• No results found

DOE-BOEK VOOR KINDEREN MET EEN PAPA OF MAMA MET KANKER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DOE-BOEK VOOR KINDEREN MET EEN PAPA OF MAMA MET KANKER"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

DOE-BOEK VOOR KINDEREN

MET EEN PAPA OF MAMA MET KANKER

DIT DOE-BOEK IS VAN:__________________________

Oncologie Centrum

(2)

Doe-boek voor kinderen met een papa of mama met kanker Uitgave van:

Erasmus MC Kanker Instituut Afdeling Psychiatrie

Unit Psychosociale Zorg Volwassenen & Consultatieve Psychiatrie www.erasmusmc.nl/kankerinstituut

secretariaatpsz-vw@erasmusmc.nl

© 2014, Wendy Bassant & Peter Swart Alle rechten voorbehouden.

Verveelvoudiging van deze uitgave uitsluitend toegestaan met bronvermelding.

Tekst:

Wendy Bassant, medisch maatschappelijk werker Illustraties:

Peter Swart, GZ-psycholoog

Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van Stichting Roparun.

(3)

Een Doe-boek voor jou

Dit Doe-boek is voor jou. Je hebt het gekregen omdat jouw papa of mama kanker heeft.

In dit boek wordt verteld over de ziekte kanker en het ziekenhuis, zodat je beter begrijpt wat er aan de hand is. Maar dit boek gaat ook over hoe het voor jou is dat je papa of mama kanker heeft. Over hoe je je kunt voelen, over thuis en school en over wat jou kan helpen.

In het Doe-boek kun je lezen, tekenen, kleuren, plakken en schrijven.

Sommige plaatjes zijn al een beetje gekleurd, maar je kunt ze nog veel verder inkleuren als je dat leuk vindt.

Als je zin hebt om aan het Doe-boek te beginnen, sla dan maar snel de bladzijde om.

(4)

Wie ben jij?

Plak hier een foto of maak een tekening van jezelf.

(5)

Wat is jouw naam?

_______________________________________________________________

Hoe oud ben je?

_______________________________________________________________

Wat doe jij graag?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

(6)

Wie wonen er bij jou thuis?

Schrijf hun namen op of plak hier een foto of maak een tekening waar zij op staan.

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

(7)
(8)

Wie zijn jouw vrienden en vriendinnen?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

Wat vind je fijn om met je vrienden en vriendinnen te doen?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

(9)

Jouw papa of mama heeft kanker.

Zijn of haar naam is:

_______________________________________________________________

Plak hier een foto of maak een tekening van jouw papa of mama die kanker heeft.

(10)

De vlinder kun je kleuren of je kunt er gekleurde stukjes papier in

plakken.

Wat zijn de lievelingskleuren van jouw papa of mama?

Dan kun je die in de vlinder gebruiken.

Of natuurlijk jouw eigen lievelingskleuren.

(11)

Als je liever iets anders tekent en kleurt, kun je dat op deze

bladzijde doen.

(12)

Wat is kanker?

De dokter heeft verteld dat jouw papa of mama kanker heeft.

Maar wat is kanker eigenlijk?

Als je verkouden bent of buikpijn hebt, ben je meestal na een paar dagen weer beter. Maar kanker is een nare ziekte, die niet zo maar overgaat. Je lichaam bestaat uit cellen, net zoals een huis is opgebouwd uit stenen. In je lichaam zitten zo veel cellen, dat je ze niet kunt tellen. Cellen zijn heel klein, je kunt ze niet zien. Elke cel doet iets bijzonders voor het lichaam. Door de cellen in je mond kun je proeven of je iets lekkers eet en je haarcellen laten je haar groeien. Elke dag gaan de oude en kapotte cellen dood en komen er weer nieuwe cellen. Bij kanker gaat er iets mis met die cellen. Er komen foute, zieke cellen en er komen er steeds meer. We noemen dat kwaadaar- dige cellen. Die kwaadaardige cellen kunnen met elkaar een bultje vormen.

Dat noemen we een kwaadaardige tumor. De dokter in het ziekenhuis gaat proberen de zieke cellen weg te krijgen en gaat daarom papa of mama een behandeling geven. Kanker is niet besmettelijk. Je kunt geen kanker van iemand anders krijgen. Je kunt papa of mama dus gewoon knuffelen of een

kus geven. Er zijn weleens kinderen die zichzelf de

schuld geven dat hun papa of mama kanker heeft gekregen.

Zij denken dat het komt door iets wat zij hebben gedaan of gedacht. Maar dat is niet waar, kanker is niemands schuld. Je kunt er niet voor zorgen dat iemand kanker krijgt. Je kunt de kanker van papa of mama ook niet erger maken doordat je ru- zie maakt of iets onaardigs denkt.

(13)

Waar in het lichaam heeft jouw

papa of mama kanker?

(14)

Welke behandelingen zijn er?

Er zijn verschillende behandelingen tegen kanker. Het kan zijn dat de dokter één van de behandelingen kiest. Maar de dokter kan ook verschillende

behandelingen achter elkaar of tegelijk geven.

Dit zijn de behandelingen die dokters het vaakst geven.

Operatie

Bij een operatie snijdt de dokter de tumor waarin de kankercellen zit- ten weg. Soms moet er om de kan- kercellen weg te krijgen een deel van hetlichaam worden wegge- haald, zoals een borst of een stukje van een darm. Papa of mama wordt eerst met medicijnen in een specia- le slaap gebrachten voelt daardoor

niets van de operatie. Die slaap heet narcose. Als papa of mama na de opera- tie pijn heeft, geeft de dokter medicijnen om de pijn minder te laten worden.

Het is verschillend wanneer iemand na een operatie naar huis mag. Soms is dat al snel, maar het kan ook dagen of weken duren. De dokter vertelt meestal wel van tevoren hoe lang papa of mama ongeveer in het ziekenhuis zal moeten blijven.

Als mensen na een operatie thuiskomen, zijn zij vaak nog wel moe. Soms mogen zij bepaalde dingen nog niet doen, zoals bukken of sjouwen. Het kan dus zijn dat papa of mama daarvoor hulp van anderen nodig heeft. Mis- schien kun jij zelf ook bij sommige dingen helpen, bijvoorbeeld iets oprapen wat is gevallen of een boodschap doen.

(15)

Chemotherapie

Chemotherapie bestaat uit medi- cijnen die de kankercellen gaan aanvallen om ze kapot te maken.

Chemotherapie kan gegeven worden met pillen, maar vaak wordt chemo- therapie gegeven door een infuus.

Bij een infuus wordt er door een verpleegkundige een naaldje in een ader geprikt. De medicijnen zitten in een vloeistof in een plastic zakje, dat is opgehangen aan een paal. Die paal heet een infuusstandaard.

Via een slangetje druppelt de vloeistof van het zakje naar het naaldje en ko- men de medicijnen in het bloed. Door het bloed komen de medicijnen overal in het lichaam. Daardoor kan de chemotherapie ook gezonde cellen kapot maken. Papa of mama kan dan moe of misselijk worden. Ook kan het

haar uitvallen. Veel mensen kopen dan een pruik of een pet of sjaal. Als de behandeling helemaal klaar is, gaat het haar gelukkig weer groeien.

Het kan zijn dat papa of mama telkens een paar dagen in het ziekenhuis moet blijven om de chemotherapie te krijgen. Maar het kan ook zo zijn dat het iedere keer maar een dagje duurt. Nadat de medicijnen zijn gegeven kan papa of mama zich wel een poos ziek voelen en zal dan thuis moeten uitrusten, in bed of op de bank. Misschien kun je vragen of je wat kunt doen, bijvoor- beeld iets te drinken brengen.

(16)

Bestraling

Bij bestraling, ook radiotherapie genoemd, probeert de dokter de kankercel- len kapot te maken door stralen. De stralen komen uit een groot apparaat en komen precies bij de kankercellen terecht. Deze stralen zijn onzichtbaar, net als de stralen van de zon. Bestraling duurt maar een paar minuten, maar wordt bijna altijd veel dagen achter elkaar gegeven. Dat betekent dat papa of mama een paar weken lang elke dag even naar het ziekenhuis moet. In het weekend hoeft dat meestal niet. Op de plaats van het lichaam waar de bestraling wordt gegeven, kan de huid wat rood worden. Bij bestraling op de buik kan er misselijkheid zijn. Ook kan iemand door bestraling moe worden.

Welke behandeling krijgt jouw papa of mama?

O Operatie

O Chemotherapie

O Bestraling

(17)

Het ziekenhuis

Om de behandeling tegen de kankercellen te krijgen, zal jouw papa of mama vaak naar het ziekenhuis moeten. Als je mee wilt gaan naar het ziekenhuis, kun je aan papa of mama vragen of dat goed is.

Hoe heet het ziekenhuis waar jouw papa of mama naar toe gaat?

_______________________________________________________________

Als papa of mama een paar dagen ach- ter elkaar in het zie- kenhuis moet

blijven, zou je op bezoek kunnen gaan.

Het kan zijn dat papa of mama er

dan wat anders uit- ziet dan je gewend bent. Er kunnen bij- voorbeeld na een operatie slangetjes zijn die pas later worden weggehaald. Of er worden medicijnen gegeven waardoor papa of mama wat is veranderd om te zien.

Op bezoek zijn bij iemand die ziek is kan soms lang duren en het kan zijn dat je je gaat vervelen. Neem iets mee waarmee je je kunt vermaken, zoals een spelletje of een boek. Als je niet op bezoek kunt gaan zijn er ook andere manieren om contact te hebben. Je kunt telefoneren of een kaart of een berichtje sturen. Ook kun je een briefje of tekening meegeven aan iemand die op bezoek gaat.

(18)

Wat wil jij meenemen of doen als je op bezoek gaat?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

Als papa of mama chemotherapie of bestraling krijgt, mag je misschien een keer meekijken hoe dat wordt gedaan. Als je het gezien hebt, snap je alles wat je is verteld nog beter.

Als je vragen hebt over de ziekte en de behandeling, kun je dat eerst tegen je papa of mama zeggen. Papa of mama kan je vaak wel een antwoord ge- ven, want de dokter heeft daar veel aan verteld. De verpleegkundige die voor je papa of mama zorgt kan misschien ook iets vertellen over de dingen die je in het ziekenhuis ziet.

Heb jij vragen over de ziekte of behandeling van papa of mama?

Dan kun je ze hier opschrijven.

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

(19)

Op welke school zit je?

Plak hier een foto of maak een tekening van jouw school.

Hoe heet jouw

juffrouw of meester?

____________________________________

____________________________________

(20)

Wie zijn jouw vrienden en vriendinnen op school?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

Hoe gaat het op school nu papa of mama ziek is?

Het kan jou helpen om op school te vertellen dat papa of mama ziek is.

Je kunt het eerst aan je juffrouw of meester vertel- len. Dat kun je samen met papa of mama doen. Als het niet zelf wilt vertellen kun je aan papa of mama vragen om dat te doen. Je kunt het zelf aan de kinderen in jouw klas vertellen. Maar je kunt ook vragen of de juffrouw of meester dat doet. Sommige kinderen vinden het fijn om in de kring over de ziekte van hun papa of mama te vertellen. Er zijn ook kinderen die er een spreekbeurt over houden.

(21)

Als je op school liever niet zo veel over papa of mama wilt praten zijn, kun je dat tegen je juffrouw of meester zeggen. Maar er zijn misschien wel een paar vrienden of vriendinnen met wie je wilt praten over wat je meemaakt.

Als ze op school weten wat er aan de hand is, begrijpt de klas het beter als je eens verdrietig of boos bent. En kunnen de juffrouw of meester en je vrienden en vriendinnen je troosten.

Als je papa of mama ziek is, helpt het vaak wel als je op school gewoon met alles meedoet. Dan ben je met andere dingen bezig. Maar misschien moet je ook op school veel aan papa of mama denken en hoor je niet zo goed wat er wordt gezegd. Of is het moeilijk om je huiswerk te maken omdat je op bezoek in het ziekenhuis wilt gaan of thuis meer moet helpen. Praat daar dan over met je juffrouw of meester.

Aan wie heb jij het op school verteld?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

Hoe kunnen ze jou op school helpen?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

(22)

Gevoelens

Als je papa of mama kanker heeft kun je verdrietig zijn, maar ook bang of boos. Misschien moet je vaker huilen of heb je sneller ruzie thuis of met je vrienden en vriendinnen. Ook kun je boos zijn op je zieke papa of mama of op de ziekte kanker. Of je bent bang omdat je je zorgen maakt.

Op andere momenten kun je weer blij zijn, bijvoorbeeld als je leuke dingen doet of als iemand een grapje maakt. Dan denk je misschien een poosje niet aan papa of mama. Blij, boos, bang en verdrietig zijn gevoelens die dus steeds kunnen veranderen en kort of wat langer duren. Dat is allemaal heel gewoon.

Jij en iedereen om jou heen heeft gevoelens, maar niet altijd hebben jullie allemaal tegelijk hetzelfde gevoel. Dan is de één misschien heel verdrietig en de ander is juist blij. Dat kan weleens lastig zijn. Maar hoe je je ook voelt, je hoeft je gevoel niet te verstoppen. Want als je van elkaar weet hoe je je voelt, dan kun je elkaar ook helpen.

Waarvan word jij:

blij?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

(23)

boos?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

bang?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

verdrietig?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

(24)

Hoe kan iemand zien dat jij bent:

blij?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

boos?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

(25)

bang?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

verdrietig?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

(26)

Wat kan jou helpen?

Als je verdrietig, bang of boos bent omdat je papa of mama kanker heeft, kun je bedenken wat jou kan helpen.

Erover praten kan fijn zijn, dan voel je je niet zo alleen.

Je kunt met papa of mama praten, maar bijvoorbeeld ook met je vrienden en vrien- dinnen, je opa en oma, een oom of tante of iemand anders die je goed kent.

Het kan ook zijn dat je er he- lemaal niet over wilt praten.

Je kunt dan misschien wat schrijven, bijvoorbeeld

in een dagboek. Of een teke- ning maken over wat je voelt.

Als je boos bent helpt het om te sporten, te rennen of te fietsen.

Het kan ook heel goed helpen om plezier te hebben en te lachen, ook als je papa of mama heel ziek is. Als je iets doet wat je leuk vindt of ergens lol om hebt hoef je misschien even helemaal niet aan je zieke papa of mama te denken. Dat is ook goed en dat zal papa of mama best begrijpen

en fijn voor je vinden.

Met wie kun jij praten over papa of mama?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

(27)

Wat doe je als je verdrietig bent?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

Wie of wat kan jou troosten?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

Wat helpt jou als je bang bent?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

(28)

Wat helpt jou als je boos bent?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

Wat vind je leuk?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

(29)

Hoe gaat het bij jou thuis?

Als je papa of mama kanker heeft verandert er waarschijnlijk wel een en ander. Papa of mama moet geregeld naar het ziekenhuis. Het kan zijn dat er dan iemand bij jou thuis komt om voor jou te zorgen. Of dat jij zelf een poosje bij iemand op visite gaat of gaat logeren, bijvoorbeeld bij je opa en oma, oom en tante of een vriend of vriendin.

Ook komen er misschien mensen langs om papa of mama ergens mee te helpen.

Het kan zijn dat dingen die papa of mama samen met jou deed nu niet kunnen, zoals naar school brengen, op vakantie gaan, voetballen. Dat is jammer en daar zul je wel even aan moeten wennen.

Ook moet je misschien vaker helpen in huis of dingen alleen doen waar papa of mama anders bij was.

Een papa of mama met kanker gedraagt zich misschien anders dan je gewend bent. Het kan zijn dat papa of mama wat stiller is, verdrietig of sneller boos dan anders. Bedenk dan dat het komt doordat papa of mama veel heeft om over na te denken, zich ziek voelt of moe is. Het komt

niet door jou, maar probeer er maar een beetje rekening mee te houden.

(30)

Wat is er veranderd nu papa of mama ziek is?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

(31)

Zo was het voordat papa of mama ziek werd:

(maak een tekening)

Zo is het nu:

(maak een tekening)

(32)

Wie helpen er nu papa of mama ziek is?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

Nu papa of mama kanker heeft kunnen jullie misschien minder dingen samen doen dan eerst.

Wat kun je niet meer doen?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

(33)

Wat kun je nog wel doen?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

Wat hoop je dat jullie kunnen gaan doen?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

Als je wilt kun je er hier een

tekening over maken.

(34)

Wat kun je doen om te helpen?

Nu jouw papa of mama kanker heeft, vraag je je misschien af wat je kunt doen om te helpen. Aan de ziekte kanker kun jij niets veranderen. Maar als je het fijn vindt om iets voor papa of mama te doen, is er wel iets te verzinnen.

Er kunnen kleine karweitjes zijn die papa of mama altijd deed en die jij nu zou kunnen doen, zoals de tafel afruimen of je eigen kamer netjes houden.

Of naar een winkel gaan om een boodschap te halen.

Je kunt papa of mama verrassen, bijvoorbeeld met een tekening of een bosje bloemen dat je zelf hebt geplukt.

Als je papa of mama zich ziek voelt door de behandeling kun je misschien iets te drinken brengen, een stukje voorlezen of samen gezellig naar de TV of een film kijken.

Zorg er wel voor dat je ook tijd overhoudt om dingen voor jezelf te doen, zoals naar school gaan, lezen, hobby’s, sporten of spelen. Want ook met een zieke papa of mama is het belangrijk dat je dingen blijft doen die je fijn

vindt. Als je merkt dat je te weinig tijd hebt voor leuke dingen of voor je huiswerk, praat daar dan met papa of mama over.

(35)

Wat zou jij kunnen doen voor je papa of mama?

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

_______________________________________________________________

(36)

Kalender

Papa of mama zal voor de behandeling vaak naar het ziekenhuis moeten gaan. Het is voor jou niet gemakkelijk om te onthouden wanneer dat alle- maal precies is. Een ideetje is om samen met papa of mama op een kalender te schrijven op welke dagen papa of mama in het ziekenhuis is en wie er dan voor jou zorgt. Dan kun je het altijd even nakijken. Je kunt ook zelf een

kalender maken als je dat leuk vindt.

(37)

Waarom is jouw papa of mama bijzonder?

Schrijf of teken dat in het hart.

(38)

Op de volgende bladzijden kunnen je papa, mama, broers, zussen,

vrienden, vriendinnen of andere mensen een stukje aan jou

schrijven of een tekening of plakwerkje voor je maken.

Van:

______________________________________________________

Voor:

_____________________________________________________

(39)

Van:

______________________________________________________

Voor:

____________________________________________________

Van:

______________________________________________________

Voor:

____________________________________________________

(40)

Van:

______________________________________________________

Voor:

____________________________________________________

Van:

______________________________________________________

Voor:

____________________________________________________

(41)

Van:

______________________________________________________

Voor:

____________________________________________________

Van:

______________________________________________________

Voor:

____________________________________________________

(42)

Van:

______________________________________________________

Voor:

____________________________________________________

Van:

______________________________________________________

Voor:

____________________________________________________

(43)

Van:

______________________________________________________

Voor:

____________________________________________________

Van:

______________________________________________________

Voor:

____________________________________________________

(44)

vormenbeeld@bravis.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarna kan je samen met mama en papa, broer en zus een kaarsje laten branden voor iemand.. MAART “Ik bid, kom we

• Als de mama of papa niet kunnen komen, laat de kinderen dan de schoenen van mama of papa en hun eigen schoenen bij de voet- sporen van Jezus of de sandalen van Jezus

Cet espace d’habitation rudimentaire, fait d’une vaste pièce, sur laquelle donne une pièce plus petite, avec de grandes ouvertures sur une cour, où un coin

Ieder kind wordt geboren met een gevoel voor muziek, wat wij er als volwassenen mee doen is de basis voor de muzikale ontwikkeling van het kind.. Al voor de geboorte herkent een

Want in bewijsdrang zit een groot gevaar: geen hulp kunnen of durven vragen. Uit schrik voor een oordeel. Dat is niet goed, want elke mama heeft hulp nodig. Elke mama is onzeker.

'Leuke papa' is een ervaringsgericht project met en voor (aanstaande)vaders met kind(eren) ook (vaders wiens kinderen niet bij hen verblijven) van 0 - 6 jaar. Vaders komen samen

Autoriteit daarentegen berust op een driele- dige structuur, waarbij iemand gezag heeft over iemand anders omdat beiden geloven in een derde gegeven: een grond voor of een bron

Het enkelbandje van Sproutling doet nog meer: het meet temperatuur, licht en geluid in de babykamer, stuurt een waarschuwing naar de ouders vlak voor het kind ont- waakt en