Vraag nr. 90 van 17 januari 2002
van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE Carwash Kontich – Afvalwater
Een tijd geleden rees er een probleem met de car-wash aan de Mechelsesteenweg in Ko n t i c h . D e z e carwash is gelegen aan de rand van een natuurre-s e r v a a t , waar de Bauternatuurre-sembeek loopt. Het wanatuurre-s echter in deze beek dat het afvalwater van de car-wash werd geloosd, waardoor het oppervlaktewa-ter verontreinigd werd en het waoppervlaktewa-ter de kleur kreeg van de roze shampoo die door het bedrijf gebruikt werd.
Een oplossing zoeken voor dit probleem is echter niet zo eenvoudig, omdat er geen riolering ligt aan de straatzijde van de carwash, echter wel aan de o v e r k a n t . Daarom werd een studiebureau aange-steld om te onderzoeken welke oplossing kon wor-den gebowor-den voor het lozingsprobleem van de car-wash.
De gemeente Kontich zou hierbij fungeren als tus-senpersoon tussen de uitbater en de hogere over-heid.
1. Wat is de stand van zaken in dit dossier ? 2. Werd er een concrete oplossing geboden voor
het probleem ?
3. Wie betaalt de kosten van het studiebureau ?
Antwoord
1. De bedoelde installatie beschikte oorspronke-lijk enkel over een tunnelcarwash van 30 à 40 meter lang. Aangezien door de exploitant was gesteld dat er via de te plaatsen waterzuivering veel waswater zou worden gerecy c l e e r d , is in de milieuvergunning – afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen in 1997 – voor de lozing van bedrijfsafvalwater de klasse 3-ru-briek tot 2 m3/u opgelegd.
Vermits aan deze zijde van de Mechelsesteen-weg geen riolering aanwezig is, maar enkel een b a a n g r a c h t , werden de algemene lozingsvoor-waarden "oppervlaktewater" opgelegd. D e z e baangracht mondt uiteindelijk uit in de Babbel-k r o o n b e e Babbel-k , en dus niet de BautersembeeBabbel-k zoals aangegeven in de vraag.
Het natuurreservaat waarvan sprake is, b e t r e f t een oude spoorwegberm in de buurt.
Na verloop van tijd werd echter duidelijk dat de waterzuiveringsinstallatie van het bedrijf niet naar behoren functioneerde. Toch werd de in-stallatie nog uitgebreid met een selfcarwash. Na herhaalde klachten werd op 28 januari 2000 een proces-verbaal opgemaakt door de admini-stratie Milieu-, N a t u u r- , Land- en Wa t e r b e h e e r ( A m i n a l ) , afdeling Milieu-inspectie. G e k o p p e l d aan dit proces-verbaal werd aan de exploitant een saneringsplan opgelegd.
2. Ter uitvoering van het saneringsplan heeft de exploitant een studiebureau aangeschreven. Door dit studiebureau werd gesuggereerd om het afvalwater naar de overkant van de Me-chelsesteenweg door te persen, waar wel riole-ring aanwezig is. De afdeling Wegen en Ve r k e e r heeft blijkbaar aangegeven dat een dergelijke onderdoorpersing mogelijk zou zijn.
Uiteindelijk heeft de exploitant deze optie niet in aanmerking genomen en besliste hij de wa-terzuiveringsinstallatie verder uit te bouwen tot een installatie die de normen "oppervlaktewa-ter" garandeert.
Tot op dit moment ontbreken officiële analyses van de toezichthoudende overheid om dit te be-krachtigen.
Er dient wel op te worden gewezen dat dit klas-se 3-bedrijf in de eerste plaats onder de contro-lebevoegdheid valt van de gemeente. Er werd dan ook contact opgenomen met de gemeente-lijke milieuambtenaar, die voornoemde stand van zaken bevestigde.
Ik zal de afdeling Milieu-inspectie, b u i t e n d i e n s t A n t w e r p e n , verzoeken om het effluent van het bedrijf opnieuw te analyseren in opvolging van het opgelegde saneringsplan.