• No results found

De Kyoto-was doen wij in het buitenland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De Kyoto-was doen wij in het buitenland"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Fossiel-vrij rijden

N E D E R L A N D I S T E K L E I N V O O R B I O B R A N D S T O F

De Kyoto-was doen wij in het buitenland

Wil Nederland helemaal overstappen op biobrand- stoffen dan zal de derde wereld uiteindelijk de ge- wassen moeten leveren.

Karel Knip

D

E EERSTE STUDIES naar het ener- getisch voordeel van biobrandstoffen zoals alcohol en biodiesel (licht aange- paste raapolie) zijn nu zo’n 25 jaar oud (Science, 16 nov 1979). In de VS was eerder al de productie van alcohol uit maïs op gang gekomen. Het was een reactie op de oliecrises van 1973 en 1978. Bijmen- ging van alcohol in benzine moest de VS minder afhankelijk maken van buiten- landse aardolie.

In Nederland stond eind jaren tachtig de aandacht voor biobrandstoffen eerst in het teken van agrificatie: het streven nieu- we kansen voor de landbouw te schep- pen in de non-food sfeer. De biobrand- stoffen pasten mooi in het door het Brundtland-rapport (1987) uitgedragen idee dat productie ‘duurzaam’ moest zijn. De afspraken die de industrielan- den maakten over beperking van hun CO2-uitstoot in het Kyoto Protocol (eind 1997) gaf er een nieuwe draai aan. De in- tuïtie zegt dat de verbranding van bio- brandstoffen geen netto CO2-uitstoot oplevert omdat de CO2die in het vuur vrijkomt eerder door de plant uit de at- mosfeer was opgenomen.

Er zijn dus zeer uiteenlopende criteria waaraan het ‘nut’ van biobrandstoffen kan worden getoetst. Het laatste criteri- um is de botte eis van de Europese Unie dat in 2010 minstens 5,75 procent van de verkochte transportbrandstoffen uit biobrandstoffen moet bestaan. Of dat

haalbaar is en wat mens en milieu ermee opschieten is voor het ministerie van VROM onderzocht door het bureau Eco- fys dat in november 2003 rapporteerde.

‘Biofuels in the Dutch market: a fact-fin- ding study’ geeft een overzicht van de ontwikkelingen.

Het verrassendste is dat auto’s een heel grote bijmenging van alcohol of biodie- sel in de tank verdragen voordat speciale aanpassingen nodig zijn. Een tekort van het Ecofys-rapport is dat men er minder

‘facts’ vindt dan nodig is om méé te reke- nen aan het nut van de bioteelt. En dat

bijna uitsluitend gekeken wordt naar de haalbaarheid van het Europese biodoel.

Daardoor wordt de toon wat al te posi- tief.

Het kost geen moeite uit te zoeken wat biobrandstoffen werkelijk voor de transportsector – en voor de wereld – kunnen betekenen. Voor deze exercitie geeft Ecofys net genoeg getallen. Hoe- veel oppervlak zou Nederland moeten bebouwen met biobrand-gewassen om het wagenpark in 2010 volledig op bio- brandstoffen te laten lopen? Dat is de exercitie.

In 2010 zal waarschijnlijk minstens 7,5 miljard liter benzine per jaar worden verstookt. Uitgangspunt is dat die

wordt vervangen door alcohol uit sui- kerbieten. Tegenwoordig komt er zo’n 60 ton suikerbiet per jaar van een hecta- re land. Eén ton suikerbiet levert 100 li- ter alcohol. Per hectare ontstaat dus 6.000 liter alcohol. Nu is de energie-in- houd van alcohol, op volumebasis, 32 procent lager dan die van benzine, maar alcohol schijnt wat beter te verbranden.

We nemen daarom aan dat 1 liter alcohol 0,8 liter benzine kan vervangen. Dan is een oppervlak van 125 bij 125 kilometer nodig om aan de vraag te kunnen vol- doen. Overigens is het waarschijnlijker dat de alcohol uit tarwe dan uit bieten wordt gehaald, dat bepalen markt- en prijsmechanismen en dergelijke. Tarwe heeft per hectare nog niet dehelft van de bietenalcohol-opbrengst. Het ruimtebe- slag wordt dan 250 x 125 km.

Voor biodiesel uit koolzaad (slechts 1.000 liter per hectare!) is een zelfde be- rekening mogelijk. Als alle diesel in 2010 biodiesel uit koolzaad moet zijn, moet een oppervlak van 250 bij 250 kilo- meter met koolzaad worden beplant. De Bosatlas voert naar de conclusie dat er binnen Nederland nooit genoeg bio- brandstof valt te produceren om volle- dig fossiel-vrij te rijden. Dat is natuur- lijk ook helemaal niet de bedoeling, maar de berekening maakt duidelijk hoe snel Nederland in de toekomst voor het halen van zijn doelstelling een be- roep gaat doen op het buitenland. Eerst Frankrijk en Duitsland misschien, dan Spanje of Italïe, maar al heel gauw: de derde wereld. De Kyoto-was doen wij in het buitenland.

Nu ja, als het broeikaseffect maar wordt afgeremd. Dat is nu juist de vraag. Het Ecofys-rapport is optimistisch over het netto CO2-effect van de brandstofver- vanging. Rijden op bietenalcohol pro- duceert maar 45% van de hoeveelheid CO2die uit benzine komt (maar het kan ook 20 of 80% zijn). In de VS woedt een vinnig debat over zin en onzin van alco-

holproductie uit maïs. Luis in de pels is de bioloog David Pimentel die keer op keer ‘aantoont’ dat de productie van 1 li- ter maïs-alcohol qua energie meer fos- siele brandstof kost dan de alcohol leve- ren kan. Laatste stand: 29 procent meer energie. Dat lijkt dramatischer dan het is want voor benzine geldt hetzelfde, er is ruwweg 1,25 liter benzine-equivalent nodig om 1 liter benzine te produceren.

Dus zo’n 25 procent.

Het Amerikaanse ministerie van land- bouw (USDA) is het oneens met Pimen- tels gecijfer. De strijd is op internet te volgen, maar USDA werkt nog met pounds, acres, gallons en bushels. (Een bushel maïs is 25,4 kilo.)

Pimentel berekent hoeveel energie het kost om een ton maïs te produceren, en vervolgens hoeveel er nodig is om daar- uit alcohol te maken. De zwaarste ener- gieposten in de maïsteelt zijn achtereen- volgens de stikstofbemesting, de diesel voor de landbouwmachines en de ge- wasbeschermingsmiddelen. Grootste post in de alcoholproductie is de stoom die nodig is voor de destillatie. USDA maakt in grote lijn dezelfde berekenin- gen maar kiest steeds véél gunstiger ba- sisgegevens. USDA rekent voor het ener- gieverbruik van stikstof-kunstmest maar de helft van wat Pimentel doet.

Voor herbiciden en insecticiden maar een derde. USDA gaat in de berekenin- gen uit van state-of-the-art-technieken, Pimentel van de morsige praktijk, ook wat het destillatieproces betreft.

Maar de doorslag komt van discutabele toevoegingen. USDA brengt graag het nuttige gebruik in rekening dat men van bij- en restproducten kan maken. Pi- mentel negeert die maar voert een ande- re, heel zware post op: de afschrijving van de machines en alle energie die in productie daarvan is gestoken. Ook het energieverbruik van het destillatie-pro- ces wordt gemaximaliseerd, bijvoor- beeld met een post voor afvalwaterzui- vering.

De vraag is natuurlijk tot welke waarde het energieverbruik van benzine-pro- ductie zou stijgen als de afschrijving van de raffinaderij en die van de olietankers wordt meegeteld. De vraag is vooral: be- staat er wel een eerlijke vergelijking?

foto rien zilvold

foto vincent mentzel

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1 1+ Geef de tijden die bij elkaar horen dezelfde kleur. Vul de

Eigenlijk kun je ervan uitgaan dat de combinatie van zonne-energie met een ketel die vooral water warmt door de warmtepomp relatief het minste energie kost.. Alleen bij extreme

Bij de boekjes Melkweg Rekenen onder Instroomniveau hoort een beknopte handleiding voor docenten.. Deze vindt u

Er moeten per tekst opgaven bedacht worden die niet te makkelijk zijn, niet te moeilijk, goed beantwoordbaar aan de hand van de tekst, helder geformuleerd in voor

De afspraken gel- den voor alle Gentse kleuter- en lagere scholen, dus zowel voor het stedelijke, het katholieke en het gemeenschapsonderwijs, als voor de niet-netgebonden scholen,

Aan het seminarie Johannes XXIII in Leuven studeren twaalf priester- kandidaten, van wie drie eerste- jaars: een voor het aartsbisdom Mechelen-Brussel, een voor het

Het getrapte model dat het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE; Kohn et al., 2016) voorstelt, is veel duidelijker: de eerste lijn is rechtstreeks toegankelijk en biedt

Als het eenmaal duidelijk is hoeveel geld van het defensiebudget de komende jaren voor investeringen is bestemd, is de volgende vraag waaraan dit wordt uitgegeven: aan nieuwe