U itn o d ï g i n g CM

ex

pre

ss

e

o o

CM

De zaak Lancée

De vaste Kamercommissie van Justitie heeft opnieuw overleg gevoerd met minister Sorgdrager van Justitie over de zaak Lancée. WD-woordvoerder Henk Kamp stelde vast dat het Openbaar Ministerie in Groningen de minister, vorig jaar, onjuist heeft geïnformeerd over het moment waarop in april 1996 werd besloten de toen nog van incest verdachte Lancée op Schiermonnikoog te arresteren. Over het ambtsbericht waarin over dit tijdstip werd bericht, werd niet naar behoren met de regiopolitie Groningen gecommuniceerd. Een reactie van de politie werd niet aan de minister doorgegeven. De woordvoerder noemde het niet acceptabel dat door het Openbaar Ministerie achteraf een wijziging in een reeds afgerond proces-verbaal van de politie is aangebracht. Hij heeft de minister daarom gevraagd na te gaan aan wie deze fouten moeten worden toegerekend. Politie en Justitie hebben destijds niet nelemaal onbevooroor­ deeld aan de zaak-Lancée gewerkt. Daardoor zijn fouten gemaakt waarover vervolgens te terughoudend informatie is verstrekt.

d o c u m e n t a t ie c e n t r u m

NEDERLANDSE POLITIEKE

TldFM

Uè VVD-fractie is van mening dat de minister de Kamer vorig jaar tijdens een overleg onjuist heeft geïnfor­ meerd over een intern onderzoek naar de inzet van het arrestatie­ team. Anders dan de minister beweerde, beschikte zij toen wel degelijk over de resultaten van dat onderzoek. De woordvoerder zei ondanks dit incident niet te twijfelen aan de intentie van de minister op een zorgvuldige wijze met de Kamer om te gaan.

Na twee jaar is het hoog tijd geworden een schadevergoeding voor de heer Lancée vast te stellen. Het feit dat over de hoogte van deze vergoeding nog geen overeenstemming is bereikt hoeft de minister niet te weerhouden een besluit te nemen.

Inlichtingen

Henk Kamp, 070-3182898

Schaderegeling noodweer

Naar aanleiding van het recente noodweer heeft VVD Tweede Kamerlid Gert-Jan Opiaat een bezoek aan het getroffen gebied in de provincie Flevoland gebracht. Samen met de VVD Provinciale Statenfractie heeft Opiaat een aantal bedrijven bezocht die zijn getroffen door de hevige hagelbuien. Hij toonde zich onder de indruk van de diverse schades op bedrijfsniveau.

De VVD Tweede Kamerfractie is met minis-. ter Van Aartsen van Landbouw van mening dat er een einde moet komen aan de ad hoe steun aan de agrarische sector bij schade door weersomstandigheden. Opiaat is van

mening dat het bedrijfsleven hier in de toekomst zelf voor moet zorgen. Dat kan onder meer door het opzetten van schade­ verzekeringen. De minister heeft toegezegd het opzetten van deze agrarische schadever­ zekeringen financieel te ondersteunen, zodat verzekeraars dergelijke verzekeringen kunnen opzetten. De subsidie bedraagt tachtig procent van de premies die verze­ kerden in een jaar aan ae verzekeraar zijn verschuldigd, tot een maximum van ander­ half miljoen gulden.

Inlichtingen

Gert-Jan Opiaat, 070-3182881

U itn o d ï g i n g

Op vrijdag 19 juni a.s. organiseert de Prof.Mr. B.M. Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD, een conferentie over:

'De rol van politieke partijen bij de democratiseringen in sub-Sahara Afrika'

Amsterdam

Tijd: 10.00 uur tot 16.00 uur.

‘s Ochtends zullen vier inleidingen gegeven worden. De eerste inleiding zal zijn gebaseerd op een preadvies dat door de Teldersstichting is voorbereid. Vervolgens zullen drie deskundige sprekers inleidingen houden over achtereenvol­ gens de rol en de betekenis van politieke partijen in sub-Sahara Afrika, de toekomst van de democratie in sub-Sahara Afrika en het nut van westerse steun aan Afrikaanse politieke partijen.

‘s Middags zullen drie debatten plaatsvinden over de drie onderwerpen die in de inleidingen behandeld zijn. Onder meer zullen de volgende vragen aan de orde komen: vormen politieke partijen in Afrika een fundament voor de demo­

cratie of zijn ze juist een bedreiging voor (de stabiliteit van) de democratie, welke factoren en ontwikkelingen vormen obstakels voor het volgroeien van de prille democratieën in sub- Sahara Afrika, en is westerse steun aan politieke partijen in sub-Sahara Afrika wenselijk.

In beide dagdelen zal er uiteraard voldoende gelegenheid zijn om van gedachten te wisselen met overige aanwezigen. Voor beide dagdelen zal de voertaal Engels zijn.

Graag nodigen wij u uit om deze conferentie bij te wonen. U kunt zich met behulp van de bijge­ voegde bon aanmelden. Aangezien de zaal- ruimte beperkt is, raden wij u aan om de bon zo spoedig mogelijk te retourneren.

Deelnemers zullen zo spoedig mogelijk het definitieve programma toegezonden krijgen, alsmede het preadvies dat ae Teldersstichting heeft voorbereid.

Naam: Organisatie:

Adres: Telefoon:

wenst graag deel te nemen aan de conferentie over ‘de rol van politieke partijen bij de democratiseringen in sub-Sahara Afrika' op vrijdag 19 juni a.s.

Deze bon gaarne retourneren aan: Prof.Mr. B.M. Teldersstichting

e x p r e s s e

281

B eroep sond erw ijs en vo lw assen en ed u catie.

Clemens Cornielje heeft in de afgelopen week driemaal over het beroepsonderwijs gesproken. In de Tweede Kamer was het wetsvoorstel decentralisatie wachtgelden BVE aan de orde en de vijfde voortgangs­ rapportage implementatie Wet educatie en beroepsonderwijs. Op woensdag ontvouwde hij tijdens het Nationale ROC- congres te Utrecht, de VVD-visie op de BVE-sector voor de komende vier jaar. N ationaal RO C-congres

Als gevolg van schaalvergrotingen vanaf de jaren tachtig en de invoering van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) is in ongeveer tien jaar tijd het aantal BVE- instellingen (Beroepsonderwijs en volwas­ seneneducatie) teruggebracht van meer dan duizend naar 65 instellingen, waaron­ der 46 ROC's en nog 19 overige instellin­ gen. Hiermee heeft de sector een giganti­ sche klus geklaard. Daardoor zijn belangrijke stappen gezet in de richting van verbetering van de onderwijskwaliteit, de aansluiting tussen bedrijfsleven en onderwijs, en het voorkomen van onder- wijsuitval.

De VVD pleit daarom nadrukkelijk voor rust op het front van het onderwijsbeleid. Nieuwe, grote structuurwijzigingen zijn taboe. Dat vergt een andere mentaliteit dan het automatisch grijpen naar het wetgevingsinstrument. De aandacht moet voor de komende periode meer uitgaan naar de uitvoering van beleid. Het wordt daarom tijd voor een echte bewindsper­ soon van "implementatie."

In de komende periode zou het accent in het overheidsbeleid niet moeten liggen op nieuwe structuurwijzigingen en het stape­ len van beleid op beleid, maar op het bieden van rust aan de sector zodat zij haar verantwoordelijkheden waar kan maken. Daarbij zullen overheid en politiek in samenwerking met de sector de aandacht moeten richten op knelpunten ter versterking van de onderwijskwaliteit.

Aandacht voor de uitvoering van

beleid:

De volgende knelpunten zouden tot de belangrijkste thema's van de volgende regeerperiode moeten behoren.

Het eerste punt is de precaire materiele en financiële toestand van sommige ROC's. Volgens een recent onderzoek van het IOO heeft invoering van de WEB geleid tot meerkosten voor de sector van 145 miljoen. Een signaal om niet te onderschat­ ten. Een ander probleem is de al sinds jaar en dag bestaande achterstand op het gebied van inventaris en apparatuur. De inrichting van de technocentra, in samenwerking tussen onderwijs, bedrijfs­ leven en overheid, waar ik vorig jaar in een motie om heb gevraagd kan een bijdrage leveren aan het inlopen van de materiële achterstand van de sector. Voor de financiële en materiële problemen van de BVE-sector is blijvende aandacht vereist in de komende regeerperiode, en

wat mij betreft al bij de opstelling van het regeerakkoord.

Voor het verbeteren van de interne kwali­ teitszorg zie ik veel in een visitatiesysteem zoals in het hoger onderwijs, de aanstel­ ling van meer gecommitteerden om de kwaliteit van de examens te bewaken en duidelijkheid over een stabiele kwalifica­ tiestructuur. Voor het verminderen van uitval is het van belang om de inspanning­ en te richten op de groep schoolverlaters die de grootste risico's lopen. Dat zijn niet diegenen die reeds een diploma hebben en nog onder het niveau van de zgn. startkwalifiactie zitten, maar de ongedi­ plomeerde schoolverlaters. Voor deze kwetsbare groep zijn zowel het leerling­ wezen als de assistentenopleidingen van groot belang. In het leerlingwezen (bbl) is de uitval geschat zo'n 50 to 70% , en zijn er ondanks de economische groei nog steeds onvoldoende praktijkplaatsen. Onlangs berichtte de Algemene

Rekenkamer dat het effect van de fiscale faciliteit van ± 400 miljoen voor werkge­ vers die praktijkplaatsen aanbieden niet kan worden aangetoond. Als dat zo is, dan kan de 400 miljoen die hieraan wordt besteed beter worden ingezet voor andere manieren om het leerlingwezen en de assistentenopleidingen te stimuleren of voor de financiële en materiële knelpunten in de sector.

De assistentenopleidingen komen onvol­ doende van de grond. Dit wordt in de hand gewerkt doordat assistent-gediplo- meerden door de overheid als voortijdig schoolverlater worden beschouwd, waar­ mee de opleiding eigenlijk een stigma meekrijgt. Maar in de praktijk blijkt dat deze gediplomeerden veel meer uitzicht hebben op werk en verdere scholing, omdat werkgevers een diploma zien als bewijs van doorzettingsvermogen en disci­ pline.

Daarnaast is het voor de ondersteuning van assistent-opleidingen en het leerling­ wezen door het bedrijfsleven en andere sectoren van belang dat er loonschalen onder de 130% van het Wettelijk mini­ mumloon komen en dat deze loonschalen ook daadwerkelijk met functies op het niveau van de assistentenopleiding en het leerlingwezen worden gevuld.

Een belangrijke oplossingsrichting voor het uitvalprobleem ligt voorts in samenwer­ king tussen verschillende onderwijssecto­ ren. In het voorbereidend beroepsonder­ wijs en het voortgezet speciaal onderwijs bestaat veel expertise over de opvang van risicoleerlingen. Maar de theoretische bagage van de basisvorming vormt daar een groot obstakel voor het opzetten van praktijktrajecten. Deze theoretische last leidt vaak tot schooluitval, waarna deze leerlingen uiteindelijk ook bij het ROC aankloppen. In sommige gevallen worden zij door een ROC niet opgenomen en weer doorverwezen. Deze situatie moet worden opgelost door samenwerking

tussen het ROC en het VBO om de exper­ tise in het vbo/vso met risicoleerlingen te benutten. Ik ben er voorstander van dat vbo-scholen assistentopleidingen gaan verzorgen in een samenwerkingsverband met een ROC. Samenwerking tussen het VMBO en MBO zal ook moeten leiden tot betere doorstroming. De komende regeer­ periode zouden hiervoor pilots gestart moeten worden.

Een ander knelpunt in de sector is de rela­ tie van de educatievoorzieningen met andere scholingsinstituten. Bij de behan­ deling van de WEB is de motie Cornielje aangenomen die vraagt om één heldere infrastructuur voor scholingsvoorzieningen van de arbeidsvoorziening, het beroeps­ onderwijs en de educatie. Door de onder­ linge samenhang tussen beiden te verbe­ teren kan men overlap en concurrentie voorkomen (overheidsvoorzieningen zouden niet met elkaar moeten concurre­ ren). Ik constateer dat van het uitvoeren van deze motie nog weinig is terechtgeko­ men. Van het plan "een leven lang leren", dat overigens slechts gemeenplaatsen, al lang bestaand beleid en geen financiële dekking bevat, had ik op dit punt toch wel een visie verwacht.

De W et d e ce n tra lisa tie w ach tg e l­ den BVE

Met dit wetsvoorstel wordt beoogd de verantwoordelijkheid van de instellingen (ROC/LOB) voor het terugdringen van de wachtgelduitgaven de vergroten. Daartoe wordt onder meer de zogenaamde eigen- wachtgelderbepaling afgeschaft, evenals de verplichte aansluiting van genoemde instellingen en organen bij het participa­ tiefonds wachtgelden. Deze lijn wordt in principe door de VVD-fractie onderschre­ ven. Het financiële risico komt nu echter volledig voor rekening van de instelling. Cornielje heeft de minister met klem verzocht na te gaan of alle afzonderlijke instellingen in staat zijn de financiële risico's te dragen. De invoering van dit wetsvoorstel mag niet leiden tot nieuwe fusies of faillissementen.