• No results found

Alle grote daken in Haarlemmermeer bedekken met zonnepanelen. Rabobank Regio Schiphol. najaar 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Alle grote daken in Haarlemmermeer bedekken met zonnepanelen. Rabobank Regio Schiphol. najaar 2020"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Alle grote daken in Haarlemmermeer bedekken met zonnepanelen

Rabobank Regio Schiphol

w w w .ra b oe nc o.n l

najaar 2020

(2)

In 2014 richtte Andrea van de Graaf in opdracht van gemeente Haarlemmermeer Tegenstroom op.

Als rechtgeaarde dochter van een bankdirecteur van de Rabobank deed zij dat op basis van de coöpera­

tieve beginselen. Duurzame energie ‘voor en door mensen in Haarlemmermeer’, dat was het idee.

De voornaamste bron: de zon.

Garantie van oorsprong

Een aantal ondernemers was onmiddellijk enthousiast en liet de daken van hun bedrijfsgebouwen bedekken met zonnepanelen. Zo kunnen inwoners nu lokaal groene stroom van Jos Koeckhoven (opslag & ver­

huur bedrijf in Hoofddorp), Hein van Elderen (agrarisch bedrijf in Zwanenburg) of StukArt (hoveniersbedrijf in Nieuw­Vennep) afnemen. Of heb je een zwakke plek voor Rijsenhout? Dan kan Stan Verheijen met zijn zonneweide iets voor je betekenen. Over duurzame verbinding gesproken! ‘Deze energiestromen worden door de netwerkbeheerder echt zo gelabelled volgens een garantie van oorsprong’, verzekert Andrea.

Zelf is Andrea ook een aanstekelijke energiebron.

In samenwerking met woningcorporatie Ymere heeft zij in het verleden 1.100 huurders aan zonnepanelen geholpen. En in Rijsenhout is met 35 bewoners een buurtbatterij gerealiseerd, waardoor zelf opgewekte energie opgeslagen kan worden voor (later) gebruik.

Een goed gevoel

Over de toekomst van Tegenstroom is Andrea duidelijk. Alle grote daken in Haarlemmermeer moeten vol gelegd worden met zonnepanelen!

De bal is gaan rollen: zes nieuwe ondernemers hebben zich weer gemeld bij Tegenstroom.

‘Daarnaast mikken we op duizend nieuwe klanten de komende jaren. Dat is al moeilijk zat, want we hebben niet de marketingbudgetten van de grote energieleveranciers. Wat wij aanbieden is een realistische prijs en een goed gevoel.’

Andrea (ook lid van de ledenraad van Rabobank Regio Schiphol) is overtuigd dat het energielandschap ingrijpend zal veranderen. Zon en wind zijn onuitput­

telijke energiebronnen, de kunst wordt om de energie op te slaan. ‘Door slimme koppelingen te maken tussen apparaten, accu’s en batterijen gaat ons dat lukken. Over pakweg twintig jaar is alle energie gratis.’

Andrea van de Graaf

‘We willen duizend klanten erbij.’

Energie van eigen

bodem

Wil je stroom van Jos. Of van Hein of van Stan?

Als je je aansluit bij Tegenstroom, dan heeft jouw energieleverancier echt een gezicht. Bovendien weet je zeker dat de energie duurzaam wordt opgewekt in Haarlemmermeer.

TEKST: BEREND BERLIJN BEELD: SVEN VAN DER VLUGT

Rabo &Co

(3)

Rabo &Co is een uitgave van de lokale banken van Rabobank Groepsorganisatie en wordt kosteloos verspreid onder leden en relaties van de bank en op verschillende openbare gelegenheden. Rabo &Co wordt gedrukt op duurzaam gerecycled papier en verschijnt in 87 verschillende lokale edities. Het magazine geeft een inkijk in wat er speelt in de lokale en regionale gemeenschappen en op welke manier de Rabobank hier vanuit haar missie Growing a better world together bij betrokken is. Het magazine verschijnt drie keer per jaar. Concept en realisatie: Coöperatieve Rabobank U.A., Altavia Sumis, MPG, Pop Up Press. Mailadres redactie: communicatie.regioschiphol@rabobank.nl.

Lithografie en drukwerkcoördinatie: Altavia Sumis.

Rabo &Co is een uitgave van Rabobank. Niets uit deze Rabo &Co mag worden overgenomen, opgeslagen, en/of verspreid op welke wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van Rabobank. De Rabobank, Altavia Sumis en andere informatieleveranciers zijn niet aansprakelijk voor schade van welke aard ook als gevolg van onjuistheden in deze uitgave of in verband met het gebruik van deze uitgave.

4

Lekker bezig

Akkerbouwers Jan en Ben Ham oogsten succes met hun landwinkel bij Nieuw Vennep.

6

Koop lokaal

Een globaal voedselsysteem maakt ons kwetsbaar. Betekent corona de doorbraak van de korte keten?

8

Interview

Het initiatief Boeren voor Buren brengt boeren met overschotten en mensen met weinig geld samen.

12

Familiebanden

Door corona konden veel groot­

ouders hun kleinkinderen niet bezoeken. Hoe loste een hechte familie dat op?

15

Kansrijk project

De Beuk erin en eruit. Vastgoedex­

pert Laurens Schenk over de trans­

formatie van de Beukenhorsten.

16

Coöperatief

Deze tijd leert ons dat we afhankelijk zijn van elkaar. Dat vergt een coöperatieve houding.

18

Rabo ClubSupport

Verenigingen bieden een waardevol netwerk. En soms helpen ze bij het realiseren van een droom.

20

Ik werk mee

Jochem (9) hielp mee op de boerderij toen hij door corona niet naar school kon.

21

Kort nieuws

Lang leve het Coöperatiefonds.

Rabobank Regio Schiphol helpt ou­

deren, dieren en sportliefhebbers.

22

Voorloper

Pampus moet volledig zelfvoor­

zienend worden en een uithangbord worden voor de verduurzaming van erfgoed.

24

Ik blik terug

Jan van Holstein (1932) klom op van jongste bediende tot directeur Rabobank Hengelo.

26

Vrienden van het Spaarne Hoe zorg je voor comfort in het ziekenhuis? Schakel je vrienden in!

28

Hier & Daar

Videobedrijf No More Boundaries zag nieuwe kansen in coronacrisis .

32

Doe mee

Loop de vrijheidswandeling of volg het webinar ‘Duurzaam Wonen’.

33

De Vrijwilliger

Louise en Lucienne doen goed werk binnen de Voedselbank Haar­

lemmermeer.

35

Korting

Ledenaanbiedingen in de buurt.

36

Huisje-Boompje-Beestje Thuiswerken met twee volle agen­

da’s en een peuter in coronatijd.

Hoe maak je het?

38

Egels hebben het moeilijk in de winter. Bouw een hotel voor deze beestjes.

De Kwestie

40

Ligt de toekomst van ons voedsel in hoogproductieve landbouw of juist in natuurinclusieve, agro­

ecologische technieken?

Kunst

42

Kunstenaar Alicia Framis vertelt over het levende sculptuur dat ze in 1997 op de Dam maakte.

Duurzaam ondernemen

43

Hugo en Ilja van Luling van MEER Vastgoed slaan alles tot puin.

3

inhoudsopgave

(4)

TEKST: BEREND BERLIJN BEELD: SVEN VAN DER VLUGT

Laat het maar aan Jan en Ben Ham over om creatief in te springen op de coronacrisis. Traditionele akkerbouwers

zijn de broers al lang niet meer.

Hun laatste wapenfeit: een landwinkel, waar zij producten van eigen

bodem verkopen.

VA N GR ON D NA AR MO ND

4 Rabo &Co

(5)

We zijn nu aan het experimenteren met het inmaken van groente en fruit

Wat doe je als je akkerbouwbedrijf in stedelijk gebied ligt en niet verder kan uitbreiden? Je gaat zoeken naar andere manieren om een verbinding met consumenten te maken. Vader Joop bestierde nog een gemengd bedrijf, maar na diens overlijden ruimden de paarden en het melkvee het veld en concentreerde echtgenote Marianne zich op de akkerbouw (vooral de aardappelteelt). Ondernemend als zij zijn, hebben Jan en Ben Ham daarna een bredere basis onder het familiebedrijf onder de rook van Nieuw Vennep gelegd. Er is een zorgboerderij gekomen, je kunt je caravan of boot stallen in een van de loodsen, er zijn educatieve rondleidingen voor scholen (van aardappel tot patat) en bedrijven hebben de mogelijkheid een boodschap in te laten zaaien in de gewassen (fieldmedia). Al langer speelden de broers met de gedachte om een zelfoogsttuin te starten. Zij zagen dat de publieke belangstelling voor lokaal geproduceerd voedsel groeide. Voordat dit goed en wel van de grond was gekomen, drong covid-19 Nederland binnen.

‘Toen hebben we snel geschakeld’, vertelt Jan. ‘We hebben een drive-through opgezet waarbij mensen in hun auto het erf op konden rijden langs een marktkraam. Wij legden hun bestellingen in de kofferbak en vervolgens werd er contactloos afgerekend. Totaal coronaproof.’ Niet alleen kon men zo aan aardappelen komen, de broers Ham verbouwen tegenwoordig vrijwel alle Hollandse groenten. Jan: ‘Bovendien hebben we hier 250 kippen rondscharrelen. Hun verzorging is onderdeel van de dagbesteding op de zorgboerderij, maar zij leveren natuurlijk ook dagelijks verse eieren.’ De drive- through was een schot in de roos. Jan: ‘Met name dankzij de zorgboerderij hebben we in de regio een bepaalde bekendheid en achterban opgebouwd.

Dan heb je maar een vonkje nodig om een vuur te laten starten. Eerst was er nog het gevoel dat mensen ons een hart onder de riem wilden steken.

Door de lockdown stokte ook onze aardappelafzet, nog steeds een belangrijke pijler onder het bedrijf. Maar al gauw merk je dat mensen in een tijd waarin alles onzeker is, ook zelf graag kiezen voor voedselproducten die direct van het land afkomstig zijn.’

Rustmoment

De drive-through is na de versoepeling van de coronamaatregelen een permanente landwinkel geworden. Ook de zelfoogsttuin is er gekomen.

‘Die groeit als kool’, constateert Jan tevreden. ‘Gezinnen vinden het leuk om hun kinderen te laten ervaren, waar dat spul op hun bordje vandaan komt.

Je volgt bij het zelf telen het natuurlijke groeipatroon van gewassen, waardoor zij smaakvoller zijn. En een bezoek aan de tuin is ook een rust- moment; je kunt even over land wandelen.’ Natuurlijk is niet alles wat Jan en Ben Ham aanpakken een succes. Ondernemen gaat altijd met vallen en opstaan. Een paar jaar geleden wilden ze met hun - gesorteerde en gewassen - aardappelen de wereld veroveren. ‘Maar we kregen geen gezonde basis onder de export. Het bleek een te ondoorzichtige markt.’

Daarom houden ze het nu dichter bij huis. Jan wil graag ook in de winter een goed en stabiel aanbod houden in de winkel. Dat betekent dat hij nu aan het experimenteren is met het inmaken van groente en fruit. ‘Volgend seizoen kunnen we dan kijken naar uitbreiding van het assortiment of naar mogelijkheden om online te bestellen en te bezorgen’, filosofeert hij hardop.

Maar de grote droom gaat verder dan dat. Jan en Ben Ham zijn gegrepen door de duurzame wind die door de landbouw waait. ‘Wat ik mooi zou vinden is om eiwitrijke diervoeders, zoals bepaalde bonensoorten, te gaan telen, maar dan wel met mest die rechtstreeks van een lokale veehouderij afkomstig is.

Als je dat goed regelt, kun je een duurzame kringloop creëren waarmee je de totale afzet van mineralen en CO2-uitstoot vermindert. Daar word ik super enthousiast van. Maar zo zit ik in elkaar. Ik heb een grote drive en stuiter alle kanten op. Gelukkig is mijn broer meer van de regelmaat en het afmaken.’

Veelzijdig akkerbouwbedrijf in Haarlemmermeer

koop lokaal 5

(6)

De voedselsector kan veel meer doen om consumenten te helpen om meer lokaal te kopen

6 Rabo &Co

(7)

TEKST: REDACTIE RABO &CO BEELD: BAS LOSEKOOT

De coronacrisis heeft de aandacht voor lokaal geproduceerd voedsel ver- groot. Er mogen zich in Nederland dan wel geen echte voedselproblemen hebben voorgedaan, het virus liet wel zien dat het volledig vertrouwen op een globaal voedselsysteem ons kwetsbaar maakt als grenzen plots worden gesloten. De vraag is of we voortaan niet veel beter al ons voedsel lokaal kunnen gaan produceren? En moeten we nog wel zoveel willen produceren voor de export?

‘Soms wordt export tegenover alles-moet-lokaal gezet, maar we moeten vooral op zoek naar een betere balans’, zegt Joris Lohman, oprichter van FoodHub. Met zijn bedrijf is Lohman op zoek naar nieuwe, duurzamere verbindingen in het gepolariseerde landbouwdebat. ‘Lokale consumptie en im- en export kunnen, én moeten, naast elkaar bestaan. Als er één wegvalt door welke oorzaak dan ook, dan vangt het andere dat op.’ Om beide systemen meer met elkaar in balans te brengen, moeten we meer lokaal gaan consumeren, zegt Lohman. ‘Op dit moment is vooral de korte keten in Nederland onderontwikkeld.’

Geen doel, maar middel

Kortere voedselketens moeten nooit een doel op zich worden, zegt directeur Food & Agri Nederland Carin van Huet van Rabobank. ‘Korte ketens kunnen wel een goed middel zijn om andere doelen te realiseren.’ Bij het verpakken, vervoeren en verhandelen van voedsel is een groot aantal bedrijven betrok- ken die allemaal iets willen verdienen. Van Huet: ‘In een keten met minder schakels kunnen we een betere opbrengst voor de boer realiseren.’

Het inkorten van de voedselketen zal de ervaren afstand tussen de stad en het platteland bovendien verkleinen. Als consumenten weer weten waar hun voedsel vandaan komt, hebben ze mogelijk ook meer begrip voor de mensen die hun voedsel produceren. ‘Als samenleving stellen we heel veel eisen aan boeren, bijvoorbeeld qua duurzaamheid’, zegt Van Huet. ‘Maar we moeten dan ook wel samen bereid zijn om hiervoor te betalen, je kunt de rekening niet eenzijdig bij de boeren neerleggen.’

Eten met de seizoenen

Consumenten zullen hun eetpatroon wel moeten aanpassen, als we meer lokaal willen eten. Asperges behoren tot de laatste producten waarvan de meeste stedelingen nog weten wanneer ze groeien. De meeste andere gewassen liggen het hele jaar door in de schappen. Sperziebonen bijvoor- beeld, die alleen ’s zomers uit eigen bodem voorhanden zijn. De rest van het jaar worden ze ingevlogen uit landen als Kenia.

‘In de drukte van alledag is het lastig om de aandacht van de consument te vragen voor lokaal en seizoensgebonden voedsel’, zegt lector Voedsel en Gezond Leven Sigrid Wertheim-Heck van de Aeres Hogeschool in Almere.

De voedselsector zou veel meer kunnen doen om de consument te helpen.

‘Supermarkten kunnen bijvoorbeeld een schap inrichten met uitsluitend regionale seizoensgroenten.’ De consument wil dit ook, denkt Wertheim:

‘We zien in de bierwereld dat seizoensgerelateerde producten het heel goed doen. Denk bijvoorbeeld aan Herfstbock.’

Balans

Conclusie? Het is goed om onze boeren te steunen door meer lokaal te ko- pen, maar we moeten onze mondiale ketens evengoed koesteren. Lohman:

‘Je moet voedsel verbouwen op de plek die zich hier het beste voor leent.

Koffie, thee en bananen blijven we importeren.’ Van Huet: ‘85 procent van onze export blijft binnen Noordwest-Europa. Op wereldschaal is dit eigenlijk gewoon regionale afzet.’

Verbouw voedsel vooral op de plek waar dit het beste groeit

koop lokaal 7

(8)

8 Rabo &Co

(9)

Tijdens de coronacrisis kampten veel boeren met een productieoverschot. Een

miljard kilo aardappelen lag in schuren te beschimmelen. Tegelijkertijd zijn er ook Nederlanders met onvoldoende geld om de hele week vers eten te kopen. Het initiatief Boeren voor Buren brengt deze werelden samen. ‘Toen iedereen die ik belde zei dat het goed met hen ging, wist

ik dat ik de verkeerde vraag stelde.’

BO ER EN VO OR BU RE N

TEKST: MARLIE VAN ZOGGEL BEELD: FRANK RUITER

9

interview

(10)

H

Eric Traa, Abdelhamid

Wie

Idrissi en Ruben Nieuwenhuis Oprichters ‘Boeren

Wat

voor Buren’

Metropoolregio

Waar

Amsterdam

Waarom

‘Boeren voor Buren’

creëert korte voedselketens tussen boeren en

mensen met een kleine portemonnee.

Rabobank Amsterdam is mede-

initiatiefnemer.

Boeren voor Buren geeft boeren een

beter verdienmodel en bestrijdt armoede in de stad

et verhaal van Boeren voor Buren is eigenlijk begonnen bij Samuel Levie, zegt Eric Traa, directeur Marktteams bij Rabobank Amsterdam, als hij samen met mede-initia- tiefnemers Abdelhamid Idrissi en Ruben Nieuwenhuis aanschuift voor een (digitaal) interview.

Levie, chef-kok en worstenmaker uit Amsterdam, besloot aan het begin van de coronacrisis voedselpak- ketten te verkopen om zo zijn bedrijf te redden. Een actie die het startsein zou blijken voor de landelijke Support Your Locals-beweging. ‘Vanuit Rabobank Amsterdam besloten we zevenhonderd pakketten te kopen en te doneren aan verschillende organisaties die gezinnen met een smalle beurs ondersteunen’, zegt Traa. ‘Zo kwam ik bij Abdelhamid terecht.’

Abdelhamid Idrissi is de oprichter van Stichting Stu- diezalen, een plek waar kinderen uit kwetsbare gezin- nen terecht kunnen voor gratis huiswerkbegeleiding.

‘Direct na de eerste persconferentie van Rutte wist ik dat veel gezinnen die ik via Studiezalen kende, het moeilijk gingen krijgen’, zegt hij. Nog voordat Traa hem benaderde, belde hij alle ze- venhonderd betrokken gezinnen. Idrissi: ‘Ik kreeg overal hetzelfde antwoord: dat het goed ging en mensen zich geen zorgen maakten.’

Idrissi besefte dat hij de verkeerde vraag stelde.

‘Veel mensen zijn bang om hulp te vragen en bij veel eerste- en tweedegeneratie-inwoners heerst een angstcultuur.’

Bij de gesprekken die volgden, paste hij zijn vraag aan: ‘Kennen jullie misschien mensen die hulp nodig hebben?’ Dat hielp. Idrissi: ‘Toen Eric een paar dagen later belde of we honderd voedsel- pakketten wilden verspreiden onder behoeftige gezinnen, hadden we deze families binnen een half uur in beeld.’

Aardappelen

Idrissi was blij met de pakketten, maar besefte ook dat het maar een tijdelijke oplossing was.

‘Als kinderen de hele dag thuiszitten, eten en drinken ze meer’, legt hij uit. ‘Voor gezinnen waar elke euro telt, is dat een probleem. Ik hoorde schrijnende verhalen van mensen die nog voor drie dagen voedsel hadden, maar daarna in de problemen kwamen. Of gezinnen die geen luiers of babyvoeding meer konden betalen. Het ging om ongedocumenteerde migranten, maar ook om alleenstaande ouders en mensen die hun werk verloren en opeens hele dagen thuis kwamen te zitten.’

Ook Traa werd geraakt door de verhalen die hij hoorde toen de voedselpakketten werden uitgedeeld. Helemaal toen hij diezelfde dag van collega’s hoorde dat boeren een overschot heb- ben van een miljard kilo aardappelen, waarvan een deel afkomstig is uit de Metropoolregio Am- sterdam. ‘Dat is zó scheef’, zegt Traa. ‘Daar moest ik iets mee.’ Hij besloot de telefoon te pakken en Idrissi en Nieuwenhuis te bellen. Met behulp van vrienden en collega’s lukte het om binnen

10 Rabo &Co

(11)

Voor de kinderen regelde hij een uitstapje naar de boerderij

drie dagen vijfduizend kilo aardappelen van het erf van een boer in Flevoland naar Amsterdam Nieuw-West te brengen.

Ruben Nieuwenhuis is sociaal ondernemer, lid van de Amsterdam Economic Board en zit net als Idrissi in de ledenraad van Rabobank Amsterdam.

Terwijl Traa het contact met de boeren onder- hield en Idrissi zich op de afnemers concentreer- de, bouwde Nieuwenhuis achter de schermen aan het merk Boeren voor Buren, want, zo wist hij, wie afhankelijk is van donaties, moet zorgen dat zijn verhaal goed op papier staat. Bovendien had het drietal al na de eerste levering besloten dat ze de gerealiseerde korte voedselketen tussen de boer en de kwetsbare gezinnen ook post-corona in stand wilden houden. ‘En daarvoor moesten we een duurzaam en rendabel plan hebben’, aldus Nieuwenhuis.

Kleine portemonnee

Dat plan kwam er. Na vijf leveringen op basis van donaties kunnen stadspashouders in Amsterdam nu tegen betaling van (ongeveer) een tientje een pakket ophalen van tien tot veertien kilo verse producten. ‘Met de stadspas kunnen mensen met

een kleine portemonnee korting krijgen op sport- en culturele activiteiten en nu dus ook op eten’, zegt Nieuwenhuis. ‘In ruil daarvoor vragen we de hulp van deze groep om het hele proces – van boer tot klant – te optimaliseren.’

‘In het eerste voedselpakket zaten bijvoorbeeld veel luxeproducten’, vult Traa aan. ‘Chocola, pasta.

Mooie producten, maar het paste niet echt bij de doelgroep. Met de feedback van stadspas- houders zoeken we naar de juiste producten en hoeveelheden, maar we kijken ook naar logistiek en verspreiding.’

Juist doordat er nu betaald wordt voor het eten ziet Traa een groot verschil met eerder. ‘De schaamte is weg. Mensen komen met opgeheven hoofd binnen.’ Idrissi: ‘Veel mensen willen graag gezond en vers eten, maar hebben daar niet de portemonnee voor. Dat maken we nu mogelijk.’

Eerlijke prijs

Boeren voor Buren helpt niet alleen kwetsbare gezinnen, maar ook boeren. De agrarische sector is door de coronacrisis hard getroffen, beaamt Bauke van der Veen. Hij behartigt namens Flevofood, een netwerk van en voor Flevolandse voedselbedrijven, de belangen van de boeren die betrokken zijn bij het project. ‘Mooi aan dit project is dat boeren een eerlijke prijs krijgen voor hun producten. Zo snijdt het mes aan twee kanten.’

In totaal hebben zo’n honderdvijftig Rabo- bank-medewerkers en twaalf global trainees vrij- willig meegeholpen aan het opzetten van Boeren voor Buren en ontvangen ruim driehonderd families wekelijks een voedselpakket. ‘Dit is niet zomaar een project’, zegt Nieuwenhuis. ‘Het is een plan om boeren door middel van korte voed- selketens een beter verdienmodel te bieden én tegelijkertijd armoede te bestrijden. Onze droom is om 50.000 mensen in de regio Amsterdam wekelijks van voedsel te voorzien. En daarna door heel Nederland verder te groeien.’

‘Met Boeren voor Buren brengen we werelden bij elkaar die elkaar niet of nauwelijks kennen’, zegt Idrissi. ‘Maar elkaar wel nodig hebben’. Voor de kinderen die bij Studiezalen komen regelde hij een uitstapje naar een boer, zodat ze zelf kunnen ervaren waar voedsel vandaan komt en wat duur- zaamheid betekent. ‘Zo krijgt dit project ook nog een educatief aspect. Het is win-win-win.’

11

interview

(12)

Door het coronavirus konden veel grootouders hun kleinkinderen een poosje niet bezoeken. Hoe ging een hechte familie daar mee om?

En hoe belangrijk zijn sterke familiebanden eigenlijk?

‘Onze Zoom- party voelde

vertrouwd’

Toen haar kinderen twee en vier jaar oud waren, nam Tirzah Tetelepta hen mee naar de Molukken, naar het geboortedorp van haar ouders. Tirzah is geboren in Winterswijk, haar man is een geboren Groninger, maar de Molukse cultuur zit in de familie. Haar kinderen moeten wat leren over de afkomst van hun familie. Dat is immers ook een deel van hun identiteit, meent Tirzah. ‘Familie vind ik erg belangrijk. Je deelt een onverwoest­

bare band met elkaar.’

Tirzah Tetelepta (1976) werkt bij de Rabobank Groepsorganisatie in Utrecht als projectmanager cyber security. Ze is tevens voorzitter van het Kleurrijk Rabo­netwerk. Het begrip ‘familie’ neemt ze ruimer dan anderen: alle generaties, aftakkingen en partners horen erbij. Tirzahs dochter Amy is vernoemd naar haar vader, haar zoon Ruben naar haar lievelingsoom. Familieverjaardagen zijn áltijd druk bezocht. Oma en opa sturen vrijwel dagelijks appjes naar hun kleinkinderen: ‘Hoe gaat het met onze kindjes?’ Regelmatig logeren Tirzahs kinde­

ren bij hun grootouders, waar alles kan en mag.

En toen was daar het coronavirus.

Tirzah: ‘Omdat mijn ouders tot de risicogroep behoren – vanwege hun leeftijd, maar ook omdat mijn moeder een aangezichtsverlamming heeft – konden we elkaar niet meer bezoeken. Dat vond ik vervelend, ook voor mijn kinderen, maar ik merkte dat met name mijn ouders het er moeilijk mee hadden.’

Steun aan elkaar

We houden misschien niet allemaal van familie­

bezoeken, maar vanuit sociologisch perspectief is familie uiterst belangrijk.

Katya Ivanova is universitair docent sociologie aan Tilburg University, gespecialiseerd in interge­

nerationele saamhorigheid in complexe families.

‘Alle familieleden hebben profijt bij sterke familie­

banden — daar is tal van wetenschappelijk bewijs voor. In zo’n familie voelen mensen zich minder eenzaam en hebben ze steun aan elkaar.

Men zorgt ook voor elkaar. Je kunt ook aan heel praktische voordelen denken: goede kans dat opa en oma regelmatig op de kleinkinderen passen of dat ouders hun kind financieel kunnen steunen bij het kopen van een huis.

Kinderen op hun beurt kunnen ouderen leren omgaan met WhatsApp, om maar wat te noemen, en ze kunnen voor hen zorgen wanneer dat nodig is. Voordat we de verzorgingsstaat hadden, was de familie ons veiligheidsnet. Nog altijd is familie ons belangrijkste netwerk.’

Ivanova vervolgt: ‘Familieleden die regelmatig op de een of andere manier contact met elkaar hou­

den, plukken de vruchten van een familieband — die correlatie is aangetoond. Maar dat hoeft niet per se lijfelijk contact te zijn.’ Dat is goed nieuws, in tijden van corona. Met elkaar bellen of video­

bellen kan dus een goed alternatief zijn.

Op een kluitje

Ook in Tirzahs familie werd bij gebrek aan bezoeken van en aan opa en oma uitgeweken naar videobellen. Pardon: ‘Zoom­parties’, met de hele familie (zie fotobijschrift). ‘Rommelige gesprekken, maar daar staat onze familie om bekend. Het voelde dus heel vertrouwd’, lacht Tirzah. Natuurlijk, videobellen is niet hetzelfde als elkaar in het echt zien. Knuffelen.

Maar de familie bleef er nuchter onder: wat niet kan, kan niet. Maar de opluchting was groot en duidelijk zichtbaar toen Tirzah en haar ouders het weer aandurfden om elkaar te bezoeken.

‘We hadden afgesproken anderhalve meter afstand van elkaar te houden. Maar zowel de kinderen als mijn ouders konden zich niet bedwingen: ze omhelsden elkaar gauw.’ In juni was er ‘eindelijk weer’ een familieverjaardag en werd het nog eens duidelijk hoezeer ook de ande­

re familieleden fysiek contact hadden gemist.

‘De halve woonkamer bleef leeg. Op de andere helft zat iedereen op een kluitje. Heerlijk.’

TEKST: RENS LIEMAN BEELD: MARCO VAN DUYVENDIJK

Rabo &Co

12

(13)

Agnes (1950) en Joseph (1948) Tetelepta, met hun dochter Tirzah (1976) en hun kleinkinderen Ruben (2013) en Amy (2014). Tijdens de lockdown konden ze alleen online met elkaar praten, via Zoom. Het was de eerste keer voor iedereen even wennen, maar opa en oma zijn blij wanneer hun (klein)kinderen in beeld verschijnen. ‘Kunnen we al die smoeltjes niet ook in een raster zien?’, vraagt Joseph bij hun eerste Zoom-party. Na wat drukken op de knoppen krijgt hij het voor elkaar.

Kijk, daar zijn de kleinkinderen, Ruben en Amy hangen over Tirzah heen. Ze trekken gekke bekken.

‘Hallo lievelingen! Hoe is het daar?’ Agnes ziet Ruben antwoorden, maar ze hoort alleen haar beide zonen, die druk met elkaar in gesprek zijn. Joseph mengt zich erin, wil ook het woord. Agnes trekt zich juist terug. Laat ze hun gang maar gaan. Het wordt steeds rumoeriger, drukker, luider — net zoals op verjaardagen hier in huis. ‘Fijn, zeg.’

Kleinkinderen in tijden van corona

portretten 13

(14)

Tirzah vertelt hoe haar kinderen het online contact met haar ouders tijdens de lockdown hebben beleefd. ‘Ze weten hoe videobellen werkt, dat het nu even wachten is totdat de anderen ook ingelogd zijn.’ Pling: oma en opa. Ruben:

‘Oma, we zien alleen je voorhoofd, haha!’ Tirzah zegt tegen haar moeder dat ze de telefoon iets moet kantelen. ‘Heeee, oma!’ roept Amy blij. Terwijl de rest van de familie inlogt, trekken de twee gekke bekken. Amy drukt haar neus bijna tegen het telefoonscherm, het is reuze interessant om iedereen te zien en te horen praten. Ook hun ooms melden zich en die beginnen met elkaar te praten. Weet de rest wel dat zij er ook nog zijn? Zo is er niets meer aan. De twee springen van de bank. ‘Doei allemaal, wij gaan buiten spelen’, roepen ze nog. En weg zijn ze.

Dochter in tijden van corona

portretten

14

(15)

DE BEUK ERUIT IN HOOFDDORP

De beuk erin! Dat was het gevoel bij vastgoedexpert Laurens Schenk en zijn kompanen Joost Valk (Vital Places) en Paul Bos (BoerBos), toen zij rond 2010 met lede ogen vaststelden dat kantorengebied de Beukenhorsten in Hoofddorp in verval was geraakt.

De leegstand was opgelopen tot 40%.

Het moest anders, stelden zij vast, maar hoe? ‘We hebben de werkgroep De Beuk Erin opgericht met grote partijen als de Kamer van Koophandel, BAM en Rabobank Regio Schiphol’, vertelt Laurens Schenk. ‘Op allerlei manieren zijn we in gesprek gegaan met gebruikers van de Beukenhorsten, door ondernemers bij elkaar te zetten (buren ontmoeten buren) of gewoon op straat koffie uit te delen. Voor ons stond één ding vast: bij nieuwe plannen moest de mens centraal staan.’

De laatste jaren is de herontwikkeling van de Beukenhorsten krachtig ter hand genomen met als voorlopig hoogtepunt Hyde Park in Beukenhorst-West, een hoogwaardige wijk in aanbouw met 3.800 woningen. Laurens:

‘Wij hadden die massaliteit en hoogbouw zelf niet voor ogen, ik ben benieuwd hoe dat uitpakt. Daarnaast is het belangrijk dat al die deelgebieden in de Beukenhorsten wel goed met elkaar en met de rest van Hoofddorp zijn verbonden. Er is een integrale visie nodig, maar dat heeft de gemeente gelukkig ook ingezien.’

Nu de transformatie op stoom is gekomen, is het moment aangebroken om de werkgroep op te heffen. De Beuk Erin wordt de Beuk Eruit. ‘Ik heb het gevoel dat er een nieuwe fase aanbreekt’, aldus Laurens. ‘In Beukenhorst-Oost Oost wordt nu een totaal nieuw bedrijventerrein aangelegd. Daar zouden we graag bij betrokken willen worden. We hebben wel ideeën hoe je dat kunt ontwikkelen.’

TEKST: BEREND BERLIJN BEELD: SVEN VAN DER VLUGT

kansrijk project 15

(16)

Corona houdt de wereld in haar greep. Maar behalve de negatieve gevolgen die we ervan ondervinden, kunnen we er ook iets van leren: terwijl we elkaar fysiek op afstand houden, groeit het besef dat we in geestelijk opzicht juist naar elkaar toe moeten bewegen.

De coöperatie is springlevend

TEKST: ROLAND VAN DER VORST BEELD: BAS LOSEKOOT

heeft op het waterniveau in Bangladesh. Dat de brandende regenwouden in Brazilië wel eens zouden kunnen bijdragen aan de noodzaak tot ophoging van onze dijken. Ook de oplossingen voor deze uitdagingen beginnen bij het besef van onderlinge afhankelijkheid.

Je zou denken dat technologie ons daarbij kan helpen. Maar achteraf bekeken is de hele global village vooral een praatclub gebleken. Iedereen kan online naar hartelust communiceren, spelle- tjes spelen en zaken doen met de hele wereld.

Maar om nou te zeggen dat dit heeft geleid tot een diepgaand besef dat we elkaar nodig hebben, valt nog maar te bezien.

Digitale ecosystemen

Toch komt daar verandering in. Er komt steeds meer ‘coöperatieve technologie’. Zoals systemen die de onderlinge afhankelijkheden tussen meerdere partijen op een goede manier regelen.

De meeste platforms – zoals e-commercebedrijven, dating platforms en marktplaatsen – stimuleren nu nog de economische uitwisseling tussen twee partijen. Maar er komen steeds meer digitale ecosystemen die verschillende spelers met elkaar verbinden op een manier waar iedereen beter van wordt. Denk aan de digitale platforms in bijvoorbeeld Afrika en India die boeren gemakke- lijker verbinden met financiers, zadenleveranciers en afzetmarkten. Goed voor boeren en alle bedrijven in die keten. Deze digitale systemen stemmen de onderlinge afhankelijkheden zorg- vuldig op elkaar af. De spelers staan zo niet meer tegenover, maar tussen elkaar. We zijn vanuit

innovatie bij Rabobank actief aan het investeren in dergelijke platforms in de wereld.

Op de tweede plaats zijn er platforms die expli- ciet het algemene belang behartigen. Een klein voorbeeld dat bedoeld is om voedselverspilling tegen te gaan is Olio, een gratis app die buurtge- noten met elkaar verbindt die eten hebben dat ze zelf niet kunnen opeten. De app werkt eenvoudig:

je maakt een foto van je eten en mensen die zijn aangesloten ontvangen een alert. Inmiddels hebben een miljoen mensen in 49 landen zich hierbij aangesloten. Olio zorgt ervoor dat mensen niet tegenover, maar naast elkaar staan.

Hier zie ik traditioneel een belangrijke rol voor ons in Nederland. Het platform Support Your Locals, dat Rabobank actief heeft helpen bouwen, is zo’n voorbeeld hiervan.

Dit zijn nieuwe coöperatieve systemen die mensen bijeenbrengen op basis van wederzijdse afhankelijkheid. Dat is misschien wel een van de meest hoopgevende ontwikkelingen: het blijft niet meer bij praten alleen. Deze nieuwe syste- men maken het verbinden van mensen minder vrijblijvend.

Bouwer van coalities

Maar er is een derde manier waarop we het individuele belang kunnen helpen overstijgen:

een fysieke plek inrichten waar mensen onder elkaar zijn. Zo is de voetbalkantine voor veel ondernemers in het Westland een plek waar geschillen worden beslecht en oplossingen bedacht. De kantine is een neutrale, derde ruimte, waar men elkaar vertrouwt. Onder het voetbal ontstaat er tijd om het eens te worden.

De kantine is juist zo effectief omdat hij niet bedoeld is voor overleg. Langzamerhand kunnen we elkaar weer gaan ontmoeten. Laten we die mogelijkheid gebruiken om mensen uit ons netwerk bij elkaar te brengen. Van elkaar te laten leren. Hoe zij met de crisis zijn omgegaan.

Kunnen we samen misschien een buurt vooruit helpen?

Zelf ben ik onder andere betrokken bij een initiatief waarbij Rabobank kijkt hoe we boeren wereldwijd kunnen laten profiteren van de opslag van CO₂ in hun land. Ik zie een belangrijke rol weggelegd voor de bank als bouwer van coalities. Op lokaal niveau en op wereldschaal.

Daarmee helpen we de wereld vooruit.

En het is goed voor zaken, want nieuwe initiatieven moeten ook gefinancierd worden.

Twintig jaar geleden klonk de coöperatie voor veel mensen misschien ouderwets.

Tegenwoordig is zij springlevend. Rabobank is bij uitstek de organisatie om te laten zien dat de coöperatie kan werken. Let’s grow a better world together!

Roland van der Vorst Head of Innovation, Rabobank Nederland Meer dan ooit wordt duidelijk dat we alleen door samenwerking problemen kunnen oplossen.

De schade van deze crisis was veel kleiner geweest als landen een gezamenlijke strategie tegen Covid-19 hadden gekozen. Als er goede afspraken waren gemaakt over het delen van kennis, medicijnen en de mobiliteit van mensen.

De schade was minder groot geweest als we gekeken hadden naar de samenhang van de ver- schillende elementen (zoals gezondheidssymp- tomen, ziekenhuiscapaciteit, mobiliteitspatronen en culturele context) en hun systeemdynamische effecten. Als deze crisis íets duidelijk maakt, is het dat we de wereld als geheel moeten beschouwen.

Dat geldt niet alleen voor het bestrijden van Covid-19. De uitdagingen van deze tijd overschrij- den de grenzen van onze eigen haard. Ze vragen om een coöperatieve grondhouding. Eén waarbij we ons realiseren dat we afhankelijk zijn van elkaar. Dat het gebruik van fossiele brandstoffen in New York, Shanghai en Amsterdam invloed

16 Rabo &Co

(17)

Meer dan ooit wordt duidelijk dat we alleen door samenwerking de problemen van deze tijd kunnen oplossen

17

coöperatief

(18)

Hockey-international Terrance Pieters en kunstenaar Klaskie kunnen excelleren dankzij alle vrijwilligers die het verenigingsleven dragen. ‘De club voelt als mijn tweede huis.’

Onze

TEKST: SABINE SLUIJTERS BEELD: STUDIO POLAT

club

Maar we zaten ook jankend in de kleedkamer na een verloren finale.’

ClubSupport

Het verenigingsleven is een van de steunpilaren onder de Nederlandse samenleving. Naar schat- ting telt ons land 28.000 sportclubs en een kleine 40.000 culturele verenigingen. Hier komen jong en oud samen om te ontspannen, te leren of zichzelf uit te dagen. Verenigingen verbinden mensen en bieden een waardevol netwerk. En soms helpen ze jongeren bij het realiseren van hun ultieme droom.

Met ClubSupport ondersteunt Rabobank het Nederlandse verenigingsleven.

errance Pieters is zes jaar als hij begint met hockeyen in de F5 van Almere.

‘Ik was eigenlijk altijd op de club.’

Als hij terugdenkt aan die tijd verschijnt er een grote grijns op het gezicht van de 23-jarige aanvaller van het Nederlands elftal. ‘Op woensdag en vrijdag had ik training. Maar op dinsdag en donderdag organiseerde de vereniging instuif- trainingen voor wie zin had. Daar was ik altijd bij.’

Voor Pieters voelt zijn club als een tweede thuis.

Zijn ouders zijn actief als vrijwilliger. ‘Mijn vader coördineerde de zaalhockey en mijn moeder zat in de communicatie-commissie.’ Hij leert er al zijn beste vrienden kennen. ‘We speelden jarenlang in hetzelfde team. Dan breng je veel tijd met elkaar door en deel je heftige emoties. Intense blijdschap als we een belangrijke wedstrijd wonnen.

Ik wil mee naar de Olympische Spelen in Tokio

T

Rabo ClubSupport in de regio van Rabobank Regio Schiphol.

In 2019 namen 137 verenigingen en stichtingen uit de regio van Rabobank Regio Schiphol deel aan Rabo ClubSupport. Zij verdeelden in totaal een bedrag van € 100.000,00. Ook voor 2020 heeft Rabobank Regio Schiphol voor Rabo ClubSupport

€ 100.000,00 beschikbaar gesteld. Leden van de Rabobank mogen in oktober stemmen en bepalen op deze manier welk bedrag hun favoriete verenigingen en stichtingen ontvangt.

Meer info: rabobank.nl/clubsupport

Rabo &Co

18

(19)

Ik mag

mijn collectie showen in New York

Code

Pieters wordt zes jaar achtereen gecoacht door de vader van zijn beste vriend Manuel Verga.

Van hem leert hij ‘de code’: ongeschreven omgangsregels die hem vormen, ook buiten het hockeyveld. ‘Dat je altijd eerlijk moet zijn.

En iemand moet aanspreken als je het ergens niet mee eens bent.’ Maar wanneer hij gecon­

fronteerd wordt met racistische opmerkingen in en om het veld spreekt hij zich niet uit. ‘Ik vond dat ik ermee moest leren omgaan.’ De grappen die gemaakt worden – ook door teamgenoten – lijken onschuldig, maar raken hem wel degelijk.

‘Mensen realiseren zich gewoon niet wat woorden als ‘zwarte’ en ‘neger’ met je doen.’

Inmiddels hockeyt Pieters vier jaar in de hoofd­

klasse, het hoogste niveau in de hockeysport en maakt hij deel uit van de selectie van het Nederlands elftal. Vorig jaar stapte hij met pijn in zijn hart over van Almere naar Kampong.

‘Dat was een hele moeilijke beslissing, maar ik wilde hogerop. Mijn doel is meegaan naar de Olympische Spelen in 2021 en bij Kampong kan ik beter laten zien wat ik kan.’

Toch biedt een club een sporter niet alleen een platform om te leren en te excelleren, vindt Pieters. ‘De meerwaarde zit ook in het netwerk.

Ik ken genoeg jongens die stageplekken of werk hebben gekregen dankzij de vereniging.’

Zelf vond hij via een bestuurslid van Almere een huis in Amsterdam. Een notaris binnen Kampong hielp hem met het oprichten van een eigen bv.

‘Als ik iets nodig heb, kijk ik eerst even binnen de vereniging of er iemand is die me kan helpen of advies kan geven.’

Kunstbende

Hockey is een teamsport en dus bij uitstek een verenigingssport. Maar ook in de kunst en cultuur spelen verenigingen een belangrijke rol.

Uit recent onderzoek blijkt dat zo’n 1,5 miljoen Nederlanders een creatieve activiteit beoefenen bij een culturele of kunstzinnige vereniging.

Voor de 16­jarige Klaske Duin – of Klaskie zoals haar artiestennaam luidt – is dat Kunstbende, een jaarlijkse wedstrijd voor jong creatief talent, die eerder grote artiesten als Duncan Laurence en Martin Garrix voortbracht. Deelnemers komen uit in diverse categorieën uiteenlopend van fashion en theater tot dj, taal en influencer.

Met gratis workshops bereiden ze zich voor en wie de regionale voorronde wint, mag mee naar het finalistenweekend. ‘Dat is zo leuk. Je ontmoet daar zoveel nieuwe creatieve mensen.’

Met haar kledingcollectie won Klaskie de finale

van 2019 in de categorie fashion. ‘Daardoor mocht ik naar de Fashion Clash in Maastricht en Lowlands. Ik heb daar zoveel geleerd over het organiseren van een modeshow.’ Ook krijgt ze coaching in social media, waardoor ze beter vindbaar is op Instagram. ‘Daardoor ben ik gevonden door NY Fashion Week en mocht ik naar New York om mijn collectie te showen.’

Kunstbende geeft jonge talenten een podium en de kans om te ontdekken of ze echt verder willen in een bepaalde discipline. Naast de workshops en masterclasses zit de meerwaarde vooral in het enorme netwerk dat de vereniging biedt.

Maar liefst 85 procent van de deelnemers krijgt later werk in de cultuursector. Ook Klaskie weet zeker dat ze hierin verder wil. ‘Ik ben interdiscipli­

nair verteller. Ik vertel verhalen en gebruik daar­

voor alle kunstvormen die er zijn. Bij Kunstbende kan ik dat uitproberen. Tot ik achttien ben, ga ik elk jaar meedoen.’

Rabo ClubSupport 19

(20)

JOCHEM (9)

Van half maart tot medio mei zaten honderdduizenden schoolkinderen in Nederland noodgedwongen thuis. Dat was lang niet voor alle gezinnen makkelijk. Want hoe combineer je het thuisonderwijs met je eigen werk? En hoe hebben kinderen deze maanden beleefd? Jochem van 9 uit Flevoland vertelt hoe hij de lockdown heeft ervaren.

‘Toen ik hoorde dat ik vanwege corona niet naar school hoefde, vond ik dat jammer, maar na een paar dagen dacht ik: eigenlijk is het best fijn zo. Omdat ik zoveel thuis was, kon ik elke dag mijn vader en oom helpen op de boerderij.

We hebben thuis koeien, een paard, een konijn en heel veel poezen. En dan verbouwen we ook nog veel verschillende groenten.

Spruiten bijvoorbeeld en uien.’

‘Mijn zussen vinden het niet zo leuk om klusjes te doen, die doen liever andere dingen, maar ik vind het juist cool. Als de online les met de

juf om elf uur klaar was, ging ik meteen naar de stal. Ik heb veel geholpen met het koeien melken en met het schoonmaken van de staldeuren en het verplaatsen van pallets.’

'Het was best even wennen toen we weer naar school moesten. Ik heb het niet echt gemist. Nou ja, mijn vrienden natuurlijk wel.

Met hen voetbal ik en speel ik spelletjes in de pauze, maar door corona kon dat even niet.

Voor vakken als Engels hoefde ik thuis geen opdrachten te maken, dus daar moet ik weer een beetje inkomen. Gelukkig zijn we nu wel al om kwart over twee uit, een uur eerder dan eerst.’

‘Later wil ik akkerbouwer worden. Dat weet ik al mijn hele leven. Het lijkt mij leuk om verschillende groenten te verbouwen en al die grote voertuigen te besturen. Af en toe laat papa mij een stukje op de trekker rijden.

Dat vind ik het allerleukste wat er is.’

TEKST: MARLIE VAN ZOGGEL BEELD: MONA ALIKHAH

ik werk mee

20

(21)

KORT NIEUWS

Nieuws uit regio Schiphol

Lokaal nieuws melden? Mail naar communicatie.regioschiphol@rabobank.nl

lokaal

Instuiftrainingen bij hockeyclub De Kikkers

In de afgelopen zomerperiode, waarbij veel gezinnen thuis in Nederland vakantie vierden, heeft Hockeyvereniging De Kikkers uit Nieuw Vennep hockey-dagen voor de kinderen georganiseerd.

‘We hebben op twee dagen ongeveer 90 kinderen mogen verwelkomen. Wat was het fijn dat we allemaal gebruik konden maken van het Watertappunt dat de Rabobank voor ons heeft kunnen verzorgen’, aldus de organisatie. ‘En ook de bekers en bidons die de bank had uitgedeeld kwa- men goed van pas en werden voortduren gevuld. Het was zeer geslaagd’.

Webinar voor sportverenigingen

Verenigingen zijn het cement van de samenleving. Ook zij worden in coronatijd flink geraakt. Daarom heeft de Rabobank het webinar ‘Financieel gezond de crisis door’ georganiseerd samen met NOC*NSF.

Ruim 30 verenigingen kregen online tips hoe om te gaan met de financiële gevolgen van de corona-uitbraak. De verschillende regelingen kwamen aan bod en welke creatieve kansen er zijn om het financiële gat te dichten. Interesse? Houd de website van Rabobank Regio Schiphol in de gaten voor een vervolgwebinar.

Bescherm de honingbij

De honingbij heeft het moeilijk. En omdat honingbijen verreweg de belangrijkste bestuivers zijn, is dit een bedreiging voor onze voedselgewassen. Stichting Arista Bee Research doet onderzoek naar een gezondere honingbij. Het heeft, in samenwerking met topinstituten en universiteiten, een omvang- rijk veredelingsprogramma opgezet. De stichting bestaat door giften van organisaties en donateurs. Arista Bee Research probeert ook inkomsten te generen door bijenkasten te verhuren. Rabobank Regio Schiphol heeft vanuit het Coöperatiefonds twee bijenkasten geadopteerd. Eén daarvan wordt in de tuin

van het regiokantoor in Hoofddorp geplaatst en één kast krijgt een plek op de Historische Tuin in Aalsmeer. Beide kasten worden na plaatsing verzorgd door imker Eric van der Meer. In de volgende editie van Rabo &Co een uitgebreid verslag.

Speciale bewaareditie

Voor veel ouderen van de ouderenvereni- ging KBO Bovenkerk-Aalsmeer betekenden de maatregelen rondom het coronavirus een sociaal isolement. Met een donatie uit het Coöperatiefonds van Rabobank Regio Schiphol werd het belangrijkste contactmiddel, het papieren maandblad, deze zomer een speciale ‘bewaareditie’

met daarin persoonlijke bijdragen en historische verhalen uit de regio.

Kinderboerderij De Olievaar

Half maart moest Kinderboerderij De Olievaar in Uithoorn de deuren sluiten voor bezoekers. Maar zonder bezoekers geen inkomsten om de dieren te verzorgen. De kinderboerderij is jaren geleden ontstaan uit een burgerinitiatief en wordt beheerd door vrijwilligers. Men is volledig af- hankelijk van donaties, giften en inkomsten uit de winkel. Door de sluiting vielen deze inkomsten weg, maar de kosten voor de verzorging van de dieren bleven. Mede dankzij een donatie vanuit het Rabobank Coöpera- tiefonds was het mogelijk om toch goed voor de dieren te zorgen.

21

(22)

Pampus gaat op de schop.

Het eiland moet over twee jaar volledig zelfvoorzienend zijn. Maar als het aan directeur Tom van Nouhuys van

stichting Forteiland Pampus ligt, houdt het daar niet op.

‘Deze plek verdient het om een icoon van Amsterdam te worden.’

Tegenwoordig wordt er vooral gerecreëerd op het eiland. Jaarlijks meren zo’n 60.000 bezoekers aan voor een bezoek aan het fort, vaak om wat te eten en te drinken in het paviljoen. Hoewel het eiland na de Tweede Wereldoorlog in handen kwam van een groep Muidense ondernemers en sinds 1990 wordt beheerd door de stichting Forteiland Pampus, heeft het zijn autonome karakter niet verloren. ‘Er is hier nog nooit een kabel getrokken’, zegt Van Nouhuys, als we na een korte vaartocht aanmeren. Gas en drinkwater worden per boot naar het eiland vervoerd en eens in de zoveel tijd pompt een boot ‘een paar duizend liter’ diesel in het eiland, dat door gene- ratoren vervolgens wordt omgezet in elektriciteit.

‘Niet heel duurzaam’, voegt hij er direct aan toe.

‘Vandaar ook de wens om het helemaal anders te gaan doen.’

om van Nouhuys (43) is directeur van de stichting Forteiland Pampus, maar brengt naar eigen zeggen ‘veel te weinig’ tijd door op het eiland. ‘We hebben een kantoor aan de wal’, legt hij uit. Een interview blijkt een goed excuus om zijn werkplek in Mui- den te verruilen voor de boot en koers te zetten richting het kunstmatige eilandje in het IJmeer, een voormalige zandbank die eind negentiende eeuw werd omgevormd tot fort, als onderdeel van de Stelling van Amsterdam. Deze verde- digingslinie moest de hoofdstad beschermen tegen vijanden van buitenaf. Tijdens de Eerste Wereldoorlog waren er tweehonderd soldaten gelegerd, maar een schot werd er nooit gelost.

Met de komst van gevechtsvliegtuigen verloor het eiland vrij snel zijn functie.

TEKST: MARLIE VAN ZOGGEL BEELD: ANNABEL OOSTEWEEGHEL

Duurzaam pronkstuk in het IJmeer

T

22 Rabo &Co

(23)

Biovergister

Komende jaren gaat het forteiland ‘duurzaam op de schop’. Met als doel om Pampus uiteindelijk honderd procent zelfvoorzienend en emissievrij te maken. De eerste stappen zijn al gezet. Zo is er geïnvesteerd in een waterzuiveringsinstallatie met nanofilter, dat water uit het IJmeer omzet in schoon water. ‘Het gefilterde water is al drinkbaar’, benadrukt Van Nouhuys. ‘Alleen nog niet gecertificeerd.’ Ook wordt er energie opgewekt met zonnepanelen en door een batterij-opslag, bestaande uit gerecyclede batterijen.

Het pronkstuk is de biovergister: een machine achter het paviljoen, die gft-afval deels omzet in gas en deels in plantenmest. Tenminste, dat is de bedoeling. De roestvrijstalen kolos is pas net gearriveerd op het eiland en bevindt zich nog in de opstartfase. ‘Wij zijn een van de eersten die het apparaat testen’, zegt Van Nouhuys.

‘Maar als het werkt, kan het echt een doorbraak betekenen in de manier waarop wij met ons

afval omgaan. Dit apparaat kan met de dertig kilo afval die we per dag op Pampus produceren negen kuub biogas opwekken, genoeg om de keuken een dag op te laten draaien.’

De innovaties moeten van Pampus een showcase maken hoe om te gaan met erfgoed. ‘Zoals ik het zie, heb je wat erfgoed betreft twee keuzes’, zegt Van Nouhuys. ‘Óf je zet er een stolp overheen en zegt: kijk, zo leefden onze voorouders. Óf je laat het verleden een inspiratie zijn voor de keuzes van vandaag. Honderd jaar geleden waren we als de dood voor een inval van de Duitsers, nu zijn we bang dat door klimaatverandering straks de zee “binnenvalt”. Op Pampus kunnen we perfect laten zien hoe de keuzes die toen gemaakt zijn om ons te beschermen, ook relevant zijn voor de uitdagingen van nu.’

Icoon van Amsterdam

Van Nouhuys hoopt eind 2021 alle benodigde vergunningen binnen te hebben. Het paviljoen - dat eveneens vernieuwd wordt - moet een jaar later klaar zijn. In de tussentijd moet de zelfvoorzieningsgraad naar honderd procent groeien en de uitstoot tot nul afnemen. Een ambitieus plan, maar de directeur heeft er alle vertrouwen in dat het lukt. ‘Op Pampus heerst een cultuur van aanpakken. Een duurzaam pronkstuk in het IJmeer, we gaan het gewoon doen’, besluit hij. ‘We willen meer zijn dan een museum. Deze plek verdient het om een icoon van Amsterdam te worden.’

Pampus moet emissievrij

worden

Rabobank &

Pampus

Forteiland Pampus wil, als eerste Nederlandse

monument op de UNESCO- werelderfgoedlijst,

volledig zelfvoorzienend en

fossielvrij worden.

De kosten voor het project bedragen

5,5 miljoen euro.

Rabobank is een van de financiële partners

die betrokken zijn bij de verduurzaming van Forteiland Pampus.

23

voorlopers

(24)

Het zijn voornamelijk tuinders uit de buurt die aan het loket komen. Om seizoenskrediet aan te vragen of een financiering voor een nieuwe kas.

Maar vanaf halverwege de jaren vijftig komen er ook steeds meer particulieren en middenstanders naar de bank. De Centrale Boerenleenbank maakt reclames die op hen gericht zijn. De dienstverle- ning wordt uitgebreid met spaarrekeningen voor particulieren, hypotheken en verzekeringen.

De ‘giralisering van het loonzakje’ in de jaren zestig helpt mee. De bank verleent daarnaast kredieten aan het midden- en kleinbedrijf, gemeentelijke instellingen en nutsbedrijven.

Assistente

Van Holstein maakt de ontwikkelingen van dicht- bij mee: vanaf 1957 eerst als assistent-kassier bij de Boerenleenbank in Huissen, vanaf 1961 als kan- toorbeheerder op een bijkantoor in Arnhem-Zuid.

Met al die nieuwe financiële producten in de aanbieding gaat Van Holstein in de middagen de hort op om klanten voor zijn bank te werven.

‘Ik mengde mij in de buurt. Ik werd secretaris- penningmeester van de winkeliersvereniging en bezocht samen met een vertegenwoordiger van de Centrale Boerenleenbank alle steenfabrieken in Arnhem-Zuid.’ Het wordt steeds drukker bij de bank. Kon Van Holstein het werk eerst nog alleen, na twee jaar neemt hij een assistente aan.

Persoonlijk contact

Het persoonlijke contact wordt er niet minder op.

Ook als Van Holstein in 1964 kassier wordt bij weer een andere Boerenleenbank: in Deurningen, nabij e moet het zo zien: vroeger had je geen

bankdirecteuren, maar kassiers: zij die de kas beheerden. De kassier wás de bank. In Naaldwijk, waar ik geboren ben, sprak men van ‘de bank van Krook’ en ‘de bank van Klapwijk’. De heer Krook was kassier bij de Boerenleenbank, Klapwijk bij de Raiffeisenbank.

Klanten kenden de kassier, de kassier kende zijn klanten.’

We schrijven 1948. Jan van Holstein - dan 16 jaar oud, nu 88 - komt op voordracht van zijn vader bij de Naaldwijker Boerenleenbank te werken.

Hoewel hij later naar de andere kant van het land zou verhuizen, bleef hij de bank altijd trouw. Hij maakte de fusie tussen de Boerenleenbank en de Raiffeisenbank mee en zag bovenal van dichtbij hoe het bankieren én zijn clientèle veranderden.

Een van die belangrijke veranderingen was auto- matisering en digitalisering. Als jongste bediende bij de bank zette Van Holstein zelf de eerste stap- jes in die richting. ‘Mijn werk bestond aanvankelijk vooral uit het uittypen van dagafschrijvingen.

Dat deed ik op een typemachine in een achterka- mertje van de bank. Kassier Krook hield kantoor in de kamer ervoor, waar ook de boekhouder werkte.

Klanten werden in het smalle halletje aan een van de twee loketten ontvangen.’

Als de eerste boekhoudmachines op de markt komen, die automatisch dagafschrijvingen kunnen uittypen, stuurt Krook zijn jongste medewerker op cursus. Van Holstein: ‘Toen ik terugkwam, was ik een hele pief: ik wist als enige hoe je die machine moest bedienen.’

Jan van Holstein (1932) klom van jongste bediende bij de Boerenleenbank op tot kassier. Bijna een halve eeuw later gaat hij in 1992 als directeur van Rabobank Hengelo met pensioen.

In al die jaren zag hij het bankwezen enorm veranderen.

Van jongste bediende tot bankdirecteur

TEKST: RENS LIEMAN BEELD: JITSKE SCHOLS

J

24 Rabo &Co

(25)

Hengelo. ‘Ik had een medewerker die kon zien als er een vaste klant aan kwam fietsen en dan alvast het juiste formulier en geldbedrag klaarlegde.

‘Honderd gulden weer, meneer Jansen?’ Als een boer voor een lening de bank binnenliep, dan hoefde hij maar te vragen: ‘Is Van Holstein er?’’

‘In de banken van tegenwoordig ontbreekt het wel een beetje aan persoonlijk contact, bij de alledaagse bankzaken althans. Maar dat is logisch, we leven in een andere tijd. Natuurlijk vermindert persoonlijk contact naarmate er meer automa- tisch en digitaal geregeld wordt.’

Dat zou trouwens vooral een grote vlucht nemen ná Van Holsteins pensioen. Na een carrière van vierenveertig jaar in het bankwezen gaat hij in 1992 met pensioen als directeur Rabobank Hengelo, waar dan inmiddels 128 personeelsleden werken.

‘Het was een geweldige tijd, ik genoot van de mensen om mij heen. De klanten, de medewer- kers...’

Meer vee en grotere stallen

Het is niet alleen de nieuwe technologie die maakt dat we in een andere bancaire wereld leven, merkt Van Holstein. ‘Neem de globalisering.

Klanten van de Rabobank, agrariërs en onder- nemers, moeten tegenwoordig op de hoogte blijven van álle ontwikkelingen in hun vakgebied, in heel de wereld. Ze moeten meer en efficiënter produceren om de concurrentie het hoofd te bieden, dus hebben ze meer vee en moeten de stallen groter. Je praat tegenwoordig over veel grotere geldbedragen dan in mijn tijd gebruikelijk was.’

Over dat persoonlijk contact tussen klant en bank:

dat is bij Rabobank zeker niet verdwenen, denkt Van Holstein: ‘Als een klant in mijn tijd een lening aanvroeg, dan bekeek ik zijn track record en controleerde ik de cijfers. Toch was vertrouwen de basis. Dan helpt het als je elkaar een beetje kent.

Dat is, denk ik, onveranderd gebleven bij Rabo- bank. Directeuren van lokale Rabobanken kennen nog altijd de bedrijven en de ondernemers uit de buurt.’

Vertrouwen was de basis.

Dan helpt het als je elkaar een beetje kent

25

ik blik terug

(26)

Ziekenhuis het Spaarne Gasthuis wil haar patiënten graag meer bieden dan topzorg. Hoe kan het gasthuis

werkelijk een ‘huis voor gasten’

worden? Daarvoor kan het de steun van de Vrienden van het Spaarne

Gasthuis goed gebruiken.

VRI EN DEN VA N HE T S PA AR NE

TEKST: BEREND BERLIJN BEELD: ARJEN VOS

egenwoordig kunnen patiënten die gedialyseerd zijn in een aangename omgeving buiten wachten op vervoer naar huis. Bij de entree van het Nier­

centrum, gevestigd op locatie Haarlem­Zuid van het ziekenhuis, zijn plantenbakken en zitbankjes geplaatst. Mede mogelijk gemaakt door de Stichting Vrienden Spaarne Gasthuis.

Slagroom op de taart

Heeft dit met zorgverlening te maken? Niet direct.

Maar zulke verbeteringen dragen bij aan het welzijn van patiënten. Ze worden vanzelfsprekend, als je patiënten als ‘gasten’ gaat zien, die niet alleen recht hebben op goede zorg, maar ook een zeker comfort verdienen. ‘Als stichting zorgen wij voor de slagroom op de taart’, lacht voorzitter Leo Claus, als mede­

oprichter van Claus Hospitality & Leisure Company gepokt en gemazeld in de gastvrijheidsverlening.

Ivo van Schaik, voorzitter van de raad van bestuur van het Spaarne Gasthuis, gaat zelfs een stap verder dan dat.

Hij spreekt over de zogenaamde ‘healing environment’.

‘Onderzoek heeft uitgewezen dat patiënten die zich prettiger voelen ook beter genezen.

T

26 Rabo &Co

(27)

Vanuit het zorgbudget is er nauwelijks ruimte om deze toegevoegde waarde te bekostigen.

Daarom zijn de Vrienden en fondsenwerving zo belangrijk.’

Lichttuin en tovertafel

Voor hun fusie in 2015 tot het Spaarne Gasthuis, hadden het Spaarne Ziekenhuis en het Kennemer Gasthuis al afzonderlijke vriendenstichtingen.

Nu zijn de krachten gebundeld. ‘Je kunt vriend worden als bedrijf en als particulier’, legt Leo Claus uit. ‘De jaarlijkse donaties die wij hiermee binnenkrijgen gebruiken wij om het ziekenhuis te verrijken. Ziekenhuisafdelingen kunnen bij ons een aanvraag indienen, die wij dan als bestuur beoordelen.’

Zo is er een lichttuin gerealiseerd waar naasten kaarsjes kunnen aansteken voor overledenen, krijgen geriatrische patiënten verhaaltjes voor­

gelezen, kunnen kinderen hun gedachten even verzetten met een fantastische tovertafel in het Vrouw & Kind Centrum, hebben veel patiënten kunnen genieten van een handmassage en is er een boekje gemaakt voor ouders van een doodgeboren kind, waarin zij hun herinneringen kunnen opslaan.

MVO

‘De resultaten zijn heel concreet’, aldus Van Schaik. ‘De vrienden worden geholpen door onze twee fondsenwervers, die heel goed de weg weten binnen de liefdadigheidsfondsen die dit soort initiatieven ondersteunen. Hoe meer vrienden we hebben, hoe meer goede dingen we kunnen doen. Daarnaast zie ik de stichting ook als maatschappelijk klankbord. Wat speelt er in de samenleving en hoe kunnen we daar als ziekenhuis op inspelen?’

‘Word je als bedrijf vriend, dan geef je blijk van maatschappelijk verantwoord ondernemen’, vervolgt Leo. ‘Twee keer per jaar worden de bedrijfsvrienden uitgenodigd in het ziekenhuis.

Ooit hebben we op afstand een knieoperatie mogen volgen, met een toelichting van een orthopeed. Dan zie je pas wat voor kennis, kunde en teamwork er komt kijken bij de zorgverlening.’

Ook Rabobank Regio Schiphol heeft een speciale relatie met het Spaarne Gasthuis (met onder meer

vestigingen in Hoofddorp en Nieuw Vennep).

Directievoorzitter Mart Pfeiffer zit in het bestuur van de Vrienden. Daarnaast is meermaals gul gegeven vanuit het Coòperatiefonds aan allerhande projecten.

Gezondheidscomplex

Het Spaarne Gasthuis staat aan de vooravond van nieuwbouw van de vestiging in Haarlem­

Zuid. Het bestaande gebouw is sterk verouderd.

Als Ivo van Schaik vrij mag dromen over die nieuwbouw, dan ziet hij een ‘gezondheidscomplex’

voor zich. Een bundeling van zorg en welzijn faciliteiten, waar patiënten, zorgmedewerkers en buurtbewoners allen gebruik van kunnen maken.

Denk daarbij ook aan recreatieve, sport­ en relaxvoorzieningen.

‘Zo wordt het een plek waar gezond blijven (preventie) en gezond worden (genezing) hand in hand gaan. In de eerste coronagolf hadden we voor de zwaarst belaste zorgverleners een ontspanningsruimte ingericht. Dat werd enorm op prijs gesteld. Eén ding is zeker: als we in de toekomst zo’n ziekenhuis willen realiseren, met gasten uit verschillende doelgroepen, dan zullen we de steun van de Vrienden hard nodig hebben.’

Onderzoek heeft uitgewezen dat patiënten die zich prettiger voelen ook beter genezen

Stichting Vrienden

Wie

Spaarne Gasthuis.

Verrijken het

Wat

zorgaanbod met extra comfort.

Waar

In regio Haarlemmermeer en

Kennemerland.

Waarom

Omdat het bijdraagt aan een ‘healing

environment’.

27

interview

(28)

NOMOBO (No More Boundaries) is gevestigd in een gloednieuw pand aan de rand van Amster- dam. Via een steile trap kom je bij het kantoor, een open ruimte waar een groep (veelal) jonge mensen achter bureaus meedeint met de muziek die uit hun koptelefoons komt. Op de schermen flitsen beelden voorbij van grote dancefestivals.

Tienduizenden mensen hutjemutje op elkaar, dansend, zwetend, schreeuwend. De beelden doen, in coronatijd, bijna surrealistisch aan.

Eind vorig jaar vierde NOMOBO groot feest. Alle werknemers van het bedrijf werden uitgenodigd voor een rondvaart door de Amsterdamse grach- ten, gevolgd door een diner, een feestavond en een afterparty. Er was dan ook genoeg te vieren.

Het videoproductiebedrijf groeide snel. Werkne- mers en freelancers vlogen de hele wereld over om content te produceren voor dancefestivals en andere evenementen. De agenda voor 2020 was al grotendeels volgeboekt en Buisman en zijn compagnon Constantijn van Duren hadden net flink geïnvesteerd in de verbouwing van een nieuw kantoorpand in Amsterdam.

En toen brak het coronavirus uit. ‘De eerste keer dat ik doorhad dat dit virus mijn onderneming zou beïnvloeden was in januari’, vertelt Buisman.

‘Ik was op vakantie en kreeg een mailtje dat een festival in Thailand, waar wij zouden werken, was afgelast wegens corona. Eenmaal terug in Neder- land ben ik me gaan inlezen en toen besefte ik al snel dat we dit héél serieus moesten nemen. Kort nadat het virus in Europa was vastgesteld, stortte de evenementensector als een kaartenhuis in

elkaar. Het ene festival na het andere werd ge- canceld. Onze agenda was in een paar weken tijd schoongeveegd.’

Grote verschillen

Dat het coronavirus grote impact heeft op de economie is inmiddels bekend. RaboResearch verwacht dit jaar een economische krimp van 6 procent, maar benadrukt dat er grote verschillen zijn tussen de regio’s. UWV berekende dat in de regio Groot-Amsterdam 34 procent van alle werknemers in een sector werkt met (zeer) grote krimp. Denk bijvoorbeeld aan de zwaar getroffen luchtvaart, horeca en cultuursector die hier oververtegenwoordigd zijn. Het landelijke gemid- delde ligt op 32 procent. Daartegenover staat dat 18 procent van de werknemers een baan heeft in een sector waar sprake is van groei, landelijk ligt dit op 23 procent.

Ondanks deze bovengemiddelde scores ver- wacht RaboResearch dat stedelijke gebieden, zoals Amsterdam, de crisis relatief goed zullen doorstaan. Dit heeft te maken met de ligging en de voorzieningen, maar ook met de aard van het werk. Veel inwoners hebben dienstverlenende beroepen, zij kunnen vaak vanuit huis werken.

Gebieden waar veel mensen in de industrie werken, zoals de Zaanstreek en IJmond, worden harder getroffen, zo luidt de voorspelling.

Toch moge duidelijk zijn dat geen enkele stad of streek de dans ontspringt. Met name in april steeg het aantal WW-aanvragen explosief, zag

Nederland heeft een flinke klap gekregen door de coronacrisis. RaboResearch berekende dat de landelijke

economie dit jaar met 6 procent krimpt. Ook de Metropoolregio Amsterdam wordt zwaar getroffen.

Al liggen er in deze onzekere tijd ook mogelijkheden, bewijst Robert Buisman van het bedrijf NOMOBO.

In een stroom-

versnelling door corona

TEKST: MARLIE VAN ZOGGEL ILLUSTRATIE: GEMMA PAUWELS

28 Rabo &Co

(29)

29

hier en daar

(30)

Alexandra Benning, arbeidsmarktadviseur van UWV. Vooral jongeren en mensen met tijdelijke contracten kwamen in de bijstand terecht.

Niet verrassend, vindt Benning. ‘Zij vormen de zogeheten flexibele schil. Als bedrijven moeten bezuinigen, is dat de eerste plek waar ze kijken.’

Dj David Guetta

Hoewel snel duidelijk was dat NOMOBO ‘enkele miljoenen’ euro omzet zou mislopen, wilde Buis- man niet direct de broekriem aanhalen. Net voor de grenzen sloten vloog hij naar San Francisco om met een belangrijke klant te brainstormen over hoe ze deze situatie in hun voordeel zouden kunnen laten werken. ‘De conclusie was helder’, zegt Buisman. ‘NOMOBO is een bedrijf dat con- tent maakt. Door middel van video’s brengen we de boodschap van onze klanten over aan geïn- teresseerden. Ook als er geen evenementen zijn, valt de behoefte om te communiceren niet weg.

Sterker nog, digitaal communiceren werd plots- klaps belangrijker dan ooit. Dat bood kansen.’

Buisman en zijn collega’s bedachten een concept om ‘remote’ (met alleen cameramensen op locatie) te werken. ‘We hebben bijvoorbeeld een livestream opgezet met dj David Guetta op het dak van Rockefeller Center in New York’, vertelt Buisman. ‘Zodra we live gingen, keken duizenden mensen mee. Guetta had verschillende schermen voor zijn dj-booth staan, zodat er toch interactie was met het publiek en hij mensen wereldwijd uit hun dak zag gaan. Weliswaar vanuit hun eigen woonkamer, maar toch.’

Daarnaast werkten ze aan een tweede product:

een pakket met daarin alles wat nodig is om hoogwaardige content te maken, zoals camera’s, routers, lampen en geluidsapparatuur. In plaats van zelf de wereld over te vliegen, stuurden ze de kant-en-klare kit op, zodat sprekers op online bij- eenkomsten zelf een mini-studio konden creëren.

Hoofd koel houden

Om beide concepten goed neer te zetten, moest flink geïnvesteerd worden in materiaal en twee

30 Rabo &Co

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

2 Burgerwindcoöperatie Achterhoekse Wind Energie is een kans voor iedereen om minder afhankelijk te worden van grote energiemaatschappijen.... Op dit moment, het project is nog

Installatietechniek DWC Schoutens Versie 24-10-2020 Pagina 3 Ook een digitale terug levermeter is geschikt voor terug levering aan het net.. Daarnaast zijn er ook

HomeQgo geeft alleen een indicatie of je dak en (woon-)situatie geschikt is voor de zonnepanelen in deze actie. Daarmee weet je nog niet definitief of je dak geschikt is. b)

> Stretchleer, blauw / zwart, wijdtemaat HX, veter- en ritssluiting..

Maar door creatief te zijn, hebben we de overcapaciteit op het gebied van werknemers goed kunnen inzetten en niemand naar huis hoeven sturen.. Ik voel als ondernemer ook

In onze optiek zijn deze twee locaties goed met elkaar te verbinden en kunnen zij een oplossing bieden voor het ligplaatsenbeleid van de gemeente Arnhem.. Bovendien biedt deze

Zoals gezegd, gaan wij mee in de online richting die veel van onze klanten op gaan, maar we beseffen ook dat dit niet voor iedereen is weggelegd.. Daarom is er altijd de mogelijkheid

Een ander punt dat volgens het CKM ontbreekt in het kabinets- programma mensenhandel is dat er te weinig wordt gedaan aan innovatie. Dit terwijl deze innovatie broodnodig is, zowel