• No results found

Vergelijking verschillende matvolumes bij gootje-broodje systeem en vergelijking substraatteelt-grondteelt bij aubergines

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vergelijking verschillende matvolumes bij gootje-broodje systeem en vergelijking substraatteelt-grondteelt bij aubergines"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

M

Bibliotheek Proefstation Naaldwijk

a

M

I t

S 9 1,

'STATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS

Vergelijking verschillende matvolumes b i j gootje-broodje systeem en vergelijking s u b s t r a a t t e e l t - g r o n d t e e l t b i j aubergines (voorjaar 1981)

BIBLIOTHEEK

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK

%

Door: R.H.M. Maaswinkel Intern verslag n r . 19

CqW

(2)

M 4

l p

f

1

44

d o 1- I 4 4 g q :

S5"

3 fevvH :

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS

Vergelijking verschillende matvolumes b i j gootje-broodje systeem en v e r g e l i j k i n g s u b s t r a a t t e e l t - g r o n d t e e l t b i j aubergines (voorjaar 1981).

BIBLIOTHEEK

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDHR GLAS TE NAALDWIJK

Door: R.H.M. Maaswinkel I n t e r n verslag n r . 19

(3)

INHOUD Samenvatting 1 . I n l e i d i n g 2 . Proefopzet 2 . 1 . De proeffaktoren 2 . 2 . Teeltmaatregelen 2 . 3 . Verrichte waarnemingen 2 . 3 . 1 . Gewas- en vruchtgroei 2 . 3 . 2 . Produktie 3 . Resultaten 3 . 1 . Gewas- en vruchtgroei

3 . 1 . 1 . Lengtegroei b i j enkele substraatbehandelingen en b i j de g r o n d t e e l t

3 . 1 . 2 . Uitgroeiduur van de vruchten 3 . 2 . Produktie

3 . 2 . 1 . Opbrengst (kg/m^) b i j de d i v e r s e s u b s t r a a t ­ behandelingen en b i j de g r o n d t e e l t

3 . 2 . 2 . Aantal geoogste vruchten 3 . 2 . 3 . Gemiddeld vruchtgewicht

3 . 2 . 4 . Percentage k l e i n e vruchten ( < 100 gram) 4 . Discussie 4 . 1 . Gewas- en vruchtgroei 4 . 2 . Produktie 5 . Konklusie Pagina 1 1 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 4 4 7 8 9 10 10 11 12 B i j l a g e : l i t e r a t u u r proefschema

(4)

§Ë™§QY§££iü9

In h e t voorjaar van 1981 i s i n de p r a k t i j k (P. de Jong, Maasland) een proef genomen met h e t gootje/broodje systeem. In de proef waren 4 verschillende matvolumes opgenomen. Vroeg was e r geen v e r s c h i l i n produktie tussen de v e r s c h i l l e n d e matvolumes. Laat was de produktie van h e t k l e i n s t e matvolume h e t l a a g s t .

Ook was e r een substraatteeltbehandeling opgenomen waarbij n i e t met g r o e i s t o f gespoten werd. Vroeg was de produktie van deze behandeling 1 , 3 kg/m2 l a g e r ten

opzichte van de met g r o e i s t o f behandelde planten en l a a t i e t s hoger. Ook was h e t gemiddeld vruchtgewicht b i j de onbespoten planten nogal wat l a g e r (vroeg 30 gram en l a a t 20 gram) en h e t percentage k l e i n e vruchten was hoog (8%). I n de proef was bovendien een oriënterende plantafstanden/stengelsysteem-proef opgenomen. Behalve h e t r a s Claresse was b i j deze proef ook h e t r a s Adona opgenomen. Vroeg waren e r nauwelijks v e r s c h i l l e n . Laat was b i j h e t r a s Claresse de produktie van 60 cm/2 s t e n g e l s en b i j Adona 75 cm/3 s t e n g e l s h e t hoogst. De gegevens konden hiervan echter n i e t wiskundig verwerkt worden en dienen derhalve met de nodige voorzichtigheid gehanteerd t e worden.

Indien de produktie van de s u b s t r a a t t e e l t vergeleken wordt met de g r o n d t e e l t dan b l i j k t , d a t vroeg i n h e t seizoen de produktie van de s u b s t r a a t t e e l t 1 , 4 kg/m^ hoger was dan d i e van t e e l t i n de grond en l a a t de produktie van de s u b s t r a a t ­ t e e l t i e t s l a g e r was (0,5 kg/m2).

H i e r b i j d i e n t wel opgemerkt t e worden, d a t de g r o n d t e e l t ca 21 dagen l a t e r

geplant i s . Het gemiddeld vruchtgewicht van de vruchten i s b i j de s u b s t r a a t t e e l t a l t i j d l a g e r dan b i j de g r o n d t e e l t .

Gezien echter de problemen qua gewas- en wortelontwikkeling i n de tweede h e l f t van de t e e l t , waarvan de oorzaak(en) n i e t achterhaald kon(den) worden, moet

b i j de i n t e r p r e t a t i e van de gevonden r e s u l t a t e n de nodige voorzichtigheid b e t r a c h t worden. Vooralsnog l i j k t h e t gootje/broodje systeem b i j de t e e l t van aubergines weinig perspectief t e bieden.

1 . I n l e i d i n g

B i j de t e e l t van aubergine b e s t a a t de afgelopen 2 j a a r i n toenemende mate b e l a n g s t e l l i n g voor de t e e l t op s u b s t r a a t . De s t e e n w o l t e e l t l i j k t voor auber­ gine goede mogelijkheden t e bieden.

B i j de e e r s t e t e e l t e n op steenwol i n de p r a k t i j k bleek, d a t de produktie vroeger was dan i n de grond. Tevens bleek, d a t de z e t t i n g van de vruchten gemakkelijker v e r l i e p dan b i j de g r o n d t e e l t .

Met de t e e l t van aubergine op blokjes steenwol volgens h e t gootje/broodje systeem was nog geen ervaring opgedaan. Het voordeel van d i t systeem i s o . a . , d a t na afloop van de t e e l t de steenwolblokken n i e t ontsmet hoeven t e worden. Het k l e i n e doorwortelde blokje wordt dan weggegooid. Daarnaast wordt minder water en meststoffen weggespoeld.

Om meer i n z i c h t t e k r i j g e n i n de mogelijkheden van h e t gootje/broodje systeem, de mogelijke v e r s c h i l l e n tussen t e l e n i n de grond en op s u b s t r a a t en mogelijke v e r s c h i l l e n i n z e t t i n g en uitgroeiduur van de vruchten tussen t e e l t op sub-^ s t r a a t en g r o n d t e e l t i s i n h e t voorjaar van 1981 i n de p r a k t i j k b i j de

heer P. de Jong t e Maasland een proef opgezet, waarbij deze faktoren nader onderzocht werden.

(5)

-1-

-2-2 '

E£2§Ü2E2§t

2 . 1 . De proeffaktoren Rassen

Er werden 2 rassen opgenomen:

Adona (hybride) , herkomst Rijk Zwaan;

Claresse (Lange V i o l e t t e ) , herkomst L. de Mos Matvolumes:

Er werden 4 matvolumes b i j h e t r a s Claresse opgenomen:

Objekt Inhoud Aantal herhalingen: A B C D Groeistoffen 0,75 l i t e r 1,125 " 2,25 3,375 "

B i j twee velden werd t i j d e n s de t e e l t n i e t met g r o e i s t o f gespoten. Deze velden z i j n qua matvolume t e v e r g e l i j k e n met o b j e k t C waar wel t i j d e n s de t e e l t met g r o e i s t o f gespoten werd. Deze behandeling werd u i t ­ gevoerd b i j h e t r a s C l a r e s s e .

Plantafstanden/systemen :

Oriënterend plantafstanden/systemen proef b i j Adona en Claresse i n r e s ­ p e c t i e v e l i j k enkelvoud en twee herhalingen 60 cm/2 s t e n g e l s en 75 cm/ 3 s t e n g e l s .

Het proefschema i s i n de b i j l a g e weergegeven. 2 . 2 . Teeltmaatregelen

De proef was gezaaid op 10 oktober 1980 (zowel s u b s t r a a t a l s g r o n d t e e l t ) . De planten kwamen half december op h e t b e d r i j f en werden verder a f g e ­ kweekt. De steenwolplanten werden op 19 december g e p l a n t . De grond­ planten op 9 j a n u a r i . Plantafstand 75 cm, 3 s t e n g e l s per p l a n t . Van begin f e b r u a r i t o t 4 weken voor de l a a t s t e oogst i s éénmaal per week gespoten met g r o e i s t o f : Tornatotone 10 ml/1 + Rovral 1 g r / 1 . 2 . 3 . Verrichte waarnemingen

2 . 3 . 1 . Gewas- en vruchtgroei

- Op 13 j a n u a r i , 24 f e b r u a r i , 23 a p r i l en 3 j u l i werd van de p l a n ­ ten van de Objekten A t/m D, Adona 60 cm/2 s t . , Adona 75 cm/3 s t . en van de planten g e t e e l d i n de grond de l e n g t e van h e t gewas bepaald.

- Vanaf de e e r s t e z e t t i n g werden van de Objekten C, Adona (beide velden), Claresse zonder g r o e i s t o f en g r o n d t e e l t de pasgezette v r u c h t j e s g e l a b e l d .

- Van de gelabelde vruchten werd de uitgroeiduur bepaald ( v e r ­ s c h i l periode tussen z e t t i n g en o o g s t ) .

2 . 3 . 2 . Produktie

B i j de oogst : - a a n t a l vruchten (grote vruchten en vruchten ^100 gram)

- gewicht van de vruchten (grote vruchten en vruchten ^100 gram) .

(6)

-3-3« Resultaten

3 . 1 . Gewas- en vruchtgroei

3 . 1 . 1 . Lengtegroei b i j enkele_substraatbehandelingen_en_bij de_grondteelt Tabel 1 : Bepaling van de gewaslengte b i j de Objekten A t/m D, de oriënterende plantafstandenproef met Adona en b i j de grond-t e e l grond-t . Plantlengte i n cm Objekt Ras 1 3 / 1 24/2 23/4 3/7 A Claresse 31 63 96 137 B " 31 64 98 144 C " 32 64 - 94 143 D " 32 65 97 143 Grond " 18 44 91 168 60/2 st.Adona 30 73 118 178 75/3 st.Adona 31 72 117 186

U i t deze t a b e l b l i j k t , d a t vroeg (13/1) e r nauwelijks v e r s c h i l l e n z i j n i n p l a n t l e n g t e tussen de verschillende substraatbehandelingen. De p l a n t l e n g t e van de p l a n t e n , g e t e e l d i n de g r o n d , i s + 13 cm

k o r t e r dan de planten, g e t e e l d i n s u b s t r a a t .

Op 23 a p r i l z i j n e r nauwelijks v e r s c h i l l e n i n p l a n t l e n g t e waar­ neembaar tussen de verschillende matvolumes b i j de s u b s t r a a t t e e l t . De p l a n t l e n g t e van Adona i s g r o t e r dan van C l a r e s s e . De p l a n t ­ l e n g t e van de p l a n t e n , geteeld i n de grond, i s nagenoeg g e l i j k aan d i e van h e t z e l f d e r a s , g e t e e l d op s u b s t r a a t . Laat op 3 j u l i i s de p l a n t l e n g t e van Objekt A i e t s k l e i n e r dan de overige 3 Ob­ jekten b i j de verschillende matvolumes. De p l a n t l e n g t e van

Adona i s dan a a n z i e n l i j k g r o t e r dan van C l a r e s s e . Op deze p e i l ­ datum i s b i j h e t 60 cm/2 stengelsysteem de p l a n t l e n g t e 10 cm k l e i n e r dan b i j h e t 75 cm/3 stengelsysteem. De p l a n t l e n g t e van de planten, g e t e e l d i n de grond, i s g r o t e r dan d i e van h e t z e l f d e r a s , g e t e e l d op s u b s t r a a t .

De aanvankelijke achterstand qua p l a n t l e n g t e ( l a t e r e plantdatum) i s dus ingehaald.

3 . 1 . 2 . Uitgroeiduur van_de vruchten

Tijdens de t e e l t z i j n vanaf de e e r s t e z e t t i n g van de vruchten 20 januari t o t en met 10 juni regelmatig b i j de Objekten C,

Adona (beide velden gemiddeld), zonder g r o e i s t o f en g r o n d t e e l t de pasgezette vruchten gelabeld.

Tabel 2 : Uitgroeiduur i n dagen b i j de verschillende behandelingen.

Behandelingen Uitgroeiduur i n dagen

1 . Claresse + g r o e i s t o f o b j e k t C 32,3

2 . Adona + g r o e i s t o f 32,3

3 . Claresse - g r o e i s t o f op s u b s t r a a t 31,4 4 . Claresse + g r o e i s t o f g r o n d t e e l t 32,8

(7)

-4-U i t bovenstaande t a b e l b l i j k t , d a t de v e r s c h i l l e n tussen de behan­ delingen 1 , 2 en 4 n i h i l z i j n .

Gezien de opzet van de proef z i j n de mogelijkheden om deze gegevens wiskundig t e verwerken beperkt. Deze verwerking g e e f t dan ook

a l l e e n een zekere tendens weer. Indien de behandelingen 1 , 2 en 4 a f z o n d e r l i j k vergeleken worden met o b j e k t 3 bleken de volgende v e r s c h i l l e n .

Behandeling 1 met behandeling 3: v e r s c h i l 0 , 9 ( P 0 , 0 3 ) . Behandeling 2 met behandeling 3 : v e r s c h i l 0 , 9 ( P ' " ^ 0 , 0 3 ) . Behandeling 4 met behandeling 3 : v e r s c h i l 1 , 4 (P < 0 , 0 0 1 ) . 3 . 2 . Produktie

3 . 2 . 1 . Opbrengst_(kg/m^)_ b i j de_diverse substraatbehandelingen_en_bij de g r o n d t e e l t

Tabel 3 : Gemiddelde kg opbrengst per m2 b i j de d i v e r s e behande­ l i n g e n . kg/m2 Objekt Ras t/m 15/4 t/m 19/8 A Claresse 2,2 17,0 B 2 , 3 1 8 , 1 C " 2,2 1 8 , 3 D " 2 , 3 19,0 60/2 s t . 2,0 20,2 75/3 S t . 2,2 1 9 , 3 60/2 st.Adona 2,4 1 9 , 1 75/3 s t . 2,6 21,8 - g r o e i - Claresse 1 , 9 18 f 8 s t o f grond Claresse 0 , 8 1 8 , 2

Van de opbrengstgegevens u i t bovenstaande t a b e l kunnen a l l e e n , gezien de proefopzet, de Objekten A t o t en met D goed wiskundig verwerkt worden. De overige Objekten geven a l l e e n een tendens weer. U i t de t a b e l b l i j k t , d a t tussen de Objekten A t o t en met D op 15 a p r i l nauwelijks v e r s c h i l i n kg produktie i s . Na wiskundige verwerking bleek, d a t deze v e r s c h i l l e n n i e t betrouwbaar z i j n . Ook b i j de oriënterende plantafstandenproeven b i j h e t r a s Claresse z i j n tussen de beide plantafstanden nauwelijks v e r s c h i l l e n . D i t zelfde g e l d t voor de oriënterende plantafstandenproef b i j h e t r a s Adona. Ten opzichte van o b j e k t C b l i j f t de kg produktie van h e t o b j e k t zonder g r o e i s t o f 0 , 3 kg/m2 a c h t e r .

De g r o n d t e e l t l i g t + 1 , 4 kg/m^ a c h t e r ten opzichte van de sub­ s t r a a t t e e l t .

Op 19 augustus b l i j k t , d a t tussen de Objekten A t o t en met D de kg produktie van o b j e k t A a c h t e r b l i j f t ten opzichte van de overige 3 Objekten. De kg opbrengst van de Objekten B en C i s nagenoeg g e l i j k en de opbrengst van o b j e k t D wat hoger. Deze v e r s c h i l l e n bleken na wiskundige verwerking n i e t betrouwbaar.

(8)

-5-B i j de oriënterende plantafstandenproef b i j h e t r a s Claresse i s de kg produktie van 60 cm/2 stengelsysteem 0 , 9 kg/m^ hoger dan b i j h e t 75 cm/3 stengelsysteem.

Daarentegen i s de kg produktie b i j de oriënterende p l a n t a f s t a n d e n ­ proef b i j h e t r a s Adona hoger b i j h e t 75 cm/3 stengelsysteem ten opzichte van 60 cm/2 stengelsysteem.

B i j de behandeling waarbij zonder g r o e i s t o f gewerkt i s , i s l a a t de kg produktie 0 , 5 kg/m^ hoger dan o b j e k t C. De g r o n d t e e l t l i g t dan i n kg produktie nagenoeg g e l i j k ten opzichte van de sub­ s t r a a t t e e l t .

(9)

2

Grafiek I s Produktie i n kg/ra b i j Objekt C en g r o n d t e e l t t i j d e n s de t e e l t .

s u b s t r a a t Objekt C g r o n d t e e l t

(10)

-7-U i t voorgaande g r a f i e k b l i j k t , d a t i n de begin periode t o t

h a l f a p r i l b i j de s u b s t r a a t t e e l t een voorsprong i s i n kg produktie ten opzichte van de g r o n d t e e l t . In de tweede h e l f t van de t e e l t en op h e t eind wordt deze voorsprong door de grond ingehaald en u i t e i n d e l i j k z a l na eind augustus de g r o n d t e e l t een hogere kg produktie halen.

3 . 2 . 2 . Aantal geoo2ste_vruchten

Tabel 4 : Aantal geoogste vruchten b i j de d i v e r s e behandelingen.

Objekt Ras st/m 2 Objekt Ras t/m 15/4 t/m 19/8 A Claresse 1 1 , 9 7 4 , 1 B II 1 3 , 1 76,7 C II 1 2 , 5 78,9 D II 12,6 8 0 , 1 60/2 s t . Claresse 1 2 , 5 80,8 75/3 s t . II 12,4 74,5 60/2 s t . Adona 1 1 , 5 65,0 75/3 s t . II 1 1 , 8 73,6 - g r o e i s t o f Claresse 13,6 85,8 grond Claresse 4,2 64,3

Van de opbrengstgegevens u i t bovenstaande t a b e l kunnen a l l e e n , gezien de proefopzet, de Objekten A t o t en met D goed wiskundig verwerkt worden. De overige Objekten geven a l l e e n een tendens weer.

U i t de t a b e l b l i j k t , d a t op 15 a p r i l tussen de Objekten A t o t en met D de produktie yan o b j e k t A i e t s k l e i n e r i s dan de overige Objekten. De produktie van o b j e k t B i s wat hoger dan de overige Objekten.

Na wiskundige verwerking bleek, d a t deze v e r s c h i l l e n n i e t betrouw­ baar z i j n . B i j de oriënterende plantafstandenproef b i j h e t r a s Claresse bestaan nauwelijks v e r s c h i l l e n tussen beide Objekten. D i t g e l d t nagenoeg voor de oriënterende plantafstandenproef b i j h e t r a s Adona.

B i j de behandeling zonder gebruik t e maken van g r o e i s t o f i s de stuksproduktie vroeg 1 , 1 s t / m2 hoger dan b i j h e t v e r g e l i j k b a r e

o b j e k t C.

B i j de g r o n d t e e l t i s de produktie + 8 st/m2 l a g e r dan b i j de s u b ­

s t r a a t t e e l t . Op 19 augustus b l i j k t , d a t b i j de produktie tussen de Objekten A t/m D de produktie van o b j e k t A h e t k l e i n s t i s . Naar mate h e t matvolume g r o t e r wordt, neemt de produktie wat t o e . De produktie van o b j e k t D i s 6 st/m^ hoger dan o b j e k t A. Deze v e r s c h i l l e n bleken na wiskundige verwerking n i e t betrouwbaar. B i j de oriënterende plantafstandenproef b i j h e t r a s Claresse i s de produktie van 60 cm/2 s t e n g e l s + 6 st/m2 hoger dan 75 cm/3

s t e n g e l s . B i j de oriënterende plantafstandenproef b i j h e t r a s Adona i s de produktie van 75 cm/3 s t e n g e l s + 8 st/m2 hoger dan

(11)

-8-O

B i j de behandeling zonder g r o e i s t o f i s de produktie + 7 st/m hoger dan b i j h e t v e r g e l i j k b a r e Objekt C.

B i j de g r o n d t e e l t i s de produktie + 14 st/m^ l a g e r dan b i j de s u b s t r a a t t e e l t .

3 . 2 . 3 . Gemiddeld vruchtgewicht

Tabel 5 : Het gemiddeld vruchtgewicht i n grammen van de d i v e r s e behandelingen. Objekt Ras gem.vr. gew. i n g r . Objekt Ras t/m 15/4 t/m 19/8 A Claresse 184 230 B II 179 237 C II 173 232 D II 183 237 60/2 s t . Claresse 160 250 75/3 s t . . II 177 259 60/2 s t . Adona 208 294 75/3 s t . II 221 296 - g r o e i s t o f Claresse 140 219 grond Claresse 187 283

Van de gemiddelde vruchtgegevens u i t bovenstaande t a b e l kunnen a l l e e n , gezien de proefopzet, de Objekten A t o t en met D goed wiskundig verwerkt worden. De overige Objekten geven a l l e e n een

tendens weer. Uit de tabel blijkt, dat op 15 april tussen de O b ­

jekten A t o t en met D e r nauwelijks v e r s c h i l l e n z i j n i n gemiddeld vruchtgewicht. Na wiskundige verwerking bleek, d a t deze v e r s c h i l l e n n i e t betrouwbaar z i j n . B i j de oriënterende plantafstandenproef b i j h e t r a s Claresse i s h e t gemiddeld vruchtgewicht b i j 75 cm/3 s t e n ­ g e l s i e t s hoger dan b i j 60 cm/2 s t e n g e l s . Ook b i j h e t r a s Adona i s b i j de oriënterende plantafstandenproef b i j 75 cm/3 s t e n g e l s h e t gemiddeld vruchtgewicht i e t s hoger dan b i j 60cm/2 s t e n g e l s . B i j de behandeling zonder g r o e i s t o f i s h e t gemiddeld vruchtgewicht 33 gram l a g e r dan b i j de v e r g e l i j k b a r e substraatbehandeling met g r o e i s t o f .

Het gemiddeld vruchtgewicht b i j de g r o n d t e e l t i s op 15 a p r i l nage­ noeg g e l i j k aan h e t gemiddeld vruchtgewicht b i j de s u b s t r a a t t e e l t . Op 19 augustus z i j n e r nauwelijks v e r s c h i l l e n i n gemiddeld v r u c h t ­ gewicht tussen de Objekten A t/m D. Deze v e r s c h i l l e n bleken na wiskundige verwerking n i e t betrouwbaar. Ook b i j de oriënterende plantafstandenproef b i j h e t r a s Claresse i s op 19 augustus nauwe­ l i j k s v e r s c h i l i n gemiddeld vruchtgewicht. D i t z e l f d e g e l d t voor de oriënterende plantafstandenproef b i j h e t r a s Adona.

B i j de behandeling zonder g r o e i s t o f i s h e t gemiddeld vruchtgewich 13 gram l a g e r dan b i j de v e r g e l i j k b a r e substraatbehandeling met g r o e i s t o f .

Het gemiddeld vruchtgewicht b i j de g r o n d t e e l t i s l a a t + 50 gram hoger dan b i j de s u b s t r a a t t e e l t .

(12)

-9-3 . 2 . 4 . Percentage kleine_vruchten

Tabel 6 : Het percentage vruchten ^ 100 gram b i j de v e r s c h i l l e n d e behandelingen.

% vruchten < 100 g r .

Objekt Ras van t o t , gew.

t/m 15/4 t/m 19/8 A Claresse 4,6 3 , 5 B II 6 , 4 3 , 3 C II 6 , 5 3,6 D II 6 , 1 3 , 1 60/2 s t . Claresse 5 , 5 4,7 75/3 s t . II 5,0 3,6 60/2 s t . Adona 4,6 2 75/3 s t . II 4,6 1 , 6 - g r o e i s t o f Claresse 7 , 1 8 , 3 grond Claresse - 1 , 8

Van h e t percentage vruchten < 100 gram u i t bovenstaande t a b e l kunnen a l l e e n , gezien de proefopzet, de Objekten A t o t en met D goed wiskundig verwerkt worden.

De overige Objekten geven a l l e e n een tendens weer. U i t de t a b e l b l i j k t , d a t tussen de Objekten A t o t en met D op 15 a p r i l h e t p e r ­ centage k l e i n e vruchten b i j Objekt A wat k l e i n e r i s dan b i j de overige Objekten. Na wiskundige verwerking bleek, d a t deze v e r ­ s c h i l l e n n i e t betrouwbaar z i j n . B i j de oriënterende plantafstanden-proef b i j h e t r a s Claresse i s h e t percentage k l e i n e vruchten b i j 60 cm/2 s t e n g e l s i e t s g r o t e r dan b i j 75cm/3 s t e n g e l s . B i j de o r i ë n ­

terende plantafstandenproef b i j h e t r a s Adona b e s t a a t geen v e r ­ s c h i l i n percentage k l e i n e vruchten b i j beide behandelingen.

B i j de behandelingen zonder g r o e i s t o f i s op 15 a p r i l h e t percenta­ ge k l e i n e vruchten wat hoger dan b i j de v e r g e l i j k b a r e s u b s t r a a t b e ­ handeling C.

Op 19 augustus z i j n e r nauwelijks v e r s c h i l l e n i n percentage k l e i n e vruchten tussen de Objekten A t/m D. Alleen b i j o b j e k t D i s h e t percentage wat k l e i n e r . Deze v e r s c h i l l e n bleken na wiskundige v e r ­ werking n i e t betrouwbaar. B i j de oriënterende plantafstandenproef b i j h e t r a s Claresse i s h e t percentage k l e i n e vruchten b i j

60/2 s t e n g e l s + 1% g r o t e r dan b i j 75/3 s t e n g e l s . B i j de o r i ë n t e r e n ­ de plantafstandenproef van h e t r a s Adona i s e r een k l e i n v e r s c h i l . B i j 60cm/2 s t e n g e l s i s h e t percentage 0,4% g r o t e r dan b i j 75cm/ 3 s t e n g e l s .

* B i j de behandeling zonder g r o e i s t o f i s l a a t h e t percentage k l e i n e vruchten 4,7% hoger dan b i j de v e r g e l i j k b a r e substraatbehandeling C. Het percentage k l e i n e vruchten i s b i j de g r o n d t e e l t l a g e r dan b i j de v e r g e l i j k b a r e substraatbehandeling C.

(13)

-10-4 . Discussie

4 . 1 . Gewas- en vruchtgroei

, Tussen de verschillende Objekten A t o t en met D was vroeg geen v e r s c h i l i n p l a n t l e n g t e . Laat, begin j u l i was de p l a n t l e n g t e van o b j e k t A k l e i n e r dan van de overige Objekten. De k l e i n e r e p l a n t l e n g t e van o b j e k t A i s v e r ­ moedelijk veroorzaakt door h e t k l e i n e matvolume van d i t o b j e k t .

De p l a n t l e n g t e van h e t r a s Adona was i n h e t begin nagenoeg g e l i j k aan d i e van de Objekten A t o t en met D. In de loop van de t e e l t neemt de p l a n t l e n g t e van Adona, geteeld op s u b s t r a a t , s t e r k e r toe dan C l a r e s s e , g e t e e l d op s u b s t r a a t . De s t e r k e r e groeikracht van Adona i s bekend; d i t doet zich ook voor b i j de g r o n d t e e l t .

De p l a n t l e n g t e van de planten, geteeld i n de grond, was h a l f januari nogal wat k l e i n e r dan d i e van de Objekten A t o t en met D. Later wordt h e t v e r s c h i l i n p l a n t l e n g t e tussen de planten, geteeld i n de grond en de Objekten A t o t en met D, s t e e d s k l e i n e r .

In de tweede h e l f t van de t e e l t z i j n de planten van de Objekten A t o t en metD nogal wat k l e i n e r dan de planten geteeld i n de grond. De oorzaak(en) van de s l e c h t e ontwikkeling van de planten, g e t e e l d i n s u b s t r a a t , i s moeilijk aan t e geven. De t e e l t op s u b s t r a a t s t a r t t e voorspoedig. De e e r s t e maanden van de t e e l t was de gewasontwikkeling (en produktie) b i j a l l e substraatbehandelingen (beide rassen) goed. Vanaf begin a p r i l kwamen de e e r s t e problemen. B i j a l l e behandelingen s t i e r v e n wortels af en groeide h e t gewas matig t o t s l e c h t . Gedurende de zomermaanden bleef h e t gewas op s u b s t r a a t erg a c h t e r .

Er i s g e t r a c h t de oorzaak(en) van d i t v e r s c h i j n s e l t e achterhalen. Het ( ^ - g e h a l t e i n de voedingsoplossing i s gemeten. D i t was i n o r d e . De samenstelling van de voeding werd e l k e 14 dagen gecontroleerd en deze bleek eveneens i n o r d e . Wel t r o f men op de afgestorven wortelresten Pythium aan. Deze zwakte p a r a s i e t kan e c h t e r n i e t a l s veroorzaker van h e t probleem aangeduid worden, maar meer a l s secundaire ziekteverwekker. Het i s de vraag i n hoeverre de zeer vroege en d a a r b i j hoge produktie i n h e t begin de balans tussen generatieve en vegetatieve ontwikkeling van de p l a n t verstoord h e e f t , waardoor e r zich i n de tweede h e l f t van de

t e e l t e r n s t i g e problemen voordeden. Een keer t i j d e n s de t e e l t i s h e t gewas v r i j w e l leeggeoogst. Het gevolg hiervan was d a t h e t gewas zich enigszins h e r s t e l d e . Opvallend i s e c h t e r d a t b i j een oriënterende proef i n h e t z e l f d e seizoen t e Bleiswijk, waar steenwol- en gootje/broodje systeem n a a s t elkaar lagen, h e t bovengenoemd probleem eveneens a l l e e n b i j h e t gootje/broodje systeem o p t r a d . Ook daar was de oorzaak n i e t t e achterhalen. Het i s bekend, d a t h e t gewas aubergine nogal gevoelig i s op de w o r t e l . Mogelijk d a t de wortel c o n d i t i e s i n de tweede h e l f t van de t e e l t b i j h e t gootje/broodje systeem v e r r e van optimaal waren.

Verschil i n uitgroeiduur van de vruchten bestond e r a l l e e n tussen h e t o b j e k t 'geen g r o e i s t o f op s u b s t r a a t r a s C l a r e s s e ' ten opzichte van de Objekten: g r o e i s t o f op s u b s t r a a t r a s C l a r e s s e . Adona op s u b s t r a a t en Claresse geteeld i n de grond. Vooral h e t v e r s c h i l i n uitgroeiduur tussen * h e t o b j e k t Claresse zonder g r o e i s t o f op s u b s t r a a t en Claresse met g r o e i ­

s t o f g r o n d t e e l t was zeer betrouwbaar. Voor de p r a k t i j k i s d i t e c h t e r n i e t van belang, aangezien h e t v e r s c h i l s l e c h t s 1 , 4 dag i s en derhalve nauwelijks voordelen g e e f t b i j de oogstsnelheid.

(14)

-11-4 . 2 . Produktie

Vroeg was e r nauwelijks v e r s c h i l i n kg produktie tussen de Objekten A t o t en met D. Laat, eind augustus, i s de kg produktie van o b j e k t A h e t l a a g s t en van o b j e k t D h e t hoogst. Gezien e c h t e r de stand van h e t gewas, z i e punt 4 . 1 . , kan enige betrouwbare konklusie nauwelijks h i e r u i t getrokken worden.

B i j de oriënterende plantafstandenproef b i j h e t r a s Claresse was zowel vroeg a l s l a a t geen v e r s c h i l i n produktie. B i j de oriënterende p l a n t a f ­ standenproef b i j h e t r a s Adona was vroeg nauwelijks enig v e r s c h i l tussen beide Objekten en l a a t was de produktie b i j 75/3 s t e n g e l s 2,7 kg/m2

hoger dan 60/2 s t e n g e l s . Gezien h e t f e i t e c h t e r , d a t beide Objekten n i e t i n herhalingen lagen mag u i t d i t v e r s c h i l geen konklusie getrokken

worden.

B i j h e t o b j e k t zonder g r o e i s t o f op s u b s t r a a t was vroeg de produktie wat l a g e r dan h e t v e r g e l i j k b a r e o b j e k t C. Laat was de produktie i e t s hoger dan o b j e k t C. Daarbij d i e n t wel opgemerkt t e worden d a t de vruchten van h e t o b j e k t zonder g r o e i s t o f nogal roodachtig van kleur waren, dus kwali­ t a t i e f zeer matig.

Vroeg was de kg produktie b i j h e t o b j e k t g r o n d t e e l t nogal wat l a g e r dan de s u b s t r a a t t e e l t ( v e r s c h i l + 1 , 5 kg/m^). Laat was de produktie van h e t o b j e k t g r o n d t e e l t nagenoeg g e l i j k aan d i e van s u b s t r a a t t e e l t . B i j h e t v e r s c h i l vroeg d i e n t opgemerkt t e worden, d a t de zaaidata van grond- en s u b s t r a a t t e e l t g e l i j k waren, d a t e r half december tussen beide Objekten ook nog geen v e r s c h i l l e n waren, maar d a t e r v e r s c h i l i n p l a n t i n g z i t van 3 weken. Het i s t e verwachten, d a t door t e e l t op s u b s t r a a t enige vervroeging i n produktie mogelijk i s , h e t i s echter nog de vraag of d a t v e r s c h i l + 1 , 5 kg/m2 bedraagt.

Tussen de Objekten A t o t en met D was zowel vroeg a l s l a a t nauwelijks v e r s c h i l i n gemiddeld vruchtgewicht. D i t z e l f d e g e l d t voor de oriënterende plantafstandenproeven met h e t r a s Adona en C l a r e s s e . Daarbij i s h e t

gemiddeld vruchtgewicht b i j h e t r a s Adona vroeg + 20 gram hoger en l a a t + 40 gram hoger dan Claresse op s u b s t r a a t .

Het gemiddeld vruchtgewicht b i j h e t o b j e k t Claresse zonder g r o e i s t o f i s vroeg + 40 gram l a g e r en l a a t + 20 gram l a g e r dan h e t v e r g e l i j k b a r e o b j e k t C. Door h e t weglaten van de groeistofbehandeling wordt h e t gemid­ deld vruchtgewicht van de vruchten nogal wat l a g e r . Van h e t o b j e k t g r o n d t e e l t was vroeg h e t gemiddeld vruchtgewicht nagenoeg g e l i j k aan de substraatbehandeling b i j h e t r a s Claresse en l a t e r + 50 gram hoger dan b i j de substraatbehandeling (Claresse). Wordt d a a r b i j nog h e t percentage vruchten K 100 gram i n ogenschouw genomen, dan b l i j k t d a t d i t percentage b i j de g r o n d t e e l t h e t l a a g s t i s . B i j de s u b s t r a a t t e e l t i s d i t percentage zowel vroeg a l s l a a t b i j h e t r a s Claresse hoger. Vooral indien geen

g r o e i s t o f gebruikt wordt b i j h e t r a s Claresse i s d i t percentage e r g hoog. Vooral l a a t i s b i j h e t r a s Adona h e t percentage k l e i n e vruchten l a a g . Nagenoeg g e l i j k aan h e t percentage van de g r o n d t e e l t . Door de gemiddeld wat zwaardere vruchten en daardoor h e t k l e i n e percentage k l e i n e vruchten b i e d t h e t r a s Adona waarschijnlijk meer mogelijkheden op s u b s t r a a t t e e l t dan C l a r e s s e .

(15)

-12-5 . Konklusie

U i t de proef b l i j k t , d a t hoewel een zuivere v e r g e l i j k i n g n i e t helemaal mogelijk was, d a t h e t t e l e n i n s u b s t r a a t produktie-vervroeging g e e f t ten opzichte van t e l e n i n de grond. Gebruik maken van g r o e i s t o f b i j de t e e l t op s u b s t r a a t g e e f t prodüktieverhoging, een b e t e r e v r u c h t k w a l i t e i t en een hoger gemiddeld vruchtgewicht.

Alleen l a a t bestond e r een k l e i n v e r s c h i l i n produktie tussen de v e r s c h i l ­ lende Objekten van matvolumes. Gezien de problemen d i e zich i n de tweede h e l f t van de t e e l t manifesteerden, l i j k t h e t gootje/broodje systeem v o o r a l s ­ nog b i j h e t auberginegewas weinig perspectieven t e bieden.

L i t e r a t u u r :

Maaswinkel, R; Eindhoven, W. ; de Jong, J . Voor aubergines kiezen we steenwolmatten. T u i n d e r i j , d e n r . 24, 1981

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

kelijke positie van vrouwen uitte zich ook in onderzoek naar alleen- staande vrouwen, en dan gaat het niet enkel meer over weduwen, maar ook over vrouwen die hun leven alleenstaand

De vrij hoge investering, de extra arbeid voor de jaarlijkse installatie van het systeem en het feit dat in de Nederlandse bedrijfs­ voering de vaste regenleiding ale

• Meeste soorten bijen hebben geen waarde voor landbouw.. • Maar 2 procent van de bijen doet 80 procent van

De ondergrondtypen worden als volgt aangeduid: T0 = meting voor bestorting, OUD= oude ondergrond op referentielocatie, BS = breukstenen, SS = staalslakken, SSBS = staan onder

of interest, then these sequences can be fed into iDeepS models. The iDeepS method estimates the probability of those RNA sequences bound to certain RBPs. [ 39 ] analyze HT-SELEX

Therefore, the primary aim of this study was to provide an overview of the recommendations regarding the diagnosis and treatment of patients with non-specific LBP in primary care

We mea- sured the expression of inhibitory receptors and their ligands on leukocytes isolated from paired resected meta- static liver tumors, tumor-free liver tissues (TFL) and blood

De agrarische sector zelf werkt echter ook aan de transitie van het voedselsysteem en aan de hand van de vier scenario’s wordt inzichtelijk gemaakt hoe het toekomstige