• No results found

ContactpersoonOns kenmerkUw kenmerkDoorkiesnummerDatumOnderwerpBijlage(n)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "ContactpersoonOns kenmerkUw kenmerkDoorkiesnummerDatumOnderwerpBijlage(n)"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer

Datum Onderwerp Bijlage(n)

1 februari 2001 Matigingsverzoek nummerportabiliteit

Geachte heer Duin, 1. Inleiding

Inzake de last onder dwangsom nummerportabiliteit heeft Debitel Nederland B.V. (hierna: Debitel) over de maanden februari, maart en april 2000 dwangsommen verbeurd ter grootte van fl. 600.000,--. Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) heeft aangegeven van dit bedrag fl. 400.000,-- in te vorderen. Bij brief van 6 december 2000 (met het bovenvermelde kenmerk) heeft Debitel het college verzocht de hoogte van het in te vorderen bedrag te matigen.

In dit schrijven treft u het oordeel aan van het college naar aanleiding van het matigingsverzoek van Debitel. De opbouw van dit schrijven is als volgt. In paragraaf 2 wordt kort ingegaan op de

voorgeschiedenis van het onderhavige verzoek en in paragraaf 3 worden de gronden van dit verzoek weergegeven. De overwegingen van het college aangaande het verzoek komen in paragraaf 4 aan de orde. Het oordeel van het college treft u aan in paragraaf 5.

2. Voorgeschiedenis

§ Bij besluit van 21 december 1999 (met het kenmerk OPTA/EGM/99/8376) heeft het college aan alle aanbieders van mobiele openbare telecommunicatiediensten, waaronder Debitel, een last onder dwangsom inzake nummerportabiliteit opgelegd. Op grond van deze last is Debitel verplicht om, op straffe van een dwangsom, maandelijkse kwaliteitspercentages inzake nummerportabiliteit te realiseren en daarover aan het college te rapporteren.

§ De door Debitel ingediende bezwaren tegen dit besluit zijn door het college bij besluit van 3 juli 2000 (met het kenmerk OPTA/JUZ/2000/201861) ongegrond verklaard. Tegen deze beslissing op bezwaar heeft Debitel bij brief van 10 augustus 2000 (met het kenmerk JMR/708.70.214) beroep ingesteld bij de sector bestuursrecht van de Arrondissementsrechtbank Rotterdam. Op dit beroepschrift is op dit moment nog geen uitspraak gedaan.

§ Bij brief van 17 maart 2000 (met het kenmerk RMD/MvR-00/030) heeft Debitel een verzoek

(2)

§ De afwijzing van het verzoek van Debitel om de looptijd van de last onder dwangsom op te schorten, betekende dat de last over de periode februari 2000 – juni 2000 in stand bleef. Omdat Debitel over de maanden februari, maart en april 2000 lagere percentages had behaald dan waartoe zij op grond van de last was gehouden, heeft het college Debitel bij brief van 3 juli 2000 (met het kenmerk OPTA/EGM/2000/201754) meegedeeld dat over deze maanden dwangsommen zijn verbeurd. Omtrent de invordering van deze dwangsommen heeft het college in deze brief aangegeven dat uit coulanceoverwegingen zal worden afgezien van invordering over de maand februari 2000, maar dat de maanden maart en april 2000 wel zullen worden ingevorderd. Invordering zal echter pas

plaatsvinden nadat de bezwaarprocedure inzake het besluit op het schorsingsverzoek is afgerond, aldus het college.

§ Vervolgens heeft het college op grond van de door Debitel overlegde rapportages vastgesteld dat Debitel vanaf juli 2000 tot op heden volledig voldoet aan de in de last gestelde kwaliteitsnormen. § In reactie op de mededeling van het college aan Debitel dat over de maanden maart en april 2000 dwangsommen waren verbeurd, heeft Debitel het college bij verschillende gelegenheden gewezen op de oorzaken die er volgens Debitel toe hebben geleid dat in de bewuste periode niet de vereiste percentages zijn gerealiseerd. Daarbij gaf Debitel aan het niet eens te zijn met de besluiten van het college terzake en dat het verbeurde bedrag voor Debitel geen sinecure is. Ook heeft Debitel tijdens deze gelegenheden geïnformeerd welke omstandigheden voor het college aanleiding zouden kunnen zijn om de verbeurde dwangsommen te verminderen. Daaromtrent heeft het college aangegeven dat een matigingsverzoek van Debitel in behandeling kan worden genomen, mits Debitel goede argumenten zou aandragen waarom er van verzachtende omstandigheden sprake zou moeten zijn.

§ Vervolgens heeft Debitel bij brief van 6 december 2000 het college gemotiveerd verzocht het in te vorderen bedrag te matigen en daaromtrent een redelijk besluit te nemen.

3. Gronden van het matigingsverzoek

Op basis van de volgende argumenten verzoekt Debitel het college over te gaan tot matiging van de in te vorderen dwangsommen:

a. Onafhankelijke serviceproviders hebben minder invloed op het slagen van een portering dan netwerk-operators, omdat zij niet rechtstreeks zijn aangesloten op de ten behoeve van

(3)

kwaliteitspercentages voor het grootste gedeelte zijn veroorzaakt door fouten van andere

aanbieders. Er zouden dan ook geen dwangsommen zijn verbeurd, indien het verzoek om de looptijd van de last op te schorten conform het toetsingskader zou zijn beoordeeld.

b. Inmiddels heeft Debitel het proces van nummerportabiliteit intern onder controle; dit blijkt ook uit het feit dat Debitel sinds enige maanden wel de door OPTA gestelde kwaliteitsnormen realiseert. 4. Beoordeling van het matigingsverzoek

Naar aanleiding van de door Debitel aangevoerde gronden overweegt het college het volgende. Eerste grond van Debitel

In het algemeen is het college van oordeel dat de last onder dwangsom inzake nummerportabiliteit uitvoerbaar is voor zowel onafhankelijke serviceproviders als dienstaanbieders die tevens de beschikking hebben over een eigen mobiel netwerk (hierna: netwerk-operators). Dit blijkt ook uit de door beide typen aanbieders aan het college overlegde rapportages. Daarnaast merkt het college op dat onafhankelijke serviceproviders in tegenstelling tot netwerk-operators niet rechtstreeks zijn

aangesloten op de voor nummerportabiliteit benodigde gemeenschappelijke infrastructuur. Met deze afwijkende positie van onafhankelijke serviceproviders heeft het college rekening gehouden bij het opstellen van het toetsingskader. Zo kunnen fouten van netwerk-operators er niet toe leiden dat een onafhankelijke serviceprovider dwangsommen verbeurt. Daarmee heeft het college de door Debitel gesignaleerde achterstandpositie van onafhankelijke serviceproviders ten opzichte van netwerk-operators onderkend.

Op basis van de onderbouwing van het matigingsverzoek van Debitel kan het college echter niet beoordelen of deze achterstandpositie inderdaad de verbeurte van dwangsommen heeft veroorzaakt. Zo ontbreekt over de betreffende maanden maart en april 2000 een feitelijk overzicht van de gevallen waarin de te lage kwaliteitspercentages veroorzaakt zouden zijn door omstandigheden die niet aan Debitel zijn te verwijten.

(4)

Op grond van deze omstandigheden oordeelt het college als volgt. Debitel bevindt zich als onafhankelijk serviceprovider relatief gezien in een achterstandspositie ten opzichte van netwerk-operators. Gezien het ontbreken van rapportages over de maanden maart en april 2000 valt niet met zekerheid uit te sluiten dat geen dwangsommen zouden zijn verbeurd, wanneer het verzoek om de looptijd van de last op te schorten conform het toetsingskader zou zijn beoordeeld. Anderzijds heeft Debitel in het

onderhavige geval niet aannemelijk kunnen maken dat de in de maanden maart en april 2000 behaalde te lage kwaliteitspercentages daadwerkelijk veroorzaakt zijn door fouten van andere aanbieders. Het college is dan ook van oordeel dat deze grond op zichzelf niet kan leiden tot matiging van het in te vorderen bedrag.

Tweede grond van Debitel

Debitel geeft aan nummerportabiliteit inmiddels op de juiste wijze in de interne organisatie te hebben geïntegreerd en sinds enige maanden te voldoen aan de door OPTA gestelde normen. Het college heeft hieromtrent vastgesteld dat de prestaties van Debitel inzake de last onder dwangsom

nummerportabiliteit zich vanaf februari 2000 als volgt hebben ontwikkeld1:

<<Deze passage bevat bedrijfsvertrouwelijke gegevens en is om die reden onleesbaar gemaakt>>

Maand Eerste Onderdeel Tweede onderdeel

Februari 2000 - -Maart 2000 - -April 2000 - -Mei 2000 - -Juni 2000 - -Juli 2000 - -Augustus 2000 - -September 2000 - -Oktober 2000 - -November 2000 - -December 2000 -

-Uit dit overzicht blijkt dat de gedragingen van Debitel waardoor dwangsommen zijn verbeurd zich hebben voorgedaan in de beginperiode van de last. In die periode realiseerde Debitel percentages die relatief ver onder de door OPTA gestelde normen lagen. Verder is duidelijk dat de prestaties van Debitel na de beginperiode een stijgende lijn hebben laten zien – waarbij opvalt dat Debitel in de maand april 2000 dicht tegen de norm aanzat – en dat Debitel sinds juli 2000 volledig aan de last voldoet.

1 Op grond van de last onder dwangsom diende in de maanden februari en maart 2000 voor het eerste onderdeel

(5)

Het college constateert op basis van de door Debitel gerealiseerde percentages dat de last onder dwangsom er inmiddels toe heeft geleid dat Debitel haar wettelijke verplichting tot het bieden van nummerportabiliteit op correcte wijze nakomt. Hoewel de prestaties van Debitel in het verleden te wensen overlieten voldoet Debitel met de huidige goede prestaties al geruime tijd aan het gewenste niveau. Vanuit eindgebruikersperspectief betekent dit dat eindgebruikers thans zonder veel problemen met behoud van nummer van en naar Debitel kunnen overstappen. Het feit dat de last onder dwangsom in het geval van Debitel uiteindelijk tot het door het college gewenste gedrag van Debitel heeft geleid, dient naar het oordeel van het college gezien de concrete omstandigheden in dit geval zwaarder te wegen dan de vaststelling dat Debitel niet aannemelijk heeft kunnen maken dat in de maanden maart en april 2000 onterecht dwangsommen zouden zijn verbeurd.

Op grond van het bovenstaande is het college van oordeel dat de gronden van het verzoek van Debitel, in onderlinge samenhang beschouwd, aanleiding geven het aan verbeurde dwangsommen in te vorderen bedrag te matigen.

Hoogte van de matiging

Voor wat betreft de hoogte van de matiging dient naar het oordeel van het college een balans te worden gevonden tussen de slechte prestaties van Debitel in de beginperiode van de last, de stijgende lijn in de maanden daarna, en de goede prestaties van de afgelopen maanden. Daarbij dient naar het oordeel van het college tevens in aanmerking te worden genomen dat veel eindgebruikers die in de beginperiode van de last gebruik wilden maken van nummerportabiliteit, door de slechte prestaties van Debitel zijn gedupeerd.

Op basis van deze omstandigheden acht het college het redelijk de hoogte van de in te vorderen verbeurde dwangsommen te matigen tot een bedrag van fl. 200.000,--. Dit bedrag is proportioneel ten opzichte van de prestaties van Debitel en tevens voldoende robuust om recht te doen aan de belangen van eindgebruikers.

5. Oordeel

Op basis van bovenstaande overwegingen is het college van oordeel dat het verzoek van Debitel om de hoogte van het in te vorderen bedrag inzake de door Debitel verbeurde dwangsommen in het kader van nummerportabiliteit te matigen dient te worden toegewezen. Er zal een bedrag van fl. 200.000,--worden ingevorderd.

Hiertoe is heden per separate brief een factuur aan u toegezonden, waarvan een afschrift als bijlage bij dit besluit is gevoegd.

Hoogachtend,

(6)

namens het college,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gelet hierop is het KPN niet toegestaan de toeslag eerder in te voeren dan het moment waarop platformaanbieders feitelijk de keuze hebben om 0800-verkeer voor hun klanten al dan niet

Uit een vergelijking tussen de cliënten van het fonds met een groep van niet-cliënten concludeerde Van Dijk, daarbij gesteund door resulta- ten van buitenlands onderzoek, dat

SURFnet geeft aan dat haar diensten niet beschikbaar zijn voor eenieder die van dat aanbod gebruik wil maken en dat SURFnet aanbiedt aan een besloten groep en dat in dat geval

Het voorstel om geen wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen inzake de aankoop van die locaties, vonden wij voorbarig omdat de achtergrondinformatie ontbrak.. In

Aan het medisch indicatiebureau moet de vraag gesteld worden of de jongen zelfstandig kan wonen, is de jongen aangewezen op permanent toezicht, verzorging en begeleiding en is

Het college van de gemeente Bergen heeft kennis genomen van de evaluatie van het werkplan van het CJG over het jaar 2013 en tevens het werkplan 2014 vastgesteld.. Het Centrum voor

Daarbij is besloten om door een extern bureau een regionale toeristische visie op te laten stellen.. Dit wordt nu in beweging gezet en in 2014 wordt

Financieel verantwoordelijke voor bestemmingsplan tweede supermarkt in Schoorl Klopt3. Mededelingen van het