• No results found

University of Groningen Towards dietary assessment and interventions for patients with Inflammatory Bowel Disease Peters, Vera

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "University of Groningen Towards dietary assessment and interventions for patients with Inflammatory Bowel Disease Peters, Vera"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

University of Groningen

Towards dietary assessment and interventions for patients with Inflammatory Bowel Disease

Peters, Vera

DOI:

10.33612/diss.159023461

IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from

it. Please check the document version below.

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Publication date:

2021

Link to publication in University of Groningen/UMCG research database

Citation for published version (APA):

Peters, V. (2021). Towards dietary assessment and interventions for patients with Inflammatory Bowel

Disease. University of Groningen. https://doi.org/10.33612/diss.159023461

Copyright

Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Take-down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.

(2)

A

(3)

Addendum

NEDERLANDSE SAMENVATTING

In dit proefschrift helder ik de rol die voeding speelt bij darmontsteking zoals aanwezig bij inflammatoire darmziektes (IBD) waaronder de ziekte van Crohn (CD) en colitis ulcerosa (UC), verder op. Ik optimaliseerde een voedingsevaluatiemethode voor deze specifieke patiëntenpopulatie en verrichte een systematische review naar de rol van type vezels in de voeding bij deze chronische ontstekingen van de darm. Het uiteindelijke doel is om goede instrumenten te ontwikkelen om voeding te beoordelen en op basis van kwalitatief solide onderzoek bewijs te kunnen leveren voor het adviseren over voeding bij IBD. Daarom beschrijf ik tenslotte een gerandomiseerde placebo-gecontroleerde studie-opzet naar de effecten van een ontstekingsremmend dieet en vitamines voor het microbioom bij de ziekte van Crohn. In Hoofdstuk 1 beschrijf ik de soorten inflammatoire darmziektes en leg daarbij de focus op de rol die voeding speelt in het ontstaan en de behandeling van deze aandoeningen. In dit hoofdstuk beschrijf ik dat dit proefschrift drie hoofddoelen heeft: bijdragen aan het ophelderen van de rol die voeding speelt in IBD (Deel I), ontwikkelen van een op IBD toegespitste voedselvragenlijst (FFQ) welke kan bijdragen aan vervolgstudies bij deze specifieke patiënten (Deel II), en voorzien in de behoefte naar bewijs over type voedingsvezels in de vorm van een systematische review en het ontwikkelen van een onderzoeksprotocol om de rol van een anti-inflammatoir dieet en vitamines verder uit te zoeken (Deel III). Echter spelen er naast voeding meer factoren een rol in het ontstaan en behandelen van IBD, daarom onderstreepte

Hoofdstuk 1 de noodzaak van een multidisciplinaire aanpak. Dit is nodig om uiteindelijk

voedingsrichtlijnen voor IBD-patiënten te kunnen ontwikkelen die daarnaast ook in de algemene bevolking geïmplementeerd kunnen worden om daarmee mogelijk IBD of andere door afweer of ontsteking gedreven ziektes te voorkomen.

Deel 1 – Pathofysiologische factoren

Bij ontsteking van de darm vragen patiënten hun dokter vaak om dieetadvies. Helaas zijn er geen goede wetenschappelijk onderbouwde voedingsrichtlijnen en proberen IBD-patiënten zelf met het aanpassen van hun voeding symptomen van hun ziekte te voorkomen. Ze experimenteren met hun dieet zonder daarbij altijd begeleiding van professionals zoals een arts of een diëtist te krijgen. Deze onbegeleide aanpassingen in de voeding kunnen leiden tot voedingstekorten en wellicht zelfs een slechter ziektebeloop. Daarom verwachtte ik verschillen te zien tussen de voedingsinname van IBD-patiënten en gezonde individuen. In Hoofdstuk 2 vergeleek ik de gebruikelijke voedingsinname van 493 IBD-patiënten (207 met colitis ulcerosa en 286 met de ziekte van Crohn) met de inname van 1.291 gezonde individuen die hebben deelgenomen aan de LifeLines DEEP cohortstudie. Ik vond dat 38,6% van de patiënten waarbij de ziekte rustig (in remissie) was een lagere eiwitinname had dan de aanbevolen hoeveelheid van 0,8 g/kg per dag. Van de patiënten met actieve ziekte had zelfs 86,7% een lagere eiwitinname dan de verhoogde aanbevolen hoeveelheid van 1,2 g/kg per dag. In vergelijking met controles, consumeerden patiënten met colitis ulcerosa meer vlees en smeersels maar minder alcohol, brood, koffie en zuivel; terwijl patiënten met de ziekte van Crohn meer non-alcoholische dranken, aardappelen, zoute snacks, suiker en snoepgoed maar minder alcohol, zuivel, noten, pasta en kant-en-klaar maaltijden consumeerden. In vergelijking met gezonde individuen, gebruikten patiënten met actieve ziekte meer vlees,

(4)

A

Nederlandse samenvatting

soep, suiker en snoepgoed maar minder alcohol, koffie, zuivel, kant-en-klaar maaltijden en rijst; patiënten in remissie daarentegen consumeerden meer aardappelen en smeersels maar minder alcohol, brood, zuivel, noten, pasta en kant-en-klaar maaltijden. Ik concludeer dat de voedingskeuzes van patiënten zorgen baart omdat zij potentieel gunstige voedingsmiddelen vermijden en potentieel risicovolle voedingsmiddelen consumeren. Daarnaast ligt hun eiwitinname onder de aanbevolen eiwitinname, zeker bij patiënten met actieve ziekte die een verhoogde eiwitbehoefte hebben.

In Hoofdstuk 2 beschrijf ik de verschillen in dagelijkse voedingsinname tussen IBD-patiënten en gezonde individuen. Deze resultaten dragen bij aan de hypothese dat dieetpatronen een significante bijdrage leveren aan het risico op het ontwikkelen IBD en het verdere beloop van deze darmontstekingsziektes. Daarop onderzocht ik in Hoofdstuk 3 dieetpatronen in deelnemers van het LifeLines cohort. Van de 124.885 geïncludeerde deelnemers hebben 190 colitis ulcerosa en 73 de ziekte van Crohn ontwikkeld in een periode van maximaal 11 jaar waarin zij gevolgd werden. Met behulp van principal component analyse (PCA) werden vijf dieet patronen geïdentificeerd die samen 41,8% van de dieetvariantie verklaarden. Het tweede patroon werd gekarakteriseerd door hoge inname van sauzen, niet-alcoholische dranken, kant-en-klaar maaltijden, snacks en lage inname van groente en fruit. Dit patroon kan worden beschouwd als een “Westers” patroon en was geassocieerd met een hoger risico op zelf-gerapporteerde ontwikkeling van de ziekte van Crohn gedurende het onderzoek (odds ratio (OR): 1,17, 95% betrouwbaarheidsinterval (CI): 1,02-1,32, p=0,017). Bij analyse van het overeenkomende robuuste dieet patroon werd deze associatie niet bevestigd (OR: 1,20, 95% CI: 0,93-1,54, p=0,164). Het derde patroon met hoge inname van gevogelte, bewerkt vlees en rood vlees, kan als “carnivoor” dieetpatroon geclassificeerd worden. Dit patroon was geassocieerd met een hoger risico op zelf-gerapporteerde ontwikkeling van colitis ulcerosa (OR: 1,11, 95% CI: 1,01-1,22, p=0,024). Analyse van het robuuste patroon bevestigde deze associatie (OR: 0,82, 95% CI: 0,71-0,94, p=0,004). Alle analyses waren gecorrigeerd voor leeftijd, geslacht, BMI en roken. Voorts werd aangetoond dat een hogere LifeLines Dieet Score (LLDS), wat een gezond voedingspatroon reflecteert, geassocieerd is met een lager risico op zelf-gerapporteerde ontwikkeling van colitis ulcerosa (OR: 0,97, 95% CI: 0,95-1,00, p=0,03). Hetzelfde effect werd gezien voor de ziekte van Crohn; dit verloor echter zijn significantie na correctie voor co-variabelen (OR: 0,97, 95% CI: 0,93-1,01, p=0,10). De overige dieetpatronen waren niet geassocieerd met zelf-rapportage van IBD-incidentie. Ik concludeerde dat naleving van een meer Westers of carnivoor dieetpatroon was geassocieerd met het vaker ontwikkelen van zelf-gerapporteerde ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. Daarnaast was een gezonder voedingspatroon (gereflecteerd in een hogere LLDS) geassocieerd met een lager risico op de ontwikkeling van zelf-gerapporteerde colitis ulcerosa. Verdere studies zijn nodig om deze bevindingen te bevestigen. De resultaten duiden het belang van een rol voor voeding in preventie van de ontwikkeling van chronische ontstekingsziekten van de darm zoals IBD in de gewone bevolking.

Naast de associatie tussen voedingspatronen en ontstaan van IBD, Hoofdstuk 3, speelt voeding waarschijnlijk ook een rol in het beloop van deze aandoeningen. Het merendeel van de patiënten gelooft dat voeding bijdraagt aan het ontstaan van opvlammingen.

(5)

Addendum

Daarom heb ik in Hoofdstuk 4 de associatie tussen dieetpatronen en het ontwikkelen van opvlammingen in twee geografisch verschillende Nederlandse cohorten bestudeerd. In deze longitudinale studie werden 724 IBD-patiënten geïncludeerd, waarvan 486 in het Noordelijke cohort en 238 in het Zuidelijke cohort. Deelnemers werden voor 2 jaar gevolgd. Met PCA werden drie dieetpatronen geïdentificeerd die gezamenlijk 28,8% van de totale dieetvariantie verklaarden. Het meest uitgesproken patroon verklaarde 11,6% van de variantie en werd gekenmerkt door de inname van graanproducten, olie, aardappelen, bewerkt vlees, rood vlees, sauzen en suiker en snoepgoed. Van de 427 patiënten die bij de start van de studie in remissie waren, ontwikkelden 106 (24,8%) een opvlamming tijdens de duur van de studie. Een hogere naleving van het beschreven dieetpatroon werd geassocieerd met een verhoogd risico op het vóórkomen van een opvlamming tijdens de follow-up (hazard ratio (HR): 1,51, 95% CI: 1,04-2,18, p=0,029). Ik concludeer dat het dieetpatroon dat overeenkomt met een “traditioneel (Nederlands)” of “Westers” dieet patroon en gekenmerkt wordt door inname van graanproducten, aardappelen, olie, bewerkt vlees, rood vlees, sauzen, suiker en snoepgoed, geassocieerd is met een verhoogd risico op het krijgen van een opvlamming van een darmontsteking.

Deel II –Voedingsevaluatiemethodes

Er zijn veel specifieke voedingsmiddelen die door IBD-patiënten vermeden of juist geconsumeerd worden. Deze producten worden vaak veronachtzaamd in de meeste bestaande voedingsevaluatiemethodes. Daarnaast bevatten voedingsevaluatiemethodes vaak vragen over producten die niet-Westers zijn. Dit compliceert de ontwikkeling van geschikte voedingsrichtlijnen voor (Westerse) IBD-patiënten. Daarom beschrijf ik in Hoofdstuk 5 de ontwikkeling van een voedselvragenlijst (FFQ) die speciaal ontwikkeld is voor IBD-patiënten, genaamd de Groningen IBD-specifieke voedselvragenlijst (GINQ). Ik nam meerdere stappen om tot deze vragenlijst te komen waaronder het identificeren van IBD-specifieke voedingsmiddelen, een literatuuronderzoek en het evalueren van huidige voedingsevaluatiemethodes. Daarnaast verzamelde ik meningen van deskundigen. Deze stappen resulteerde vervolgens in de ontwikkeling van de semi-kwantitatieve FFQ. Daarna werd de vragenlijst gedigitaliseerd in een beveiligde web omgeving waarin ook aanvullende voeding gerelateerde en IBD-gerelateerde vragen werden opgenomen. De GINQ is een online vragenlijst die door patiënten zelfstandig ingevuld kan worden. Voor het berekenen van de voedsel inname wordt de voorgaande maand als referentieperiode gebruikt. De GINQ-FFQ bevat 121 vragen over 218 voedingsmiddelen. Validatie van de GINQ-FFQ is noodzakelijk en daarom wordt momenteel data verzameld om de vragenlijst in de toekomst te kunnen valideren.

Deel III – Solide bewijs

Aan IBD-patiënten worden momenteel tegenstrijdige adviezen over vezels gegeven. De aanbeveling is om de inname te verhogen wanneer de ziekte in remissie is. Wanneer patiënten echter een opvlamming ervaren of een vernauwing van hun darm ontwikkelen, dienen zij vezels juist te vermijden. Deze voedingsaanbevelingen zijn gebaseerd op praktijkervaringen in plaats van solide wetenschappelijk onderzoek. Bovendien doet geen enkel Europese land uitspraak over het type vezel dat geconsumeerd dient te worden maar alleen over de hoeveelheid vezels. Daarom heb ik in Hoofdstuk 6 data van gerandomiseerde klinische

(6)

A

Nederlandse samenvatting

studies (RCTs) over type vezels en de rol in de behandeling van IBD geëvalueerd met als doel om in de toekomst betere dieetadviezen over type vezels mogelijk te maken. De PubMED database werd doorzocht met inachtneming van de PRISMA richtlijnen. De kwaliteit van de geselecteerde artikelen werd geëvalueerd met behulp van de Cochrane Risk of Bias Tool. Uiteindelijk werden 186 artikelen gevonden waarvan er 8 geïncludeerd konden worden. Deze 8 artikelen rapporteerden over 4 type vezels. Ik concludeerde dat ondanks beperkt bewijs, de resultaten over gekiemd gerst en inuline veelbelovend lijken en verder onderzoek verdienen. Daarnaast is het bewijs over tarwezemelen en psyllium nog te beperkt om conclusies te trekken. Langdurige klinische RCTs met objectieve uitkomstmaten zijn nodig om het dieetadvies over het type vezels voor IBD-patiënten te kunnen verbeteren.

Voedingsrichtlijnen zijn nodig om IBD-patiënten beter te kunnen ondersteunen in hun zoektocht naar het verlichten van ziektesymptomen. Solide wetenschappelijke onderzoeken zijn noodzakelijk om deze richtlijnen te kunnen ontwikkelen. Daarom wordt in Hoofdstuk 7 de opzet van een studie beschreven die aan dit doel moet gaan bijdragen. Deze multicenter RCT wordt opgezet om de effecten van 1) een Groningen anti-inflammatoire dieet (GrAID), 2) een in het colon afgeleverd vitamine B2, B3 en C supplement (ColoVit) versus 3) een microkristallijne cellulose bevattende placebo op het beloop van de ziekte van Crohn en de veranderingen in het microbioom en inflammatoire markers in a) patiënten en b) gezonde controles te onderzoeken. De gezonde controles worden gevormd door de gezonde familieleden (uit hetzelfde huishouden) van de patiënten met de ziekte van Crohn die deelnemen aan de studie. In studiegroep 1 zullen de deelnemers gevraagd worden zich te houden aan het anti-inflammatoire dieet dat in voedingsboxen aan hen verstrekt zal worden; in groep 2 om tweemaal daags een vitamine supplement in te nemen; en in groep 3 om tweemaal daags een placebo in te nemen. Patiënten en artsen zullen voor het vitamine deel geblindeerd worden; het is voor hen onbekend wie de ColoVit inneemt en wie de placebo. Alle dieetinterventies zullen drie maanden duren. In het totaal zullen 510 deelnemers in de studie worden geïncludeerd waarvan 255 patiënten en 255 gezonde individuen zullen zijn. De uitkomstmaten van de studie (effect van de dieetinterventies) zullen geëvalueerd worden in drie gebieden, namelijk: klinisch, mechanisch en sociaal en verschillen deels voor patiënten en controles. Het klinische eindpunt voor patiënten met de ziekte van Crohn is a) het aantal opvlammingen gedefinieerd

als een feces calprotectine

>

200 µg/g en een Crohn’s Disease Activity Index (CDAI)

>

220; dit

is het primaire eindpunt van CD-patiënten en b) de kwaliteit van leven. Het mechanische eindpunt is een verandering in microbioom samenstelling (primair eindpunt voor gezonde controles) fecale metabolieten en anti-oxidante effecten. Wat betreft het sociale eindpunt zal gekeken worden naar het naleven van de dieetinterventies. Gezien IBD-patiënten naarstig op zoek zijn naar gepast dieetadvies, kunnen zowel de GrAID als de ColoVit capsules wanneer effectief gebleken, goede complementaire behandelstrategieën vormen en daarnaast wellicht bijdrage aan primaire preventie van IBD in de algehele bevolking.

In Hoofdstuk 8 werden de resultaten van dit proefschrift samengevat, bediscussieerd en in breder perspectief geplaatst.

(7)

List of publications

LIST OF PUBLICATIONS

2020

V. Peters, Corinne EGM Spooren, Marieke J Pierik, Rinse K Weersma, Hendrik M van Dullemen,

Eleonora AM Festen, Marijn C Visschedijk, Adriaan AM Masclee, Evelien MB Hendrix, Rui J Almeida, Corine WM Perenboom, Edith JM Feskens, Gerard Dijkstra, Marjo JE Campmans-Kuijpers, Daisy MAE Jonkers. Dietary Intake Pattern is Associated with Occurrence of Flares in IBD Patients. Journal of Crohn's and Colitis. https://doi.org/10.1093/ecco-jcc/jjab008

V. Peters, E.F. Tigchelaar-Feenstra, F. Imhann, J.A.M. Dekens, M.A. Swertz, L.H. Franke, C.

Wijmenga, R.K. Weersma, B.Z. Alizadeh, G. Dijkstra, M.J.E. Campmans-Kuijpers (2020). Habitual dietary intake of IBD patients differs from population controls: a case-control study. European journal of nutrition. https://link.springer.com/article/10.1007/s00394-020-02250-z

2019

V. Peters, B.Z. Alizadeh, J.H.M. de Vries, G. Dijkstra, M.J.E. Campmans-Kuijpers (2019). Nutritional

Assessment in Inflammatory Bowel Disease (IBD)-Development of the Groningen IBD Nutritional Questionnaires (GINQ). Nutrients, 11(11), [2739]. https://doi.org/10.3390/nu11112739

F. Imhann, K.J. van der Velde, R. Barbieri, R. Alberts, M.D. Voskuil, A. Vich Vila, V. Collij, L.M. Spekhorst, K.W.J. van der Sloot, V. Peters, H.M. van Dullemen, M.C. Visschedijk, E.A.M. Festen, M.A. Swertz, G. Dijkstra, R.K. Weersma (2019). Correction to: The 1000IBD project: multi-omics data of 1000 inflammatory bowel disease patients; data release 1. Bmc gastroenterology, 19(1), [44]. https://bmcgastroenterol.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12876-019-0938-8

F. Imhann, K.J. van der Velde, R. Barbieri, R. Alberts, M.D. Voskuil, A. Vich Vila, V. Collij, L.M. Spekhorst, K.W.J. van der Sloot, V. Peters, H.M. van Dullemen, M.C. Visschedijk, E.A.M. Festen, M.A. Swertz, G. Dijkstra, R.K. Weersma (2019). The 1000IBD project: multi-omics data of 1000 inflammatory bowel disease patients; data release 1. Bmc gastroenterology, 19(5), [5]. https:// bmcgastroenterol.biomedcentral.com/articles/10.1186/s12876-018-0917-5

2018

A. Vich Vila, F. Imhann, V. Collij, S.A. Jankipersadsing, T. Gurry, Z. Mujagic, A. Kurilshikov, M.J. Bonder, X. Jiang, E.F. Tigchelaar, J.A.M. Dekens, V. Peters, M.D. Voskuil, M.C. Visschedijk, H.M. van Dullemen, D. Keszthelyi, M.A. Swertz, L.H. Franke, R. Alberts, E.A.M. Festen, G. Dijkstra, A.A.M. Masclee, M.H. Hofker, R.J. Xavier, E.J. Alm, J. Fu, C. Wijmenga, D.M.A.E. Jonkers, A. Zhernakova, R.K. Weersma (2018). Gut microbiota composition and functional changes in inflammatory bowel disease and irritable bowel syndrome. Science Translational Medicine, 10(472). https://stm. sciencemag.org/content/10/472/eaap8914

2017

K.W. J. van der Sloot, M. Amini, V. Peters, G. Dijkstra, B.Z. Alizadeh; Inflammatory Bowel Diseases: Review of Known Environmental Protective and Risk Factors Involved, Inflammatory Bowel Diseases, Volume 23, Issue 9, 1 September 2017, Pages 1499–1509, https://doi.org/10.1097/ mib.0000000000001217

(8)

A

Author affiliations

AUTHOR AFFILIATIONS

Behrooz Z Alizadeh1 Rui J Almeida2,3 Sergio Andreu-Sánchez4 Laura A Bolte4,5 Marjo JE Campmans-Kuijpers5 Jackie AM Dekens4 Gerard Dijkstra5

Hendrik M van Dullemen5

Edith JM Feskens6 Eleonora AM Festen5 Lude H Franke4 Erik HW Frijlink7 Hermie JM Harmsen8 Evelien MB Hendrix9,10 Floris Imhann4,5

Daisy MAE Jonkers9,10

Adriaan AM Masclee9,10 Tim Otten5 Corine WM Perenboom6 Marieke J Pierik9,10 Ateequr Rehman11 Eva M Schuttert4,5

Corinne EGM Spooren9,10

Morris A Swertz4 Ettje F Tigchelaar-Feenstra4,12 Marijn C Visschedijk5 Jeanne HM de Vries6 Rinse K Weersma4,5 Cisca Wijmenga4

“The LifeLines Study cohort”13

1 Department of Epidemiology, University of Groningen and University Medical Centre Groningen,

Groningen, The Netherlands.

2 Department of Quantitative Economics, Maastricht University, School of Business and Economics,

Maastricht, The Netherlands.

3 Department of Data Analytics and Digitalization, Maastricht University, Maastricht, The Netherlands. 4 Department of Genetics, University of Groningen and University Medical Centre Groningen, Groningen,

The Netherlands.

5 Department of Gastroenterology and Hepatology, University of Groningen and University Medical

Centre Groningen, Groningen, The Netherlands.

6 Division of Human Nutrition and Health, Wageningen University & Research, Wageningen, The

Netherlands.

7 Department of Pharmaceutical technology and Biopharmacy, University of Groningen and University

Medical Centre Groningen, Groningen, The Netherlands.

8 Department of Medical Microbiology, University of Groningen and University Medical Centre

Groningen, Groningen, The Netherlands.

9 Department of Internal Medicine, Division Gastroenterology-Hepatology, Maastricht University and

Medical Centre+, Maastricht, The Netherlands.

10 School for Nutrition and Translational Research in Metabolism (NUTRIM), Maastricht University,

Maastricht, The Netherlands.

11 R&D Human Nutrition and Health, DSM Nutritional Products Ltd, Basel, Switzerland. 12 Top Institute Food and Nutrition, Wageningen, The Netherlands.

13 LifeLines Cohort Study, Department of Epidemiology, University of Groningen and University Medical

(9)

Addendum

ABBREVIATIONS

1000IBD 1000 IBD cohort

AE Adverse Event

aMED Alternate Mediterranean Diet Score ANOVA Analysis of variance

AR Adverse Reaction

BIA Bioelectrical impedance analysis

BMI Body Mass Index [kg/m2]

BMR Basal Metabolic Rate

CAI Clinical Activity Index

CD Crohn’s Disease

CDAI Crohn’s Disease Activity Index CDED Crohn’s Disease Exclusion Diet

CI Confidence interval

ColoVit Colon-delivered vitamin B2, B3 and C supplement

CRP C-reactive protein

CV Curriculum Vitae

DSMB Data Safety Monitoring Board DSS Dextran sulfate sodium E. coli Escherichia coli

EEN Exclusive Enteral Nutrition

En% Energy percentage

ESPEN European Society for Clinical Nutrition and Metabolism ESR Erythrocyte Sedimentation Rate

EU European Union

EudraCT European drug regulatory affairs Clinical Trials

FDR False Discovery Rate

FFQ Food Frequency Questionnaire FOS Fructo-oligosaccharides

FR-QoL Food-related Quality of Life questionnaire GSRS Gastrointestinal Symptoms Rating Scale GBF Germinated Barley Foodstuff

GCP Good Clinical Practice

GINQ Groningen IBD Nutritional Questionnaire

GINQ-FFQ Groningen IBD Nutritional Questionnaire – Food Frequency Questionnaire GrAID Groningen Anti-inflammatory Diet

HBI Harvey Bradshaw Index

HEI Healthy Eating Index

HR Hazard ratio

IBD Inflammatory Bowel Disease IBD-SL IBD cohort South-Limburg

IBDQ Inflammatory Bowel Disease quality of life Questionnaire

IC Informed Consent

IL Interleukin

IMID Immune-mediated Inflammatory Disease IMP Investigational Medicinal Product IMPD Investigational Medicinal Product Dossier

Kcal Kilocalories

KMO Kaiser-Meyer-Olkin test

(10)

A

Abbreviations

LLDS LifeLines Diet Score

LPS Lipopolysaccharide

MAC Middle Arm Circumferences

MCC Microcrystalline Cellulose

MDA Malondialdehyde

METC Medical Ethical Committee

MPO Myeloperoxidase

MUMC Maastricht University Medical Centre

n Number

NEVO Dutch Food Composition Table

NO Nitric oxide

NSP Non-starch polysaccharides

OR Odds ratio

p p-value

PCA Principal Component Analysis

pHBI Patient HBI

PO Plantago Ovata

PICOS Participants, Intervention, Outcome, Study design.

PRISMA Preferred Reporting Items for Systematic Reviews and Meta-Analyses PROM Patient Related Outcome Measures

PSI Parelsnoer Initiative RCT Randomized controlled trial

RO Resistant (non-digestible) oligosaccharides RoB 2.0 Risk of Bias Tool 2.0

RR Relative risk

RS Resistant starch

SAE Serious Adverse Event

SCCAI Simple Clinical Colitis Activity Index SCFAs Short Chain Fatty Acids

SES Social Economic Status

STROBE-NUT Strengthening the Reporting of Observational Studies in Epidemiology — Nutritional Epidemiology

SUSAR Suspected Unexpected Serious Adverse Reaction TNF-a Tumor necrosis factor – alpha

TSF Triceps Skinfold Thickness

UC Ulcerative Colitis

UMCG University Medical Centre Groningen

vs versus

WB Wheat bran

(11)

Curriculum

CURRICULUM VITAE

Vera Peters werd op 11 mei 1993 geboren te Groesbeek. Na het voltooien van het Atheneum aan de Nijmeegse Scholengemeenschap Groenewoud (NSG) in Nijmegen is zij in 2011 gestart met de studie geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Zij deed haar junior coschappen in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) en de Ommelander Ziekenhuis Groep (OZG). Haar senior coschappen voltooide zij in het Klinikum Oldenburg, Pius-Hospital Oldenburg en Evangelisch Krankenhaus Oldenburg. Haar eerste kennismaking met wetenschappelijk onderzoek was tijdens haar bachelor in de Junior Scientific Masterclass Compass Week waarna zij besloot op een pilotproject bij de afdeling maag-, darm- en leverziekten te solliciteren. Dit project is overgegaan in een wetenschappelijke stage en daarop aansluitend een ambitieus MD-PhD traject, onder leiding van promotor prof. dr. G. Dijkstra en co-promotores dr. M.J.E. Campmans-Kuijpers en dr. B.Z. Alizadeh, waarin het behalen van de master geneeskunde gecombineerd wordt met het uitvoeren van een volledig promotieonderzoek. Het promotietraject had een brede opzet met daarin het ontwikkelen van een IBD-specifieke vragenlijst, het opzetten van een gerandomiseerd placebo-gecontroleerde klinische studie (VITA-GrAID) en verscheidene andere projecten. Dit promotietraject heeft uiteindelijk geresulteerd in dit proefschrift. Momenteel loopt Vera haar laatste coschap, semiarts stage, op de afdeling maag-, darm, en leverziekten (rompstage) en vervolgens bij de afdeling kindergeneeskunde (verdiepingsstage) in het UMCG en zal zij in 2021 ook haar master bul geneeskunde behalen.

(12)

A

Dankwoord

DANKWOORD

Dit proefschrift kon alleen tot stand komen door alle steun die ik in de afgelopen jaren heb mogen ontvangen. Daarom wil ik van de gelegenheid gebruik maken om hier kort stil te staan bij de mensen die een steentje hebben bijgedragen.

Allereerst zou ik mijn promotieteam willen bedanken: professor dr. Gerard Dijkstra, dr. Marjo Campmans-Kuijpers en dr. Behrooz Alizadeh. Bedankt voor de fijne begeleiding tijdens mijn promotietraject en zelfs al daarvoor tijdens mijn pilotproject.

Gerard, jij hebt mij in al die jaren weten te blijven enthousiasmeren voor het vak met je

optimisme en doorzettingsvermogen. Wat was het een worsteling om de financiering voor de VITA-GrAID rond te krijgen, zeg! Jij bleef altijd positief en wist mij daarmee aan te steken. Als ik een meeting met je had gehad, zat ik weer vol energie en enorme motivatie om verder te gaan met de projecten van dat moment. Daarnaast waardeer ik je ondersteunende en opbeurende woorden die je me meegegeven hebt tijdens mijn promotietijd en dan met name in de laatste periode ervan toen het op persoonlijk vlak moeilijk werd. Dank daarvoor, dat waardeer ik enorm.

Marjo, waar moet ik beginnen, jij bent vanaf moment één dat wij elkaar leerden kennen mijn

steun en toeverlaat geweest. Je maakte altijd tijd voor mij vrij als ik dat nodig had. Door jouw open houding kon ik met al mijn vragen bij jou terecht. Of het nou over de wetenschap ging of over andere zaken, jij wilde er alles over horen. Bedankt dat je er voor me was, ik heb me onvoorwaardelijk gesteund en begrepen gevoeld. Ik kijk tegen je op en ben blij dat ik zoveel van je heb mogen leren in de afgelopen jaren, niet alleen op het gebied van voeding!

Behrooz, als de twee bovengenoemde enthousiastelingen weer eens grootste plannen hadden

uitgedacht, zorgde jij ervoor dat mijn belangen vooropgesteld werden en hield jij mijn doelen in het vizier. Deze eigenschap van jou heb ik zeer gewaardeerd gedurende dit traject. Daarnaast stelde jij mij altijd de vraag hoe het verder met mij ging buiten het onderzoek om. Ik vond het fijn dat je ook aandacht schonk aan de andere belangrijke dingen in het leven. Daarnaast heb je ervaren dat ik soms nogal eigenwijs kan zijn, soms zelf koppig, en mijn eigen plan trek. Je moest erg lachen toen ik mezelf als eigenwijs omschreef, met een nieuw plan vertrok en na een week toch weer bij het oude plan uitkwam. Ondanks onze meningsverschillen, heb ik veel van je mogen leren en daar ben ik dankbaar voor.

De beoordelingscommissie, prof. dr. van der Woude, prof. dr. Witteman en prof. dr. Bakker,

hartelijk dank voor de vlotte en positieve beoordeling van dit proefschrift.

Corinne, pas nadat wij al meer dan een jaar hadden samengewerkt, zagen wij elkaar voor het

eerst in levenden lijve op een congres in het buitenland. Groningen en Maastricht liggen nou eenmaal ver uit elkaar. In mijn ogen waren we direct een goede match, we vulden elkaar goed aan in het werk en ik heb dan ook erg genoten van onze samenwerking al die jaren. Ik hoop dat we de zeer goede collegiale band die we hebben opgebouwd wellicht kunnen voortzetten in een vriendschap nadat we allebei ons proefschrift hebben mogen verdedigen.

(13)

Addendum

Ook professor dr. Daisy Jonkers wil ik hartelijk danken voor de prettige samenwerking. Ik waardeer de positieve sturing die jij gaf op de juiste momenten. Ik voelde me ook erg gesteund in het in eerste instantie vrouwenverbond (met daarin Daisy, Corinne, Marjo en ik), en ook later natuurlijk nog toen Rui erbij kwam.

Thank you for the nice collaboration, assistant professor dr. Rui Almeida, I really enjoyed your positive attitude and your enthusiasm about statistics and our dietary data.

Arno & Raphael, my congress buddies! I had such a wonderful time with you two! Not only

in San Diego but in Barcelona as well. Thanks guys.

Ook wil ik alle andere collega’s van de afdeling maag-, darm en leverziekten en van de

afdeling epidemiologie bedanken voor alle steun en de gezellige jaren. As well as all (ex-)

colleagues from the unit of digestive system diseases.

Natuurlijk ook alle coauteurs van de artikelen waaraan ik in die jaren heb mogen schrijven, zou ik bij deze hartelijk willen bedanken voor de samenwerking.

Jurya, voor een positieve noot of een ondersteunend advies kon ik altijd bij jou terecht! Dat

vond ik heel fijn en daar wil ik je van harte voor bedanken.

Zazu’tjes, ook jullie wil ik bedanken voor alle steun. Ik weet dat ik bij ieder van jullie altijd

terecht kan; jullie steunen me door dik en dun. Maar ook, wat hebben we veel plezier met elkaar beleefd in de afgelopen (bijna) 10 jaar! Ik hoop dat daar nog meer van volgt. De vriendschappen die ik met jullie, stuk voor stuk in verschillende maar unieke vorm, heb opgebouwd zijn me erg dierbaar! Ik wil Sabine en Maire extra bedanken omdat zij ondertussen de meeste (en dus ook minder mooie) kanten van mij gezien hebben en ik nog steeds bij hen, zelfs ’s-nachts, voor raad en daad terecht zou kunnen!

Samir & Jasmina, ondertussen kennen we elkaar bijna 7 jaar! 7 is a lucky number! Iets met

vijvers, ofzo, haha! Ik ben blij dat ik jullie via Jeroen heb mogen leren kennen en ondertussen ook mijn vrienden mag noemen. Onze vriendschap is me veel waard en ik hoop dat die nog lang door zal gaan. Jullie steunen me al sinds de start van mijn PhD met goed advies en vooral veel enthousiasme, dank daarvoor.

Luuk & Laura, ook jullie ken ik ondertussen al heel wat jaren en wat ben ik daar blij om! Wat

zijn we “volwassen” geworden in de loop der jaren. Van semi-huisgenoten, sportgenoten, sushi etentjes, stroke the furry wall en cocktail workshops, naar weekendjes weg met jullie kinderen erbij. Ik hoop dat jullie nog lang deel uit blijven maken van mijn leven want onze vriendschap is me heel dierbaar! Daarnaast was het superfijn om onze PhD ervaringen te kunnen uitwisselen, Lau, dank daarvoor en voor je goede raad!

(14)

A

Dankwoord

Tim, ik heb jou leren kennen tijdens de studie geneeskunde en niet al te lange tijd daarna

werden wij collega’s. Ik kan altijd mijn verhaal bij je kwijt en je helpt me graag. Ik waardeer jou als vriend en collega. Ik ben erg blij dat jij mijn paranimf wil zijn!

Lieve Tessa, lief zussie, ik vind het superleuk dat je mijn paranimf wil zijn, ondanks dat je geen idee had wat zoiets nou daadwerkelijk inhoudt. Ik waardeer jou als persoon enorm en ik waardeer de adviezen die je me in de loop van de jaren gegeven hebt, niet alleen als ondersteuning bij mijn PhD maar ook op andere gebieden. Ik ben trots om jouw kleine zusje te mogen zijn!

Lieve papa & mama, ik wil jullie bedanken voor de onvoorwaardelijke steun en liefde die jullie mij mijn hele leven al hebben gegeven. Ik heb van jullie mogen leren dat ik trots mag zijn op mezelf en mag zijn wie ik ben. Pap, jij grapt altijd dat je mij geïndoctrineerd hebt met je colitis ulcerosa. Ik kan niet ontkennen dat ik door jou geïnteresseerd geraakt ben in chronische darmziektes en voeding. Maar daar is nu iets heel moois uit gekomen: dit proefschrift. Ik ben je daarom dankbaar voor het aanwakkeren van mijn intrinsieke motivatie voor dit onderwerp. Mam, jij hebt mij geleerd om voor mezelf te zorgen en een onafhankelijke vrouw te zijn. Ik denk dat je die levensles zelfs door de regels van dit proefschrift heen kunt lezen! ;) Ik wil jullie voor nog heel veel meer bedanken maar ik heb er de goede woorden niet voor behalve deze: dank jullie wel lieve ouders, ik hou van jullie!

Lieve Jeroen, last but not least! Wat heb jij veel moeten doorstaan tijdens mijn promotietraject; alle frustraties die komen kijken bij het schrijven van een proefschrift moest jij verduren...! Zonder jouw goede steun en aanmoediging was het me niet gelukt. Ik ben blij dat je me zo nu en dan een spiegel voorhield of een schop onder mijn kont gaf om dingen af te maken, maar dat ik met jou ook de kleine (en grote) overwinningen kon vieren. Ik ben je erg dankbaar voor het feit dat je er altijd voor me bent, altijd voor me klaar staat en me in alles wat ik doe en de keuzes die ik maak volledig steunt. Je laat me compleet mezelf zijn en je maakt me aan het lachen, je waardeert me om wie ik ben. Ik hou van jou!

Daarnaast wil ik nog een shout-out doen naar alle andere mensen die mij op een of andere manier in de afgelopen jaren gesteund hebben waaronder: Jeroen & Julia, Philip, Ruud &

Jasper, Marina, en alle lieve mensen die ik heb leren kennen bijvoorbeeld bij: de Butjes, de textielclub, Medimeisterschaften Groningen, in de buurt of tijdens mijn tijd in Duitsland

(Vielen Dank an allen für die Schöne Zeit in Oldenburg!), en alle anderen die ik nu vergeet die mij op een of andere manier gesteund hebben in de afgelopen jaren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Sociaalwerkorganisatie Sociom werkt in het Land van Cuijk (onder Nijmegen) voor vijf gemeenten: Sint Anthonis, Mill & Sint Hubert, Boxmeer, Grave en Cuijk.. In drie daarvan

Niet alleen mensen met een beperkt inkomen, maar ook kwetsbare groepen zoals mensen die uit de maatschappelijke opvang komen, die nog maar net in Nederland zijn of die door

Een rechte en een cirkel kunnen geen, één of twee punten gemeen hebben. Beweeg met de schuifknop om dit

je oefenen in leven met de woorden uit Gods mond, zoeken naar Gods koninkrijk en zijn gerechtigheid:. juist in deze veertig dagen kunnen we dáár mee

Verschillende activiteiten werden (weer) geannuleerd of anders georganiseerd en ook een door een leerling gewonnen educatief uitstapje - voor de hele groep naar een museum - kon

*En daarnaast óók mogen voelen en noemen dat er momenten zijn geweest die moeizaam waren en niet licht hebben aangevoeld; als dat er allemaal mag zijn, wordt dan die lieve

Lieve Papa en Trudy, lieve Mama en Herman, ik wil jullie allen bedanken voor de onvoor- waardelijke liefde en steun die jullie mij hebben gegeven, voor jullie interesse in mijn werk

Het eerste doel van dit proefschrift is daarom de relatie tussen enerzijds positieve en negatieve bejegening van jongeren met een licht verstandelijke beperking en gedragspro-