Anna van Saksen, prinses van Oranje (1544-1577)
Koninklijke Verzamelingen, Den Haag (c) 2000
This finding aid is written in Dutch.
I N H O U D S O P G A V E
B
ESCHRIJVING VAN HET ARCHIEF...5
Aanwijzingen voor de gebruiker...6
Aanvraaginstructie...6
Citeerinstructie...6
Archiefvorming...7
Geschiedenis van het archiefbeheer...7
Geschiedenis van de archiefvormer...7
Anna van Saksen, Prinses van Oranje...7
Inhoud en structuur van het archief...11
Bereik en inhoud...11
B
ESCHRIJVING VAN DE SERIES EN ARCHIEFBESTANDDELEN...13
B
IJLAGEN... 21
Beschrijving van het archief
Beschrijving van het archief
Naam archiefblok:
Anna, prinses van Saksen-Meissen (1544-1577), echtgenote van Willem I, prins van Oranje
Periode:
1562-1577 (1586) Archiefbloknummer:
A11b Omvang:
0,4 m.
Archiefbewaarplaats:
Koninklijk Huisarchief, Den Haag Archiefvormers:
Anna van Saksen, Prinses van Oranje
Aanwijzingen voor de gebruiker
Aanwijzingen voor de gebruiker
Aanvraaginstructie
AANVRAAGINSTRUCTIE
Voor de raadpleging van de archieven in het beheer van de Koninklijke
Verzamelingen dient u toestemming te vragen. U kunt uw onderzoeksaanvraag schriftelijk indienen bij de Directeur van het Koninklijk Huisarchief. Gebruik hiervoor dit formulier. Nadat aan u toestemming voor onderzoek is verleend kunt u een afspraak maken voor een bezoek aan het Koninklijk Huisarchief.
Citeerinstructie
CITEERINSTRUCTIE
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Koninklijke Verzamelingen, Den Haag, Archief: Anna, prinses van Saksen- Meissen (1544-1577), echtgenote van Willem I, prins van Oranje,
inventarisnummer A11b...
VERKORT:
KV Archief: Anna van Saksen, prinses van Oranje (1544-1577), inv.nr. A11b...
Archiefvorming
Archiefvorming
Geschiedenis van het archiefbeheer
GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER
Deze inventaris kwam tot stand in 1948 door de wetenschappelijk assistente A.W.J. Mulder. De archieven van de echtgenotes en kinderen van Willem I zijn door Mulder in deze inventaris opnieuw geordend en apart behandeld. In de digitale inventaris hebben de echtgenotes en kinderen aparte nummers gekregen. In 2019 zijn de inventarissen van de echtgenotes en kinderen bewerkt ten behoeve van de website.
Geschiedenis van de archiefvormer
GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER
Anna van Saksen, Prinses van Oranje
ANNA VAN SAKSEN, PRINSES VAN ORANJE
ANNA van SAKSEN (geb. Dresden 23-12-1544 – gest. Dresden 18-12-1577), door haar huwelijk prinses van Oranje. Dochter van Maurits van Saksen (1521- 1553) en Agnes van Hessen (1527-1555). Anna van Saksen trouwde op 24-8- 1561 in Leipzig met Willem van Oranje (1533-1584). Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 3 dochters geboren, waarvan 1 zoon en 2 dochters de volwassen leeftijd bereikten. Uit een buitenechtelijke relatie met Jan Rubens (1530-1587), jurist, werd 1 dochter geboren.
Anna van Saksen groeide als enig kind op aan het hof van de Saksische keurvorsten te Dresden. Na de dood van haar ouders kwam ze onder voogdij van haar grootvader Philip van Hessen en haar oom August, die haar vader als keurvorst was opgevolgd. Ze werd luthers opgevoed en volgens haar voogden was ze op haar vijftiende een ‘frommes fraülein’ dat vooral goed kon
handwerken. Ze was echter ook de rijkste erfdochter uit het Duitse keizerrijk – met een fabelachtige bruidsschat van honderdduizend thaler. Nadat
huwelijksonderhandelingen met de Zweedse vorst Gustaaf Vasa waren
stukgelopen, diende zich een nieuwe kandidaat aan: Willem van Nassau, prins van Oranje, sinds 1558 weduwnaar van Anna van Egmond. Anna van Saksen werd al bij hun eerste ontmoeting in 1560 smoorverliefd op de elf jaar oudere Willem, maar de onderhandelingen zouden nog anderhalf jaar duren. Er
kleefden verschillende bezwaren aan Oranje – zo was hij weliswaar uit een luthers geslacht geboren, maar leefde hij in de Nederlanden als katholiek hoveling. Daarnaast waren er financiële bedenkingen. Ook aan het Brusselse hof plaatste men vraagtekens bij het huwelijk. Landsheer Filips II, de
landvoogdes Margaretha van Parma en hun adviseurs vreesden dat Oranje zijn kinderen luthers zou opvoeden. Het vergde nogal wat gehuichel om te zorgen dat deze kwesties rond het geloof werden opgelost.
Toen alles was geregeld, werd de bruiloft groots en dagenlang gevierd. Willem beloofde Anna een kennismaking met het hoofse leven; hij zou haar de
ridderroman Amadis de Gaule laten lezen, en de modieuze ‘gaillarde’ leren dansen. Al na een paar jaar bleek er echter onmin te zijn tussen man en vrouw.
Anna zou te veel geld uitgeven en zelf klaagde ze dat haar zwager Lodewijk van Nassau ‘stookte’. Misschien was ze ook jaloers: later memoreerde zowel zij
als Oranje het incident rond ‘de vrouw met de witte rok’, dat zich al tijdens hun bruidsdagen had voorgedaan. De conflicten waren ernstig genoeg om aandacht op te eisen van haar familieleden, die enkele malen vermanend optraden.
Een slecht huwelijk
Uit het huwelijk van Anna van Saksen met Willem van Oranje werden twee zoons en drie dochters geboren. Dochter Anna, geboren op 31 oktober 1562, stierf kort na de geboorte, en zoon Maurits August Filips (1564-1566) stierf na een kleine anderhalf jaar. De andere drie kinderen bleven wel in leven: een tweede dochter Anna (1563-1588), de latere stadhouder Maurits (1567-1625), en Emilia (1569-1629).
Historici hebben nogal eens beweerd dat Anna van Saksen al meteen na haar huwelijk geestelijk instabiel bleek, maar dat lijkt wijsheid achteraf. Zeker, Oranje vond haar lastig en veeleisend. Anna bleek zich niet goed te kunnen schikken in haar rol. Dat was misschien al naar voren gekomen in haar
verliefdheid op Oranje – die de hele huwelijkskwestie zakelijk had behandeld, en haar verliefde brieven door zijn broer had laten beantwoorden. Anna wilde aandacht, en respect voor haar positie, en ze liet dat luidruchtig blijken. Haar pleegmoeder, Anna van Denemarken, had al eens opgemerkt dat ze een koppig meisje was.
De verhouding tussen Anna van Saksen en Willem van Oranje verslechterde nadat zij in april 1567 vanwege de komst van de hertog van Alva naar de Dillenburg waren vertrokken. Willems Nederlandse bezittingen werden door Alva geconfisqueerd, en het berooide paar was nu geheel van familie
afhankelijk. In 1568 besloot Willem de wapens op te nemen tegen Alva – het familiekapitaal van de Nassaus werd in dit avontuur geïnvesteerd. Omdat Willem voortdurend van huis was om steun te verwerven voor zijn plannen om de Nederlanden binnen te vallen, was Anna aan zijn familie in Dillenburg
overgeleverd. Ze baarde er een zoon, Maurits (1567-1625), wiens doop nog met veel festiviteiten gepaard ging. Daarna werd ze steeds ontevredener met het leven onder toeziend oog van Juliana van Stolberg, de matriarch van de Nassaus, en de talloze verwanten.
In oktober 1568 besloot Anna op eigen houtje naar Keulen te vertrekken, met een eigen gevolg en slechts 150 thaler. Ze maakte al snel schulden en verzocht de Nassaus om meer geld. Toen die daar niet op ingingen, verpandde ze haar juwelen. Anna meende recht te hebben op eigen inkomsten, en terecht, want ze had veel geld meegebracht in het huwelijk. Ze kon niet accepteren dat dit opging aan de politieke avonturen van haar man. In Keulen begon ze dan ook aan een langdurige campagne om iets van haar bruidsschat te redden. Als garantie voor de bruidsschat had Oranje een aantal bezittingen toegezegd die als ‘weduwengoed’ zouden gaan dienen, en waaruit Anna inkomsten genoot.
Deze waren nu echter allemaal in Habsburgse handen. Anna probeerde eerst alternatieve bronnen van inkomsten bij de Nassaus los te krijgen. Toen dat niet lukte, bedacht ze een nieuwe oplossing: haar familieleden moesten koning Filips II ervan overtuigen dat zij zich feitelijk in de positie van een ‘weduwe’
bevond en haar bezittingen in de Nederlanden vrijgeven. Haar familie steunde het plan, maar het leidde niet tot resultaten. Ondertussen liepen de schulden op. De Nassaus en keurvorst August waren het erover eens dat haar maar één ding te doen stond: terug naar de Dillenburg. Dat weigerde ze echter
categorisch. Willem probeerde haar over te halen om naar veiliger plaatsen dan Keulen te reizen, maar ze voelde daar weinig voor. In de zomer van 1570 leek er een oplossing te zijn gevonden; er kwam financiële steun voor het berooide paar, en een afspraak over een nieuwe woonplaats, Erfurt. Anna bleef echter tussen Siegen en Keulen heen en weer pendelen.
Inmiddels had Anna van Saksen ook een andere reden om niet naar Erfurt te komen. Ze was verliefd geworden op haar juridisch adviseur, Jan Rubens uit Antwerpen. ‘Pas op dat het bed niet inzakt’ had ze nog gezegd, de eerste keer dat ze, samen op zakenreis, in elkaars armen waren beland. De geliefden bleken niet voorzichtig genoeg. In maart 1571 werd Rubens door dienaren van de Nassaus gearresteerd. Hij bekende de verhouding en werd gevangen gezet.
Anna gaf haar schuld niet zomaar toe. Ze beweerde dat Rubens’ bekentenissen door marteling verkregen waren, en wilde naar een rijksstad om daar haar onschuld bij een keizerlijk hof te bepleiten. Maar ze bleek ook zwanger, en van Oranje kon het kind niet zijn. In augustus 1571 baarde ze een dochtertje dat Christine (1571-1637) werd gedoopt en als Christine von Dietz door het leven zou gaan.
In theorie hadden Anna van Saksen en haar minnaar de doodstraf verdiend, maar Oranje hoopte nog steeds op politieke steun van Anna’s machtige
familieleden en wilde daarom de breuk geheim houden. Anderhalf jaar wachtte Anna in spanning op wat haar lot zou zijn. Haar geestelijke toestand ging nu snel achteruit. Ze dronk te veel, maakte ruzie met haar bedienden, en leed aan stemmingswisselingen. In december 1572 werd haar ten slotte meegedeeld dat ze zou moeten verhuizen naar het Nassause slot Beilstein, waar ze huisarrest zou krijgen. Haar Siegense dienstpersoneel had zo genoeg van haar dat het weigerde mee te gaan. Anna kreeg in Beilstein slechts vrome boeken te lezen, en haar enige afleiding bestond uit de bezoeken van een lutherse predikant. Ze klaagde over het slechte eten, haar isolement en de behandeling die haar ten deel viel. Naar eigen zeggen maakte Godfried van Nassau haar voor ‘hoer’ uit.
Hij had haar verzekerd dat de keurvorst van Saksen niets voor haar zou doen.
Toch hoopte ze nog steeds zich voor een keizerlijk hof te kunnen verdedigen.
Ze richtte ook diverse smeekbrieven aan Oranje. De ondertekeningen wisselden van‘Euer ungluckselige’ via ‘Euer Liebe zu unrecht gefangen’ tot
‘bedrubde hausfrau’. Voor Oranje had ze echter afgedaan, hij heeft nooit geantwoord.
In 1575 vatte Willem van Oranje het plan op om opnieuw te trouwen: via
Charlotte de Bourbon hoopte hij Franse politieke steun te verwerven. Hij kreeg vijf hoogleraren van de nieuwe Leidse universiteit zover zijn huwelijk met Anna ongeldig te verklaren – een juridisch nogal dubieuze manoeuvre, die Anna’s familieleden schandelijk vonden. Ze dreigden de hele zaak publiek te maken, en ook een boekje open te doen over de lichtzinnigheden van de prins, maar al snel bleek dat hun primaire bedoeling was om Anna’s bruidsschat terug te
claimen. Er volgde bovendien een weinig verheffend steekspel tussen de Nassaus en Anna’s verwanten over haar toekomst. Berichten over haar toestand werden steeds zorgelijker. Uiteindelijk werd ze in het geheim overgebracht naar Dresden, waar ze werd opgesloten in een vertrek met dichtgemetselde ramen – eten kwam door een luikje. Geestelijk en lichamelijk takelde ze snel verder af. Waaraan ze ten slotte precies stierf, 33 jaar oud, is niet met zekerheid te zeggen, maar verwaarlozing speelde daarbij ongetwijfeld een rol. Ze was in de laatste jaren van haar leven totaal in de war geraakt.
Anna van Saksen ligt begraven in Meissen.
Auteur: Judith Pollmann
http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/AnnavanSakse n
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud en structuur van het archief
Bereik en inhoud
BEREIK EN INHOUD
Dochter van keurvorst Maurits van Saksen (1521-1553) en zijn vrouw Agnes van Hessen (1527-1555). Anna trouwde met Willem I op 24 augustus 1561 in Leipzig.
Dit archief bevat testamentaire stukken, correspondentie en stukken over de gevangenschap van Jan Rubens, waaronder correspondentie met Jan Rubens en zijn echtgenote Maria Pijpelinckx.
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
A11b-1 Stukken betreffende de nalatenschap van Anna van Saksen
1577-1579 1 omslag
A11b-2 Correspondentie betreffende geldelijke regelingen voor Christina van Dietz
1586-1602 1 charter, 2 omslagen en 1 band
A11b-3-13 Correspondentie
1561-1582 2 omslagen en 9 banden
A11b-3-7 Brieven aan en van Anna van Saksen 1561-1571 2 omslagen en 3 banden
A11b-3 1561-1571; Brieven aan Anna van Saksen, 1 omslag
A11b-3-01 Van Sabina van de Palts 10 oktober 1561, 1 stuk
NB Uit Brussel.
A11b-3-02 Van Filips van Hessen 11 januari 1562, 1 stuk
NB Uit Zapffenburg.
A11b-3-03 Van Elisabeth Bocksin-Pfluger en Barbara Pfluger 30 september 1562, 1 stuk
A11b-3-04 Van Willem van Hessen 13 januari 1563, 1 stuk
NB Uit Marburg.
A11b-3-05 Van H. van Brederode 16 augustus 1566, 1 stuk
NB Uit Kleve.
A11b-3-06 Van Willem van Oranje 4 mei 1568, 1 stuk
NB Uit Werl.
Voor het digitale exemplaar en een nadere beschrijving zie de website van het Huygens ING:
http://resources.huygens.knaw.nl/wvo /app/brief?nr=3871
A11b-3-07 Van keurvorst August van Saksen 5 juni 1571, 1 stuk
A11b-4 1561-1565; Brieven van Anna van Saksen, 1 omslag
A11b-4-01 overgebracht Aan Jan de Oude z.d., 1 stuk
NB Overgebracht naar het archief van Jan de Oude: A03a-895-I.
A11b-4-02 Aan Sabine van de Palts 14 oktober 1561, 1 stuk
NB Uit Breda.
A11b-4-03 Aan onbekend 1561, 1 stuk
NB Uit Breda. Gedateerd 'Samsttag nach dem heilig Christtag'.
A11b-4-04 Aan Filips van Hessen februari 1562, 1 stuk
NB Uit Breda.
A11b-4-05 Aan Filips van Hessen 1565, 1 stuk
NB Uit Brussel.
A11b-4-06 Aan de keurvorstin van Saksen z.d., 1 stuk
A11b-5 1569-1575, 1 band A11b-6 1571-1572, 1 band A11b-7 1571-1573, 1 band
A11b-8-9 Correspondentie over Anna van Saksen 1567-1576 2 banden
A11b-8 Stukken betreffende het onderhoud van Anna van Saksen
1571-1576, 1 band
A11b-9 Brieven betreffende Anna van Saksen 1567-1575, 1 band
A11b-10-11 Stukken betreffende Anna van Saksen te Beilstein 1572 en 1575 2 banden
A11b-10 Protocol van de handelingen met Anna van Saksen te Beilstein
1572, 1 band
A11b-11 Stukken betreffende Anna van Saksen te Beilstein en haar vertrek daarvandaan
1575, 1 band
A11b-12-13 Brieven van Maria Pijpelinckx, haar ouders en haar echtgenoot Jan Rubens
1571-1582 2 banden
A11b-12 Brieven van Maria Pijpelinckx, echtgenote van Jan Rubens
1571-1573, 1 band
NB De band bevat de volgende brieven:
- aan Willem van Oranje, 18 maart 1571, 9 januari 1572 en twee ongedateerde brieven;
- aan Jan graaf van Nassau, 18 en 24 maart 1571, 1, 24 en 29 april 1571, 24 mei 1571, 25 juli 1571, 20 augustus 1571, 14 september 1571, 8 januari 1572, 3 maart 1572, 14 en 23 april 1573, 7 mei 1573 en drie ongedateerde brieven;
- aan Juliana van Stolberg, 24 en 28 april 1571;
- aan Anna van Saksen, 14-16 maart 1571, 1 april 1571;
- aan haar echtgenoot Jan Rubens, 1 april 1571 en 11 juni 1571.
A11b-12-01 Troostbrief van Maria Pijpelinckx aan haar echtgenoot Jan Rubens
1 april 1571, 1 stuk
ANNA van SAKSEN (geb. Dresden 23- 12-1544 – gest. Dresden 18-12- 1577), door haar huwelijk prinses van Oranje. Dochter van Maurits van
Saksen (1521-1553) en Agnes van Hessen (1527-1555). Anna van Saksen trouwde op 24-8-1561 in Leipzig met Willem van Oranje (1533- 1584). Uit dit huwelijk werden 2 zoons en 3 dochters geboren, waarvan 1 zoon en 2 dochters de volwassen leeftijd bereikten. Uit een buitenechtelijke relatie met Jan Rubens (1530-1587), jurist, werd 1 dochter geboren.
Anna van Saksen groeide als enig kind op aan het hof van de Saksische keurvorsten te Dresden. Na de dood van haar ouders kwam ze onder voogdij van haar grootvader Philip van Hessen en haar oom August, die haar vader als keurvorst was
opgevolgd. Ze werd luthers
opgevoed en volgens haar voogden was ze op haar vijftiende een
‘frommes fraülein’ dat vooral goed kon handwerken. Ze was echter ook de rijkste erfdochter uit het Duitse keizerrijk – met een fabelachtige bruidsschat van honderdduizend thaler. Nadat
huwelijksonderhandelingen met de Zweedse vorst Gustaaf Vasa waren stukgelopen, diende zich een nieuwe kandidaat aan: Willem van Nassau, prins van Oranje, sinds 1558
weduwnaar van Anna van Egmond.
Anna van Saksen werd al bij hun eerste ontmoeting in 1560
smoorverliefd op de elf jaar oudere Willem, maar de onderhandelingen zouden nog anderhalf jaar duren. Er kleefden verschillende bezwaren aan Oranje – zo was hij weliswaar uit een luthers geslacht geboren, maar leefde hij in de Nederlanden als katholiek hoveling. Daarnaast waren er financiële bedenkingen. Ook aan het Brusselse hof plaatste men vraagtekens bij het huwelijk.
Landsheer Filips II, de landvoogdes Margaretha van Parma en hun adviseurs vreesden dat Oranje zijn kinderen luthers zou opvoeden. Het vergde nogal wat gehuichel om te zorgen dat deze kwesties rond het geloof werden opgelost.
Toen alles was geregeld, werd de bruiloft groots en dagenlang gevierd.
Willem beloofde Anna een
kennismaking met het hoofse leven;
hij zou haar de ridderroman Amadis
de Gaule laten lezen, en de modieuze
‘gaillarde’ leren dansen. Al na een paar jaar bleek er echter onmin te zijn tussen man en vrouw. Anna zou te veel geld uitgeven en zelf klaagde ze dat haar zwager Lodewijk van Nassau ‘stookte’. Misschien was ze ook jaloers: later memoreerde zowel zij als Oranje het incident rond ‘de vrouw met de witte rok’, dat zich al tijdens hun bruidsdagen had voorgedaan. De conflicten waren ernstig genoeg om aandacht op te eisen van haar familieleden, die enkele malen vermanend optraden.
Een slecht huwelijk
Uit het huwelijk van Anna van Saksen met Willem van Oranje werden twee zoons en drie dochters geboren.
Dochter Anna, geboren op 31 oktober 1562, stierf kort na de geboorte, en zoon Maurits August Filips (1564- 1566) stierf na een kleine anderhalf jaar. De andere drie kinderen bleven wel in leven: een tweede dochter Anna (1563-1588), de latere
stadhouder Maurits (1567-1625), en Emilia (1569-1629).
Historici hebben nogal eens beweerd dat Anna van Saksen al meteen na haar huwelijk geestelijk instabiel bleek, maar dat lijkt wijsheid achteraf. Zeker, Oranje vond haar lastig en veeleisend. Anna bleek zich niet goed te kunnen schikken in haar rol. Dat was misschien al naar voren gekomen in haar verliefdheid op Oranje – die de hele huwelijkskwestie zakelijk had behandeld, en haar verliefde brieven door zijn broer had laten beantwoorden. Anna wilde aandacht, en respect voor haar positie, en ze liet dat luidruchtig blijken. Haar pleegmoeder, Anna van Denemarken, had al eens opgemerkt dat ze een koppig meisje was.
De verhouding tussen Anna van Saksen en Willem van Oranje
verslechterde nadat zij in april 1567 vanwege de komst van de hertog van Alva naar de Dillenburg waren
vertrokken. Willems Nederlandse bezittingen werden door Alva
geconfisqueerd, en het berooide paar was nu geheel van familie
afhankelijk. In 1568 besloot Willem de wapens op te nemen tegen Alva – het familiekapitaal van de Nassaus
werd in dit avontuur geïnvesteerd.
Omdat Willem voortdurend van huis was om steun te verwerven voor zijn plannen om de Nederlanden binnen te vallen, was Anna aan zijn familie in Dillenburg overgeleverd. Ze baarde er een zoon, Maurits (1567-1625), wiens doop nog met veel festiviteiten gepaard ging. Daarna werd ze steeds ontevredener met het leven onder toeziend oog van Juliana van Stolberg, de matriarch van de Nassaus, en de talloze verwanten.
In oktober 1568 besloot Anna op eigen houtje naar Keulen te
vertrekken, met een eigen gevolg en slechts 150 thaler. Ze maakte al snel schulden en verzocht de Nassaus om meer geld. Toen die daar niet op ingingen, verpandde ze haar juwelen.
Anna meende recht te hebben op eigen inkomsten, en terecht, want ze had veel geld meegebracht in het huwelijk. Ze kon niet accepteren dat dit opging aan de politieke avonturen van haar man. In Keulen begon ze dan ook aan een langdurige campagne om iets van haar
bruidsschat te redden. Als garantie voor de bruidsschat had Oranje een aantal bezittingen toegezegd die als
‘weduwengoed’ zouden gaan dienen, en waaruit Anna inkomsten genoot.
Deze waren nu echter allemaal in Habsburgse handen. Anna probeerde eerst alternatieve bronnen van inkomsten bij de Nassaus los te krijgen. Toen dat niet lukte, bedacht ze een nieuwe oplossing: haar familieleden moesten koning Filips II ervan overtuigen dat zij zich feitelijk in de positie van een ‘weduwe’
bevond en haar bezittingen in de Nederlanden vrijgeven. Haar familie steunde het plan, maar het leidde niet tot resultaten. Ondertussen liepen de schulden op. De Nassaus en keurvorst August waren het erover eens dat haar maar één ding te doen stond: terug naar de Dillenburg. Dat weigerde ze echter categorisch.
Willem probeerde haar over te halen om naar veiliger plaatsen dan Keulen te reizen, maar ze voelde daar weinig voor. In de zomer van 1570 leek er een oplossing te zijn gevonden; er kwam financiële steun voor het berooide paar, en een afspraak over
een nieuwe woonplaats, Erfurt. Anna bleef echter tussen Siegen en Keulen heen en weer pendelen.
Inmiddels had Anna van Saksen ook een andere reden om niet naar Erfurt te komen. Ze was verliefd geworden op haar juridisch adviseur, Jan Rubens uit Antwerpen. ‘Pas op dat het bed niet inzakt’ had ze nog gezegd, de eerste keer dat ze, samen op zakenreis, in elkaars armen waren beland. De geliefden bleken niet voorzichtig genoeg. In maart 1571 werd Rubens door dienaren van de Nassaus gearresteerd. Hij bekende de verhouding en werd gevangen gezet. Anna gaf haar schuld niet zomaar toe. Ze beweerde dat Rubens’ bekentenissen door
marteling verkregen waren, en wilde naar een rijksstad om daar haar onschuld bij een keizerlijk hof te bepleiten. Maar ze bleek ook
zwanger, en van Oranje kon het kind niet zijn. In augustus 1571 baarde ze een dochtertje dat Christine (1571- 1637) werd gedoopt en als Christine von Dietz door het leven zou gaan.
In theorie hadden Anna van Saksen en haar minnaar de doodstraf verdiend, maar Oranje hoopte nog steeds op politieke steun van Anna’s machtige familieleden en wilde daarom de breuk geheim houden.
Anderhalf jaar wachtte Anna in spanning op wat haar lot zou zijn.
Haar geestelijke toestand ging nu snel achteruit. Ze dronk te veel, maakte ruzie met haar bedienden, en leed aan stemmingswisselingen. In december 1572 werd haar ten slotte meegedeeld dat ze zou moeten verhuizen naar het Nassause slot Beilstein, waar ze huisarrest zou krijgen. Haar Siegense
dienstpersoneel had zo genoeg van haar dat het weigerde mee te gaan.
Anna kreeg in Beilstein slechts vrome boeken te lezen, en haar enige afleiding bestond uit de bezoeken van een lutherse predikant. Ze klaagde over het slechte eten, haar isolement en de behandeling die haar ten deel viel. Naar eigen zeggen maakte Godfried van Nassau haar voor ‘hoer’ uit. Hij had haar verzekerd dat de keurvorst van Saksen niets voor haar zou doen.
Toch hoopte ze nog steeds zich voor een keizerlijk hof te kunnen
verdedigen. Ze richtte ook diverse smeekbrieven aan Oranje. De
ondertekeningen wisselden van‘Euer ungluckselige’ via ‘Euer Liebe zu unrecht gefangen’ tot ‘bedrubde hausfrau’. Voor Oranje had ze echter afgedaan, hij heeft nooit geantwoord.
In 1575 vatte Willem van Oranje het plan op om opnieuw te trouwen: via Charlotte de Bourbon hoopte hij Franse politieke steun te verwerven.
Hij kreeg vijf hoogleraren van de nieuwe Leidse universiteit zover zijn huwelijk met Anna ongeldig te verklaren – een juridisch nogal dubieuze manoeuvre, die Anna’s familieleden schandelijk vonden. Ze dreigden de hele zaak publiek te maken, en ook een boekje open te doen over de lichtzinnigheden van de prins, maar al snel bleek dat hun primaire bedoeling was om Anna’s bruidsschat terug te claimen. Er volgde bovendien een weinig verheffend steekspel tussen de Nassaus en Anna’s verwanten over haar toekomst. Berichten over haar toestand werden steeds zorgelijker.
Uiteindelijk werd ze in het geheim overgebracht naar Dresden, waar ze werd opgesloten in een vertrek met dichtgemetselde ramen – eten kwam door een luikje. Geestelijk en
lichamelijk takelde ze snel verder af.
Waaraan ze ten slotte precies stierf, 33 jaar oud, is niet met zekerheid te zeggen, maar verwaarlozing speelde daarbij ongetwijfeld een rol. Ze was in de laatste jaren van haar leven totaal in de war geraakt. Anna van Saksen ligt begraven in Meissen.
Auteur: Judith Pollmann
http://resources.huygens.knaw.nl/vro uwenlexicon/lemmata/data/AnnavanS aksen
Gehuwd met Jan Rubens
A11b-13 Brieven van Jan Rubens, van zijn echtgenote Maria Pijpelinckx en een brief van zijn schoonouders Hendrik Pijpelinckx en Clara Pijpelinckx
circa 1571-1582, 1 band
Bijlagen
Bijlagen
Biografie Anna van Saksen (1544-1577) - Vrouwenlexicon
De correspondentie tussen Willem van Oranje en Anna van Saksen en haar verwanten