• No results found

HET WEERSTANDSVERMOGEN VAN LEVENSVERZEKERINGMAATSCHAPPIJEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "HET WEERSTANDSVERMOGEN VAN LEVENSVERZEKERINGMAATSCHAPPIJEN"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

H E T W E E R S T A N D S V E R M O G E N V A N L E V E N S V E R Z E K E R IN G M A A T S C H A P P IJ E N

door P rof. D r C. C am pagne

H et probleem betrekking hebbende op de m ethode van vaststelling van het w eerstandsverm ogen van een levensverzekeringm aatschappij is slechts weinig aan de orde gesteld.

M en kent in de actuariële w ereld de talrijke publicaties op het gebied van de risicotheorie, welke zich bezighouden met de bestudering van de toevallige afw ijkingen van het te verw achten sterfte - of ziekterisico van de verzekerden en de m aatregelen, w elke ter financiering dezer afw ij­ kingen getroffen m oeten w orden. H oe nuttig en noodzakelijk deze o n d er­ zoeken zijn, zij betreffen slechts één facet; de gevaren welke een levens- verzekeringondernem ing voorts bedreigen in h aa r functie van beleggings- instituut (beleggingsverliezen), en die van ad m inistrateur (het kosten- vraag stu k ) en als acquisiteur (voorfinancier van acquisitiekosten) w or­ den hierbij niet betrokken.

W il men nu het vraag stu k van het w eerstandsverm ogen van een m aat­ schappij van levensverzekering trach ten te benaderen, dan dient men de levensverzekeringm aatschappij als één geheel met betrekking tot h aar functies in het economische verkeer in ogenschouw te nemen.

W a t is nu onder dit w eerstandsverm ogen te verstaan? V o o ral indien men de vooropgezette bedoeling heeft een of m eerdere kw antitatieve g e­ gevens te bepalen, w elke als een index resp. als indices kunnen dienen ter karakterisering van dit w eerstandsverm ogen, is het nodig vooraf dit w eerstandsverm ogen n ad e r te definiëren.

Ik zou nu dit begrip w illen omschrijven als de m ate w aarin de m aat­ schappij in s ta a t geacht kan w orden zich te handhaven.

Enerzijds betekent dit d at de lopende verplichtingen nagekom en moe­ ten kunnen w orden, doch anderzijds d a t zij in sta a t moet zijn in het kader van het economisch bestel bij voortduring nieuw e productie te m aken; zij moet dus als going concern gew aardeerd w orden. O n d e r het handhaven m oet begrepen w orden de noodzaak to t het innem en van een voo rt­ duren d e vertrouw enspositie. Z o n d e r deze vertrouw enspositie is de acqui­ sitie onmogelijk en de handhaving d er m aatschappij uitgesloten. D e sterkte der m aatschappij moet nu op geëigende wijze w orden uitgedrukt in voor die m aatschappij k arakteriserende gegevens.

W ij transform eren d aa rto e de financiële verschijningsvorm d er m aat­ schappij tot een model en trach ten dit model zodanig te omschrijven, d at

het als een afspiegeling van de w erkelijkheid kan gelden.

(2)

slechts m aar tot op zekere hoogte mogelijk is. T alrijke im ponderabilia spelen een rol. V oorzichtigheid bij het trekken van conclusies is dus in hoge m ate noodzakelijk.

M en kan zich nu de vraag stellen of een dergelijk onderzoek, gelet op het gestyleerd model w aarop men het betrekt, zin heeft.

D e beperking gelegen in het m odelonderzoek leidt tot de gevolgtrek­ king, d at een dergelijk onderzoek slechts zinvol is als inside-inform ation voor de verantw oordelijke bedrijfsleiding en de daarbij betrokkenen. Deze zijn alleen ten volle geinform eerd en dientengevolge in sta a t de uitkom ­ sten te interpreteren. E n als inside-inform ation heeft een dergelijk o n d er­ zoek uiteraard grote w aarde, om dat het aanleiding kan zijn het bedrijfs­ beleid te herzien, w anneer het onderzoek zw akke steden heeft bloot­ gelegd.

A anleiding tot deze beschouw ing is de verschijning van het proefschrift van D r J. V isser „B eoordeling van h et w eerstandsverm ogen van levens­ verzekeringm aatschappijen”. (Ac. proefschrift, G roningen 1953). D eze schrijver wil het w eerstandsverm ogen van een levensverzekeringm aat­ schappij afm eten door dit te gaan bepalen aan de hand van de door hem genoem de m arge-m ethode. H oew el dit proefschrift m eerdere suggesties bevat w elke de overw eging w aard zijn, meen ik d a t zijn m ethode bij één uitg aan d e van de verm ogenspositie van de m aatschappij ten achter staat.

In het navolgende zal ik nu allereerst een korte beschrijving geven van de door V isser voorgestane m arge-m ethode, om vervolgens d aa r teg en ­ over te stellen de m ethode w elke zoals gezegd u itg aat van de verm ogens­ positie der m aatschappijen. T e n slotte wil ik mijn voorkeur n ad e r m oti­ veren.

1. D e m arge-m ethode.

V isser definiëert, niet essentiëel afw ijkend van de door mij gegeven omschrijving, het w eerstandsverm ogen of de financiële kracht van een levensverzekeringm aatschappij als het verm ogen om blijvend aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. O p grond van economische, psycho­ logische en sociale factoren toont hij aan d a t een realistische beoordeling van dit w eerstandsverm ogen m et bedrijfscontinuïteit rekening moet hou­ den. E en vergelijking tussen het w eerstandsverm ogen van m aatschappij A met m aatschappij B — een vergelijking in de ruim te — of een v erge­ lijking tussen dit verm ogen op tw ee verschillende tijdstippen met be­ trekking tot één m aatschappij — een vergelijking in de tijd —■ behoort niet alleen de bestaan d e toestand w a t passiva en activa betreft in haar beschouwing te betrekken, doch dient tevens rekening te houden met andere factoren welke van invloed zijn op de innerlijke kracht van een m aatschappij. F actoren, w elke niet tot uitdrukking komen bij statische gegevens, doch betrekking m oeten hebben op de verandering dezer ge­ gevens met de tijd. H e t zw aartepunt zijner beschouw ingen ligt dan ook in de verlies- en w instrekening tegenover de meer statische opvatting welke de balans in het centrum van de belangstelling plaatst.

(3)

oor-deel om trent de jaarlijkse m arge tussen inkom sten (prem iën en intresten) en uitgaven (uitkeringen, afkopen, aanvulling w iskundige reserve en kos­ ten ) en de vermoedelijke ontw ikkeling d aarv an te geven.

A ctuariëel gezien komt deze m arge-m ethode op h et navolgende neer. M en schat aan de hand van de statistische gegevens m et betrekking tot de sterfte en het vermoedelijk royem ent de uitkeringen inclusief afkopen w elke de m aatschappij zal m oeten verrichten in de loop van de eerst­ volgende jaren. V ervolgens schat men voor de desbetreffende jaren de ontw ikkeling van de toevoegingen aan de prem iereserve en van de kos­ ten. D e kosten w orden hierbij onderscheiden in algem ene kosten, do o r­ lopende kosten w elke direct verband houden m et de om vang van de portefeuille, kosten verbonden aan de beleggingen en eerste kosten. D e kosten verbonden aan de beleggingen w orden in m indering gebracht van de intrest d er beleggingen. A ls eerste kosten w orden slechts in rekening gebracht de kosten voor het instandhouden van de om vang van de por­ tefeuille. D e vorenbedoelde schattingen hebben eveneens betrekking op een in om vang gelijkblijvend bestand. D e hiervoor w aargenom en ge­ gevens van de laatste jare n behoeven dus slechts gecorrigeerd te w orden in verband met de optredende veroudering van het bestand en een even­ tueel w aargenom en trend in de grondslagen.

V eroudering van de portefeuille im pliceert hogere uitkeringen bij over­ lijden, m eerdere betalingen bij expiratie; de sterfteverbetering bren g t bijv. een verm indering van de uitkeringen bij overlijden m et zich m ede, gevolgd door op den duur hogere uitkeringen bij expiratie.

E en m aatschappij met veel kortlopende contracten vernieuw t zich snel­ ler dan een m aatschappij m et m eer langlopende contracten. D e eerste m aatschappij p rofiteert dus bij de vervanging van geroyeerde en expi­ rerende posten door nieuw e productie eerder van een ten opzichte van het vervangend bestan d gunstiger tarief dan de laatstbedoelde, hetgeen van invloed is op het w eerstandsverm ogen.

T egenover deze uitgaven staan de inkom sten, zowel die uit hoofde van de prem ieontvangst als de renteinkom sten.

M en moet nu zijn opstellingen w ijzigen indien d aa rto e aanleiding be­ sta a t door rekening te houden met de invloed op de prem ieontvangst van een nieuw in te voeren prem ietarief voor nieuw e verzekeringen. Eveneens kan men in aanm erking nemen een te verw achten verandering in de ren ­ testand, dus de gevolgen hiervan voor de ren teopbrengst van nieuwe beleggingen. M en zal hierbij dus evenals bij de verzekeringscontracten de nog te verlopen du u r van de bestaan d e beleggingen in aanm erking m oeten nemen.

(4)

uitgaven is de m arge w elke w o rd t uitgedrukt in het totaal der inkom sten, w elk percentage als een index voor h et w eerstandsverm ogen d er m aat­ schappij fungeert bij constante om vang der portefeuille.

V oorziet m en een ontw ikkeling van de m aatschappij w elke een uit­ breiding van de portefeuille inhoudt, dan schat men de positieve of n eg a­ tieve w instm arge w elke het b estaande tarief — of indien een gewijzigd tarief w aarschijnlijk is .— dit gewijzigde tarief bevat en corrigeert de bovenbedoelde m arge resp. de index. Is de w instm arge van de uitbrei- dingsproductie positief, dan betekent dit een versterking van de w eer­ kracht welke men op deze wijze tew erkgaande onm iddellijk in aanm er­ king neemt.

Juister kan men hierbij te w erk gaan door voor iedere jaarlijkse u it­ breiding afzonderlijk inkom sten en uitgaven per ja a r op te m aken. D e hieruit resulterende m arges met die van de portefeuille van constante om vang gecombineerd voor de overeenkom stige jaren geeft de saldo­ m arge en deze m ethode leidt in eerste instantie to t een verm indering van de w eerkracht ook in de gevallen, w aarin het tarief d er uitbreidings- productie een positieve m arge bevat, immers deze w inst kom t eerst na enige tijd te voorschijn.

In beginsel wil deze m ethode rekening houden zowel m et in- als u it­ w endige factoren w elke de m arge beinvloeden en w aarom trent thans be­ paalde supposities zijn te m aken. H e t behoeft geen betoog d a t hetero­ geniteit van de verzekeringsportefeuille resp. van de beleggingsportefeuille in aanm erking w o rd t genom en door het aanbrengen van de nodige split­ singen, zodat hom ogene onderdelen verkregen w orden en zodoende het w aarschijnlijk beloop met de tijd kan w orden geschat.

M et deze enkele w oorden is de m arge-m ethode slechts zeer globaal geschetst. M e t min of m eerdere nauw keurigheid trac h t men dus onder uitsluiting van toevallige lasten en b aten een beeld te verkrijgen van de m arge tussen inkom sten en uitgaven en wel zoals deze zich in de naaste toekom st zal voordoen.

2. H e t vermogen als m aatstaf voor het w eerstandsverm ogen van een levensverzekeringm aatschappij.

Bij de vaststelling van het w eerstandsverm ogen van een levensver­ zekeringm aatschappij, u itgaande van het verm ogen als balansgrootheid, zal men in hoofdzaak 3 factoren in aanm erking m oeten nem en, te w eten: a. de technische reserve, b. de ex tra-reserve en c. h et w aarborgkapitaal.

Hierbij b estaa t de technische reserve voor het overgrote deel uit de premiereserve, terw ijl de ex tra-reserve en de w a ard e van h et w a arb o rg ­ kapitaal eerst te bepalen zijn aan de hand van de w aardering van de activa onder aftrek van de eveneens door w aardering gevonden w a ard e der overige passiva.

(5)

Z o is het voor het hier gestelde doel onjuist de effecten te w aarderen n a a r beurskoers n aast de gebruikelijke vaststelling van de w iskundige reserve als het verschil van de contante w aard e der w aarschijnlijke lasten en die der w aarschijnlijke baten.

Stijgingen of dalingen van de beurskoers als gevolg van een wijziging van de rentestan d zouden bij handhaving van de reservegrondslagen van invloed zijn op het w eerstandsverm ogen, terw ijl dit w eerstandsverm ogen er als regel -— gegoedheid van de debiteur vooropstellende — niet door w ordt beinvloed. D it wil dus zeggen d at de bezittingen d er m aatschappij en haar verplichtingen, welke in vele gevallen niet direct realiseerbaar resp. opeisbaar zijn, vanuit één gezichtspunt dienen te w orden g ew aar­ deerd. E en bew uste overw aardering van de verplichtingen en een o n d er­ w aardering van de bezittingen zal uit bedrijfsbeleid als regel wenselijk zijn, m et nam e in de publicatie der verslagen. H e t doel is hier veeleer de solvabiliteit d er m aatschappij aan te tonen en een m aatstaf te hebben ter bepaling van de dividend-politiek, en die m et betrekking tot w inst­ uitkeringen aan de gerechtigden. D e vele en onverw achte calam iteiten, welke het bedrijf kunnen aa n ta sten m aken d a t voorzichtigheid geboden is en de ervaring heeft in dit opzicht de noodzaak tot een in dit verband conservatieve inslag voldoende aangetoond.

D e bepaling van het w eerstandsverm ogen heeft echter als doel een technische inform atie voor de verantw oordelijke directie; deze inform atie b ren g t gegevens aan voor het te volgen bedrijfsbeleid en is een a a n ­ gelegenheid van interne aard.

D e levensverzekeringm aatschappij heeft nu een stroom van te v e r­ w achten inkom sten uit prem ieontvangsten, intrest van beleggingen en aflossingen daarvan, n aast te verw achten uitkeringen en kosten, adm i­ nistratieve kosten en acquisitiekosten, welke zij te voldoen heeft. Bij de bepaling van de verm ogenspositie zal men nu de stroom van inkom sten en van uitgaven m oeten kapitaliseren. In eerste instantie zal men dus een keuze m oeten doen om trent de rentevoet w elke men aan deze kapi­ talisatie ten grondslag wil leggen. D eze rentevoet kan niet willekeurig genom en w orden. O p grond van het feit d at men de verzekerden door de wijze van prem ieberekening een bepaalde intrestvergoeding in uitzicht heeft gesteld, zal men ten m inste deze intrestvergoeding door de op ­ brengst van de beleggingen moeten kunnen financieren. D e voortdurende stroom van inkom ende middelen, w elke als regel groter is dan die der uitgaande, vereist nu v oortdurende belegging en herbelegging. O m trent de intrestvoet w aarop de nieuw e beleggingen gebaseerd zullen zijn tast men in het onzekere, zij het d at men uiteraard w el een algem ene feeling heeft om trent de grenzen w elke de rentevoet in niet te uitzonderlijke tij­ den in een bepaald land in acht neemt. D e noodzaak om een bepaalde rente te m aken vereist dat, teneinde beleggingsverliezen uit hoofde van rente te voorkom en, men een rentevoet kiest w elke lager ligt dan de gem iddelde rentevoet, w elke verw acht w o rd t op nieuw e beleggingen te zullen w orden gem aakt. H ierdoor w o rd t voldaan aan het beleggings- aequivalentiebeginsel x). H e t subjectieve element, w at ongetw ijfeld bij deze keuze aanw ezig is, kan men niet ecarteren. Indien men evenwel de eenm aal gekozen rentevoet hand h aaft, blijven vergelijkingen van de verm ogenspositie in de tijd mogelijk en heeft de keuze van de rentevoet, althans w at de trend van de verm ogenspositie betreft, m inder betekenis.

!) Zie „Le principe d’équivalence des placements” door C. Campagne, in ,,Het Verzekerings-Archief” (Acturarieel Bijvoegsel) 30 (1), lanuari 1953, p. 2—19.

(6)

N odig is het vervolgens de grondslagen sterfte en kosten te kiezen voor de berekening van de w aarschijnlijke uitkeringen, van de prem ie­ o ntvangst en van de te m aken kosten. O o k hier is het subjectieve element aanw ezig.

T e r verkrijging van een inzicht in de stille reserve w elke de premie - reserve kan bevatten, zou men n a a r mijn gevoelen de balansprem iereserve m oeten vergelijken met een minimum prem iereserve en een maximum pre- miereserve. D e minimum prem iereserve zal men kunnen vaststellen aan de hand van zoveel mogelijk aansluitende sterftegrondslagen, w aarbij men w at de kosten b etreft zou kunnen uitgaan van een Zillm erreserve, bijv. met een percentage van 3 % . D e maximum reserve zou d an kunnen zijn qua m ethode de netto-m ethode verm eerderd met een kosten-reserve voor premievrije verzekeringen resp. voor verzekeringen w aarin de du u r der prem iebetaling ko rter is dan die van het contract, terw ijl men als sterfte- grondslag zou kunnen bezigen een sterftetafel van enige decennia terug voor w at b etreft de overlijdensverzekeringen en voor w a t b etreft de ver­ zekeringen bij leven een tafel w elke reeds rekening houdt m et de toe­ kom stige sterfteverbetering, w elke verw acht kan w orden in de toekom st bijv. in een tiental jaren te zullen optreden.

D e reserve, w elke men in de balans noteert zal men dan moeten a f­ m eten aan beide genoemde reserven en het verloop hiervan over een reeks van jaren geeft een inzicht om trent de m ate van veiligheid welke men bij de opvoering van de verplichtingen betracht.

V ervolgens m aakt men de contante w aard e van de bezittingen met behulp van de laag gekozen rentevoet op.

W ij m oeten dus than s aangeven, zij het slechts in algem ene zin, op welke wijze de genoem de contante w a ard e van de bezittingen zal kunnen w orden berekend. V o o r alle activa met vaste rentevoet en v ast aflos- singsplan o n tstaan hiervoor geen problem en. D it is wel het geval voor v aste eigendom m en en aandelen. V o o r de vaste eigendom m en kan m en als w aard e voor deze berekeningen nem en de contante w a ard e van de gem iddelde nettohuur, zoals deze zich over de laatste jaren heeft ge­ m anifesteerd. D eze contante w a ard e w are, afhankelijk van de ouderdom , mogelijk ook van de aa rd van het pand, te kapitaliseren bijv. over een tijdsduur van ten hoogste 75 jaar, terw ijl als eindw aarde de grondw aarde zou kunnen w orden genom en zonder de opstal, w elke g rondw aarde dus eveneens moet w orden verdisconteerd n a a r het tijdstip der berekeningen en wel over de aangenom en verdere gebruiksduur van het pand.

E en soortgelijke m ethode w are voor de aandelen te bezigen, met name de kapitalisatie van het gem iddeld dividend, zoals d at zich over de laatste jaren heeft gem anifesteerd en wel door dit dividend te kapitaliseren over een tijdsduur, w elke men afhankelijk zal moeten stellen van de aard van het bedrijf, d at door de ondernem ing die het betreffend aandeel heeft u it­ gegeven, w o rd t uitgeoefend. V ergelijking van de uitkom st met de ge­ m iddelde beurskoers zal aanbeveling verdienen ter controle van de o n d er­ stellingen.

D e intrinsieke w eerstan d van de m aatschappij zal men nu kunnen vaststellen als zijnde het verschil tussen de contante w aard e d e r bezit­ tingen en d er verplichtingen. D it verschil zou men kunnen uitdrukken in een percentage van de prem iereserve, w aardoor een index verkregen w o rd t w elke de intrinsieke k racht d er m aatschappij to t uitdrukking brengt.

(7)

reserve, beiden berekend met als rentegrondslag de gekozen lage ren te­ voet. T egenover deze w iskundige reserve staan de activa w elke w orden h erw aardeerd volgens het contante w aarde-systeem met bedoelde re n te­ voet.

H e t verschil — uiteraard te corrigeren met de overige passiva behou­ dens het w aarborgkapitaal -— is het bedrag, d a t correspondeert met e x tra ­ reserve en w aarborgkapitaal tezamen.

T e r verduidelijking van het betoog is voor een gefingeerde m aat­ schappij, w aarv an de opbouw van de portefeuille n a a r de verschillende tarieven zoveel mogelijk aansluit m et de opbouw van het verzekerde b e­ stand van het gehele N ed erlan d se levensverzekeringbedrijf, ook voor w at de ouderdom van de portefeuille betreft, de w iskundige reserve opgem aakt n aa r de than s algem een gebruikelijke grondslagen en tevens de minimum en maximum reserve berekend op grondslagen, w elke hetzij nauw aansluiten, hetzij een ruim e m arge inhouden. D e rekenrentevoet is op 3 % gesteld, w elke voldoet aan de eis, d a t deze lager is d an de gem id­ delde rente w elke verw acht w o rd t in de naaste toekom st voor nieuw e b e­ leggingen te zullen gelden. D e balansreserve is voorts ondersteld te zijn opgem aakt volgens de netto-m ethode, uiteraard is de maximum reserve ook op deze m ethode gebaseerd, terw ijl de minimum reserve berekend is m et een Z illm erquota van 3 % . Stellen wij de w iskundige reserve volgens de algem een gebruikelijke grondslagen van than s op 100, dan blijkt de minimum reserve 94 en de maximum reserve 104 te bedragen.

W ij stellen ons v erder voor, d a t de activa m et de algem een gebruike­ lijke balansw aardering 105 bedrag en en d a t de verdeling dezer activa over de verschillende rubrieken gelijk is aan die van het gehele bedrijf. H erw aardering op kapitalisatiegrondslag met als basis een rente van 3 % , gaf volgens de besproken richtlijnen als uitkom st 111.

W ij kunnen nu het volgende tableau opstellen: Premie-reserve Minimum 94 Balans 100 M axim um 104 Activa (balans) 105 Activa (3 % basis) 111

B erekeningen hebben nu doen z ie n 2) d a t indien een m aatschappij boven een op veilige grondslagen berekende prem iereserve een actief heeft van rond 5 % dezer prem iereserve in de vorm van extra-reserve en g estort w aarborgkapitaal, globaal gesproken de kans d a t de ondernem ing zich niet zal kunnen h an dhaven klein is. D eze kans w o rd t kleiner n a a r­ m ate bovengenoem d percentage gro ter is.

W ij m oeten hierbij nog onderscheid m aken tussen ex tra-reserve en w aarborgkapitaal. D ienen beide to t m eerdere w aarborg, de functionele betekenis van het w aarb o rg k ap itaal is ruim er te stellen. D it laatste komt tot uiting ingeval de m aatschappij door een opgetreden calam iteit de w instpositie bijv. na m untdevaluatie in aanzienlijke m ate ziet aangetast. D e functionele rol van het w aarb o rg k ap itaal is dan, evenals bij de o p ­ richting van de m aatschappij, de financiering van de nieuw e productie.

E en hierover ingesteld onderzoek voor een verhandeling voor het In ­ ternationale C ongres van A ctuarissen te M ad rid d a t in 1954 zal plaats 2) Zie „Gedenkboek Verzekeringskamer 1923—1948”. 's-Gr. 1948. C. Campagne: „Bijdrage voor de methode van vaststelling van de bedrijfsreserve in het levensverze­ keringbedrijf”. p. 338—378.

(8)

vinden, heeft tot het re su ltaat gevoerd, d at globaal 1 c/c van de premie- reserve als hiervoor benodigd bedrag kan gelden.

,Gaan wij hiervan uit, dan betekent dit, d at bij een extra-reserve van 4 % en een w aarborgkapitaal van 1 °/o van de prem iereserve de kans dat de m aatschappij zich niet zal kunnen handhaven gering is te achten.

Bij de gefingeerde m aatschappij hebben wij ondersteld d a t genoem de 5 % van de balansreserve als extra w aarborg juist aanw ezig was. Deze 5 % moet nl. genomen w orden ten opzichte van een op veilige g rond­ slagen berekende w iskundige reserve. D e balansreserve moet dan uit­ gangspunt zijn.

W ij zien nu d a t deze gefingeerde m aatschappij een sterke positie in­ neemt. Z elfs ten opzichte van de maximum reserve is er nog een behoor­ lijke speling, veroorzaakt door de verhoogde w aardering der activa. Deze verhoogde w aardering w o rd t voornamelijk tew eeggebracht door de boven­ pari w aardering der leningen op schuldbekentenis (nom inale rente boven 3 % ) en een verhoogde w aardering van vaste eigendom m en en aandelen.

V o o r de interpretatie dezer gegevens dient men zich terdege rekenschap te geven van de labiliteit der gegevens.

F luctuaties van de kapitaalm arktrente wijzigen het beeld. W o r d t deze lager dan schrom pelt geleidelijk de m arge tussen kapitalisatiew aardering en balansw aardering der activa in door de invloed van de nieuw e beleg­ gingen. Bij verhoging doet zich het om gekeerde voor, evenwel heeft dit bovendien zijn invloed op de w iskundige reserve, immers zullen de ta ­ rieven w a t de rentegrondslag d er nieuw e verzekeringen betreft a a n ­ passing ondervinden, met als gevolg een wijziging van de rentegrondslag der w iskundige reserve.

E en m om entopnam e is te zeer van de ogenblikkelijke situatie afh an ­ kelijk. E erst indien over een reeks van jaren deze gegevens beschikbaar zijn en m en dus de ontw ikkeling van het beeld m et de tijd ziet, verkrijgt men m eer gefundeerde aanw ijzingen om trent de innerlijke w eerkracht der m aatschappij.

D a t het levensverzekeringbedrijf in zijn balanspublicaties de activa voorzichtig en tevens de passiva aan de veilige kant w aardeert, teneinde daard o o r in sta a t te zijn zich bij zich voordoende calam iteiten en abrupte veranderingen in de conjunctuur geleidelijk aan de nieuwe situatie aan te passen door activering van aanw ezige stille reserve, is een eis van bedrijfsbeleid.

Z o als uit het voorgaande blijkt is eventueel aanw ezige stille reserve slechts door nadere in terpretatie van het begrip vast te stellen.

H et gestyleerde model is een beeld, d at beoogt de w erkelijkheid w eer te geven, doch dit in feite nooit kan doen.

O n d e r deze om standigheden p ast alleen een verantw oording, w elke m et de nodige om zichtigheid plaats vindt. D it involveert, lettende op de ge­ varen welke het bedrijf bedreigen, enerzijds een veilige schatting van de verplichtingen, anderzijds een w aardering van de activa volgens voor­ zichtige norm en. 3

3. V ergelijking van de beide m ethoden.

Bij de m arge-m ethode sta a t de verlies- en w instrekening op de voor­ grond, de m arge immers w o rd t hieraan mede ontleend. H iertegenover sta a t bij de contante w aarde-m ethode de balans in het centrum van de belangstelling.

(9)

H e t w eerstandsverm ogen van een levensverzekeringm aatschappij dient nu voldoende te zijn om calam iteiten, w elke op de bedrijfsuitoefening van invloed zijn, op te vangen. W ij kunnen hierbij die calam iteiten, welke de gehele economie van een land verstoren, uitschakelen, om dat d an zoals de ervaring heeft geleerd bijzondere m aatregelen door de O verheid ge­ troffen w orden.

D e financiële consequenties van calam iteiten zijn onbekend. O f en in w elke m ate de extra-reserve inclusief w aarborgkapitaal voldoende zijn, w eet m en niet. W e l geeft hier de ervaring, zoals reeds om schreven, een aanw ijzing d a t onder n iet te abnorm ale om standigheden een extra-reserve van rond 4 % van de prem iereserve en een w aarborgkapitaal van rond 1 % der prem iereserve voldoende w aarborg geven d at de m aatschappij zich kan handhaven.

H e t zijn dus de balansgegevens w a araa n het w eerstandsverm ogen der m aatschappij moet w orden ontleend.

D e m aatschappij dient enerzijds in s ta a t te zijn de huidige verplich­ tingen integraal na te komen, anderzijds de financiering van nieuw e pro­ ductie te kunnen volvoeren. D it zijn balans-elem enten. D oet zich een calam iteit voor, dan m oet de m aatschappij laten zien d a t zij deze kan financieren door de financiële invloed d aarv an bij de w aard erin g van activa en passiva te verw erken, hetgeen in de balans op overzichtelijke wijze to t uitdrukking komt.

D e m arge-m ethode zou in dit verband een inkrim ping van de m arge doen zien als zijnde het correlaat van de verm indering van h et saldo van het gew aardeerde actief en passief. N ieuw e productie en de gevolgen d aarvan voor de m arge b re n g t zij echter bew ust in rekening. In beginsel is bij deze m ethode een tekort van de financiering van de bestaan d e p o r­ tefeuille v erh aalb aar door een overschot op nieuw e productie. D e contante w aarde-m ethode stelt de stren g ere eis van de mogelijkheid van finan­ ciering van de bestaan d e portefeuille en n aa r mijn gevoelen terecht. E erst w anneer deze ruim gew aarborgd is, b estaa t de m ogelijkheid tot nieuw e productie.

D e m arge-m ethode legt inderd aad de b an d m et de toekom st, d oordat zij indices opstelt voor die n aa ste toekom st. D e contante w aarde-m ethode geeft slechts indices voor het laatste verleden. D e b and m et de toekom st is hier slechts in zoverre aanw ezig als een zekere tren d in de indices gecon­ stateerd kan w orden en de continuïteit van het bedrijf en van de econo­ mische om standigheden gedoogt enige extrapolatie toe te passen. D e w aard e d er indices moet echter hoger w orden aangeslagen dan die vol­ gens de m arge-m ethode, w elke laatste immers m ede gebaseerd zijn op onderstellingen met betrekking to t de nieuw e productie.

H e t w eerstandsverm ogen van een m aatschappij kan voor de v eran t­ w oordelijke directie belangrijke aanw ijzingen geven voor de vaststelling van h et bedrijfsbeleid. D a t de m arge-m ethode eveneens belangrijke in­ lichtingen voor dit beleid kan aanbrengen w o rd t volm ondig toegegeven. E en directie kan niet teveel om trent h a a r ondernem ing geïnform eerd zijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op een Box to Store-overeenkomst zijn van toepassing voor het gedeelte van de overeenkomst dat betrekking heeft op de opslag: de bepalingen in artikel 4 van deze Algemene

Deze voorwaarden gelden voor iedere aanbieding, offerte en overeenkomst tussen gebruiker en een opdrachtgever waarop gebruiker deze voorwaarden van toepassing heeft verklaard,

Samenwerking wordt verkend met Mijn School (onderdeel van Graafschap College, Doetinchem), waarbij studenten die een crimineel verleden hebben aanwezig zijn tijdens de uitvoering

Het bevestigen van een offerte kan door digitale of schriftelijke ondertekening of per e-mail. Een bevestigde offerte vervangt alle eerdere voorstellen, afspraken

Ze ging hem voor door het huis naar een werkkamer waar haar partner, die Bosch wel kende en van wie hij wist dat hij Edgewood heette, in gesprek was met een man met wit haar, die

Verwerker is, overeenkomstig het bepaalde in artikel 79 AVG, aansprakelijk voor schade of nadeel voortvloeiende uit aan Verwerker toerekenbare schendingen van de wet- en regelgeving

11.1 Door de cliënt aan Van der Does Assurantie- & Inkomensadviseurs verstrekte persoonsgegevens en informatie wordt door Van der Does Assurantie- & Inkomensadviseurs

12.1 Door de cliënt aan Intermediair verstrekte persoonsgegevens en informatie wordt door Intermediair niet verstrekt aan derden voor andere doeleinden dan ten behoeve van