• No results found

Moeten er nog arbeiders, bedienden en ambtenaren zijn?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Moeten er nog arbeiders, bedienden en ambtenaren zijn?"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Open forum

Moeten er nog arbeiders, bedienden en ambtenaren zijn?

‘Parler vrai als credo’, vanuit deze ingesteldheid lanceerde het VBO bij de jaarwende een bijge- werkte versie van haar (reeds in 2004 opgesteld) economisch relanceplan ‘Strategie 2010’. Dit docu- ment droeg de weinig verhullende titel ‘Groei en jobs: taboes overboord’. Vanuit eenzelfde ingesteld- heid gebruikten de media de voor zichzelf spre- kende headline ’30 000 ambtenaren te veel in België’ om een van de vele strategische VBO-aan- bevelingen rond ‘minder overheid’ voor het voet- licht te brengen. Een schot in de roos, zo bleek, voortgaand op de stroom reacties onder de vorm van lezersbrieven en vrije tribunes.

Het onderscheid arbeiders, bedienden, ambtena- ren is niet alleen voor ons arbeidsverhoudingen- systeem en ons arbeidsrecht een belangrijk gege- ven, ook op de arbeidsmarkt speelt dit onderscheid nog een belangrijke rol. De ambitie om dit onder- scheid weg te werken is een evergreen in vele re- geringsverklaringen of gemeenschappelijke verkla- ringen van sociale partners. Het ‘parler vrai’ van het VBO leek ons een gepaste voorzet om eens te gaan kijken hoe dit onderscheid zich op de arbeidsmarkt vertaalt. In de bijdrage ‘Statuten in beweging.

Over blauwe kielen, witte boorden en grijze mantelpakjes’ gaan Wim Herremans en Hann Thoné na hoe de belangrijkste arbeidsmarkttrends van de voorbije tien jaar zoals feminisatie, vergrij- zing, toenemende scholarisatie, flexibilisering en tertiarisering zich, al of niet op verschillende wijze, manifesteren binnen de arbeiders-, bedienden- en ambtenarengroepen.1

In zijn analyse over het overheidsoptreden stelde het VBO onder meer: “Wat echter opvalt is dat in ons land, waar ontelbare adviesorganen en profes- soren zowat alle maatschappelijke vraagstukken

grondig bestudeerd hebben, deze laatsten nooit echt een punt gemaakt hebben van een internatio- nale vergelijking van de kostprijs van onze publie- ke sector. Misschien is dit toeval, misschien ook niet.” Deze vaststelling legden we voor aan enkele collega’s van het Leuvense Instituut voor de Over- heid. In ‘Achter de cijfers. Aandachtspunten bij het vergelijken van overheden’ gaan Wouter van Dooren, Nick Thijs en Miekatrien Sterck in op de beperktheden van zulke internationale vergelij- kingen. De titel van het onderzoeksrapport waarop dit artikel zich baseert is veelzeggend: ‘What you see is not necessarily what you get.’ Centrale stel- ling van de auteurs: er wordt veel vergeleken, maar de datakwaliteit is bedenkelijk.

Tevens schetsen Nick Thijs, Christophe Pelgrims en Annie Hondeghem in ‘Een nieuwe management- cultuur in de publieke sector’ de krachtlijnen van de Copernicus- (federaal) en Beter Bestuurlijk Beleid-hervormingen (Vlaams) waarmee recent de werkwijze en functionering van de overheid werd getransformeerd. De introductie van mandaatsyste- men binnen de overheid, zo besluiten de auteurs, hebben de ambtenaren anders doen denken en een andere taal doen spreken dan tien jaar gele- den. De hervormingen die nog aan de gang zijn, mogen wel niet in de retoriek blijven steken. De toekomst zal moeten uitwijzen of de management- autonomie zal gerespecteerd blijven en of er zal tegemoet gekomen worden aan het principe ‘let managers manage’.

In zijn nota stelt het VBO dat de overheid “naast een afbouw van het aantal personeelsleden ook een aantal niet-essentiële taken zou moeten uitbeste- den, andere taken efficiënter zou moeten invullen en de overstap zou moeten bevorderen van amb-

OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV / Uitgeverij Acco 1-2/2006 7

(2)

tenaren naar het bedrijfsleven.” In de bijdrage

‘Openbare diensten, hefboom voor een toe- komstgerichte aanpak’ geeft Luc Hamelinck2in een persoonlijke repliek invulling aan de opdrach- ten die de overheid zou moeten en kunnen waar- maken. Hij stelt een gebrek aan visie en ambitie vast over de toekomst van de openbare sector – hoewel openbare diensten hét instrument zijn om belangrijke maatschappelijke doelstellingen te rea- liseren – en zet een aantal toekomstsporen uit.

In de VBO-analyse is er, toeval of niet, één ‘taboe’

dat klaarblijkelijk niet overboord moet worden ge- gooid, het wordt toch niet aangereikt als een van de te remediëren knelpunten op de arbeidsmarkt.

Het betreft de zinvolheid en houdbaarheid van het onderscheid arbeiders-bedienden. Nochtans vormt de harmonisering een evergreen in het sociaaleco- nomisch overleg tussen de sociale partners én een aandachtspunt in de federale regeringsverklaring.

Ferre Wyckmans3brengt in ‘Bedienden of arbei- ders gewenst, een gekleurd debat’ een persoon- lijke reflectie over dit harmoniseringsdebat. Dit de- bat is niet gebaat met wat hocus-pocus-gehaspel of schrapping of verschuiving van enkele begrippen in de wet op de arbeidsovereenkomsten, zo stelt de auteur. Immers, als er vandaag een nieuwe wet zou geschreven worden, zou die ook een onderscheid in werknemersgroepen voorzien, andere dan van- daag weliswaar, maar zeker een onderscheid. Hij suggereert dan ook enkele andere punten en ambi- ties in de discussies over de harmonisering in te

brengen dan enkel de vervanging van het begrip

‘arbeider/bediende’ door ‘werknemer’.

Eén andere economisch belangrijke groep op onze arbeidsmarkt komt in dit Open Forum en in de VBO-nota niet aan bod: de zelfstandigen. Unizo stelde onlangs een representatief staal van Vlaamse zelfstandige ondernemers de vraag ‘Indien u alles kan overdoen, zou u opnieuw zelfstandige wor- den?’. Uit het persbericht dat Unizo daarover publi- ceerde, blijkt dat 76% van de ondernemers met spijt over hun vroegere keuze, nu zouden kiezen om werknemer in de privésector te worden. Achttien procent onder hen zou bij een nieuwe beroepskeu- ze opteren voor het ambtenarenstatuut. Voor de zelfstandigen lijkt het afschaffen van arbeiders-, be- dienden- en ambtenarenstatuten geen toekomstop- tie.

Peter van der Hallen Steunpunt WAV

Noten

1. Hierbij wordt dankbaar gebruik gemaakt van data die we verzamelden en analyseerden op vraag van het BBTK in functie van hun Statutair Congres van mei 2006.

2. Luc Hamelinck is voorzitter van ACV-Openbare Diensten.

3. Ferre Wyckmans is algemeen secretaris van LBC-NVK.

8 OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV / Uitgeverij Acco 1-2/2006

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De werknemer die gebruik heeft gemaakt van zijn recht op verlof om dwin- gende familiale redenen (maximum 10 dagen per kalenderjaar), heeft recht op een aanvullende vergoeding van

Vele vakbondsleiders en actieve leden, binnen of buiten het NW, die in de eenheid van de werknemers op zich zelf al he-t gewenste doel zagen, vreesden dat hun doelstellingen niet

NAAM + Voornaam werknemer

- De sector en zijn fondsen willen inzetten op de ondersteuning van kwaliteitsvolle loopbanen (duurzame inzetbaarheid, werkbaar werk, leidinggeven) en hebben hierover

De werkgever die een werknemer tewerkstelt, die hetzij op ondernemingsniveau, overeenkomstig de op afspraak berustende procedures die in de onderneming van kracht zijn,

Zoodra Nederland in het Zuiden werd bevrijd en voor alle arbeiders niet onmiddellijk in vollen omvang normaal werk aan- wezig was, is men begonnen met den Rijksdienst voor de

» Bij annulatie op de 3de werkdag of minder dan drie werkdagen voor aanvang van het programma of niet-naleving van de overeenkomst of stopzetting van de opleiding wordt het

Wanneer men uit noodzaak van de dienst verplicht is om de dagelijkse en/of wekelijkse rust, te nemen buiten de woonplaats of buiten de in de arbeidsovereenkomst voorziene