Cover Page
The handle
http://hdl.handle.net/1887/136525
holds various files of this Leiden University
dissertation.
Author: Boeters, D.M.
Curriculum Vitae
List of publications
Dankwoord
Curriculum Vitae
Debbie Maria Boeters werd geboren op 13 oktober 1989 in Naarden. In 2007 behaalde zij cum laude haar gymnasium diploma aan het Emmaus College te Rotterdam en begon zij met de studie geneeskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Haar keuzecoschap voltooide zij op de afdeling neurologie in het Maasstad ziekenhuis en haar oudste coschap op de afdeling interne geneeskunde in het IJsselland ziekenhuis. In 2014 behaalde zij het artsexamen.
Naast haar studie geneeskunde begon zij in 2010 met de tweejarige research master Infection and Immunity in Rotterdam. Voor haar research master heeft zij onderzoek gedaan op de afdeling longziekten in het Erasmus Medisch Centrum (EMC), naar de aanwezigheid en invloed van inflammatoire dendritische cellen en T-helper 2 cellen in het beenmerg van muizen met huisstofmijt-geïnduceerd astma. Daarnaast heeft zij op de afdeling reumatologie in samenwerking met de afdeling dermatologie in het EMC, onderzoek gedaan naar het effect van dimethylfumaraat op een Imiquimod-geïnduceerd psoriasis muismodel en op een pDC cellijn. In 2015 voltooide zij de research master.
Hierna startte zij met haar promotieonderzoek op de afdeling reumatologie in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) onder begeleiding van prof. dr. A.H.M. van der Helm-van Mil en prof. dr. T.W.J. Huizinga. Het onderzoek richtte zich op de vroege herkenning van patiënten met reumatoïde artritis en op het behalen van blijvende DMARD-vrije remissie, wat momenteel de beste klinische uitkomstmaat is.
In januari 2019 is zij gestart met haar opleiding tot reumatoloog in het LUMC. Momenteel volgt zij de vooropleiding interne geneeskunde in het Groene Hart Ziekenhuis te Gouda.
238 APPENDICES
List of publications
Boeters DM, Nieuwenhuis WP, Verheul MK, Newsum EC, Reijnierse M, Toes REM,
Trouw LA, van der Helm-van Mil AHM. MRI-detected osteitis is not associated with the presence or level of ACPA alone, but with the combined presence of ACPA and RF. Arthritis Res Ther. 2016;18:179.
van Hooij A, Boeters DM, Tjon Kon Fat EM, van den Eeden SJF, Corstjens PLAM, van
der Helm-van Mil AHM, Geluk A. Longitudinal IP-10 Serum Levels Are Associated with the Course of Disease Activity and Remission in Patients with Rheumatoid Arthritis. Clin Vaccine Immunol. 2017;24(8):e00060-17.
Boeters DM, Mangnus L, Ajeganova S, Lindqvist E, Svensson B, Toes REM, Trouw
LA, Huizinga TWJ, Berenbaum F, Morel J, Rantapää-Dahlqvist S, van der Helm-van Mil AHM. The prevalence of ACPA is lower in rheumatoid arthritis patients with an older age of onset but the composition of the ACPA response appears identical. Arthritis Res Ther. 2017;19(1):115.
Boeters DM, Gaujoux-Viala C, Constantin A, van der Helm-van Mil AHM. The
2010 ACR/EULAR criteria are not sufficiently accurate in the early identification of autoantibody-negative rheumatoid arthritis: Results from the Leiden-EAC and ESPOIR cohorts. Semin Arthritis Rheum. 2017;47(2):170-174.
Boeters DM, Raza K, van der Helm-van Mil AHM. Which patients presenting with
arthralgia eventually develop rheumatoid arthritis? The current state of the art. RMD Open. 2017;3(2):e000479.
Burgers LE, Boeters DM, Reijnierse M, van der Helm-van Mil AHM. Does the
presence of magnetic resonance imaging-detected osteitis at diagnosis with rheumatoid arthritis lower the risk for achieving disease-modifying antirheumatic drug-free sustained remission: results of a longitudinal study. Arthritis Res Ther. 2018;20(1):68.
Boer AC, Boeters DM, van der Helm-van Mil AHM. The use of MRI-detected
synovitis to determine the number of involved joints for the 2010 ACR/EULAR classification criteria for Rheumatoid Arthritis - is it of additional benefit? Ann
Boeters DM, Trouw LA, van der Helm-van Mil AHM, van Steenbergen HW. Does
information on novel identified autoantibodies contribute to predicting the progression from undifferentiated arthritis to rheumatoid arthritis: a study on anti-CarP antibodies as an example. Arthritis Res Ther. 2018;20(1):94.
Boeters DM, Nieuwenhuis WP, van Steenbergen HW, Reijnierse M, Landewé RBM,
van der Helm-van Mil AHM. Are MRI-detected erosions specific for RA? A large explorative cross-sectional study. Ann Rheum Dis. 2018;77(6):861-868.
Burgers LE, Boeters DM, van der Helm-van Mil AH. Large joint involvement at
first presentation with RA, an unfavourable feature: results of a large longitudinal study with functioning and DMARD-free sustained remission as outcomes. Ann Rheum Dis. 2018;77(6):e33.
Dakkak YJ, Boeters DM, Boer AC, Reijnierse M, van der Helm-van Mil AHM. What
is the additional value of MRI of the foot to the hand in undifferentiated arthritis to predict rheumatoid arthritis development? Arthritis Res Ther. 2019;21(1):56.
Boeters DM, Burgers LE, Sasso EH, Huizinga TWJ, van der Helm-van Mil AHM.
ACPA-negative RA consists of subgroups: patients with high likelihood of achieving sustained DMARD-free remission can be identified by serological markers at disease presentation. Arthritis Res Ther. 2019;21(1):121.
Boeters DM, Burgers LE, Toes REM, van der Helm-van Mil AHM. Does
immunological remission, defined as disappearance of autoantibodies, occur with current treatment strategies? A long-term follow-up study in rheumatoid arthritis patients who achieved sustained DMARD-free status. Ann Rheum Dis. 2019;78(11):1497-1504.
Matthijssen XME, Wouters F, Boeters DM, Boer AC, Dakkak YJ, Niemantsverdriet
E, van der Helm-van Mil AHM. A search to the target tissue in which RA-specific inflammation starts: a detailed MRI study to improve identification of RA-specific features in the phase of clinically suspect arthralgia. Arthritis Res Ther. 2019;21(1):249.
Boeters DM, Boer AC, van der Helm-van Mil AHM. Evaluation of the predictive
accuracy of MRI-detected erosions in hand and foot joints in patients with undifferentiated arthritis. Ann Rheum Dis. 2019;78(1):144-146.
240 APPENDICES
Ohrndorf S, Boer AC, Boeters DM, ten Brinck RM, Burmester GR, Kortekaas MC, van
der Helm-van Mil AHM. Do musculoskeletal ultrasound and magnetic resonance imaging identify synovitis and tenosynovitis at the same joints and tendons? A comparative study in early inflammatory arthritis and clinically suspect arthralgia. Arthritis Res Ther. 2019;21(1):59.
Boeters DM, Boer AC, van der Helm-van Mil AHM. Evaluation of the predictive
accuracy of MRI-detected erosions in hand and foot joints in patients with undifferentiated arthritis. Ann Rheum Dis. 2019;78(1):144-146.
Boeters DM, van der Helm-van Mil AHM. Response to: ‘Does ACPA-negative RA
consist of subgroups related to sustained DMARD-free remission and serological markers at disease presentation’ by Masi and Fleischmann. Arthritis Res Ther. 2020;22(1):55.
Dakkak YJ, Boer AC, Boeters DM, Niemantsverdriet E, Reijnierse M, van der
Helm-van Mil AHM. The relation between physical joint examination and MRI-depicted inflammation of metatarsophalangeal joints in early arthritis. Arthritis Res Ther. 2020;22(1):67.
Boer AC, Boeters DM, Niemantsverdriet E, van der Helm-van Mil AHM. Contribution
of tenosynovitis of small joints to the symptom morning stiffness in patients presenting with undifferentiated and rheumatoid arthritis. Scand J Rheumatol. 2020;49(3):181-185.
ten Brinck RM, Boeters DM, van Steenbergen HW, van der Helm-van Mil AHM.
Improvement of symptoms in clinically suspect arthralgia and resolution of subclinical joint inflammation: a longitudinal study in patients that did not progress to clinical arthritis. Arthritis Res Ther. 2020;22(1):11.
Dankwoord
Velen hebben bijgedragen aan het tot stand komen van dit proefschrift. Een aantal mensen wil ik graag in het bijzonder bedanken.
Prof. dr. van der Helm-van Mil, beste Annette, ik ben blij dat ik in jouw onderzoeksgroep heb mogen werken. Ik heb bewondering voor je efficiënte manier van werken en kritische blik waarvan ik tijdens mijn onderzoeksperiode veel heb geleerd. Ik heb prettig met je samen gewerkt en kon altijd bij je terecht voor advies, ook op persoonlijk vlak. Prof. dr. Huizinga, beste Tom, je oneindige enthousiasme voor onderzoek werkt aanstekelijk. Het is inspirerend hoe je de klinische en basale onderzoekers verbindt en hoe je elk onderzoeksresultaat weer in het grotere geheel weet te plaatsen.
Zonder patiënten die hun steentje willen bijdragen aan de wetenschap zouden de studies beschreven in dit proefschrift niet mogelijk zijn. Daarom dank aan alle patiënten voor hun deelname aan de verschillende cohorten met soms jarenlange follow-up.
Daarnaast wil ik al mijn collega promovendi bedanken voor de nuttige discussies tijdens onze onderzoeksbesprekingen maar ook voor de gezelligheid op werk en de verschillende congressen. Een aantal mensen met wie ik nauw heb samen gewerkt, wil ik in het bijzonder bedanken. Wouter en Lukas, bedankt dat jullie mij wegwijs hebben gemaakt toen ik net begon. Robin, ik heb altijd fijn met je samen gewerkt en het is leuk dat we in Gouda nog steeds directe collega’s zijn. Xanthe, je was altijd enthousiast en stond open voor discussie. In het bijzonder dank voor je hulp bij ingewikkelde statistiek. Aleid, we hebben heel wat MRIs samen gescoord en ook de nodige koffie gedronken wat zeker heeft bijgedragen aan mijn werkplezier. Yousra, Fenne en Ellis, jullie ook bedankt voor de prettige samenwerking! Maaike, mijn overbuurvrouw, bedankt voor je betrokkenheid en gezelligheid.
Ondanks dat het niet een onderdeel van dit proefschrift is geworden, wil ik Annemieke en Susan van de afdeling infectieziekten bedanken voor de samenwerking binnen het genexpressie project in CSA patiënten. Ik heb ervan genoten om in deze data te duiken. Anouk, ik heb met veel plezier aan het IP-10 stuk gewerkt.
Alle artsen en research nurses wil ik bedanken voor het includeren van patiënten
242 APPENDICES
en het verzamelen van data. Jozé en Cedric, zonder jullie inzet kunnen we niets met de verzamelde gegevens. Bedankt voor het inzichtelijk maken en monitoren van onze data. Joyce, Nancy en Hughine, jullie zijn onmisbaar op de afdeling. Bedankt voor jullie hulp bij alle praktische zaken en bovenal voor het verlichten van de laatste loodjes.
Daarnaast wil nog mijn paranimfen bedanken. Leonie, ik heb altijd met veel plezier met je samengewerkt, mede dankzij je enthousiasme en vrolijkheid. Maar ik heb ook genoten van onze eetafspraken buiten werk. Sanne, we kennen elkaar al zo lang en we hebben al veel mee gemaakt samen; ik ben blij dat jij aan mijn zijde staat vandaag.
Ook dank aan mijn vrienden en familie voor de belangstelling maar bovenal voor de afleiding en gezelligheid. Lieve papa en mama, bedankt voor jullie onvoorwaardelijke steun en voor de mogelijkheden die jullie hebben gegeven om mij te blijven ontwikkelen. Zonder jullie was ik niet gekomen waar ik nu ben. Lieve Bob, jij hebt het laatste stukje van dit proefschrift meegemaakt. Dank voor je steun en voor de fijne momenten samen maar ook voor je begrip wanneer ik weer eens wat minder tijd had.
