Taxonomie en systematiek
Hoe krijg ik overzicht in de verscheidenheid ?
Er is binnen een soort
grote
variatie.
Donax variegatus
fitis tjiftjaf
Tjiftjaf
Veldkenmerken. 11 cm. Geslachten gelijk. Klein, hoofdzakelijk groenig of bruinig zangertje zonder duidelijke kenmerken. Verschillende (onder)soorten worden onderscheiden in het gebied, die voornamelijk verschillen in kleur, maar soms ook in geluid.
Algemeenste ondersoort, collybita, heeft olijfkleurige bovendelen, beige-gele borst en flanken en wittige buik. Slagpennen met groenige randen. Onduidelijke wenkbrauwstreep, beige of gelig, donkerder
oogstreep. Ondersoort abietinus uit Scandinavië grijzer van boven en witter van onderen. Iberische Tjiftjaf P.
ibericus van het Iberisch Schiereiland lijkt qua kleed op collybita maar heeft andere zang; wordt tegenwoordig als aparte soort beschouwd. Poten altijd donker, soms vrijwel zwart. Verschilt van Fitis door kortere vleugels, grijzer en bruiner verenkleed, (meestal) door donkere poten, roep en gewoonte om regelmatig met vleugels en staart te trekken. Juveniel als adult, maar vaak wat geler of grijzer en meer donzig uiterlijk.
Geluid. Roep ’whiet’. Zang monotoon ’tjif tjaf tjif tjaf’.
Iberische Tjiftjaf heeft gevarieerdere zang, die begint en eindigt met korte ’tit’-roepjes en langgerekte ’tswie- frases’ bevat.
Voorkomen. Zeer algemene zomergast. Overwintert in klein aantal.
Habitat. Verscheidenheid aan habitats met bomen en struiken, zoals parken, gemengde en loofbossen.
Behoeft hogere bomen dan Fitis.
Voedsel. Voornamelijk insecten. Fourageert vaak op de grond.
Fitis
Veldkenmerken. 11 cm. Lijkt op Tjiftjaf; evenals deze zonder duidelijke kenmerken. Bovendelen bruingroen of olijfkleurig, gezicht en borst duidelijk geel, onderdelen witter.
Wenkbrauwstreep onduidelijk, geel, geflankeerd door donkerder oogstreep. Handpennen steken verder voorbij tertials uit dan bij Tjiftjaf, poten meestal duidelijk bleker, wenkbrauwstreep doorgaans iets geprononceerder en kruin platter, alles bijelkaar meer indruk gevendvan een minder ronde, langere en slankere vogel. Actiever dan Tjiftjaf.
Juveniel in het veld vaak te onderscheiden van adult door meer uniform geel en groen verenkleed, met name op onderdelen. Sommige adulten kunnen echter ook zeer geel zijn.
Geluid. Roep ’huwiet’, tweetoniger dan Tjiftjaf. Zang vloeiende en welluidende serie van aflopende tonen.
Voorkomen. Zeer algemene zomergast.
Habitat. Variatie aan weelderig begroeide gebieden met struiken en lage bomen. Komt niet in uniform hoogopgaand bos voor.
Voedsel. Voornamelijk insecten, die vaak na korte achtervolging of op vliegenvangerachtige manier worden gevangen.
Geslacht Phylloscopus bestaat in Nederland uit 7 soorten
Phylloscopus bonelli [Bergfluiter]
Phylloscopus borealis [Noordse Boszanger]
Phylloscopus collybita [Tjiftjaf]
Phylloscopus inornatus [Bladkoning]
Phylloscopus sibilatrix [Fluiter]
Phylloscopus trochiloides [Grauwe Fitis]
Phylloscopus trochilus [Fitis]
Een soort is….
Een groep organismen met veel overeenkomstige eigenschappen,
•die onderling kunnen voortplanten
•en daarbij vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
Dit zijn dus verschillende soorten, ondanks de
grote overeenkomsten in kleur en vorm/bouw
En dit zijn dus geen verschillende diersoorten: 1 soort,
met veel variëteiten, rassen zelfs
Tjiftjaf = Weidenlaubvogel, Zilpzalp, Chiffchaff Phylloscopus collybita (Vieillot, 1817)
Phylloscopus collybita (Vieillot, 1817)
Een soortnaam bestaat uit:
Phylloscopus
Phylloscopus collybita collybita (Vieillot, (Vieillot, 1817) 1817)
Het jaar waarin de
soort voor het eerst is
beschreven Het jaar waarin de
soort voor het eerst is
beschreven
geslachtsnaam
geslachtsnaam soortaanduidingsoortaanduiding De eerste beschrijver van de soort De eerste beschrijver van de soort
Heel vaak wordt volstaan met de eerste twee delen:
Phylloscopus collybita
Canis lupus L.
Deze “binaire”naamgeving werd voor het eerst
toegepast door Carolus Linnaeus in de 18de eeuw
Uitgangspunt bij de taxonomie is het taxon “soort”?
Een Soort = de verzameling organismen met veel overeenkomstige
eigenschappen, die in staat zijn 1) zich onderling voort te planten 2) daarbij vruchtbare nakomelingen
voort te brengen.
Deense dog & Chihuahua
Is deze definitie
altijd houdbaar??
Naamgeving olifant
Indische olifant
Geslachtsnaam = Elephas Soortaanduiding = maximus
Afrikaanse olifant
Geslachtsnaam = Loxodonta Soortaanduiding = africana
Nog een voorbeeld:
3 soorten uit het geslacht “mees”
Parus major Parus caeruleus Parus cristatus
Taxonomie is het indelen van groepen in categorieën:
Elk van de categorieën noem je een taxon.
Bv: het taxon “geslacht” is een subcategorie van het taxon
“familie” en wordt zelf in weer kleinere taxa, de soorten, onderverdeeld.
Het hoogste (tevens soortenrijkste) taxon is rijk,
het laagste taxon is: soort (overigens vaak toch weer onderverdeeld in ondersoorten of rassen.
•Rijk
•Afdeling
•Klasse
•Orde
•Familie
•Geslacht
•Soort
•Dieren
•Gewervelden
•Zoogdieren
•Roofdieren
•Katachtigen
•Panters (Panthera)
•Leeuw (leo)
•Dieren
•Gewervelden
•Zoogdieren
•Roofdieren
•Hondachtigen
•Honden (Canis)
•Wolven (lupus)
Ondersoort: Canis lupus familiaris Ras: Poedel
Afdeling
AlleKlasse
KnappeOrde
OudjesFamilie
FietsenGeslacht
GraagSoort
SnelA K O F G S
Is dit één soort?
Moeder = paard Moeder = ezel
Vrouwtjes wel vruchtbaar, mannetjes niet
Muilezel Muildier
Ezel (Equus asinus) Paard (Equus caballus)
X
X
Lijger / Teeuw
Scheit / Gaap
Is dit één soort?
Veenwortel
Met dit laatste voorbeeld komen we op een nieuwe term: Populatie
Een populatie = een groep individuen van een soort die in een bepaald gebied een voortplantingseenheid vormen
Afhankelijk van omstandigheden kunnen populaties verschillende fenotypes vertonen
Steltkluut
Kent 6 populaties met
verschillen in uiterlijk. Men ziet dit als 1 soort, ook al is dit
nooit bewezen.
Jan van Gent
kent 3geografische rassen. Deze kunnen elkaar gemakkelijk bereiken, maar paren zeker niet onderling. 1 soort of niet ??
Nog een paar lastige:
Hoe onderzoek ik of dit afzonderlijke soorten zijn?
• Bacterien, die zich niet onderling (asexueel) voortplanten?
• Fossielen
• Fungi imperfecti ? We hebben nog nooit sex waargenomen bij deze schimmels.
• Planten die maar eens per 100 jaar bloeien?
• Tegenwoordig maakt DNA-onderzoek een eind aan veel discussie over verwantschap tussen (populaties van) soorten
Aristoteles (384 – 322 voor Christus) en zijn “ladder van het leven”
Systematiek = het proberen een logisch systeem in de taxonomie te krijgen.
Soms doet men dit erg kunstmatig, gebaseerd op slechts enkele kenmerken.
Carolus Linnaeus 1707-1778
Tegenwoordig probeert men de taxonomie / de classificatie
zoveel mogelijk te doen overeenkomstig het natuurlijke ontstaan (= de evolutie) van de soorten: de primitiefste vooraan,
de laatst ontstane meest complexe soorten achteraan.
Zo ontstaat een natuurlijk systeem.
Homologie in de bouw van de voorste ledematen van vier zoogdieren : (vlnr) mens, kat, walvis en vleermuis
Indeling in de 4 rijken
Waarom 4 rijken?
Vanouds kende men 2 rijken: planten en dieren
Planten met een stevige wand om de cel en dieren zonder zo’n celwand.
Bacteriën en schimmels rekende men vroeger tot de planten.
Een kunstmatige indeling, zo blijkt:
Sinds men de microscoop heeft, kent men het oogdiertje of oogwiertje (Euglena elegans):
En dan zijn er ook nog bacteriën, die geen kern blijken te hebben en ontzettend veel kleiner zijn dan planten.
In hun leefwijze lijken ze vaak meer op schimmels: ze verteren organisch voedsel buiten de cel, om dat vervolgens op te nemen.
Planten maken zelf hun organisch voedsel via fotosynthese, dat kun je toch niet vergelijken met schimmels?
Men deed veel pogingen om een betere meer natuurlijke rijkenindeling te maken.
Even leek het 5-rijken-systeem te winnen, wat wel aardig bedacht was.
De indeling in 4 rijken heeft het gewonnen, alhoewel de
oogdiertjes en de slijmzwammen nog steeds dwars blijven liggen (geen celwand)
De 4 rijken
Bacterie Schimmel Plant Dieren
Grootte
Aantal cellen Celwand?
Celkern?
Voedingswijze Grote vacuole?
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Celwand
Geen celkern (DNA ligt als kringvormig chromosoom in cytoplasma) = prokaryoot
Geen bladgroenkorrels, behalve cyanobacteriën
Eencellig
Voortplanting: Deling
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Nuttige bacteriën
Melkzuurbacteriën
Bacteriën voor zuiveren afvalwater
Bacteriën voor produceren wasmiddelenzymen, geneesmiddelen (insuline) door recombinant-
DNA-techniek Darmflora
?
MRSA bacterie
Hersenvliesontsteking
Voedselvergiftiging
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Schadelijke bacteriën
Cholera
Schoon drinkwater Vervuild water
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Schadelijke bacteriën
Celwand
Celkern (= eukaryoot) Geen bladgroenkorrels Eencellig of veelcellig
Voortplanting: Eencellige schimmels (gisten): deling Veelcellige schimmels: sporen
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Animatie levenscyclus schimmel
Nuttige schimmels Antibiotica
(penicilline)
Schimmel voor kaasbereiding Gist
Paddestoelen
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Schadelijke schimmels Candida
Meeldauw
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Celwand
Celkern(= eukaryoot)
Bladgroenkorrels (chloroplasten) Eencellig of veelcellig
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Organische stoffen
-Afkomstig van organismen -Grote ingewikkelde moleculen -Minimaal 2 C-atomen
-O.a. koolhydraten, eiwitten, vetten
Anorganische stoffen
-Zowel in organismen voorkomend als de levenloze natuur -Kleine eenvoudige moleculen
-O.a. water, CO2, O2, zouten
glucose
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Autotrofe organismen
-Kunnen organische stoffen maken uit alleen anorganische stoffen
-Geen andere organismen nodig voor hun voedsel -M.b.v. fotosynthese in de bladgroenkorrels (chlorofyl) -Planten en cyanobacteriën
Heterotrofe organismen
-Kunnen niet zelf organische stoffen maken -Andere organismen nodig voor voedsel -Schimmels, dieren en meeste bacteriën
Geen celwand
Celkern (=Eukaryoot) Geen bladgroenkorrels Eencellig of veelcellig Bacteriën Schimmels Planten Dieren
wangslijmvlies
amoebe
De 4 rijken
Bacterie Schimmel Plant Dieren
Grootte 1 – 10 μm 10 – 100 μm 10 – 100 μm 10 – 100 μm
Aantal cellen 1 1 of veel 1 of veel 1 of veel
Celwand? Ja Ja Ja Nee
Celkern? Nee, geen organellen / prokaryoot
Ja, eukaryoot Ja, eukaryoot Ja, eukaryoot
Voedingswijze Heterotroof of
autotroof Heterotroof Autotroof (dus
chlorofyl) Heterotroof
Grote vacuole? Nee Ja Ja Nee
Indeling van het plantenrijk
Wieren Sporenplanten Zaadplanten Celwand
Celkern
Bladgroenkorrels (autotroof) Eencellig of veelcellig
Wortels,
stengels,
bladeren:
Afdeling:
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Deling of Sporen Zaden sporen
nee nee ja nee ja ja Bloemen:
Voortplanting:
Afdeling:
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Wieren Sporenplanten Zaadplanten Eencellige wieren
Boomalg
Een alg met zweepdraden
Volvox
Draadwieren Afdeling:
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Wieren Sporenplanten Zaadplanten Veelcellige wieren
Zeesla
Blaaswier Afdeling:
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Wieren Sporenplanten Zaadplanten Veelcellige wieren
Paardenstaarten
Varen Afdeling:
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Wieren Sporenplanten Zaadplanten
Mossen sporendoosje
sporenhoopje
Groepen:
Groep: Naaktzadigen Bedektzadigen Zaden: tussen schubben in vruchten
v. e. kegel
Bladeren: meestal niet naaldvormig naaldvormig
Afdeling:
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Wieren Sporenplanten Zaadplanten
Heermoes (Equisetum arvense)
1
Paardenbloem (Taraxacum officinale)
2
Fucus vesiculosus
3
Larix (Lariks decidua)
4
Athyrium filix-femina
5
Kropaar (Dactylis glomerata)
6
Coniferen
7
8
Bryum argenteum
9
Korstmos (Xanthoria parietina)
10
Indeling van het dierenrijk
Dierenrijk
Dieren worden ingedeeld in tien afdelingen Symmetrie:
• Tweezijdig
• Straalsgewijs (radiaal)
• Asymmetrisch
Tweezijdig symmetrisch
Straalsgewijs symmetrisch Asymmetrisch
Dierenrijk
Dieren worden ingedeeld in tien afdelingen Skelet:
• geen skelet
• uitwendig (pantser, schelp, huisje)
• inwendig (schelp, geraamte)
Sponzen Gewervelden
Geen celwand Celkern
Geen bladgroenkorrels ( > heterotroof)
Eencellig of veelcellig
Eencelligen Weekdieren
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Ringwormen Holtedieren
Platwormen
Rondwormen
Stekelhuidigen
Geleedpotigen Afdeling:
Eencelligen Asymmetrisch Geen skelet
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Klokdiertje
Pantoffeldiertje Afdeling:
Slaapziekte
Malaria
Eencelligen Asymmetrisch Geen skelet
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Afdeling:
Asymmetrisch Vast op de bodem Skelet van naalden v. d. zee
Sponzen
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Afdeling:
?
Buisspons (tropen) Spongia officinalis
(badspons)
Geweispons (Oosterschelde)
Niet symmetrisch Vast op de bodem Skelet van naalden v. d. zee
Sponzen
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Afdeling:
Straalsgewijs symmetrisch Leven in water Meestal geen skelet Tentakels
Holtedieren
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Afdeling:
Koraal
Koraalpoliep Baksteenanemoon
Kwal
Holtedieren
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Afdeling:
Koraal (maakt wel uitwendig kalkskelet)
Straalsgewijs symmetrisch Leven in water Meestal geen skelet Tentakels
Tweezijdig symmetrisch Plat
Geen skelet In lichaam v.
mens of dier
Lintworm
Kop van een lintworm
Platwormen
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Afdeling:
Tweezijdig symmetrisch Rond
Geen skelet In lichaam v.
mens of dier
Spoelworm bij een hond
Rondwormen
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Afdeling:
Bacteriën Schimmels Planten Dieren
Regenworm
Tweezijdig symmetrisch Rond
Geen skelet Segmenten
Ringwormen
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Afdeling:
Tweezijdig symmetrisch
Meestal een schelp of huisje als skelet
Inktvis
Weekdieren
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Afdeling:
Slak
Oesters
Tweezijdig symmetrisch
Meestal een schelp of huisje als skelet
Weekdieren
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Afdeling:
Inktvissen
Straalsgewijs symmetrisch Leven op de Huid met stekels bodem v.d.
zee
Zeeëgel Zeester
Stekelhuidigen
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Afdeling:
Duizend- poten
Spin-
achtigen Kreeft-
achtigen
Insecten
Tweezijdig symmetrisch Skelet is een pantser
Geleedpotigen
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Afdeling:
Groep:
2 per 10 of meer 8 6 segment
Poten:
Duizendpoten: gehele lichaam bestaat uit segmenten
Vissen Amfibieën Reptielen Vogels
Tweezijdig symmetrisch Inwendig skelet
Gewervelden
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Afdeling:
Groep: Zoog-
dieren
Huid:
Lichaamstemperatuur:
Ademhalingsorganen:
Voortplanting:
Milieu:
Schubben met slijm Koudbloedig
Kieuwen
Water
Eieren zonder schaal
Vissen Amfibieën Reptielen Vogels
Tweezijdig symmetrisch Inwendig skelet
Gewervelden
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Afdeling:
Groep: Zoog-
dieren
Huid:
Lichaamstemperatuur:
Ademhalingsorganen:
Voortplanting:
Milieu:
Slijm
Koudbloedig
Eerst: kieuwen, huid; later: longen, huid Eieren zonder schaal
Water en land
Vissen Amfibieën Reptielen Vogels
Tweezijdig symmetrisch Inwendig skelet
Gewervelden
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Afdeling:
Groep: Zoog-
dieren
Huid:
Lichaamstemperatuur:
Ademhalingsorganen:
Voortplanting:
Milieu:
Droge schubben Koudbloedig
Longen
Eieren met leerachtige schaal Land en water
Vissen Amfibieën Reptielen Vogels
Tweezijdig symmetrisch Inwendig skelet
Gewervelden
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Afdeling:
Groep: Zoog-
dieren
Huid:
Lichaamstemperatuur:
Ademhalingsorganen:
Voortplanting:
Milieu:
Veren
Warmbloedig Longen
Eieren met kalkschaal Lucht
Vissen Amfibieën Reptielen Vogels
Tweezijdig symmetrisch Inwendig skelet
Gewervelden
Bacteriën Schimmels Planten Dieren Afdeling:
Groep: Zoog-
dieren
Huid:
Lichaamstemperatuur:
Ademhalingsorganen:
Voortplanting:
Milieu:
Haren
Warmbloedig Longen
Levendbarend Land
VERSCHIL TUSSEN VIRUS
BACTERIE BACTERIE
EN
Gegeven 1:
ééncellig organisme
V B
B
CEL
Gegeven 2:
ANTIBIOTICA ANTIBIOTICA
V B
B
Wat weten we over antibiotica ?
anti = bios =
Enkel wanneer onze eigen verdediging
“mogelijk” niet voldoet !
tegen
leven
Gegeven 3:
eiwitmantel
V B
V
DNA
EIWITMANTEL
VIRUS BESTAAT VOORNAMELIJK UIT :
Foto van een virus
Gegeven 4:
is de grootste van de twee
V B
B
Bacterie : 2000/1000000 van een millimeter
Virus : 5 tot 250/1000000 van een millimeter
Gegeven 5:
dringt binnen in dringt binnen in
gastheercel om zich te gastheercel om zich te
vermeerderen…
vermeerderen…
V B
V
virus
gastheercel
1
5
4
3 2
6
1 : DNA dringt binnen in cel 2 : nieuw DNA wordt gemaakt 3 : eiwitmantels worden gevormd
4 : nieuwe virussen ontstaan 5 : gastheercel gaat stuk
6 : virussen zoeken gastheercellen
Gegeven 6:
AIDS AIDS
V B
V
- Hiv verandert van eiwitmantel
- Acquired Immune Deficiency Syndrome
- overdracht via … Hiv
(Humaan immunodeficiëntie virus)
Tast onze afweer aan !
Gegeven 7:
SPIJSVERTERING SPIJSVERTERING
V B
B
DARMFLORA
E.coli
Gegeven 8:
CELDELING CELDELING
V B
B
Celdeling :
1
2
4