• No results found

BESLUIT 1 Inleiding

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT 1 Inleiding"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 5, zesde lid van de Elektriciteitswet 1998.

Nummer 103106/46

Betreft zaak: Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit op het verzoek van

Delesto B.V. tot het geven van een bindende aanwijzing

Nederlandse Mededingingsautoriteit

1 Inleiding

1. Delesto B.V. (hierna: Delesto) heeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) verzocht een bindende aanwijzing te geven aan TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) als bedoeld in artikel 5, zesde lid, van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) wegens overtreding van artikel 30 van de E-wet en artikel 4.3.1 van de Tarievencode Elektriciteit (hierna: Tarievencode). In dit besluit geeft de Raad zijn beslissing op de aanvraag van Delesto.

(2)

2 Aanvraag en procedure

3. Delesto heeft per brief gedateerd 30 oktober 2008 een aanvraag tot het opleggen van een bindende aanwijzing aan TenneT ingediend en heeft de Raad verzocht over te gaan tot het opleggen van een bindende aanwijzing aan TenneT inhoudende dat:

a. TenneT in strijd met de E-wet vanaf 2003 tot heden bij Delesto tarieven voor systeemdiensten in rekening heeft gebracht en nog steeds brengt;

b. Delesto niet gehouden was en is tot betaling van de door TenneT in rekening gebrachte tarieven voor systeemdiensten;

c. TenneT zich in de toekomst dient te onthouden van het bij Delesto in rekening brengen van tarieven voor systeemdiensten.

4. Op 27 februari 2009 heeft Delesto een bewaarschrift ingediend tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op de aanvraag.

5. Op 20 maart 2009 heeft Delesto ingestemd met het aanhouden van de behandeling van haar bezwaren.

6. Op 8 april 2009 is een hoorzitting gehouden waarin TenneT en Delesto hun standpunten hebben uiteengezet.

7. De Raad heeft vervolgens op 9 april 2009 een brief gestuurd naar Delesto met de vraag gegevens aan te leveren ter ondersteuning van haar verzoek.

8. Op 16 april 2009 heeft de Raad een aanvullende zienswijze ontvangen van Delesto. 9. De Raad heeft op 21 april 2009 per brief gegevens ontvangen van Delesto in reactie op het

verzoek van de Raad van 9 april 2009.

10. Bij brief van 11 mei heeft de Raad Delesto verzocht aanvullende informatie te leveren, waarop de Raad 25 mei 2009 een reactie van Delesto heeft ontvangen.

11. Op 9 juli 2009 heeft de Raad een conceptbesluit aan Delesto en TenneT toegezonden. 12. Op 23 juli 2009 heeft TenneT verzocht om toezending van eerder genoemde aanvullende

(3)

13. Na een beoordeling van de vertrouwelijkheid heeft de Raad op 9 september 2009 een deel van de gevraagde gegevens verstrekt en een overzicht van de berekeningen die de Raad heeft gebruikt bij de beoordeling van het verzoek van Delesto. De Raad heeft de wijze van

verstrekking vooraf voorgelegd aan Delesto. De Raad heeft de termijn voor het indienen van zienswijzen verlengd tot twee weken na het verstrekken van de gegevens.

14. Op 6 augustus 2009 heeft de Raad een schriftelijke zienswijze op het conceptbesluit ontvangen van Delesto.

15. Op 23 september 2009 heeft de Raad een schriftelijke zienswijze op het conceptbesluit ontvangen van TenneT.

(4)

3 Bevoegdheidsgrondslag en juridisch kader

17. Op grond van artikel 5, zesde lid, van de E-wet is de Raad bevoegd om bindende

aanwijzingen te geven in verband met de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet.

18. Artikel 30, eerste lid, van de E-wet luidt:

“Het tarief voor het verrichten van systeemdiensten heeft betrekking op: a. het reservevermogen en regelvermogen;

b. de black-start-voorzieningen en c. de overige systeemdiensten.”

19. Artikel 30, tweede lid, van de E-wet luidt:

“Het tarief, bedoeld in het eerste lid, wordt in rekening gebracht bij iedere afnemer die elektriciteit verbruikt en een aansluiting heeft op een net dat wordt beheerd door een netbeheerder.”

20. In de Memorie van Toelichting is dit als volgt toegelicht:

‘De kosten, verbonden aan deze systeemdiensten zullen dus gelijkmatig verdeeld worden over een ieder die van de voorzieningen profijt heeft, omdat het profijt niet geïndividualiseerd kan worden. Dat betekent dan ook dat alle eindverbruikers, ook de zelfopwekkers die slechts incidenteel gebruik maken van het net als hun eigen elektriciteitsproductie ontoereikend is, moeten bijdragen aan deze «verzekering». Uitsluitend in die gevallen waarin de voor eigen verbruik producerende afnemer geen aansluiting heeft op een net dat wordt beheerd door een netbeheerder (een zogenaamd «eilandbedrijf»), is het redelijk dat niet wordt meebetaald aan de systeemdiensten, omdat deze afnemer ook geen voordeel daarvan kan hebben. Ook zullen producenten over het eigen verbruik van hun opwekeenheden uiteraard geen systeemtarief verschuldigd zijn. Een generator heeft namelijk elektriciteit nodig om elektriciteit te kunnen produceren en dit eigen verbruik wordt door de generator zelf geproduceerd, zodat het net daarbij in het geheel niet te pas komt.’1

(5)

21. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBB) heeft in haar uitspraak inzake het geschil tussen Elsta B.V. en Delta Netwerkbedrijf B.V (hierna: uitspraak inzake

Elsta/Delta) artikel 30, tweede lid, E-wet als volgt uitgelegd:

‘Ingevolge artikel 30, tweede lid, van de Wet wordt, voorzover hier van belang, het tarief voor systeemdiensten in rekening gebracht bij “iedere afnemer die elektriciteit verbruikt”. Naar de tekst van de Wet is duidelijk dat bedoeld tarief uitsluitend is verschuldigd door een ieder die beschikt over een aansluiting op een net en tevens elektriciteit verbruikt in de zin van door eigen gebruik tot ontbinding brengen. Van een tekst die voor meer dan één uitleg vatbaar is en ook van toepassing zou kunnen zijn op afnemers die niet zelf elektriciteit verbruiken, kan naar het oordeel van het College niet worden gesproken.’ 2

22. Artikel 4.3.1. van de Tarievencode Elektriciteit (hierna: Tarievencode) luidt:

“Het systeemdienstentarief is verschuldigd door een aangeslotene die elektriciteit verbruikt en een aansluiting heeft op een net dat wordt beheerd door een netbeheerder. Onder het verbruik dient in dit verband te worden verstaan het totale verbruik, dus zowel de afname van elektrische energie van het net alsmede het verbruik dat wordt gedekt door het bij de aangeslotene opgestelde eigen elektriciteitsproductiemiddel, doch exclusief het bedrijfsverbruik van dit productiemiddel.”

23. In de toelichting op artikel 4.3.1 van de Tarievencode staat het volgende:

‘De systeemdiensten zijn een collectief goed. Geen aangeslotene kan stellen dat het niet profiteert van dit goed. De kosten verbonden aan het leveren van de systeemdiensten worden daarom omgeslagen over al het elektriciteitsverbruik, dus het verbruik af openbaar net èn het verbruik uit eigen opwekking. Om elektriciteit op te wekken, is elektrische energie benodigd. Dit bedrijfsverbruik, dat en voor zover noodzakelijk is voor de eigen opwekking mag in mindering worden gebracht.’3

2 CBB, 25 juli 2007, AWB 05/779, r.o. 7.1.

3 Toelichting Tarievencode 1999, als Bijlage 4 gevoegd bij het besluit van 30 september 1999 met

(6)

24. Artikel 4.4.1 van de Tarievencode bepaalt het volume waarover het systeemdienstentarief wordt berekend. Voor verbruikers in de tariefcategorieën genoemd in 3.7.1 onder a t/m e en f, voor zover het aansluitingen betreft met een doorlaatwaarde groter dan 3*80A, wordt de tariefdrager voor het systeemdienstentarief middels de volgende formule berekend:

Esys = Ein + Egen - Etbv- Euit waarbij:

Esysstaat voor de omvang van de tariefdrager in kWh;

Einstaat voor de comptabel vastgestelde afname van elektrische energie van het net in kWh;

Egenstaat voor de comptabel vastgestelde opgewekte elektrische energie aan de klemmen van de generator(en) in kWh;

Etbvstaat voor de comptabel vastgestelde omvang van het toelaatbaar bedrijfsverbruik elektriciteitsproductiemiddel in kWh;

Euitstaat voor de comptabel vastgestelde invoeding op het net in kWh.

25. Met betrekking tot de vaststelling van deze waarden geeft artikel 4.4.2 van de Tarievencode aan:

(7)

4 Feiten

26. Delesto produceert stoom en elektriciteit door middel van twee warmtekrachtcentrales die worden aangeduid als ‘Delesto I’ en ‘Delesto II’. De installaties bevinden zich op het bedrijventerrein Chemie Park te Delfzijl. Delesto is een joint venture van Essent Business Development B.V. en Akzo Nobel Energy B.V.

27. Delesto I is door middel van één redundante verbinding verbonden met het door TenneT beheerde 220 kV-net en Delesto II is door middel van één niet-redundante verbinding aangesloten op het door TenneT beheerde 110 kV-net.

28. Naast Delesto bevinden zich op het bedrijventerrein Chemie Park Delfzijl zeven

elektriciteitsverbruikende bedrijven (hierna: de fabrieken). Deze bedrijven zijn aangesloten op het door Akzo Nobel Nederland B.V. (hierna: Akzo) beheerde particuliere 10 kV-net4. Delesto

I is rechtstreeks verbonden met dit particuliere net terwijl Delesto II door middel van een noodverbinding is verbonden met dit net. Het particuliere net heeft geen directe aansluiting op het door TenneT beheerde net of enig ander door een netbeheerder beheerd net. Delesto levert de door haar opgewekte elektriciteit aan het door TenneT beheerde net en aan het door Akzo beheerde particuliere net.

29. Vanaf het jaar 2003 tot en met oktober 2008 heeft TenneT tarieven voor systeemdiensten bij Delesto in rekening gebracht. Deze tarieven zijn gebaseerd op het totale elektriciteitsverbruik van de bedrijven die zijn aangesloten op het door Akzo beheerde particuliere net.

30. Naar aanleiding van de uitspraak van het CBB inzake het geschil tussen Elsta B.V. en Delta Netwerkbedrijf B.V. heeft Delesto zich per brief tot TenneT gewend met de stelling dat TenneT ten onrechte systeemdiensten in rekening heeft gebracht bij Delesto. Tevens heeft Delesto TenneT verzocht om het naar de mening van Delesto ten onrechte betaalde bedrag aan systeemdienstentarieven terug te betalen en om zich in de toekomst te onthouden van het in rekening brengen van systeemdiensten bij Delesto. TenneT heeft aan deze verzoeken geen gehoor gegeven, waarna Delesto zich tot de Raad heeft gewend.

4 Voor dit net is bij besluit (kenmerk E/EM/00043701) van 12 juli 2000 door de Minister van

(8)

5 Standpunten van partijen

Delesto

31. Volgens Delesto biedt de Elektriciteitswet geen genoegzame wettelijke grondslag voor het in rekening brengen van systeemdiensten bij Delesto. Uit de uitspraak inzake Elsta/Delta leidt Delesto af dat artikel 30, tweede lid, E-wet geen grondslag biedt voor het in rekening brengen van het tarief voor systeemdiensten bij afnemers die alleen elektriciteit produceren dan wel doorleveren. Hieruit volgt dat het systeemdienstentarief niet in rekening kan worden gebracht bij producenten van elektriciteit.

32. Delesto produceert elektriciteit en stelt dat zij deze elektriciteit niet zelf verbruikt in de eigen installatie. Tennet is derhalve niet gerechtigd bij Delesto tarieven voor systeemdiensten in rekening te brengen. Door toch systeemdiensten bij Delesto in rekening te brengen heeft TenneT in strijd met artikel 30 lid 2 E-wet gehandeld.

33. Ook stelt Delesto in haar aanvullende zienswijze dat uit artikel 30 vierde lid E-wet volgt dat een afnemer die zelf elektriciteit opwekt en vervolgens verbruikt in de eigen installatie moet worden onderscheiden van de in artikel 30 tweede lid E-wet bedoelde afnemer die elektriciteit verbruikt. Voor zover al sprake is van verbruik van elektriciteit geldt dat sprake is van verbruik van elektriciteit van door Delesto zelf opgewekte elektriciteit. Delesto concludeert dat dit verbruik door Delesto van door haar zelf opgewekte elektriciteit in de eigen installatie niet geldt als ‘verbruik’ in de zin van artikel 30 tweede lid E-wet.

34. In haar zienswijze van 6 augustus 2009 verzoekt Delesto de Raad zich uit te laten over de vraag of er op Delesto op grond van artikel 30, tweede lid van de E-wet een wettelijke verplichting rust tot betaling van de systeemdienstentarieven aan TenneT.

35. Voorts benadrukt Delesto in haar zienswijze van 6 augustus 2009 op het conceptbesluit dat het volgens haar niet is toegestaan systeemdienstentarief in rekening te brengen bij

‘achterliggende’ verbruikers onder verwijzing naar de uitspraak van het CBB van 25 juli 20075.

(9)

TenneT

36. TenneT stelt dat Delesto systeemdienstentarieven verschuldigd is. Immers, de aansluiting staat op naam van Delesto en Delesto is de contractpartij van TenneT. Volgens TenneT is vanuit het perspectief van de netbeheerder en van de wet het enige relevante gegeven dat er sprake is van een aansluiting op het openbare net en dat achter deze aansluiting verbruik plaatsvindt. Het behoort voor rekening van Delesto te blijven dat zij toestaat dat achter de aansluiting verbruik plaatsvindt. Dit verbruik profiteert namelijk evengoed van de

verzekeringsfunctie van het openbare net als verbruik dat rechtstreeks op het openbare net is aangesloten. Als in dit geval over het verbruik niet wordt afgerekend, is sprake van ‘free-riding’: de achter de aansluiting van Delesto schuilgaande verbruikers profiteren van de verzekeringsfunctie waarvoor andere afnemers de premie betalen.

37. Indien de NMa inning van systeemdienstentarieven bij Delesto afkeurt, draagt TenneT als alternatief inning bij de verbruiker zelf aan. TenneT legt hiertoe de uitspraak inzake Elsta/Delta zo uit dat hiervoor door het CBB de ruimte is gelaten. De rechtsvraag in die uitspraak was beperkt tot de vraag of aan een partij die alleen elektriciteit produceert ook systeemdienstentarief in rekening kan worden gebracht. Het CBB maakt voor het oordeel dat alleen verbruik met het systeemdienstentarief is belast geen onderscheid tussen enerzijds verbruik dat rechtstreeks op het openbare net is aangesloten en anderzijds verbruik dat via een particulier net of via een productie-installatie van een derde met het openbare net is verbonden. TenneT verzoekt Delesto daarom gegevens bekend te maken omtrent de verbruikers zodat de rekening voor de systeemdiensten naar deze partijen kan worden gestuurd.

38. In haar zienswijze van 23 september 2009 op het conceptbesluit gaat TenneT opnieuw in op het in rekening brengen van systeemdienstentarief bij ‘achterliggende’ verbruikers. Zij verwijst daarbij naar de parlementaire geschiedenis en het thans aanhangige wetsvoorstel tot wijziging van de E-wet6. Daaruit zou volgen dat volgens de geldende E-wet ook verbruikers

die indirect verbonden zijn met het hoogspanningsnet systeemdienstentarief verschuldigd zijn. TenneT verzoekt de Raad om uitspraak te doen over de vraag of TenneT gerechtigd is systeemdienstentarief in rekening te brengen bij de ‘achterliggende’ verbruikers zelf.

(10)

6 Beoordeling

39. Het verzoek van Delesto tot het geven van een bindende aanwijzing aan TenneT is opgedeeld in drie deelverzoeken die de Raad hier per verzoek zal beoordelen.

6.1 Verzoek a: TenneT heeft in strijd met de E-wet vanaf

2003 tot heden bij Delesto tarieven voor

systeemdiensten in rekening gebracht.

(11)

6.1.1 Het systeemdienstentarief in rekening gebracht over het

verbruik van de achterliggende fabrieken

41. Het CBB heeft in haar uitspraak inzake Elsta/Delta de eerste voorwaarde van artikel 30, tweede lid, van de E-wet zodanig geïnterpreteerd dat het dient te gaan om een afnemer die ‘elektriciteit verbruikt in de zin van door eigen gebruik tot ontbinding brengen’7. Ook

oordeelde het CBB dat in de situatie dat de afnemer is aangesloten op een eigen 50 kV-net waarop tevens een afnemer is aangesloten die elektriciteit verbruikt die geen aansluiting heeft op het openbare net, het verbruik van deze achterliggende afnemer niet aan de afnemer met de aansluiting op het openbare net kan worden toegerekend8. Bij Delesto is sprake van

een vergelijkbare situatie. Delesto heeft een aansluiting op het net beheerd door TenneT en is verbonden met een particulier net waarop andere afnemers zijn aangesloten die elektriciteit verbruiken en geen directe aansluiting hebben op het openbare net.

42. TenneT betoogt dat het voor rekening van Delesto dient te blijven dat zij toestaat dat achter haar aansluiting verbruik plaatsvindt en uit het profijtbeginsel volgt dat Delesto daarover systeemdienstentarieven verschuldigd is. De Raad is van oordeel dat uit de hierboven aangehaalde uitspraak van het CBB volgt dat artikel 30, tweede lid, van de E-wet geen grondslag biedt voor het in rekening brengen van systeemdienstentarieven bij Delesto over het verbruik van de achterliggende fabrieken. Dit laat geen ruimte voor een ander oordeel dan dat TenneT door systeemdienstentarieven over het verbruik van de achterliggende fabrieken bij Delesto in rekening te brengen dit artikel van de E-wet heeft overtreden. Om die reden wijst de Raad dit deel van het verzoek toe.

(12)

43. TenneT heeft de Raad in haar zienswijze verzocht een uitspraak te doen over de vraag of TenneT gerechtigd is systeemdienstentarief in rekening te brengen bij de achterliggende fabrieken. De Raad wijst dit verzoek af om de volgende redenen. De vraag of

systeemdienstentarief bij achterliggende verbruikers in rekening mag worden gebracht reikt buiten de aanvraag waarin Delesto verzoekt om het opleggen van een bindende aanwijzing wegens het in rekening brengen van systeemdienstentarief bij Delesto. Bij de voorbereiding van het besluit op deze aanvraag zijn de achterliggende verbruikers dan ook niet betrokken geweest. Tevens is deze vraag onderwerp van een geschilprocedure tussen TenneT en Dow Benelux B.V.9 en een verzoek van TenneT om een bindende aanwijzing op te leggen aan Dow

Benelux B.V.10 De Raad acht het dan ook niet opportuun om in dit besluit buiten de aanvraag

te treden en op het verzoek van TenneT in te gaan.

6.1.2 Het systeemdienstentarief in rekening gebracht over het

(eventuele) verbruik van Delesto

44. Delesto stelt dat TenneT geheel geen systeemdienstentarief bij haar in rekening mag brengen omdat Delesto alleen elektriciteit produceert. Tevens heeft Delesto in een aanvullende zienswijze aangegeven dat naar haar mening uit artikel 30, tweede lid van de E-wet in

samenhang gelezen met artikel 30, vierde lid van de E-wet volgt dat, voor zover er al sprake is van verbruik, het verbruik van Delesto van door haarzelf opgewekte elektriciteit niet als ‘verbruik’ in de zin van artikel 30, tweede lid van de E-wet geldt.

45. Uit de toelichting op artikel 30 in de Memorie van Toelichting (zie hiervoor randnummer 20) blijkt dat van het verbruik door opwekeenheden slechts dat deel niet onder het bereik van artikel 30, tweede lid, E-wet valt, dat wordt verbruikt om elektriciteit te kunnen produceren en door de generator zelf opgewekt wordt (het zogenaamde toelaatbare bedrijfsverbruik)11. Dit

laat derhalve onverlet dat enig ander verbruik dat Delesto heeft wel onder het bereik van artikel 30, tweede lid, van de E-wet valt en dat hierover systeemdienstentarieven kunnen worden geïnd.

9 Zaaknummer 103338. 10 Zaaknummer 103351.

(13)

46. Bovendien is voor deze interpretatie van Delesto geen steun te vinden in de toelichting op het vierde lid van artikel 30:

‘Ook zogenaamde «zelfopwekkers» betalen derhalve systeemdiensten over de door henzelf

verbruikte kWh’s. Wel is er de mogelijkheid dat producenten, als gevolg van uitkomsten van internationaal overleg, alsnog een tarief voor systeemdiensten gaan betalen over de netto

productie. Ook dit geldt voor zelfopwekkers. In dat geval zal de tariefdrager niet betrekking hebben op hoeveelheden verbruikte elektriciteit, maar op hoeveelheden opgewekte elektriciteit (vierde lid, tweede volzin).’12

47. Nu de Raad de redenering van Delesto dat haar verbruik geen verbruik is in de zin van artikel 30, tweede lid, E-wet niet kan volgen, dient zij na te gaan in hoeverre Delesto elektriciteit verbruikt buiten het hierboven omschreven toelaatbare bedrijfsverbruik om, waardoor TenneT is gerechtigd om systeemdienstentarieven in rekening te brengen over dat verbruik.

48. De Raad heeft Delesto verzocht meetgegevens te overleggen over het verbruik van Delesto en de achterliggende fabrieken, het toelaatbaar bedrijfsverbruik van de productie-installatie en de uitwisseling van elektrische energie met het openbare net en met het particuliere net13.

Uit de overlegde stukken blijkt dat Delesto te maken heeft met overschotten en tekorten in de balans. Hierdoor kan de Raad echter niet vaststellen of Delesto elektriciteit verbruikt naast het toelaatbaar bedrijfsverbruik van de productie-installatie.

49. Kortom, TenneT is gerechtigd om systeemdienstentarieven te innen over het verbruik van Delesto. Nu de Raad niet op basis van de aangeleverde data kan vaststellen of Delesto in de periode van januari 2003 tot en met oktober 2008 elektriciteit heeft verbruikt, kan de Raad geen overtreding van artikel 30, tweede lid, van de E-wet door TenneT constateren. Daarom wijst de Raad dit deel van het verzoek af.

12 Idem.

(14)

50. De Raad meent dat voor de berekening van eventueel verschuldigde systeemdienstentarieven over het verbruik van Delesto zelf, TenneT de formule van artikel 4.4.1. van de Tarievencode zo dient toe te passen dat onder het “net” zowel het openbare net als het particuliere net wordt verstaan. Als gevolg daarvan dient de waarde van de invoeding op het particuliere net tezamen met de waarde van de invoeding op het openbare net te worden afgetrokken van de som van de hoeveelheid opgewekte elektriciteit, en de hoeveelheid elektriciteit afgenomen van het openbare net en (eventueel) het particuliere net tezamen. Tevens moet het toelaatbaar bedrijfsverbruik van het elektriciteitsproductiemiddel in mindering worden gebracht. In lijn met artikel 4.4.2 van de Tarievencode dienen partijen afspraken te maken over de comptabele vaststelling van de waarde van de Esys, waarbij zij de invoeding op het particuliere net dienen te betrekken.

6.2 Verzoek b: Delesto was en is niet gehouden tot betaling

van de door TenneT in rekening gebrachte tarieven voor

systeemdiensten.

51. Middels dit verzoek vraagt Delesto de Raad om uitlatingen te doen over de gehoudenheid tot betaling van de in rekening gebrachte systeemdienstentarieven. De Raad is echter niet bevoegd zich uit laten over privaatrechtelijke aspecten zoals de onverschuldigdheid van betalingen. In haar zienswijze van 6 augustus 2009 heeft Delesto dit deel van het verzoek geherformuleerd in die zin dat zij de Raad verzoekt zich uit te laten over de vraag of er op Delesto op grond van artikel 30, tweede lid van de E-wet een wettelijke verplichting rust tot betaling van de systeemdienstentarieven aan TenneT.

(15)

6.3 Verzoek c: TenneT dient zich in de toekomst te

onthouden van het bij Delesto in rekening brengen van

tarieven voor systeemdiensten.

(16)

7 Besluit

54. De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit wijst de aanvraag deels toe, en:

a. stelt vast dat TenneT in strijd met artikel 30 tweede lid van de Elektriciteitswet 1998 in de periode van januari 2003 tot heden systeemdienstentarieven bij Delesto in rekening heeft gebracht over het verbruik van de achterliggende fabrieken.

b. draagt TenneT op om zich te onthouden van het in rekening brengen bij Delesto van systeemdienstentarieven over het verbruik van de achterliggende fabrieken.

8 Overig

55. Dit besluit zal bekend worden gemaakt door toezending aan partijen. Eveneens zal van het besluit mededeling worden gedaan door middel van een bericht in de Staatscourant. Het besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking van het besluit.

Den Haag,

Datum: 2 november 2009

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, namens deze:

W.g.

J. Th. A. de Keijzer

Lid van de Raad van Bestuur

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, Juridische Dienst, Postbus 16326, 2500 BH, Den Haag. In dit bezwaarschrift kan een belanghebbende op basis van artikel 7:1a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, de Raad van Bestuur van de Nederlandse

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Herhaaldelik en van verskillende kante is ons gevraag om tog 'n kort verhaal te ge van die geskiedenis van die A{rikaanse •raalbeweging van die begin af, met

6 Wanneer men belastingen heft niet naar inkomen of winst, maar naar het ver­ bruik van produktiemiddelen en eindprodukten dus naar het verbruik van pro­ ducent en

Dit houdt in dat de NMa aan de hand van een weging van het algemeen belang, het individuele belang van aanvrager en eventueel betrokken maatschappelijke belangen bepaalt of zij

Inmiddels zijn hier 25 vondsten beschikbaar met (voor zover beschikbaar) kleurenfoto’s;. • Links: de links zijn onder andere uitgebreid met de links uit het artikel

de op grond van artikel 25, derde lid Gemeentewet de door het college opgelegde geheimhouding op bijlage 2 (GEHEIM Uitwerking grondverwerving percelen Omloop t.b.v. Wvg) en bijlage

de op grond van artikel 25, derde lid Gemeentewet de door het college opgelegde geheimhouding op bijlage 2 (GEHEIM Uitwerking grondverwerving percelen Omloop t.b.v. Wvg) en bijlage

Daarmee hebben deze kosten mogelijk impact op alle tarieven zoals deze zijn vastgesteld door Schiphol, waardoor de Raad genoopt zou zijn alle tarieven opgeschort te laten blijven na

(hierna: SMCvP), een gemeenschappelijke onderneming van Stichting GGZ Centraal en Stichting Meander Medisch Centrum, voornemens is zeggenschap te verkrijgen over de crisisdienst