• No results found

Vraag nr. 111 van 3 maart 1998 van de heer MARC OLIVIER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 111 van 3 maart 1998 van de heer MARC OLIVIER"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 111 van 3 maart 1998

van de heer MARC OLIVIER

Adviescommissies minimale energielevering – Voorzitterschap

Hoofdstuk II van het besluit van de Vlaamse rege-ring van 16 september 1997 regelt de samenstelling van de lokale adviescommissie omtrent de levering van elektriciteit, gas en water (Belgisch Staatsblad van 15 november 1997, blz. 30434).

Artikel 2, 1° van dit besluit bepaalt dat het voorzit-terschap van deze commissie wordt waargenomen door de hoofd-maatschappelijk(e) werker van de sociale dienst van het OCMW of diens afgevaar-d i g afgevaar-d e. Het secretariaat worafgevaar-dt waargenomen afgevaar-door een personeelslid van het OCMW.

Dit lijkt compleet in strijd met de hiërarchie zoals bepaald in de organieke OCMW- w e t . Deze bepa-ling ondermijnt dan ook compleet de structuur van het OCMW. Plots dienen voorzitter en secretaris te vergaderen onder het voorzitterschap van de maat-schappelijk werker.

1. Welke (beleids)argumenten verantwoorden het volledig door elkaar gooien van de OCMW-hiërarchie in vermelde commissie ?

2. Quid in de kleinere OCMW's met één tot twee maatschappelijk werkers en waar er geen hoofd-maatschappelijk werker is ? Is één van de maatschappelijk werkers dan voorzitter ? Zo ja, door wie wordt hij aangewezen ?

3. Is het logisch dat de secretaris (hoofd van de administratie van het OCMW) zaken dient uit te voeren die door de maatschappelijk werker worden opgelegd ?

4. Indien het OCMW het voorzitterschap van deze commissie waarneemt, waarom komt het voor-zitterschap ervan dan niet toe aan de voorzitter van het OCMW of een raadslid aangewezen door de raad ?

5. In kleinere OCMW's bestaat de kans dat de maatschappelijk werker-voorzitter ook de cliënt begeleidt (of deze in de toekomst zal begelei-d e n , wat uiteraarbegelei-d zeer moeilijk is om begelei-dan als voorzitter van de commissie te fungeren, vooral wanneer de cliënt vraagt om te worden gehoord).

Kan de OCMW-voorzitter in deze gevallen niet veel objectiever optreden ?

6. Waarom wordt het besluit van de Vlaamse rege-ring niet in die zin aangepast dat ook een man-dataris van de OCMW-raad het voorzitterschap van vermelde commissie kan waarnemen ?

Antwoord

Ik wens op te merken dat ik de stelling als zou de samenstelling van de lokale adviescommissie, z o a l s bepaald in het besluit van de Vlaamse regering van 16 september 1997 betreffende de samenstelling en de werking van de lokale adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water, "de structuur van het OCMW ondermijnen en compleet in strijd zijn met de hiërarchie zoals bepaald in de organieke OCMW- w e t " , niet kan onderschrijven.

Ik wijs op het uitgangspunt dat de decreetgever voor ogen had bij de invoering van de lokale a d v i e s c o m m i s s i e, namelijk het zo laag mogelijk houden van de drempel, zodat de kansarmen gemakkelijk hun weg naar de commissie kunnen v i n d e n . Daarom werd er bij de opmaak van het uit-voeringsbesluit voor geopteerd om de commissie zoveel mogelijk samen te stellen uit mensen uit de praktijk die zo dicht mogelijk bij de kansarme abonnee staan. Daarom ook werd voor de functie van voorzitter van de lokale adviescommissie uit-drukkelijk gekozen voor de "hoofd-maatschappe-lijk assistent van de sociale dienst van het OCMW of diens afgevaardigde" en niet voor een politiek mandataris.

(2)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een nadere precisering van de ongevalgegevens met onderscheid naar de aard van de wegge- bruiker kan slechts worden gegeven na gedetail- leerd onderzoek van elk

Het huurbesluit (besluit van de Vlaamse rege - ring van 29 december 1994 tot reglementering van het sociale huurstelsel voor de woningen die door de

de realisatie van de N58 op Vlaams grondgebied (in het protocol van 11 maart 1993 over de vol- tooiing van de A17 en N58 werd immers niets bepaald omtrent de

[r]

Daar 150 sociale woningen in deze buurt werden uitgerust met een nieuw toestel voor waterverwar- m i n g, vroeg de betrokken maatschappij aan alle bewoners geen gebruik te maken

Heeft de burger zekerheid dat het door de over- heid verschuldigde bedrag (waarover geen betwisting bestaat) binnen een zekere termijn wordt uitbetaald, ongeacht het

Het zendbereik van regionale televisiezenders is voor elke regionale omroep beperkt tot het hem toegewezen zendgebied binnen Vlaanderen (zie artikel 52, § 1 van de decreten

Ik wil er nog op wijzen dat geen gewestelijke heffing wordt ingesteld voor de bedrijfsruimten die in het kader van het decreet van 3 maart 1976 beschermd zijn als