• No results found

DE MOEILIJKE WEG NAAR DE EUROPESE EENI:EID

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "DE MOEILIJKE WEG NAAR DE EUROPESE EENI:EID "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Zaterdag 1 1 October 1952 - No. ~28

VRIJHEID EN

DEMOCRATIE

Over de defensie van de NATU-Landen

(Zie pag. éi)

WEEKBLAD VAN DE VOLK'SPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

DE MOEILIJKE WEG NAAR DE EUROPESE EENI:EID

I

n de strijd om de Europese eenheid is een nieuwe phase inget~;eden. Het zou onjuist·

zijn te zeggen, dat er tot dusverre in die strijd weinig is bereikt en dat het nu pas ernst gaat worden. Wij weten wel, dat er velen zijn geweest, die het propageren der Euro~

pese éénwording zagen als het buiten de realiteit najagen van een toch niet te ver~

werkdijken doel. Maar al te goed weten wij ook, dat het streven in de Raad van Europa te Straatsburg door meerderen werd gezien als een gedoe van politici, die de werkelijk~

heid ook niet meer precies voor ngen had~

den en zich in wezen bezig hielden met on~

vruchtbaar geredekavel. En heel velen heb~

ben zich maar afzijdig gehouden en liever afgewacht wat het streven van die :voorvech- ters der Europese eenheid zou opleveren.

Anderzijds echter zijn er duizenden ge~

weest, die vast vertrouwen hebben gehad in wat zich op het Europese vlak leek te ont~

wikkelen en die hebben ingezien dat er in de samenleving der volken een onontkoombare ontwikkeling is, die van ons een positieve instelling vraagt en een wil tot opbouwen bereid. Zo hebben ook wij het gezien, die voor onze fracties geroepen waren de bui~

tenlandse politiek te behandelen. En met dankbaarheid mag worden geconstateerd, dat onze partij als geheel de tekenen des tijds- heeft verstaan. Als wij het ~ langzaamaan al~

weer versleten ~ modewoord progressief nog eens mogen gebruiken, dan kan · geconsta~

teerd worden dat onze partij met betrekking tot de Europese éénwording steeds behoord heeft tot de meest progressieven: wat namens onze partij terzake in het parlement werd ge~

zegd, is steeds door de partij gedekt. Per~

soonlijk verheugen wij ons daarover zéér: èn omdat wij alleen geloof kuinnen hebben in een liberale partij voor welke niet behoud~

zucht maar aan de tijd aangepaste construc~

tieve zin richtsnoer is, èn omdat wij van den beginne af overtuigde voorvechters der Euro~

pese eenheid zijn gewec.f'.

0

mdat thans het gebeurde te Straatsburg de aandacht sterk naar het probleem der Europese . eenheid heeft getrokken willen wij in enige artikelen het belang van de daar genomen beslissingen behandelen en in het kort de huidige stand van zaken aangeven.

Wij knopen daarbij aan hetgeen wij in de loop der jaren vele malen uiteengezet hebben aan.

Vastgesteld zij dan dat de strijd voor de EuFopese eenheid niet eerst na 1945 is inge~

zet. Zo was .,Pan~Europa" een ideaal, dat na de eerste wereldoorlog met warmte werd gepropag~erd. Eerder herinnerden wij reeds aan het werk van de onvermoeibare voor~

vechter dezer gedachte, graaf Richard Cou~

denhove-Kalergi, die na stoere en opoffe- rende arbeid in de zomer van 1929 mocht be~

leven, dat de Franse staatsman Aristide Briand aankondigde in de eerstkomende alge~

mene vergadering van de Volkenbond ee?, plan voor de .,Verenigde Staten van Europa te zullen indienen. Het was de periode van Briand, · Stresemann en Benesj, mannen die elkaar begrepen en veel hebben gedaan voor het helen der wonden, die de eerste wereld- oorlog in het Europese lichaam had gesla~

gen. Van zijn Duitse en Tsjecho Slowaakse collega kreeg Briand ook steun voor zijn plan.

Echter is het voor de verdere geschiedenis interessant vast te stellen, dat de Engelse politici een ander geluid deden horen. De

Britse minister~president MacDonald oor~

deelde dat het plan te vroeg kwam, bij de bespreking in de Volkenhondsvergadering bleef de Engelse minister van Buitenlandse Zaken, Henderson, op zijn plaats zitten en zweeg, later in een nota was het Engelse standpunt afwijzend. Overigens is het pla1;1~

Briand door de loop der gebeurtenissen on~

gemerkt weer van het terrein der práctische politiek verdwenen. De geweldige economi~

sche depressie, die in 1929 inzette, bracht met zich dat de staten meer eng~nationaal dan internationaal gingen denken, in October 1929 stierf Stresemann, in 1930 won Hitier bij de verkiezingen geweldig, wat ook weer met zich bracht dat Briand in Frankrijk het vertrouwen verloor, in 1931 begon Japan zijn agressie in Mandsjoerije, twee jaar la~

ter was Hitier aan de macht, weer twee jaar later begon Mussolini de aanval op Abessy~

nië, allemaal feiten, die de volkeren niet naar elkaar toe, maar wel zeer ver van elkaar af dreven. De .. Verenigde Staten van Euro~

• pa" waren van de haan. De gruwelijkste aller oorlogen zal de gedachte eraan geheel ver~

nietigen .•.. en weer nieuw leven inblazen.

D

e oorlog van 1939-1945 zag de volkeren van Europa in--»\te&hitterde haat te-gen- over elkaar. Deze strijd leidde echter ook weer tot de leuze: .,dit nooit weer" en tot het streven naar een vreedzame samenleving der volken. Een wereldomspannende vreedzame samenleving bleek spoedig te hoog gegrepen.

De door hun ideologie gedreven machtheb~

hers in het Kremlin. deden de wereld spoedig begrijpen, dat een periode van "ko.ude oor~

log" was ingetreden. Het agressieve optre~

den der communisten deed de volken der Westerse beschaving zich bezinnen op de verdediging van hun rechten en vrijheden. De gedachte van een "Verenigd Europa" kwa!ll weer naar voren. Overigens niet alleen, zelfs niet hoofdzakelijk, als reactie op het Russi~

sche streven. In het door twee wereldoorlo- gen uitgeputte Europa brak het inzicht baan.

dat de volkeren zich niet langer de econo- mische verbrokkeling konden veroorloven.

en dat een grotere economische eenheid de welvaart en economische kracht van dit we- relddeel ten zeerste zouden bevorderen. Be- seft werd dat gezocht moest worden naar politieke vormen, die Frankrijk en Duitsland samen zouden kunnen brengen in plaats van in verschillende kampen, wat bijna de onder- gang van ons werelddeel ten gevolge had gehad. Ook heeft men leren zien, dat in de internationale politiek invloed slechts op macht rust. In het wereldgesprek betekent een enkel land niet veel naast machtige ko- lossen. Een verenigd Europa echte! heeft wat in te brengen en dat is van veel belang in een wereld waarin zo gruwelijke spanningen bestaan, dat een bepaalde stap van de één voor allen de schrikkelijkste ellende met zich kan brengen. Trouwens, Europa is van grote betekenis. Wanneer Churchill op 19 Sep- tember 1946 in Zürich zijn onlangs ook in één onzer brieven uit Straatsburg vermelde pleidooi houdt voor een .. Verenigde Staten van Europa", dan wijst hij zijn hoorders op de rijkdommen van dit continent en op de betekenis van zijn volken voor de ontwikke- ling der wereld, hij wijst op de christelijke waarden, op wat hier gepresteerd is voor cultuur, kunsten, wetenschappen. Tot schrik der Fransen ziet hij dan als begin noodzake~

lijk een samengaan van Frankrijk en Duits-

land, maar over een deelneming van Enge~

land spreekt Churchill niet. Churchill ziet liever het Britse Gemenebest als eigen we~

reldmacht naast de Verenigde State.n van Amerika en de .,Verenigde Staten van Euro~

pa". Wel waarschuwt hij zijn continentale vrienden . .,De tijd dringt", zo houdt hij hen voor. En daarin heeft hij gelijk.

De na~oorlogse tijd heeft heel wat initiatie~

ven om tot meer eenheid in Europa te geA raken met succes bekroond gezien; thans be- staan de Organisatie voor Europese Econo- mische Samenwerking (O.E.E.S.), de Wes~

terse Unie, de Raad van Europa, de Europese Betalingsunie en de Gemeenschap voor Ko- len en Staal. Over het lot der Defensie Ge~

meenschap hebben de parlementen nog geen

b~slissing genomen.

De O.E.E.S. dankt haar ontstaan indirect aan Amerikaans initiatief. Immers, op 5 Juni 1947 had de Amerikaanse secretaris van staat, George C. Marshalt een rede gehou- den waarin hij duidelijk had gemaakt, dat de Verenigde Staten verantwoordelijkheid gevoelden, met betrekking tot de situatie in Europa. Europa had z.i. steun nodig, anders voorzag hij .,economische, sociale en politie- ke achteruitgang op grote schaal". En let~

terlijk verklaarde Marshall: .. Het is logisch, dat de Verenigde Staten al het mogelijke doen om behulpzaam te zijn bij de terugkeer van normale economische verhoudingen in de wereld, zonder welke geen politieke stabili- teit en vrede kan bestaan".

Europa bleef het antwoord niet schuldig.

Naast de Amerikaanse hulpverlening - de zgn. Marshall~hulp, die in de volgende jaren zo rijk zou vloeien - plaatste het zelf een samenwerking van 16 landen, teneinde o~k

van deze zijde de economische en sociale positie te verbeteren. Zo kwam in 1948 de O.E.E.S. tot stand, die het orgaan was, dat de Amerikaanse hulp verdeelde over de aan- gesloten landen, maar tevens streefde naar groter eenheid op economisch gebied in Eu- ropa. Zo zal men zich het belangrijke \ve:-k herinneren met betrekking tot de vrijmaking van het Europese handels~ en betalingsvE;r- keer, dat de O.E.E.S. in de afgelopen jaren heeft verricht, waarvan twee jaren onder de bekwame leiding van mr. Stikker.

De O.E.E.S. is evenwel een orgaan van de regeringen· der deelnemende landen, waarin de regel geldt; dat voor het nemen van be~

slissingen allen accoord moeten zijn. Eén land kan dus, wanneer het zijn eigen belang ho~

ger stelt, beslissingen tegenhouden, die in het belang zijn van de gehele Europese ge~

meenschap. Voor het geheel zit hier dus een ernstige zwakte, maar anderzijds is het wel begrijpelijk. dat de landen de zeggenschap over hun economische problemen - die toch direct de levensstandaard van hun volken raken - niet spoedig uit handen geven en daarover zullen laten beslissen door anderen.

Want dit zou meebrengen dat men onvoor~

waardelijk bereid is het eigen nationale be- lang bij het Europese belang achter te stel~

len. Het is een uitermate· gewichtige stap om daartoe ·over te gaan. In ieder geval heeft men in 1948 bij de oprichtinH der O.E.E.S.

die stap nog niet gedaan. Elk land behield toen formeel zijn bevoegdheid over het lot van het eigen economische leven te beslissen.

In ons volgende artikel zullen wij bezien hoe de zaken zich verder hebben ontwikkeld

op het Europese vlak. K

(2)

VRUBEID EN DEMOCRATIE 11 OCTOBER 1952 -PAG. 2

RICHTING EN BELEID VAN DE V. V.D.

1 ·egenover misvattingen zullen ·wij selj de

· Jeiten moeten laten spreken

IV

Nu wij gekomen zijn aan onze slotbeschouwing (welke wij over twee artikelen zullen verdelen), Willen WU, samenvattend, nog even in

zijn wezenstrekken onveranderlijke beginsel, welks toepassing in concre- to in de staatkundige en maatschap- pelijke verhoudingen van heden wij in gezamenlijk .lverleg in ons pro- gram hebben neergelegd. !)lag ons richtsnoer en dat van onze veriegen- woordigers in de vertegenwoordigen- de lichamen zijn. Dat die toepassing o.a. het nastreven van sociale gerech- tigheid insluit, blijkt uit ons program en blijkt ook - zoals wij in voorgaan- de artikelen menen te hebben aange- tgoud - uit het optreden van onze Kamerfractie{s).

herinnering brengen, dat in ons weekblad naar aanletding van de -voor de v.V.D. weder gunstige - verkiezingsoltstag een gedachtenwtsseltng ts ontstaan, geopend door mr Fortuin en voortgezet door dr Roethof en enkele Mldere inzellders, over de ricJatiBg waarin de V.V.D.-peltttek Is gegaan en iD het bijzonder: waarin zij in de naaste toekomst zal m o e t en gaan.

In deze alleszias nuttige discussie hebben ook. wij het gewaagd ons te mengen. Wij hebben daariJ\1 in eea eerste artikel enige algemene ialeidende opmerkingeR gemaakt en tevens een samenvatting gegeven van de be·

togen van de beide met uame genoemde inzenders.

Wanneer het zo is, dat er onder de- genen, die op de P.v.d.A. hebben ge- stemd, velen zijn, die in werkelijkheid

bij <1 n s thuis horen (en wij ge1oven,

met de beide geachte inzenlllers, dat zulks inderdaad het geval is., maar het geldt niet alléén voor een aantal P.v.d.A.-stemmers, maar oo.k voor vele anderenD, dan zullen wij hen daarvan moeten overtuigen. Niet door tegen de P.v.d.A. te gaan opbieden in

"progressiviteit", niet door - om het zo eens uit te drukken - ons program en onze politiek naar h en te rich- ten, maar door hen tot ons p r o·

g ra m en tot onze politiek te bren- gen.

Daartoe uitgelokt door een opmerking van dr Roethof hebben wij ver- volgens in een tweetal artikelen, aan de hand van de Parlementaire FHtsen 1951-'52, nog eens een overZicht gegeven van hetgeen de leden van -onze Kamerfracties in het afgelopen parlementaire jaar op het sociale en cul- turele gebied hebben betoogd en na.gestreef4.

In een van onze verkiezingsnwn- mers (dat van 7 Juni j.l.) schreef het lid van de Tweede Kamer, mevr.

Fortanier-De Wit in een algemeen oriënterend artikel o.a.:

De juiste weg is naar de overtuiging van ~e V.V.D. de weg, die voert naar groter vrijheid en minder staatsbe- moeiing. Geen verstandig mens kan menen, dat vrijheid en ongebonden- heid een en hetzelfde kunnen zijn.

Maar let U -eens op: onze politieke te- genstanders bedienen zich gaarne van deze caricatuur om de V.V.D. te ken- schetsen.

Als U goed luistert, zal het U daar- bij opvallen, dat zij altijd weer met voorbeelden uit het verleden werken (en dikwijls nog onjuiste) om bewijs van hun stelling te leveren. Waarom?

Omdat zij eenVOUidi.g geen enkel aan- grijpingspunt hebben in de 11ociale po- litiek, zoals deze in het parlement door onze Kamerfractie is gevoerd.

Het gehele politieke beleid van onze Kamerleden is immers gegrondvest op die onverbrekelijke trits: vrijheid, ve'rantwoordelijkheid, sociale gerec-h- tigheid.

Hetzelfde betoogde ons Kamerlid drs Korihals, toen hij in een van de hoofdartikelen in ons blad opmerkte:

,,De practijk van 1946 tot nu toe heeft geleerd, dat onze partij de politiek van sociale opl:JOuw onbekrompen heeft gesteund".

Dit: dus om aan de hand der feiten aan te tonen, dat onze politieke tegen- standers in de sociale politiek van onze V.V.D.-Kamerfractie(s) geen en- kel aangrijpingspunt kunnen vinden voor hun in het vage gehouden sug- gesties, dat de V.V.D. anti- of tenmin·

ste a-sociaal zou zijn, was nu precies onze bedoeling met de overzichten, die wij de vorige weken nog eens ge- geven hebben.

Het is tevens een antwoord aan de heer Fortuin, waar deze meende te moeten wijzen op "de noodzaak tot het voeren van een sociale politiek", daarbij dus blijkbaar - doch ten on- rechte - uitgaande van een tot nu toe in gebreke blijven tot het voeren van zulk een politiek.

* .. *

D r Roethof komt, in aansluiting aan de gedachten van mr For- tuin, op grond van een voorlopige ontleding der verkiezingscijfers tot de uitspraak, dat vo<>r de V.V.D. de mo- gelijkheid tot (verdere) stemmen- winst ook in de toekomst aan de ,.linkerzijde" heel wat groter is dan aan tie "rechterzijde", waar om con- fessionele redenen de zaak vrij vast ligt.

Hij acht de •conclusie ~erhalve voor de hand liggen, dat men deze "linkse"

stemmen vooral zal moeten trekken

"op grond van hei sociaal-econ-omi- sche -en dan nog weer bovenal van het sociale program". En zijn vrees is, -dat men in leidende kringen van de V.V.D. "de laatste tijd te veel speelt 1>p winst naar rechts en te weinig op winst naar links".

Over de vraag, waar voor de toe- komst de meeste winstkansen liggen, kll!ll men natuurlijk van mening ver- schillen. Zo kunnen er - wanneer het

daar om gaat - naar "rechts" even- eens behoorlijke kansen liggen in een . eventueel voortschrijdende "door-

braak". Bovendien zal men, wanneer

i:t een n et t o winst moet blijven (en dat zal dan toch moeten, willen wij inderdaad winnen), zo. het enigszins kan toch ook rekening moeten hou- den met de aanhang, die wij reeds hebben.

Wanneer men door een bepaalde politiek winst behaalt naar links, maar diezelfde ·politiek een deel van de eigen, eerder verkregen aanhang afstoot, kan het saldo tenslotte zelfs negatief zijn, dus numerieke achter- uitgang betekenen.

* • •

W ij willen het op dit gebied der politieke rekenkunde . echter bij deze enkele tegenwerping laten, omdat deze maatstaf naar onze me- ning de onze niet mag zijn.

Wij, leden of aanhangers van de V.V.D., geloven in de juistheid van het liberale beginsel. Alleen dat in

* • *

Dat vereist dus juiste voorlich- ting. En nu weten wij reeds ~)ij

voorbaat, dat velen, dit. lezende, haas- tig zullen vaststellen, dat dit de taak is van de officiële· propaganda-orga- nen van de partij en haar af~elingen

en dat die organen daarin dus (on- danks de vooruitgang bij iedere sedert 1846 .gehouden verkiezing v:oor K;a-.

:ç:ter, Staten -en Gemeenteraden) te-' kort zijn geschoten.

Het is nu eenmaal zeer menselijk, dat men eerder geneigd is, een ander in gebreke te stellen dan zichzelf. Na- tuurlijk hebben onze officiële propa- ganda-apparaten hier een taak en wij zijn ·de laatsten om er aan te twijfe-

DEZE· BURGER

zit dit te schrijven in een Parijs café: "rendez-vous du monde intellectuel" staat op de bonnen met de te hoge prijzen. Ge kent het wellicht: Les Deux Magots, ééns de zetel van Sartre, de Paus van het Existentialisme, daarna de verzamelplaats voor de ringbaarddragertjes, de o.chterste achterban van de legertros van de grote man; en nu het centrum van de bereisde Roelen, die precies weten waar ze moeten zijn om allerlei interessante men- sen te ontmoeten en die aLtijd, overal te laat komen; Sartre is al làng weg. De ringbaardjes zijn al twee jaar verdwenen. Res- ten: de RoeZen. . . . le monde intellectuel. ... jawèl.

Hier zit deze, uwe burger, en hij doet intellectueel met de intellectuelen: met een pak kranten en blaaien naast zijn bittere zwarte koffie. En kijkt naar al zijn mede-intellectuelen en ziet de kleine, oude kerk Saint Germain des Prés en overweegt m;et afgrijzen, dat hij slechts acht uur lang in de trein behoeft te gaan zitten, om het plotseling niet zó belangrijk meer te vinden dat de goede gemeente Brouwershaven een nieuwe burgemee-s- ter heeft gekregen en een P.v.d.A.'er bovendien.

En weet ge wel dat ik nu reeds een gehele week ve1·stoken ben van de één-starren van de heer Romme zonder dat de paté maison van het eenvoudige eethuis St. B~noit daar bitter door heeft gesmaakt? .

Ik lees nu vanzelf Franse couranten: Le Monde en Le Figaro voor alle diepe dingen en Ce Soir en Paris Soir voor die paar slordige moorden en andere menselijke zwakheden, die de knof- look in mijn geestelijke maaltijd zijn en ik ontwaar eens te meer dat in àl die kranten geen wo~rd staat over de tunnel onder het IJ; !Îe gemeenteraad van Leeuwarden, of de laatste grote redevoenng van de heer Dominus Zandt.

Ik geloof, dat wij van Europa, wij integralisten wij éénwor- ders, nog altijd onbewogen langs elkaar heenleve~.

Hier gaat het om de prijs van het vlees; om de ontt1'0ning van twee oude communisten en om de Salon d' Automobile. En niemand in gans dit café die van het bestaan van Brouwers- haven en de één-starren wéét.

Wanneer, bij wijze van spreken, de heer Drees morgen héét Brouwershaven in brand zou steken en de heer Romme een krans zou leggen .aan de voeten van professor Duynstee - er .zou h i e r geen létter over in de krant komen.

Dat is droevig, want het is, van Drees tot Pinay, slechts acht uur.

Ik zit hier maa.r tussen alLemaal mensen die nog nooit in hun leven één hoofdartikel van Trouw hebben gelezen; en ik denk dat het tàch een vreemde wereld is, die van Jean-Paul Sartre, van A. C. de Bruyn en van

DEZE BURGER.

len, dat deze wel eens fouten maken of in hun taak tekort schieten of ..••

misschien ook wel tekort m oe t e n schieten. omdat zij door onvoldoende financiële middelen <nog) niet ·die omvang en uitrusting hebben kunnen krijgen, welke zij zouden moeten heb:..

ben.

Maar voor ons staat vast, dat hier de hoofdtaak is gelegen bij onszelf; bij ieder van ons persoonlijk. In het da- gelijks leven: in onze maatschappetij- ke functies, op onze kantoren, in ~nze

vrienden- en familiekring hebben wij zelf voortdurende omgang met die- genen, die alleen door verkeerd in- zicht, door ·attingen hl~r. st 1'1 aan de vr]Jzmnige politiek onthouden.

Door telkens wanneer dat pas geeft voor ons liberale inzicht uit te komen en door hen telkens weer, aan de hand van de feiten, op misvattingen te wijzen, zullen wij hen tot de juiste keuze moeten brengen.

* * *

V oor deze week willen wij met een enkel voorbeeld van zulk een het beste door persoonlijke weer- legging weg te nemen misvatting be- sluiten, om de volgende week nog enige aspecten van de andere zijde te belichten.

Sedert 1947 is er een "Noodwet Ouderdomsvoorziening", die aan al- len, die dit behoeven, in afwachting van de totstandkoming van een defi- nitieve . voorziening, op hun oude dag een uitkering waarborgt. Het was on- der minister Drees, die toen aan het hoofd van het Departement van So~

ciale Zaken stond, dat deze noodwet is tot stand gekomen.

De socialisten, die uit alles propa- ganda trachten te slaan, hebben door middel van pers en radio de naam

"uitkering-Drees" er in gebracht, met het gevolg, dat onze brave ouden van dagen nu zelfs zeggen: "Ik trek van Drees".

Van talrijke zijden is ons bij de laatste verkiezingen medegedeeld, dat oude mensen, die helemaal niet socia- listisch waren en tot nu toe ook nim- mer socialistisch hadden gestemd, zich ditmaal toch verplicht hadden gevoeld om op de heer Drees te stemmen, als pen soort ereplicht, omdat die toch maar gezorgd had, dat zij althans niet geheel verkommeren.

Wat is nu echter de aan de hand van de historische feiten te toetsen waarheid in deze? Niemand zal ontkennen, dat het ontwerp door minister Drees destijds is ingediend en dat de wet door hem is gecontra- signeerd. Er is geen enkele aanleiding, dit te verbloemen. Het maakt echter een groot verschil of eer. minister voor iets heeft moeten vechten, iets tegen een krachtige oppositie in heeft moeten verdedigen, of dat hij met zijn ontwerp is gekomen onder algemene aandrang en dat het met algemene stemmen is aanvaard.

Welnu, dat laatste is nu het geval met de Noodwet Ouderdomsvoorzie- ning. Deze werd destijds zowel in de Tweede als in de Eerste Kamer zon- der hoofdelijke stemming en met al- gemene stemmen aanvaartl.

De zaak is echter nog pikanter. De heer Hacke, op 27 Maart 1947 voor de fractie van de Partij van de Vrijheid het woord voerend in de Tweede Ka·

mer, betreurde het, dat dit voorstel, in beginsel afkomstig van de Stichting van de Arbeid, niet reeds een half jaar eerder wet was geworden en met (Vervolg op pag. 3)

(3)

ttaA

WEEK to.t WEEK

Beschamende voorlichting

D e rede, welke mr. F. H. A. de Graaf!, voorzitter van het Centraal Sociaal Werk~

gevers Verbond op de vorige week gehouden algemene vei'gà.dering van dit verbond heeft ge.

houden, was tevoren in extenso aan de pers ver- strekt op een persconferentie, hetgeen noodzake•

lijk was, omdat de vergaderingen van dat Verbond niet openbaar zijn.

De pers kon dus van de volledige tekst ken- nis nemen en die kon tot geen enkel misver- stand aanleiding geven op het punt, waar mr.

de Graaft memoreerde - bij de bepaling· van· de . positie VfiiO de vakbeweging - dat meer dan vijf·

tig procent van de Nederlandse arbeiders nog buiten het georganiseerd overleg staat, omdat zij niet bij de daarbij betrokken vakverenigin- gen zijn georganiseerd.

Het is - dit zij terloops opgemerkt - het- zelfde thema, dat wij onlangs ter sprake brach-.

ten ten aanzien van de ambtenaren van Am·

sterdam, waarvan vijftig procent ook niet is georganiseerd en buiten het overleg staat en zijn stem dus niet kan doen horen.

Het is ook het thema van de klacht van het Ambtenaren Centrum, de neutrale organisatie, die niet met politieke partijen verwant is en wil zijn, en dat overal op weerstand stuit om zijn plaats in dit overleg te kunnen innemen. Doch dit alles even terzijde.

De r.k. Volkskrant heeft het nu bestaan - er is geen ander woord voor - in een hoofd·

artikel toe te lichten, dat mr de Graaff kennelijk bedoelde, dat de E.V.C., de communistische vak- organisatie dus, in dit overleg moest worden opgenomen. De E.V.C. werd er immers buiten gehouden ..•. ?

Dat moest voor de lezers van de r.k. Volks-.

krant, die van dag tot dag de communisten van top tot teen als duivels krijgen afgeschilderd, toch wel iets zeggen.

Het trekken van deze conclusie, zoals de Volkskrant doet ter "voorlichting" van haar le- zers, kan moeilijk meer een dwaling te goeder trouw heten voor een journalist, die de onvel'- ko:rte tekst van mr d~ Graaff's rede ter inzage kreeg.

Daarbij natuurlijk uitgaande van het feit, dat een hoofdartikelschrijver de moeite neemt van die tekst volledig kennis te nemen aleer hij er met zijn pen "het mes in gaat zetten".

Daarom is de journalistiek en de "voorlich- ting", welke de r.k. Volkskrant hier heeft be- dre~n, bepaald beschamend. Het blad moet De Waarheid maar geen verdraaiing van feiten meer aanwrijven, want ket zou de pot worden, die de ketel verwijt.

Erkende dwaling

0 nder de titel "Pijnlijke slordigheid" na~

men wij de vorige week op deze plaats een beseh.ouwing over uit de N.R.C. waarin bevreem- ding werd. geuit over Jaet. feit, dat de minister vaa Verkeel" en Watenáaat zijn lumdtekening zette onder de toelichting biJ hoofdstuk IX B {Verkeer en Waterstaat),, in welke taeliehti:ng enltele passages voorkwamen, waarmee de nieu-

w• bewindsman het 4>nlll()gelijk: eens kon. z~n,

gezien zijn in dit verbmld in de Tweed(;) Kamer verdedigd standpunt toen hij nog l:ld van die Kamer was. M.a.w. werd terecht critiek geuit op het feit, dat de minister zonder enige res- trictie zijn handtekening had gezet onder de begroting, die in feite door zijn voorganger was . opgesteld.

Minister Algera heeft dit blijl,baar naderhand ook zelf ingezien en als gevolg daarvan is er dezer dagen een inderdaad merkwaardig Kamer- stuk verschenen, een nota van verbetering op hoofdstuk IX B (Verkeer en Waterstaat) van de Rijksbegroting 1953, die als volgt luidt:

"In de Memorie van Toelichting vervalt op bladzijden 13 en 14 het medegedeelde onder Af·

deling lil Zeescheepvaart- en Internationale Verkeerszaken tot en met de alinea, aanvangen- de met de woorden: "Met betrekking tot de

zeesclle~pvaart".

Dit wil dus zeggen, dat minister Algera de bedoelde passages uit de Memorie van Toelich- tlng op zijn begroting heeft geschrapt, omdat hij er kennelijk niet de verantwoordelijkheid voor heèft willen dragen.

Door deze nota is. de door de N.R.C. gesigna- leerde fout formeel in het reine gebracht. Wij kunnen er slechts aan toevoegen, dat het beter ware geweest, indien men op het departement van Verkeer en Waterstaat deze merkwaardige vergissing had weten te voorkomen.

Zo ...

ZIJn

.

onze manteren

Een dezer dagen werd een bestuurslid van de Communistische Partij Nederland door de Amsterdamse politierechter tot veertien da- gen gevangenisstraf veroordeeld, omdat hij zich bij de Tweede Kamerverkiezingen in Juni van dit jaar in een stemlokaal voor een ander had uit- gegeven met het oogmerk, aldus twee keer zijn stem uit te brengen.

Dank zij de oplettendheid van de voorzitter van het stembureau, alwaar deze oneerlijke communist zich vervoegde, viel deze laatste spoedig door de mand.

Als men van een dergelijk ergerlijk geval ken- nis neemt, moet men zich toch werkelijk de ogen uitwrijven en wij kunnen de verzuchting van de officier van Justitie, die zei, dat hij in

~n ambtelijke loopbaan nog nooit zo iets had meegemaakt, dan ook volkomen begrijpen.

Deze communist, die er blijkbaar ~een enkel bezwaar in zag de democratische rechten op een dergelijke misselijke wijze met voeten te tre- den, liet niet na, tijdens het verhoor de nodige arrogantie ten toon te spreiden. Op de vraag van de politierechter welke functie hij eigenlijk wel bekleedde, antwoordde hij o.m. zonder blik- ken of blozen, "dat hij zich over de organisatie van de partij niet kon uitlaten".

Het meest onverteerbare in dit geval is echter wel het feit, dat wij nergens hebben vernomen, dat de C.P.N. deze "bestuurder" uit de Partij heeft gezet, hetgeen men toch zekel' Z&U :rrwgen verwachten van een politieke partij die zich zelf reepeeteert en enîge aanspraak wenst te maken.

op zekere normen van fatsoen. Nogmaal~r, dit is niet gebeurd, althans wij hebben er nergens kennis van kunnen nemen, waarmee dit geval' wel voldoende is getekend.

Moge deze onverkwikkelijke affaire voor alle democraten een hernieuwde waarschuwing zijn, om de communistische kuiperijen, ook in het eigen land, niet te onderschatten. ·

Onze kadervorming (1) N u de wintertijd weer voor de deur staac

kan het nuttig zijn de nodige aan.dacht te schenken aan de zo noodzakelijke activiteit bin- nen onze partij.

Reeds werd in dit verband zeer onlangs in ons blad gewezen op de komende gemeenteraads.- . verkiezingen, dte onder meer een verdieping met betrekking tot het organisatiewerk zeer wen- selijk doen zljn.

El' valt binnen de partij nog heel wat werk te verzetten, en - gelijk destijds terecht werd opgemerkt - het succes, dat de V.V.D. bij de jo:agste Kamerverkiezingen mocht behalen moet en kan toch wel een vreugdevolle aansporing zijn, dit w-erk in de partij met alle energie aan te pakken.

Hieraan zitten vele facetten waarop wij te gelegenertijd nog wel nader terug zullen komen.

Thans willen wij het hebben over de Kadervol'- ming en daarbij moet het ons meteen van het hart, dat de ontwiklceling te dien aanzien de laatste tijd bepaald teleurstellend is geweest.

Dit ligt waarlijk niet aan de initiatiefnemers in onze partij, waarb~i wij met name doelen op de grote activiteit van onze partijgenoten prof.

11 OCTOBER 1952 -PAO. 3 Molenaar en drs. Korthals, die tijd noch moeite hebben gespaard om het Kaderwerk in onze partij te activeren en op gang te l>rengen.

Ongetwijfeld is er een reeks Kaderbijeenkom- sten geweest, die een groot succes zijn geworden.

Het is echter jammer, dat de contümiteit in deze de laatste tijd is verbroken. Wij willen op de oorzaken hiervan thans niet nader in gaan.

Wel kan het echter goed zijn er de aandacht op te vestigen, dat een centralisatie van het Kaderwerk niet de enige en uitgesproken vorm behoeft te zijn. •

Integendeel, wij zouden op deze plaats gaarne willen wijzen op de grote mogelijkheden, die er zijn als men er toe zou overgaan het kaderwerk te decentraliseren, d.w.z. dit aan te vatten in de afdelingen zelf.

Het wil ons voorkomen, dat een dergelijke decentralisatie zeer vruchtbaar zal werken, om- dat men er eerder toe komt dit werk. in de eigen afdeling te volgen dan dat men zich genood-

;z;aakt ziet naar een centraal gelegen punt te reizen. Wij raden daarom al onze afdelingen met de meeste klem aan, dit werk iD. eigen kring energiek aan te pakken.

Onze kadervorminl{ ( ll)

Er doet zich in dit verband een unieke ge- legenheid voor nu wij weer aan het begin staan van een nieuwe parlementaire periode.

Het kan zijn nut hebben, nu het parlementaire leven als het ware weer met een schone lei be- gint, de gebeurtenissen in ons parlement op de voet te volgen en er de nodige studie van te maken. Wij mogen daarbij met de meeste na·

druk verwijzen naar de in ons weekblad voor·

komende rubriek "Parlementaire Flitsen", waar.

van, naar in de practijk is gebleken, eigenlijk door onze leden te weinig kennis wordt geno- men. Deze overzichten kunnen bij de Kader- vorming onschatbare diensten bewijzen, temeer, daar deze overzichten regelmatig in boekvorm verschijnen.

In elke afdeling is toch waarlijk wel een func- tionnaris te vinden, die bij de Kadervorming leiding weet te geven en mocht dit niet zo zijn dan i& het Hoofdbestuur van onze Partij gaarne bereid adressen te verstrekken van dege- nen, die zich gaarne -vrij maken om van tijd tot tijd aan het Kaderwerk van de afdelingen leiding te geven.

Men bedenke vooral, dat de Kadervorming in de afdelingen niet alleen het inzicht in d.iverse belangrijke actuele vraagstukken scherpt, doch dat een ieder aldus de nodige routine opdoet om zich in het openbaar vlot en gemakkelijk uit te drukken. Het vormen van z.g. debatingclubs verdient in dit verband dan ook zeer aanbeve·

ling.

Moge elke afdeUng de mogelijkheid tot Kader·

vorming in ernstig onderzoek nemen. Nogmaals, een nieuwe parlementaire periode is aangebro- ken, een periode, waarin de V.V .D. ontegenzeg·

gelijk van zich zal laten horen. Laat een ieder dit werk op de voet volgen, laat de afdelingen op studiebijeenkomsten deze arbeid nagaan en analyseren. ;

Dit zelfde is ook mogelijk ten aanzien van de plaatselijke politiek, hetgeen vooral va.n belang is nu de gemeenteraadsverkiezin~en weldra omze aandacht vragen.

Geef de leden de kans zelf een onderwerp voor te bereiden, waarop een debat kan volgen.

Men zal er zichzelf en de partij een grote dienst mee bewijzen. Afdelingsbestuurders, wij rekenen op Uw medewerking en wij zullen onzerzijds gaarne het nodige er toe bijdragen deze Kader- vorming te steunen en te helpen slagen.

Alle stukken en correspoadentie de REDACTIE betreHencte gelieve men uitsluitend te senclea oan de reeloctie- secretaris 6. Stempher, Prinsengracht

1077 te Amsterdam, tel. 35343.

Conespon.dentie iMoke cle ADMINI- STRATIE van ons weekblad (adres- wijziging, abonnementen etc.) adres- sere men aan Postbus 43 te Amers- foort.

(vervolg van pag. 2)

nadruk keerde hij zich tegen de te

· hoge aftrek wegens daarnaast. geno- -ten bescheiden eigen inkomsten, mede

omdat hij daarin grote gevaren zag gelegen voor de zo toe te juichen so- ciale instellingen als de bedrijfs,. en ondernemingspensioen- ·en -spaar- fQDdsen.

de ministers Drees en Lieftinck, op het laatste ogenblik dit amendement intrekken, . omdat, zoals hij zeide, hij en zijn (liberale). fractie de uitkering aan de ouden van dagen, waarop zij zozeer prijs stelden, niet in gevaar wensten te brengen.

In de Eerst.e Kamer spxak mr Stili- ker, toen lid van deze Kamer· voor de Partij van d~ Vrijlteid en. zelf voor~

zitter van de Stichting van de Arbeid, in Q.e;z;elfde gQeSt. waarbij hij nog- de terughouderulhlilid laak~. w:4illke de minister bij het overleg met de Stich•

ting I)Vel' bepaalde punten had IC·

toond.

Sindsdien is bij latere verlengingen van de Noodwet en bij andere gele- genheden door woordvoerders van de inmiddels opgerichte V. V.D •. in de Ka- mer voortdurend aangedrongen op spoed met de totstandbrenging van een definitieve regeling en op verhoging van het voor aftrek vrij te stellen inkomen.

Natuurlijk moet men daarvoor de feiten ook kennen. Daarvoor nu is ons propaganda-apparaat en daarom ook heeft dat er prijs op gesteld, bijvoor- beeld het wekelijkse parlementaire overzicht in ons blad. dat al deze fei- ten registreert, en het werk van onze fracties op de voet volgt, tegen een zeer kleine vergoeding in speciale uit·

gave voor iedere geestverwant, die gaarne over deze feitèn beschikt om op elk gewenst ogen.blik "au fait" te zijn, beschikbaar te stellen.

.:Re heeli' Hacke dien<le ~s een amen.d.ement in, om VaQ tie eigen in~

· komsten niet de he:W, :tnaaJ: slechts een vie.11de deel voor aftrek in aan- merking -te àoen komen, maar hij moest, door het "onaanu,emelijk" van

* • •

Z ledaar één voorbeeld van een reeks van misvattingen, die wij zel:f; in het ondedi.ng verkeer met

o~ nwdebu~rs. kunnen ea. moeten

weerleggen. A.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(17) De Europese Stichting voor opleiding moet openstaan voor de deelneming van landen die geen lidstaat van de Gemeenschap zijn en die zich evenals de Gemeenschap en de lidstaten

1. De verzendende instanties en de ontvangende instanties zenden elkaar de gerechtelijke stukken zo spoedig mogelijk rechtstreeks toe. Het te verzenden stuk gaat vergezeld van

(17) Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de

Een invoervergunningen is niet vereist voor cultuurgoederen die onder de regeling tijdelijke invoer in de zin van artikel 250 van Verordening (EU) nr. 952/2013 zijn geplaatst,

essentiële onderdelen en munitie, indien zulks niet strijdig is met de openbare veiligheid of de openbare orde. De lidstaten kunnen ervoor opteren in individuele bijzondere

Voor zover er nog geen geharmoniseerde normen in de zin van artikel 5 of overeenkomstig artikel 6 bekendgemaakte veiligheidsvoorschriften bestaan, nemen de lidstaten de

+ PB: gelieve het nummer, de datum en de titel van deze richtlijn in te voegen [Transparantie Richtlijn].. – overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder i), punt iii), van

verrichte ondersteuningsactiviteiten; daarvan wordt ten minste 40 % toegewezen aan lokale en regionale organisaties uit het maatschappelijk middenveld.. Van de in lid 3, punt b), en