Vraag nr. 83 van 1 februari 1996
van de heer PAUL VAN GREMBERGEN OCMW-voorzitter – Afwezigheid en vervanging De bepalingen van artikel 39 van de OCMW-wet roe-pen enkele vragen op inzake interpretatie. Zo is er het concreet geval van een voorzitter die langer dan een maand afwezig was en in deze periode toch deelnam aan de OCMW-vergaderingen en er zelfs het feitelijk voorzitterschap van waarnam.
Kan het dat een voorzitter, op het ogenblik dat hij wordt vervangen, toch aanwezig is op de vergadering ? Welke richtlijnen of sancties gelden ter zake ?
Antwoord
1. Het feit dat de voorzitter van de raad voor maat-schappelijk welzijn verhinderd is als voorzitter, betekent niet noodzakelijk dat hij, gedurende deze verhindering, zijn mandaat van raadslid niet langer kan uitoefenen. In dit verband verwijs ik naar de situaties bedoeld in artikel 25 § 4 van de OCMW-wet.
2. Wanneer de titularis van het ambt van voorzitter de vergadering van de raad voor maatschappelijk wel-zijn "de facto" voorzit in een periode dat hij tijdelijk afwezig of verhinderd zou zijn, treedt hij op als voorzitter en wordt het mandaat van zijn plaatsver-vanger onderbroken. Deze laatste heeft, overeen-komstig artikel 39 van de OCMW-wet, slechts recht op een bezoldiging voor zover hij gedurende ten minste één maand de voorzitter bestendig heeft ver-vangen.