werkloosheid (zij droeg in zekeren zin mede de collectieve schuld om dezen droeven toe- stand), maar omdat al die jaren zooveel leed over een niet onbe- langrijk deel van ons volk was gekomen en het voor regeering en volk niet mogelijk bleek dit kwaad volkomen te overwinnen. Wil dit nu zeggen, dat ons geheele volk er alles op gezet heeft om dit kankergezwel uit te snijden? Helaas niet. Ook nu moeten we met beschaamdheid vaststellen, dat velen onbegrepen aan dezen nood der arbeiders zijn voorbijgegaan. Dit geldt ook voor velen, die in de afgeloopen jaren der verdrukking en in het eerste jaar der vrij- heid met veel bravour de daden van regeering en volk op dit punt hebben becritiseerd. Wat wel vaststaat is, dat overheid en volk met te weinig doortastendheid de kwaal der werkloosheid hebben bestreden. Wie echter ook nu nog de moeite nemen wil om na te lezen wat in het 19e verslag vermeld wordt over de plannen der regeering (gelet op het rapport Westhoff) met betrekking tot den strijd tegen de werkloosheid, zal moeten beamen, dat groote ac- tiviteit werd ontwikkeld. In het voorjaar van 1939 lag een groot plan klaar, wat aan een kleine honderdduizend man werk ver- leend zou hebben, tot een bedrag van bijna tweehonderd millioen gulden. In het raam van de milliarden, waarmede thans gewerkt wordt, lijkt dit bedrag weinig. Gelet op de bedragen van onze Staatsbegrooting vóór 1940 was dit een enorm bedrag.

Nog een andere reden tot klacht was het feit, dat er te veel getalmd werd om de werkverschaffing — met verdiensten geba- seerd op de steunbedragen *— om te schakelen naar normaal werk

normaal loon.

75

(10)

Eerst in December 1939 kwamen onder leiding van Minister van den Tempel verschillende maatregelen voor de zoogenaamde „ver- edeling" der werkverschaffing tot stand. Een van de laatste din- gen, door ons Verbond op dit gebied gedaan, is de bespreking die met den Rijksdienst voor de Werkverruiming gehouden werd over het volledig wegnemen van de dusgenaamde „zorgsfeer" uit de werkverschaffing. Helaas geschiedde dat toen reeds onder invloed van den bezetter, die uit gansch andere motieven dan wij, de werk- loosheid wilde uitbannen.

In de periode, waarin de Nederlandsche Vakcentralen waren verdwenen en hier gepoogd werd een copie van het Duitsche Ar- beidsfront in te voeren, is van de zijde van de ambtenaren een plan uitgewerkt, om zoodra Nederland weer vrij was, te kunnen starten met een nieuwe regeling, die gebaseerd werd op normaal werk met normaal loon.

Zoodra Nederland in het Zuiden werd bevrijd en voor alle arbeiders niet onmiddellijk in vollen omvang normaal werk aan- wezig was, is men begonnen met den Rijksdienst voor de Uitvoe- ring van Werken. Na de geheele bevrijding van ons vaderland hebben de vakcentralen en de directie van de Werkverruiming (de naam was toen reeds gewijzigd), deze maatregelen verder uitge- werkt. Na betrekkelijk korten tijd was toen het algemeen beginsel:

„normaal werk voor normaal loon" aanvaard en kwam de vraag aan de orde op welke wijze het normale loon moest worden vast- gesteld. Men was het spoedig met elkaar eens, dat het collectief contract voor de bouwbedrijven (speciaal voor water-, spoor- en wegenbouw) de maatstaf voor de loonregeling moest wezen. Dit wil zeggen, dat niet zelfstandig een loonschema werd bepaald, maar dat de overheid de loonafspraken zou volgen die door de vertegenwoordigers van het vrije bedrijf werden gemaakt.

Echter bleek na verloop van eenigen tijd, dat de Rijksoverheid niet bereid was de consequentie daarvan te aanvaarden, ook al omdat met betrekking tot de loonvorming voor andere beroepen allerlei moeilijkheden te voorschijn kwamen, Door de vakcentralen werd wel onderhandeld met de directie van den D.U.W., maar het stond nietvast, dat deMinistervanSociale Zaken accoord ging met het resultaat dezer onderhandelingen. Toen de regeling der arbeids- voorwaarden gereed was en twee vormen van overeenkomsten (n.l, D.U.W. I, voor de arbeiders die dit werk verstonden en D.U.W.

II, voor hen, die vanwege lichamelijke gesteldheid of andere oor- zaken niet in staat waren het normale loon te verdienen) waren tot stand gebracht, kwam de Minister met den eisch, dat onder- scheid gemaakt moest worden tusschen civiel-technische en cultuur- technische werken. De eerste liggen op het terrein van het bouw- bedrijf, de tweede op het gebied van den landbouw. De loonen van de arbeiders waren wel een heel stuk omhoog gegaan, maar hadden geen gelijken tred gehouden met die der bouwarbeiders, waardoor bij de landarbeiders de neiging ontstond om naar den D.U.W. te gaan en aldus den landbouw te ontvluchten.

76

(11)

Er waren twee mogelijkheden om dit euvel weg te nemen: of de loonen der landarbeiders gelijk te maken met die der bouwarbei- ders, of het beginsel van de C.A.O. voor water-, spoor- en wegen- bouw voor de landarbeiders te laten vervallen. De Minister koos het laatste en gelet op de positie waarin de vertegenwoordigers van de vakcentralen gekomen waren, moesten zij zich wel schikken in de beslissing van den Minister. Door het vaststellen van een woon- plaatstoelage voor de z.g. stadsarbeiders werd het bezwaar aan de toonregeling voor de cultuur-technische werken verbonden, onder- vangen. Op deze plaats heeft het geen zin om hierop nader in te gaan en volstaan wij met het feit, dit te constateeren.

Herhaaldelijk bleek, dat, hoewel de onderhandelingen tot een gunstig resultaat hadden geleid, de Minister enkele malen ingreep om de overeengekomen arbeidsvoorwaarden te wijzigen. Dit ge- schiedde o.a. in een besluit, waarbij de accoordloonen zonder over- .leg met de vakcentralen werden verlaagd en bij de stopzetting van de D.U.W.-werken in Drente, met het gevolg, dat groote groepen van arbeiders naar de overbruggingsuitkeering werden verwezen.

Een andere moeilijkheid ontstond in de noordelijke provinciën, toen de instanties, met gezag bekleed, tegen de uitspraak van de Rijksbemiddelaars in, lagere loonen bepaalden, terwijl eerst maan- den later maatregelen werden genomen om het gederfde loon uit te betalen. Voorts kwamen er allerlei moeilijkheden te voorschijn door de vorstperiode en het minder uren werken per week door de korte dagen in December—'Januari, die, gelukkig, werden opgelost.

Reeds in Juni 1945 werd de Centrale Contact-Commissie weer in het leven geroepen, waarin naast de vertegenwoordigers van de drie vakcentralen ook twee vertegenwoordigers uit het bouw- en landbouwbedrijf werden opgenomen. De bijeenkomsten werden ook bijgewoond door een vertegenwoordiger (s) van de Neder- landsche Heide Maatschappij. Onder leiding van de D.U.W.-di- rectie werden enkele moeilijkheden met de Heide-maatschappij be- sproken. Een commissie stelde nauwkeurig vast wat civiel- en cultuur-technische werken waren. Naast de z.g. Centrale Contact- Commissie werden ook de provinciale contact-commissies in het leven geroepen, waarin de vakcentralen hun vertegenwoordigers benoemden. Regelingen werden getroffen om op de groote werken vertrouwensmannen te benoemen.

In de afgeloopen jaren waren er verschillende moeilijkheden,, die o.m. verband houden met het feit, dat bij de leiding op de werken nog niet geheel de z.g. „zorgsfeer" was verdwenen, den onwil bij sommige arbeiders om in accoord te werken, terwijl hier en daar door de mannen van de E.V.C, stakingen werden gepro- clameerd. Een kleine commissie heeft de tarieven bestudeerd, zoo- dat ook de vakorganisatie een inzicht kreeg in de wijze waarop de tarieven bepaald zijn.

Voor het loslaten van de gedachte der werkverschaffing zijn we dankbaar. Maar alle moeilijkheden zijn nog niet verdwenen. Op het tijdstip, waarop dit hoofdstuk geschreven wordt, zijn de loon- 77

(12)

regelingen nog niet definitief vastgesteld, hetgeen een voortdu- rende bron van moeilijkheden is.

Ten besluite.

Dit twintigste verslag bestrijkt een periode van vijf jaren. Het was een tijdperk van beproeving. De christelijke vakbeweging scheen ondergegaan, maar zij is, dank zij Gods goede gunst over ons, opnieuw voor het voetlicht getreden. Wij waren met onze organisaties in Gods smeltkroes, opdat we gelouterd zouden wor- den. Met de verschijning van dit verslag klimt onze bede tot Hem, die ons zoo zwaar beproefde, of deze loutering blijven mag, opdat wij, nog meer dan vroeger, ons bij al ons doen en laten mogen laten richten door den eisch van Zijn Woord.

Christelijke vakbeweging vordert verootmoediging van leden en leiding. Wel mocht secretaris Fuykschot in het negentiende verslag met ons Wilhelmus getuigen: „Standvastig is gebleven ons hart in tegenspoed". Deze standvastigheid was genade van God.

Het verslag is veel meer beschrijvend dan vroeger, 't Geeft wei- nig documentatie-materiaal, en daarom is het, ook al omdat het geen dik boek geworden is, leesbaarder.

De papier- en geldschaarschte is oorzaak, dat de oplaag veel kleiner is dan anders.

De nieuwe periode, die we met het jaar 1945 na de bevrijding zijn ingegaan, is van groote beteekenis voor de plaats en de taak der vakbeweging. Er moet gebouwd worden aan een rechtsorde van den arbeid. Terwijl er gebouwd wordt, mag niemand het werk neerleggen, maar dient ieder met trouw en ijver alle krachten in te spannen. Ieder met zijn eigen gaven op zijn eigen plaats.

Dan zal het zijn zooals in Nehemia 2 staat: ,,God van den hemel zal het ons doen gelukken en wij, Zijne knechten, zullen ons op- maken en bouwen".

Het doen gelukken hangt af van den God des hemels, en daarom zal ieder christen zich opmaken en bouwen!

J, SCHIPPER, secretaris.

(13)

DERDE DEEL

*

VERSLAG

VAN DEN PENNINGMEESTER

(14)

Verslag van den Penningmeester.

A.

Het is met groote vreugde en dankbaarheid, dat wij ook hier gewag maken van onze herkregen vrijheid. Het is een voorrecht en een genoegen, dat wij weer in 't openbaar onze cijfers kunnen pu- bliceeren.

Anderzijds is het met droefheid, dat wij ook hier herinneren aan het heengaan van vriend W. de Jong, die tijdens de verslagperiode penningmeester was, doch de hierachter opgenomen cijfers niet meer heeft kunnen samenstellen.

\Vij gedenken hem in eere!

De verslagperiode is buitengewoon moeilijk geweest.

Na de bevrijding kon financieel een begin worden gemaakt, doordat wij de beschikking hadden over een bedrag ad f 24.791.84, afkomstig van de illegaal door onze trouwe leden bijeengebrachte gelden, alsmede van buiten eigen kring ontvangen bijdragen en giften.

Voornoemd bedrag hadden wij gaarne willen reserveeren voor algemeene doeleinden. Gezien het tekort ad f 17.698.56, hebben wij gemeend dit bedrag van het saldo van de Illegale Kas te moeten afschrijven.

Veel beslommeringen zijn er geweest met betrekking tot de ver- deeling van de goederen uit den N.A.F.-boedel. Diverse roerende goederen zijn in het jaar 1945 aan de organisaties ter beschikking gesteld, terwijl in het jaar 1946 met de verstrekking kon worden doorgegaan. De uiteindelijke verdeeling van de resteerende goe- deren heeft nog niet plaats gevonden.

De waardeering van de vordering op de Liquidatie-Commissie van het Nederlandsche Arbeids Front heeft ons langen tijd bezig gehouden. Volgens een door den Regeeringscommissaris uitge- bracht rapport zal de uitkeering hoogstens 80 % kunnen bedragen.

De vorderingen hebben wij voor de volle 100 % op de debetzijde van de Balans opgevoerd, doch voorzichtigheidshalve meteen weer 50 % afgeschreven. Totdat de liquidatie van het N.A.F, definitief haar beslag zal hebben gekregen, zal elk jaar opnieuw worden bezien, welk percentage van de oorspronkelijke vorderingen ge- reserveerd zal moeten worden.

De vordering van het vroegere „Fonds tot subsidieering van de Besturenbonden" is in de Balans van het C.N.V. opgenomen. De verhouding van de Besturenbonden ten opzichte van het C.N.V. is eenigszins gewijzigd, doordat reglementair niet langer een vast bedrag van de contributie voor de Besturenbonden wordt vastge- steld. Intern zal zulks in de administratie van het C.N.V. echter wel blijven geschieden.

De vordering van het voormalige „Fonds U.S.U. (Weerstand.s- fonds)" is eveneens in de Balans van het C.N.V. opgenomen. Na- dat deze vordering zal zijn vereffend, kan t.z.t. door de Algemeene 80

(15)

Vergadering aan de gelden een nadere bestemming worden gege- ven, b.v. storting in een pensioenfonds of ten behoeve van een sociaal-economisch bureau.

Wat het „Centraal Beleggingsfonds der Christelijke Arbeiders- beweging" betreft, hebben wij de „Deposanten" voor 50 % ge- waardeerd, in verband met onze reserveeringspolitiek ten opzichte van den N.A.F.-boedel.

De vordering van de „Stichting Pensioenfonds" op het „Cen- traal Beleggingsfonds" hebben wij voor de volle waarde opgeno- men, doch meteen hierop 50 % gereserveerd.

De naam „Fonds tot Exploitatie van Vacantie-Tehuizen voor de Christelijke Vakbeweging", waarvan eveneens een Balans met Verlies- en Winstrekening wordt aangeboden, hebben wij voor- loopig nog gehandhaafd. De post „Gelden van Derden" is niet opnieuw opgevoerd, daar deze gelden door meerdere organisaties reeds geheel of ten deele waren afgeschreven en het Vacantie- Oord een dergelijke schuldenlast niet kan dragen.

Ten aanzien van het „Centraal Fonds tot Credietverstrekking aan Exploitatiën van Eigen Gebouwen" hebben wij eveneens voor- loopig den naam gehandhaafd. De„Opgenomen Gelden" hebben wij op 50 % gewaardeerd, in overeenstemming met de waardeerino;

van de vordering op den N.A.F.-boedel.

De aflossingen ex-N.A.F.-boedel, die wij na de bevrijding hebben ontvangen, hebben wij als reserve tegenover onze vordering op- genomen, behalve voor het „Centraal Beleggingsfonds", waar eveneens reserveering van renten en huren heeft plaats gevonden.

Wij hopen, dat in het volgend jaarverslag positieve cijfers over de liquidatie van den N.A.F.-boedel kunnen worden verstrekt.

B.

Ten aanzien van ons T.B.C.-fonds „Draagt Elkanders Lasten"

vermelden wij nog, dat in de verlies- en winstrekening zijn opgeno- men niet alleen de gelden, die in 1945 werden toegestaan, maar eveneens werd rekening gehouden met de aanvragen, die in 1945 zijn binnengekomen en waarop in 1946 een uitkeering is gevolgd.

Voor het overige verwijzen wij naar de hierachter volgende financieele verslagen.

P. KONING, Penningmeester.

81

(16)

§

VO 1-H CM CMVO

— i 00 CM O CM CM VO OO

00 I CM 1^

CO O~

ON O

J W P W£

0 0 ON ON CO CO

0000oo

CO CO

g

f-oo oCM ^ O C M V O

oo —i t- co cor--

00 CM O N r - j o c O

ON r-- i-i 06

' TP vo oo in

> •* *.

-H OO

. ON ON f. VO CM i

u-a

C . 3

S5 '

UH U

-Ou uo

UH

a<u DB

! M <-t-H

ig • <

ir * -s

!«s: |

lis s

t 2^3 ^

rS ö s

IU> Ü ooo

VOI-H CM CM VO

CM CM ON CM

CO CO

CO

inCO 00o cn

o

• r— in oo ON o oo vor~ in "*

^H CM CO O O CM . in CM ON ON ONO

co •* co r- co oo

* 00 vo ON r— * CM ..-H 00 T-l

• <+H

in ON

OO T-H

t— in

CO ON

T— 1 ^

ONO

2

O

^o

1

1

i— 1 r— 1 T— i

MH i i ON VO CO ON .-H 00

ON oo co co ON ^

J..&ÏÏ . . . .

O G G

,O '_«.) *

,'S .

J3u .a

' °l

"ö"o

1 :

Ö. • g-g,

•a-a-o g „.S £P

k c

>UUH«W£ mQO

' -' - C 3 •- ÖT3 § Ih5_l UH

82

(17)

o\^"*

IH

Si

i-J U

« ,8»

w Q

pq "i

£ a

0 2

E,.-, o ,*>

> w

E'S

S >

p M s °

M P

SK w ö

S «U 4) l

vO

°°N

in VO

* m

VO

VO t<1-H O VO

o m vo >-<' oo in o\ 01 u . o^ in co vp

CÓ i-H

m

a . Sa»

W *WG

'l 'l

Isgl H ö "

c > QQ.T1

-

COco

CM

00

oTo

^ c^

VO I 00

invo co

oco

VO VO

oo r^ o oo t^ oo o o ooo oinm in

(18)

r

Specificatie onkosten Besturenbonden Uitgaven:

Bestuursvergaderingen . . . f 957,91 Ledenvergaderingen - 1. 37,06 Andere Vergaderingen - 1.024,62 Drukwerk en Kantoorbehoeften . . . - 3.677,04 Propagandavergaderingen . - 3.212,70 Diverse propagandakosten . . . 2.126,41 Onkosten Secretarissen . . . f 7.758,33

Terug ontvangen - 160,09

7.598,24 Onkosten Penningmeesters . 226,84 Diverse Onkosten 355,43 Reiskosten - 241,02 Onkosten Samenwerking . . . - 549,—

~ 21.179^7"

Inkomsten:

Illegale Kas . . . .• f 710,86 Diverse Inkomsten . - 277,70 Collecten - 1.287,49 Diverse Bijdragen - 1.325,13

Saldo (zie Verlies- en Winstrekening C.N.V.) . . Toelichting

3.601,18 17.578,09

Balans C.N.V.

Vordering N.A.F.

C.N.V. f 145.336,90

U.S.U - 444.992,04

B.B. 31.838,86

f 622.167,80 Liquidatie-Commissie N.A.F, ƒ 5.820,08

Betreft ontvangen renten en huren vóór l-5-'45.

De Rekening-Courantsaldi van het Centraal Fonds Eigen Gebouwen en van het Vacantie-Oord hebben betrekking op ontvangen renten en huren ex N.A.F.-boedel.

Verlies- en Winstrekening C.N.V.

Financiering Organisaties f 825,83

Betreft het nadeelig saldo van de door de organisaties betaalde vrijwillige bijdragen eenerzijds (zie specificatie), en de door het C.N.V. betaalde bedragen aan de organisaties, de onkosten van Centraal Bureau N.H., C.N.V. Zuiden en Bestuursraad Friesland anderzijds.

Ten laste van deze rekening is geboekt 1/3 deel van de onkosten van het C.N.V. gedurende de periode 8/5-31/12 '45. Voor de salarissen van be- stuurders en personeel werd een berekening gemaakt. De overige onkosten- posten vormen dus 2/3 deel van de in totaal gedurende voornoemde periode gemaakte onkosten.

84

(19)

Lectuur f 237,98

Omvat bibliotheek, tijdschriften, enz.

Reiskosten f 4.093,27

2/3 van totale kosten . . . . naar B.B. . . . . • • • naar D.E.L. . . . • • •

Salarissen D.B. ƒ 3.902,26 Totaalbedrag . . . . • • naar Financ. org. . . • • naar B.B

naar „De Gids"

naar „D.E.L."

restitutie . . . . • • • •

Salarissen Personeel f3.843,65 Totaalbedrag . . . • • • • • naar Financ. org. . . . • • <

naar D.E.L

f 2.000,—

- . 750,—

f 6.483,27

f 1.900,—

- 2.000,—

- 1.000,—

- 1.250,—

2.750,—

f 10.052,26

6.150,—

'f 1.972,96 - 1.480,—

f 7.296,61

- 3.452,96

Stichting van den Arbeid ƒ 12.000,—

2/3 deel van geschatte contributie ad Contributies Organisaties ƒ 53.980,86 Totale aanslag 3e kwartaal . . • naar D.E.L. V» deel

f 71.974,49 - 17.993,63

f 4.093,27

f 3.902,26

f 3.843,65

f 53.980,86

Vrijwillige bijdragen Organisaties voor Algemeene Financiering Landarbeiders . •

Verzekeringsagenten Postpersoneel . . • Metaalbewerkers .

Fabrieks- en Transportarbeide s Sigarenmakers . .

Bouwarbeiders . . Spoorwegpersoneel Textielarbeiders . Ambtenaren . . • Houtbewerkers . . Mijnwerkers . . . Kantoorbedienden . Werkmeesters. . • Grafische arbeiders

14.000,—

100,—

500,—

- 10.000,—

- 3.000,—

460,—

- 12.000,—

- 1.500,—

- 1.000,—

- 1.000,—

250,—

434,10 506,08 188,80 - 1.000,—

f 45.938,98

85

(20)

vo

25

•£

f3

rt

M

^<y

a

•£*«

n)

|J

Lkanders

M tt c3ÏÖ

Q$H

i

tno

«MU l/lo

3o jzw Hs

«3 d

S

— <

PQ

-

OO CO Os O

**! ^X ^"""i

oó" t^" CO O O r)< f- O CO O

-i r 1"-! P

oó ro •-<.-< in

'S1 vo •*

oom

CO CO

. •* coCM mvo in

'^2

'«•M 1

2?

O

•3 ' *

*t3 * * 41O . . fU

'» * * fe * *

^ * ^

Iwl

vo c

Os O O

vom >o m oo os oomin min CM

H-I i i

* £L(

. .^

^ . . "w

w

* * ö

* * S

G." 8

ll-s §fs

*Ö ca 3 (UJ«! o1

(-1 ca.y UNJ

>) c

• r i i i

B

o o o o oo o o oo o o o

• in oioo oö

<— 1 T-H r— l

T3 <+H 1 1 1 1 U

<j ! ! . ' . ' §

^ G ' * :S

ÖD ^ . . .'43

•S T3 . .(2 S2 ug ^3^ . . 00

""rt ^ G * C3 '2

™ .3 U C3 (u 4> ÏH OO * 'C 4->

T3 O (U S u

cu ai Ö <q G w

Ö S W1!? -S "o O

ütów^p^

4 t~- CO Os .^- ,7* 1^

00 O3 ^ OJ CD O

r? ö <N

o in I-H

*-M

• O CM

in oo

OS T^

'8cN

* CNI r*- . ^

*^-i i

* » »

v- Hu . .

•O

1-CH ' M

'< ' O ó

g: *^

»^ ^

W) * tó G **—'

"*-( t^ K.*

*^ "5c

g «t5

O Os CO 00 t^- CO O CN .-t

—J Os Os O

1-1

v« . ,

• 00 • G

* ' S '

C/5

'M % •

§"3 *

U G .

|a •

W £J C

rs1 2 Ï3

"^3 O 4) M W +-•

ra o J3 J2 O M

•>* L

mco

S

I-H

1 f

inCO in

^^

*4-4

86

(21)

W1

3! i

Q

^r^

in S

•vH

%B?

4)

'S'H

H

w

"O

canders Lasten" ovei

S

•4-J

Sf

rt

SH

Q

UI

"H

d

<2ti

ai

l-H3 U wp

£

M

•*-»W i-|

d

S

60d d«

•s ö

UI

£

d

s

UIw

•1-4'S

£

o o e n m i n o - ^ e n p i n en^voinoMnvoins oX o oo en''o'oo"'rnKr^'eo CN osooosininooinen en r^ Os\q e|t-it*

en cj t^ I-H c^

r-- --i

<4H 1 1 1 ' ' ' ' '

+ ^

. \ .

. . . - • • • . . S

. .'i

• • ö • ' •.23

C • 60 • ' ' d * '

|-*Bi:I:a

S l è o S Sög 5 s ^

s a s ^ - s l ö ö a

w^3-d g'g^K S ^ ^

söëpKüoSS

' ' Ó

en S o^ ^ r-- ^ - o^

S" §S S . ^ ^ 5 «^

CN ^ ^

1 *4H

W i i voos osvn —<

TJ-OOOSO I ^ ° , S 1 Lfici«^10.'^

os S en ^ in L R ^ i ^ '- 0-0ino-Tvovo

^.s^ffï: Is^SI ^ ^ ^ 2 ^ ^ ^

ooc^iScNin ^ SS -ï in ^< i— ' i—i r-t i— •

<+« i ' ' ' ' '

U^ 1 1 1 1 <+H 1 ' . . .

. * *

: . . . • • i • * ! : : . : ; . . . 3 * ••$ • • • •

4J . » O * * ' * * . . . . . ' ^3 J3

• • • § * « ^ ' * g ' Ë (ï • ti B • *-a •

<-, » « • » * H •« 3

•^ • • • 75 o . 9 o « « 8 ö c . . . c JB 3" «5

M C* ^ C V ' * S M « d ' M W ' * o S

liiifff:!!-: -i « i -«s -^1 M9tiffil«fl| .§> s«s-s -SAS

'S 1*1^ 1* l88ll

w

l l l l J l f Ë llllIllTlSII ^ 5i«afipp:&sp 1

T— l

"Os

irT*O p~

06OS

*-M

CM i i i l vom <-<

vo 1 1 1 1 ^H en in oo^ocsocj om in e n o o o o men ^o v o o o o o d m t~

oi oóö ö •* TJ< oó

r— t I— t OO 1—1 OS 1 1 1 l 1 M-i 1 '-M

_ U Md p.

d 60 ' * ö

££> •§

•8^ 'S 'ö S» &

Kerstgeschenken Pa Uitbreiding „Nieuv Filmdienst . . . . Collectemateriaal Woningverbetering ° Saldo

(22)

Ig L 8.

O i—i O t—

S

oo b-—J CN OO

. . .*J 00

<N p~

S?

T—f

t-^00

00o o

o o . .-ir-.or-

»> 13 G

sl |1

-cf7 -Q ^

(U " O U T3ï> i—i i—i

±t rt rt

<N

t-^

c-~oT

I-H

t-^00

::!

?|3•?e

&) r* i>

(23)

Ü Ü

wPQ

HH

^

^

S 1 *l— (

JW Hto i — i UK

U

Q K «

IrT

»5 K

a i

W =

.NTIETEHL alans per 1

<q pq

l^j<;

K^

§

H

s

^t— c

O

XU H OH in

Q

J?H

O

os oo r^

co in^ o^

^ S S co ^s* S- .-H ei có co co o

, MH

• OO O . ^0.^1 . O CO CO r-<

' >-< — ' in . CO rP

* <+H 1

. .'. *

J3

c£ • . g

S ; ; o

"3 co

•o • • -u

JD 4J

'. * • in

^1 • • al

3* J • 'S 6> r3

>• « "

Ö - - w °°

« g-.S W tóW^ "o

*•!

t- o t- coco •&

o >-H r^- oi i-5 vo vo

<+H l HH

u

I

W) d

. . dS

• • M w

: : |

d4) VI

• • 1

—^ ö ***

•o 2

*° oo §

fc 00 J G g §

*M

c1^ -o ^tH J7]

>U

CO CO

"i <"!

co co co co

'~t r~t

4-1 i, ,

.

t

,

*

'

,

*

*

*

*

; .t-i

CO 1 O CO

"t L°l °°,

Os OO ro —H

>— * j— t

M-t 1 1 M-l

. . .

* * *

• • •

. . .

. . .

. . .

*! '. !

• • •

* * *

* * *

* * *

* * *

* * * u * »

H • •

rt *•»

t/lN| rt . tn

<>^

(24)

'

g

t— 4

ÜW

1

I"H

m S

hH

m p

ö

[STELIJKE ARBE ari 1946 x> w K g ffi rt U ^

« T!

w S p »

oo cP .3 K *

o w fe

CO

Ü

^&

ÜÜ

J

U

m

£H

F—4H U

in 1-^0 1

o" o"

OL3 O 00 Of- 5

<-(- 00 00 CM CM O O

s; s

§8

CM CM MH 1

^p

. o^

.Oin

"u .-a4)

. Ojp .öj

G <

SiK

prt W C/ï f>

O *HX 4)

; CM

H r- ( 1 4 1

1 1 <N 1 1 ON

§O CMO 00 O O CM

~£> ^o in

Mi l <-H

-> o

• 0^- . 0

taaiverstrekkers . rve N.A.F.-boedel 5 rve oer 31 Tuli 1941

'*? ï> fij

00 i—( t^-$COS

irToó'o^

vo •* ^

in ON ON O 00

T— 4

1 1 1

s • • s ' .

M £

m ^ •

J3 4)o .

1

feg

i -a

<"?

^P x <£,

^;fc

°^ "ï

O ö"^

rve N.A.F.-boedel 5 serveerde aflossingei serveerde renten ex

U 4> 4>

(•-

CM

in1 COCO

oin

•*

M-(

f ^ W t - ^ W « W ^ ^

4 J i i > r t < \ ) < u & > w w

Ptó W K KK ÜÜ

or^•sji OO^

o~ocT

^ oo^00

^^

*N*

U-t 1

.' ; • •

* *

* 4

4 .

* *

* •*->

^> «

-d SA) ^j

•fö

0 0

PJ g1

<'2

K^

-S«

A Ï ^^

W >u

90

Ü

-

r~-CM

irTCO

CO

O

s

UH

H d

w

Q

P !

w ö o o,

a

H

u

l— C

H

m roON ON ON ON

inCM

£oq ONro CM

<-M

(Nin

£oo ONco CM

inCM

ON"

t^~

00 ON COCM

m ü

_c00

&>n

l

(25)

ADRESSEN VAN HET C.N.V. EN DE DAARBIJ AANGESLOTEN

ORGANISATIES

(26)

Christelijk Nationaal Vakverbond in Nederland (C.N.V.) Bureau: Stadhouderslaan 45, Utrecht. Tel. 11552, Postgiro 204608:

Aangesloten organisaties:

Algemeene Nederlandsche Christelijke Ambtenaarsbond Bureau: Galileïstraat 28, 's-Gravenhage, Tel. 336125.

Christelijke Bond van Belastingambtenaren Bureau: Heemraadssingel 163, Rotterdam.

Nederlandsche Christelijke Bouwarbeidersbond

Bureau: Kromme Nieuwe Gracht 22, Utrecht, Tel. 18706.

Nederlandsche Bond van Christelijke Fabrieks- en Transport- arbeiders

Bureau: Pieter Bothstraat 8, 's-Gravenhage, Tel. 771144.

Nederlandsche Christelijke Grafische Bond Bureau: Valeriusplein 30, Amsterdam, Tel. 93279.

Bond van Nederlandsche Christelijke Houtbewerkers, Meubel- makers, Behangers en Aanverwante Vakgenooten

Bureau: Adriaan Pauwstraat 22, 's-Gravenhage, Tel. 552698.

Nederlandsche Vereeniging van Christelijke Kantoor- en-Handels- bedienden

Bureau: P. C. Hooftstraat 171, Amsterdam, Tel. 22501.

Nederlandsche Christelijke Bond van Arbeiders en Arbeidsters in de Kleedingindustrie en Aanverwante Vakken

Bureau: Rodenrijschestraat 22a, Rotterdam, Tel. 40610.

Nederlandsche Christelijke Landarbeidersbond

Bureau: Kromme Nieuwe Gracht 50, Utrecht, Tel. 21158.

Christelijke Metaalbewerkersbond in Nederland Bureau: Koningslaan 10, Utrecht, Tel. 21297.

Protestantsch-Christelijke Mijnwerkersbond

Bureau: Burg. Chr. de Hesseleplein 26, Heerlen, Hel. 4412.

Nederlandsche Christelijke Bond van Personeel in Publieken Dienst

Bureau: Heemraadssingel 163, Rotterdam, Tel. 30795.

Christelijke Bond van Politieambtenaren in Nederland Bureau: Valeriusplein 30, Amsterdam, Tel. 93279.

Nederlandsche Bond van Christelijk-Protestantsch Post-, Tele- graaf- en Telefoonpersoneel „Door Plicht tot Recht",

Bureau: Asterstraat 32, 's-Gravenhage, Tel. 338961.

Christelijke Bond van Sigarenmakers en Tabaksbewerkers in Ne- derland

Bureau: Boven Nieuwstraat 28, Kampen, Tel. 568.

Protestantsch-Christelijke Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel Bureau: Kromme Nieuwe Gracht 39, Utrecht, Tel. 20868.

92

(27)

Nederlandsche Vereeniging van

Bureau: Kromme Nieuwe Gracht 50, Utrecht,

Nederlandsche Centrale Bond van Christelijke Arbeiders (sters) werkzaam in de Bedrijven van Voedings- en Genotmiddelen Bureau: Mathenesserlaan 299, Rotterdam.

Nederlandsche Christelijke Werkmeestersbond Bureau: Kromme Nieuwe Gracht 50, Utrecht, Tel. l

93

(28)
(29)

INHOUDSOPGAVE

Blz.

3 Woord vooraf

Eerste deel

In het proces der nationaal-socialistische gelijkschakeling

fc' Komende gebeurtenissen werpen hun schaduwen vooruit 7

TT De slag valt J • : 1Q

Maatregelen van het moderamen na den slag IJ*

III Het contact onderhouden 26 IV In handen van de Gestapo

V Overleg met anderen in oorlogstijd - M VI Twee rapporten

Tweede deel Bouwend in vrijheid

RvtSdTw:!! H»; 37

es lands (39). - Ex,„„e e„ ,„- terne bezwaren (40).

met gewijzigde statuten en re-

^3'ï ~

personeel >)• Brabant (45). — Voorzitter Sta-

^,U^^^^g ftj. J Instellingen

pelkamp ^°/' E te algemeene vergadering na en fondsen n / / - ^

de bevrijding (47). ^

III Onze dooden • 4g

IV Organisatorische aangelegenhede - 49 V „De Gids" '". ' " c- VI Van velerlei en ve^oordge^rbeui ^^^• -

SLC3 na Raden van Arbeid (56). - Overbrug- emiddelmg Kade ieerenden ( 5 7 ). _ Sta-

r - e n ' - ^ r i c h U n g n i n . b e ^ weging

IX Stichting van den Arbe.d f-

(30)

X Het loonvraagstuk 68 XI Fonds tot bestrijding van de Tuberculose ,,Draagt Elkan-

ders Lasten" 70 XII Liquidatie van het Nederlandsch Arbeids Front 72 XIII De Rijksdienst voor de Uitvoering van Werken

„D.U.W." 75 Ten besluite 78

Derde deel

Verslag van den penningmeester 79 Adressen van het C.N.V. en de daarbij aangesloten or-

ganisaties 91

(31)
(32)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De waarde is pro rata de tewerkstellingsbreuk en pro rata voor een werknemer die tijdens de referteperiode in dienst van de werkgever is getreden of hem heeft verlaten2. Kosten

Die hoge opzeggingstermijnen hebben overigens niets te maken met onze Belgi- sche wetgeving en dus al helemaal niet met het daarin voorziene onderscheid tussen arbeiders en

In een artikel over Traven schrijft Souchy dat hij tijdens de Spaanse Burgeroorlog Traven een brief schreef in verband met Spaanse vertalingen van de romans van Traven

Het begrip loon moet in de ruime zin worden geïnterpreteerd, conform de geest van de voorbereidende werkzaamheden van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het

Oudste zoon Berend Jan trouwt te Groningen met Jacoba Dekkers en krijgen 1 kind en vertrekken in 1849 uit het kolonisatiegebied en vestigen zich te Paramaribo.. Zij krijgen daar

De werkgever die een werknemer tewerkstelt, die hetzij op ondernemingsniveau, overeenkomstig de op afspraak berustende procedures die in de onderneming van kracht zijn,

NAAM + Voornaam werknemer

Het bedrag van de SLV wordt berekend voor het beschouwde kwartaal voor de hypothetische onderneming (met arbeiders van loongroepen 2 tot en met 8) en vervolgens omgezet