• No results found

Mensen zoals jij en ik. Rabobank Regio Den Haag. najaar 2020 BEELD: ELLEN HOUTMAN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Mensen zoals jij en ik. Rabobank Regio Den Haag. najaar 2020 BEELD: ELLEN HOUTMAN"

Copied!
44
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Mensen zoals jij en ik

BEELD: ELLEN HOUTMAN

Rabobank Regio Den Haag

w w w .ra b oe nc o.n l

najaar 2020

(2)

De levensgrote en indringende portretten van

‘Mensen zoals jij en ik’ stonden tot voor kort in het Atrium van het Haagse stadhuis. De expositie heeft een treffende naam, want met de negentien mensen op de foto’s lijkt niets aan de hand. Wie dichterbij komt en onder de foto's hun verhalen leest, ontdekt dat zij geen dak boven hun hoofd hebben of hadden.

De expositie is een initiatief van de Haagse hulporganisatie Straat Consulaat. Ze behartigen de belangen van dak- en thuislozen en drugsgebruikers in opvang, zorg en op straat. ‘Er is een tekort aan opvang, terwijl het aantal dak- en thuislozen toeneemt’, vertelt directeur Marlies Filbri. ‘Veel inwoners zijn negatief over de komst van opvang in hun buurt, terwijl die plekken hard nodig zijn.

Vorige week nog deelden we tien slaapzakken uit aan mensen die niet in de opvang terecht konden.

Met deze expositie willen we laten zien dat daklozen gewone mensen zijn en de weerstand wegnemen om meer opvang mogelijk te maken. Vaak zijn het mensen die keuzes maakten waarvan je je kunt voorstellen dat jij ze ook zo had gemaakt.’

Meer aandacht

Sandra is een van de geportretteerden. Samen met haar dochter (14) was ze twee jaar dakloos. ‘Door een vervelende samenloop van omstandigheden’, vertelt ze. ‘Ik had een huurschuld, kon slecht met mijn bewindvoerder door één deur en logeerde bij vrienden om te herstellen van een operatie.

Vervolgens kwamen we niet in aanmerking voor een nieuwe plek. Twee jaar logeerden we bij verschillende vrienden. Straat Consulaat trok me uit het diepe dal.

De gemeente kon me niet de hulp bieden die ik nodig had, maar dankzij andere organisaties heb ik sinds april weer mijn eigen huis. Wat Straat Consultaat doet voor dak- en thuislozen mag meer aandacht krijgen. En de gemeente moet meer haar best doen voor dak- en thuislozen. Daarom sta ik met mijn dochter op de foto, ik hoop dat het helpt.’

‘De expositie is mede mogelijk gemaakt door donaties van medewerkers van Rabobank Regio Den Haag’, vertelt Marlies. ‘Eigenlijk wilden we ook exposeren bij onderwijsinstellingen en op andere publieke plekken. Door corona had dat niet zoveel zin, want daar komen nauwelijks nog mensen. Maar inmiddels wordt nagedacht over nieuwe opties:

de Tweede Kamer bijvoorbeeld, of plekken in de openbare ruimte, zoals een station. Kom vooral kijken als we een nieuwe plek hebben. Dat maken we bekend op straatconsulaat.nl.’

Marlies Filbri, directeur van Straat Consulaat straatconsulaat.nl

Mensen zoals jij en ik

Het dak boven je hoofd verliezen?

Het kan iedereen overkomen. Dat laat de foto- expositie ‘Mensen zoals jij en ik’ zien.

Het doel? De beeldvorming over dak- en thuislozen veranderen.

TEKST: SCHRIJF-SCHRIJF BEELD: ELLEN HOUTMAN

Rabo &Co

(3)

Rabo &Co is een uitgave van de lokale banken van Rabobank Groepsorganisatie en wordt kosteloos verspreid onder leden en relaties van de bank en op verschillende openbare gelegenheden. Rabo &Co wordt gedrukt op duurzaam gerecycled papier en verschijnt in 87 verschillende lokale edities.

Het magazine geeft een inkijk in wat er speelt in de lokale en regionale gemeenschappen en op welke manier de Rabobank hier vanuit haar missie Growing a better world together bij betrokken is. Het magazine verschijnt drie keer per jaar. Concept en realisatie: Coöperatieve Rabobank U.A., Altavia Sumis, MPG, Pop Up Press. Mailadres redactie: communicatie.denhaag@rabobank.nl. Lithografie en drukwerkcoördinatie: Altavia Sumis.

Rabo &Co is een uitgave van Rabobank. Niets uit deze Rabo &Co mag worden overgenomen, opgeslagen, en/of verspreid op welke wijze dan ook zonder voorafgaande toestemming van Rabobank. De Rabobank, Altavia Sumis en andere informatieleveranciers zijn niet aansprakelijk voor schade van welke aard ook als gevolg van onjuistheden in deze uitgave of in verband met het gebruik van deze uitgave.

4

Koop lokaal

Ingrid Leystra, Eric Bouwman en Dave Fisser leiden lokale onderne- mers door de coronacrisis via het hulpplatform Support Your Locals Leidschendam-Voorburg.

6

Koop lokaal

Een globaal voedselsysteem maakt ons kwetsbaar. Betekent corona de doorbraak van de korte keten?

8

Interview

Bij de Upcycle Campus van reïn- tegratiebedrijf Stunt vinden ruim honderd mensen passend werk.

12

Familiebanden

Door corona konden veel groot- ouders hun kleinkinderen niet bezoeken. Hoe loste een hechte familie dat op?

15

Doe mee

Tegels eruit, groen erin: breng je tuin tot leven!

16

Coöperatief

Deze tijd leert ons dat we afhankelijk zijn van elkaar. Dat vergt een coöperatieve houding.

18

Rabo ClubSupport

Verenigingen bieden een waardevol netwerk. En soms helpen ze bij het realiseren van een droom.

20

Ik werk mee

Jochem (9) hielp mee op de boerderij toen hij door corona niet naar school kon.

21

Kort nieuws

Deze vijf vrijwilligersprojecten kregen van ons een steuntje in de rug tijdens de coronacrisis.

22

Voorloper

Bij De Broodbrouwers in Den Haag werken mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Zonder zorgsubsidies.

24

Ik blik terug

Jan van Holstein (1932) klom op van jongste bediende tot directeur Rabobank Hengelo.

Hij zag veel veranderen.

26

Interview

Directievoorzitter Renata Brabander vertelt hoe we samen met leden en partners het verschil kunnen maken.

28

Hier & Daar

De werkloosheid in Zuid-Holland stijgt door corona. Toch zijn er ook kansen.

32

Doe mee

Wat doe jij in coronatijd? Vier tips om je vrije tijd anders in te vullen.

34

Column

Ronald Heemskerk, Manager Ope- rations Evisit, over zijn anderhalve metersamenlevingspitch.

36

Huisje-Boompje-Beestje Fieke en haar vriend hadden tijdens de lockdown eindelijk tijd om hun huis af te maken.

Hoe maak je het?

38

Egels hebben het moeilijk in de winter. Bouw een hotel voor deze beestjes.

De Kwestie

40

Ligt de toekomst van ons voedsel in hoogproductieve landbouw of juist in natuurinclusieve, agro- ecologische technieken?

Kunst

42

Kunstenaar Alicia Framis vertelt over het levende sculptuur dat ze in 1997 op de Dam maakte.

Kansrijk project

43

Het Aandachtcentrum biedt een- zame inwoners van Den Haag een luisterend oor. Liane Wolfert vertelt over het project ‘Open je Hart'.

3

inhoudsopgave

(4)

TEKST: SCHRIJF-SCHRIJF BEELD: STUDIO OOSTRUM

Door de coronacrisis moesten veel ondernemers in Leidschendam- Voorburg plotseling overstappen van off- naar online contact met hun klanten. En dat was niet voor iedereen

even makkelijk. Support Your Locals Leidschendam-Voorburg hielp ze op weg. ‘Binnen twee weken hadden we

vijftig hulpvragen binnen.’

LO KA AL & D IG ITA AL

4 Rabo &Co

(5)

Vanaf de eerste dag van de lockdown besloten we ons nuttig te maken

Veel winkeliers in Leidschendam-Voorburg zaten aan het begin van de coronacrisis met de handen in het haar. Hoe konden zij tijdens de intelligente lockdown tóch contact houden met hun klanten? Ingrid Leystra, Eric Bouw- man en Dave Fisser besloten hun stadsgenoten te helpen en startten het hulpplatform ‘Support Your Locals L-V’. Het doel: extra aandacht genereren voor lokale ondernemers. Offline én online.

‘We voorzagen dat veel lokale ondernemers in de problemen zouden komen als ze hun klanten niet online konden binden’, vertelt Dave Fisser. ‘Voor de gelegenheid doopten we de Facebookpagina van het plaatselijke festival ‘A Walk in the Park’ om tot dé thuisbasis van ‘Support Your Locals L-V’. Hierop plaatsten we promotiefilmpjes van plaatselijke winkeliers. Ondernemers met weinig verstand van sociale media gaven we daarnaast advies op maat om online zichtbaarder te worden. Een prettig duwtje in de rug voor de één, een noodzakelijke reddingsboei voor de ander.’

Binnen de kortste keren stroomde de Facebookpagina van ‘Support Your Locals L-V’ vol met filmpjes van tientallen enthousiaste ondernemers die vertelden hoe je bij hen kon blijven winkelen. Het initiatief kreeg steeds meer aandacht, en niet veel later sprongen ook de gemeente, Rabobank Regio Den Haag en enkele ondernemers bij. ‘Het hielp ontzettend dat we meteen vanuit alle hoeken hulp kregen. Hierdoor konden we nóg meer onderne- mers helpen. Als wij zelf te druk waren of geen antwoord hadden op een bepaalde hulpvraag, speelden we de vraag door.’

Van modeshow tot theehoek

Ondertussen bedachten Ingrid, Eric en Dave nieuwe manieren om lokale ondernemers te helpen. Zo organiseerden ze een modeshow, die live werd uitgezonden op Facebook. Plaatselijke modezaken konden zo hun collecties toch onder de aandacht brengen. Volledig coronaproof overigens, want niet modellen maar automatisch bewegende etalagepoppen stalen de show op de catwalk.

Doordat het netwerk van Support Your Locals groeide, ontstond er kruisbe- stuiving tussen ondernemers. ‘Een ondernemer die theezakjes levert aan lokale horeca meldde zich om een filmpje op te nemen. Ze kon haar thee aan bijna niemand meer kwijt’, vertelt Fisser. ‘Kort daarna filmden we bij een boekenwinkel. De eigenaar zag ons vorige filmpje en zei dat ze wel een hoekje kon vrijmaken waar de verkoper haar thee kon verkopen. Dat hielp haar theeverkoop weer op gang.’

Voor de initiatiefnemers breekt een nieuwe fase aan. ‘Nu draait het om economisch herstel. Daarom doen we er een schepje bovenop. We hebben een nieuwe website, waar ondernemers hun eigen online etalage kunnen maken. Die vullen ze met filmpjes en foto’s, gemaakt door professionals uit ons netwerk. Zo creëren we als het ware een virtueel winkelgebied. Via allerlei on- en offline evenementen brengen we dit digitale winkelcentrum uitgebreid onder de aandacht. Dankzij Rabobank Regio Den Haag en de ge- meente mogen ondernemers hier tot eind dit jaar gratis gebruik van maken.

We lossen de crisis hiermee misschien niet voor ze op, maar hopen dat ze dankzij ons toch een stap in de goede richting kunnen zetten.’

Aansluiten bij Support Your Locals L-V? Kijk op supportyourlocalslv.nl. Op de foto v.l.n.r.: Astrid van Eekelen (wethouder), Cock van Rijn (ondernemer), Eric Bouwman, Dave Fisser, Benedikte Zijlstra (MKB L-V), Ingrid Leystra, Harry Wientjens (Rabobank Regio Den Haag).

Online zichtbaarheid werd belangrijker dan ooit

koop lokaal 5

(6)

De voedselsector kan veel meer doen om consumenten te helpen om meer lokaal te kopen

6 Rabo &Co

(7)

TEKST: REDACTIE RABO &CO BEELD: BAS LOSEKOOT

De coronacrisis heeft de aandacht voor lokaal geproduceerd voedsel ver- groot. Er mogen zich in Nederland dan wel geen echte voedselproblemen hebben voorgedaan, het virus liet wel zien dat het volledig vertrouwen op een globaal voedselsysteem ons kwetsbaar maakt als grenzen plots worden gesloten. De vraag is of we voortaan niet veel beter al ons voedsel lokaal kunnen gaan produceren? En moeten we nog wel zoveel willen produceren voor de export?

‘Soms wordt export tegenover alles-moet-lokaal gezet, maar we moeten vooral op zoek naar een betere balans’, zegt Joris Lohman, oprichter van FoodHub. Met zijn bedrijf is Lohman op zoek naar nieuwe, duurzamere verbindingen in het gepolariseerde landbouwdebat. ‘Lokale consumptie en im- en export kunnen, én moeten, naast elkaar bestaan. Als er één wegvalt door welke oorzaak dan ook, dan vangt het andere dat op.’ Om beide systemen meer met elkaar in balans te brengen, moeten we meer lokaal gaan consumeren, zegt Lohman. ‘Op dit moment is vooral de korte keten in Nederland onderontwikkeld.’

Geen doel, maar middel

Kortere voedselketens moeten nooit een doel op zich worden, zegt directeur Food & Agri Nederland Carin van Huet van Rabobank. ‘Korte ketens kunnen wel een goed middel zijn om andere doelen te realiseren.’ Bij het verpakken, vervoeren en verhandelen van voedsel is een groot aantal bedrijven betrok- ken die allemaal iets willen verdienen. Van Huet: ‘In een keten met minder schakels kunnen we een betere opbrengst voor de boer realiseren.’

Het inkorten van de voedselketen zal de ervaren afstand tussen de stad en het platteland bovendien verkleinen. Als consumenten weer weten waar hun voedsel vandaan komt, hebben ze mogelijk ook meer begrip voor de mensen die hun voedsel produceren. ‘Als samenleving stellen we heel veel eisen aan boeren, bijvoorbeeld qua duurzaamheid’, zegt Van Huet. ‘Maar we moeten dan ook wel samen bereid zijn om hiervoor te betalen, je kunt de rekening niet eenzijdig bij de boeren neerleggen.’

Eten met de seizoenen

Consumenten zullen hun eetpatroon wel moeten aanpassen, als we meer lokaal willen eten. Asperges behoren tot de laatste producten waarvan de meeste stedelingen nog weten wanneer ze groeien. De meeste andere gewassen liggen het hele jaar door in de schappen. Sperziebonen bijvoor- beeld, die alleen ’s zomers uit eigen bodem voorhanden zijn. De rest van het jaar worden ze ingevlogen uit landen als Kenia.

‘In de drukte van alledag is het lastig om de aandacht van de consument te vragen voor lokaal en seizoensgebonden voedsel’, zegt lector Voedsel en Gezond Leven Sigrid Wertheim-Heck van de Aeres Hogeschool in Almere.

De voedselsector zou veel meer kunnen doen om de consument te helpen.

‘Supermarkten kunnen bijvoorbeeld een schap inrichten met uitsluitend regionale seizoensgroenten.’ De consument wil dit ook, denkt Wertheim:

‘We zien in de bierwereld dat seizoensgerelateerde producten het heel goed doen. Denk bijvoorbeeld aan Herfstbock.’

Balans

Conclusie? Het is goed om onze boeren te steunen door meer lokaal te ko- pen, maar we moeten onze mondiale ketens evengoed koesteren. Lohman:

‘Je moet voedsel verbouwen op de plek die zich hier het beste voor leent.

Koffie, thee en bananen blijven we importeren.’ Van Huet: ‘85 procent van onze export blijft binnen Noordwest-Europa. Op wereldschaal is dit eigenlijk gewoon regionale afzet.’

Verbouw voedsel vooral op de plek waar dit het beste groeit

koop lokaal 7

(8)

8 Rabo &Co

(9)

Marc Boekenstijn, directeur van Stichting Stunt, vormde dit Delftse reïntegratiebedrijf om tot een succesvolle

sociale onderneming. Belangrijkste verandering is de nieuwe Upcycle Campus, waar ruim honderd mensen passend werk vinden, als vrijwilliger of betaalde kracht. ‘Ik geloof in een hybride constructie, waarbij je geld verdient, maar

ook gesteund wordt door fondsen om de kwetsbaarsten een plek te bieden.’

M AR C BO EK EN STI JN

TEKST: DEIRDRE ENTHOVEN BEELD: FRANK RUITER

9

interview

(10)

N

Marc Boekenstijn

Wie

Directeur Stichting

Wat

Stunt

Waar

Delft

Waarom

Rabo Foundation steunt sociaal ondernemers die

kansen creëren voor mensen met

een afstand tot de arbeidsmarkt, met kennis, haar netwerk en financiële

en innovatieve oplossingen.

Het kantelpunt kwam toen een familielid na een hersenbloeding ineens als outcast werd beschouwd

u kom je nog aan de zijkant binnen, maar straks aan de voorkant van het pand, door grote, glazen deuren die altijd open staan. ‘Zodat iedereen wordt uitgenodigd binnen te lopen en te kijken wat we hier doen’. Aan het woord is Marc Boekenstijn, directeur van Stichting Stunt, een sociale organisatie met acht verschillende leer-werkbedrijven, waaronder een houtwerkplaats, een naaiatelier, een fluisterbootjesverhuur (de Canal Hopper) en een lunchroom. ‘Hier’ is de Upcycle Campus, het gerenoveerde gebouw waar sinds kort een groot deel van deze bedrijven is gevestigd.

In totaal werken er tussen de 90 en 130 mensen.

Mensen die niet gemakkelijk een baan vinden, zoals Boekenstijn hen noemt. ‘Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt vind ik zo’n rare, niet-kloppende term. De arbeidsmarkt heeft hoogstens een afstand tot deze mensen.’

Met bouwhelmen op lopen we door het pand, een voormalige aannemersloods die duurzaam- heid uitstraalt. ‘Dat is onlosmakelijk verbonden met sociaal ondernemen’, zegt Boekenstijn.

‘We recyclen bijvoorbeeld kunststof en maken producten van rest- en sloophout voor zakelijke klanten. Goed omgaan met mensen betekent goed omgaan met de wereld.’ Op tafel staat een maquette van de campus, gemaakt door een voormalig TU-student die mentaal was vastgelo- pen, maar bij Stunt zijn plek weer helemaal vond.

Richt Stunt zich vooral op mensen die het mentaal moeilijk hebben?

‘We proberen zoveel mogelijk mensen te helpen.

Van alleenstaande moeders tot nieuwe Neder- landers en mensen met psychische problemen of met fysieke handicaps. Meestal zijn het mensen die tussen wal en schip vallen. Iemand komt volgens de strakke regels bijvoorbeeld niet in aanmerking voor dagbesteding. Die kan bij ons wel aan de slag. We bieden deze mensen een fijne werkplek en begeleiden hen op andere gebieden, of het nu gaat om schuldenproble- matiek, huisvesting of sociaal-maatschappelijke problemen.’

Je runde een succesvol partycen- trum in Delft, zakelijk ging het heel goed. In 2010 gooide je het roer om. Waarom?

‘Als horecaondernemer probeerde ik al sociaal te ondernemen, maar ik had de tijd en de expertise niet om mensen goed te begeleiden.

Het kantelpunt kwam toen een familielid na een hersenbloeding ineens als outcast beschouwd werd. Hij was zijn hele leven een succesvol onder- nemer geweest, maar nu ving niemand hem op.

Dat raakte mij diep. Ik wilde iets doen voor men- sen zoals hij, die niet in het zogenaamde ‘plaatje’

passen. Vaak kunnen zij nog van alles, maar ze moeten wel een kans krijgen. Ik geloof dat er voor iedereen een plek is.’

10 Rabo &Co

(11)

Je moet tussen de mensen staan om te weten wat werkt

Hoe kwam je bij Stunt terecht?

‘Nadat ik mijn horecaonderneming had verkocht, ben ik met mijn gezin gaan reizen. Om uit te rus- ten en afstand te nemen. Eenmaal terug wilden we meer buiten wonen en kwamen we in Twente terecht, waar mijn moeder vijftien jaar lang had gewoond. Hier passen we goed, het noaberschap – elkaar helpen – spreekt mij erg aan. Ik ben met verschillende mensen gaan praten, mijn netwerk gaan raadplegen en heb contact opgenomen met de toenmalig directeur van Stunt. Een half jaar later was ik projectleider van de Canal Hopper.’

En nog een paar jaar later was je directeur, maar wel vanuit Twente dus. Is dat te doen?

‘Ik woon maandag tot en met donderdag in Delft en de rest van de tijd in Twente. Maar de afgelopen jaren waren zeker tropenjaren. We verhuisden, onze zoons van bijna 13 en 11 vragen de nodige aandacht, en ik deed een opleiding sociaal ondernemen aan Nyenrode. Intussen maakten we bij Stunt de slag naar een sociale

onderneming, met als ultiem resultaat de Upcycle Campus. En toen kwam de coronacrisis daar nog overheen. Ik ben er trots op dat het allemaal toch staat, met dank aan al onze Stuntmensen.’

Waarin zit voor jou het geheim van een succesvolle sociale onderne- ming?

‘Sinds Nyenrode voer ik met een aantal mensen een elementaire discussie over wat sociaal on- dernemen precies inhoudt. Zij stellen: als je winst maakt, kun je een sociale missie verwezenlijken.

Maar dan kun je alleen díe mensen een plek bieden die min of meer mee kunnen in de vaart der volkeren. Ik geloof in een hybride constructie, waarbij je enerzijds geld verdient en anderzijds gesteund wordt door fondsen om ook de kwets- baarsten een plek te kunnen bieden. Gelukkig zijn er meerdere partijen die dat idee snappen.’

Behalve samenwerken met externe partijen moet je vooral tussen de mensen staan, stel jij. Wat bedoel je daarmee?

‘Bestuurders en beleidsmakers bedenken vaak prachtige dingen achter hun tekentafel, die vervolgens in de praktijk niet werken. Je moet er zelf tussen staan om te weten wat werkt, echt betrokken zijn. Daarom ben ik zo blij met de Upcycle Campus. Die staat in het gebied waar veel mensen wonen die bij ons aan de slag gaan.

En niet onbelangrijk: je hebt anderen nodig. Hier ben ik geworteld en ken ik iedereen. Een goed voorbeeld zijn de grote ruiten in de campus. Een goede, lokale samenwerking met Octatube, een glasleverancier van wie een opdracht niet door- ging. Door ons netwerk wist ik daarvan.’

Wat is voor jou de grootste uitda- ging?

‘Mijn doel is om zoveel mogelijk mensen aan boord te krijgen, maar niet iedereen kan door ons worden geholpen. Een man die bijvoorbeeld drugs bleef gebruiken, konden we hier niet hand- haven, dat gaat uiteindelijk ten koste van onze an- dere mensen. Gelukkig gebeurt dat zelden. Veel vaker zie je mensen opbloeien en zelfvertrouwen opbouwen, met een beetje hulp van ons. Dat is voor mij het mooiste werk dat er is.’

11

interview

(12)

Door het coronavirus konden veel grootouders hun kleinkinderen een poosje niet bezoeken. Hoe ging een hechte familie daar mee om?

En hoe belangrijk zijn sterke familiebanden eigenlijk?

‘Onze Zoom- party voelde

vertrouwd’

Toen haar kinderen twee en vier jaar oud waren, nam Tirzah Tetelepta hen mee naar de Molukken, naar het geboortedorp van haar ouders. Tirzah is geboren in Winterswijk, haar man is een geboren Groninger, maar de Molukse cultuur zit in de familie. Haar kinderen moeten wat leren over de afkomst van hun familie. Dat is immers ook een deel van hun identiteit, meent Tirzah. ‘Familie vind ik erg belangrijk. Je deelt een onverwoest­

bare band met elkaar.’

Tirzah Tetelepta (1976) werkt bij de Rabobank Groepsorganisatie in Utrecht als projectmanager cyber security. Ze is tevens voorzitter van het Kleurrijk Rabo­netwerk. Het begrip ‘familie’ neemt ze ruimer dan anderen: alle generaties, aftakkingen en partners horen erbij. Tirzahs dochter Amy is vernoemd naar haar vader, haar zoon Ruben naar haar lievelingsoom. Familieverjaardagen zijn áltijd druk bezocht. Oma en opa sturen vrijwel dagelijks appjes naar hun kleinkinderen: ‘Hoe gaat het met onze kindjes?’ Regelmatig logeren Tirzahs kinde­

ren bij hun grootouders, waar alles kan en mag.

En toen was daar het coronavirus.

Tirzah: ‘Omdat mijn ouders tot de risicogroep behoren – vanwege hun leeftijd, maar ook omdat mijn moeder een aangezichtsverlamming heeft – konden we elkaar niet meer bezoeken. Dat vond ik vervelend, ook voor mijn kinderen, maar ik merkte dat met name mijn ouders het er moeilijk mee hadden.’

Steun aan elkaar

We houden misschien niet allemaal van familie­

bezoeken, maar vanuit sociologisch perspectief is familie uiterst belangrijk.

Katya Ivanova is universitair docent sociologie aan Tilburg University, gespecialiseerd in interge­

nerationele saamhorigheid in complexe families.

‘Alle familieleden hebben profijt bij sterke familie­

banden — daar is tal van wetenschappelijk bewijs voor. In zo’n familie voelen mensen zich minder eenzaam en hebben ze steun aan elkaar.

Men zorgt ook voor elkaar. Je kunt ook aan heel praktische voordelen denken: goede kans dat opa en oma regelmatig op de kleinkinderen passen of dat ouders hun kind financieel kunnen steunen bij het kopen van een huis.

Kinderen op hun beurt kunnen ouderen leren omgaan met WhatsApp, om maar wat te noemen, en ze kunnen voor hen zorgen wanneer dat nodig is. Voordat we de verzorgingsstaat hadden, was de familie ons veiligheidsnet. Nog altijd is familie ons belangrijkste netwerk.’

Ivanova vervolgt: ‘Familieleden die regelmatig op de een of andere manier contact met elkaar hou­

den, plukken de vruchten van een familieband — die correlatie is aangetoond. Maar dat hoeft niet per se lijfelijk contact te zijn.’ Dat is goed nieuws, in tijden van corona. Met elkaar bellen of video­

bellen kan dus een goed alternatief zijn.

Op een kluitje

Ook in Tirzahs familie werd bij gebrek aan bezoeken van en aan opa en oma uitgeweken naar videobellen. Pardon: ‘Zoom­parties’, met de hele familie (zie fotobijschrift). ‘Rommelige gesprekken, maar daar staat onze familie om bekend. Het voelde dus heel vertrouwd’, lacht Tirzah. Natuurlijk, videobellen is niet hetzelfde als elkaar in het echt zien. Knuffelen.

Maar de familie bleef er nuchter onder: wat niet kan, kan niet. Maar de opluchting was groot en duidelijk zichtbaar toen Tirzah en haar ouders het weer aandurfden om elkaar te bezoeken.

‘We hadden afgesproken anderhalve meter afstand van elkaar te houden. Maar zowel de kinderen als mijn ouders konden zich niet bedwingen: ze omhelsden elkaar gauw.’ In juni was er ‘eindelijk weer’ een familieverjaardag en werd het nog eens duidelijk hoezeer ook de ande­

re familieleden fysiek contact hadden gemist.

‘De halve woonkamer bleef leeg. Op de andere helft zat iedereen op een kluitje. Heerlijk.’

TEKST: RENS LIEMAN BEELD: MARCO VAN DUYVENDIJK

Rabo &Co

12

(13)

Agnes (1950) en Joseph (1948) Tetelepta, met hun dochter Tirzah (1976) en hun kleinkinderen Ruben (2013) en Amy (2014). Tijdens de lockdown konden ze alleen online met elkaar praten, via

Zoom. Het was de eerste keer voor iedereen even wennen, maar opa en oma zijn blij wanneer hun (klein)kinderen in beeld verschijnen. ‘Kunnen we al die smoeltjes niet ook in een raster zien?’, vraagt Joseph bij hun eerste Zoom-party. Na wat drukken op de knoppen krijgt hij het voor elkaar.

Kijk, daar zijn de kleinkinderen, Ruben en Amy hangen over Tirzah heen. Ze trekken gekke bekken.

‘Hallo lievelingen! Hoe is het daar?’ Agnes ziet Ruben antwoorden, maar ze hoort alleen haar beide zonen, die druk met elkaar in gesprek zijn. Joseph mengt zich erin, wil ook het woord. Agnes trekt zich juist terug. Laat ze hun gang maar gaan. Het wordt steeds rumoeriger, drukker, luider — net zoals op verjaardagen hier in huis. ‘Fijn, zeg.’

Kleinkinderen in tijden van corona

portretten 13

(14)

Tirzah vertelt hoe haar kinderen het online contact met haar ouders tijdens de lockdown hebben beleefd. ‘Ze weten hoe videobellen werkt, dat het nu

even wachten is totdat de anderen ook ingelogd zijn.’ Pling: oma en opa. Ruben:

‘Oma, we zien alleen je voorhoofd, haha!’ Tirzah zegt tegen haar moeder dat ze de telefoon iets moet kantelen. ‘Heeee, oma!’ roept Amy blij. Terwijl de rest van de familie inlogt, trekken de twee gekke bekken. Amy drukt haar neus bijna tegen het telefoonscherm, het is reuze interessant om iedereen te zien en te horen praten. Ook hun ooms melden zich en die beginnen met elkaar te praten. Weet de rest wel dat zij er ook nog zijn? Zo is er niets meer aan. De twee springen van de bank. ‘Doei allemaal, wij gaan buiten spelen’, roepen ze nog. En weg zijn ze.

Dochter in tijden van corona

portretten

14

(15)

ZO KRIJG JE MEER LEVEN IN JE TUIN

In coronatijd knappen veel mensen hun interieur op. En ook veel tuinen krijgen een welverdiende upgrade. Maar hoe blaas je weer leven in je

tuin? Kim van Haaster van tuincentrum De Bosrand geeft tips.

doe mee

Ruil stenen in Groene tuin

Planten, bloemen, insecten en dieren vormen de basis van een levende tuin. Gebruik daarom alleen tegels of vlonders voor het terras en vul je tuin verder met groen.

Eén steen inruilen voor beplanting maakt al verschil. Groen is van levensbelang voor de dieren in je tuin, helpt tegen wateroverlast en zuivert de lucht. Bovendien fleurt je tuin er flink van op.

Kies duurzame materialen Tweede leven

Ga je in de tuin aan de slag? Gebruik dan duurzame materialen. Deze zijn beter voor het milieu en geven je tuin een natuurlijke uitstraling.

Ze brengen nóg meer leven in je tuin en gaan jarenlang mee. Denk bijvoorbeeld aan buitenverlichting op zonne-energie of een groen dak op je garage. Lang niet alle spullen voor je tuin hoef je trouwens nieuw te kopen. Er zijn bijvoorbeeld ge- noeg mooie bloempotten of tuin- meubelen die een tweede leven verdienen. En bij familie, vrienden of buren kun je misschien wel terecht voor een stekje van die leuke plant.

Zo ben je extra duurzaam!

Hergebruik regenwater Regenton of vijver

Regenwater vang je eenvoudig op met een regenton. Met dit water kun je de planten in je tuin bewateren. Zo verspil je minder kostbaar drinkwater en verdwijnt het regenwater niet in het overbe- laste riool. Bovendien is regenwater nog beter voor de planten ook! Je kunt de regen ook opvangen om je eigen vijver te maken. Dit kan met een vijverton. Deze is makkelijk te verplaatsen, houdt de tuin in de zomer koeler en vangt regenwater op bij hevige buien.

Ga voor een groene schutting

Levende haag

Gebruik hagen en struiken in plaats van harde schuttingen. Natuurlijke erfafscheidingen dragen bij aan de biodiversiteit en houden regen- water vast. Wil je dat je hagen en struiken ook in de winter een goede afscherming vormen? Kies dan voor een plantensoort die zijn blad behoudt of een die zelfs het hele jaar groen blijft.

Kijk voor meer tips op

www.tcdebosrand.nl of kom langs bij een van onze vijf tuincentra.

15

(16)

Corona houdt de wereld in haar greep. Maar behalve de negatieve gevolgen die we ervan ondervinden, kunnen we er ook iets van leren: terwijl we elkaar fysiek op afstand houden, groeit het besef dat we in geestelijk opzicht juist naar elkaar toe moeten bewegen.

De coöperatie is springlevend

TEKST: ROLAND VAN DER VORST BEELD: BAS LOSEKOOT

heeft op het waterniveau in Bangladesh. Dat de brandende regenwouden in Brazilië wel eens zouden kunnen bijdragen aan de noodzaak tot ophoging van onze dijken. Ook de oplossingen voor deze uitdagingen beginnen bij het besef van onderlinge afhankelijkheid.

Je zou denken dat technologie ons daarbij kan helpen. Maar achteraf bekeken is de hele global village vooral een praatclub gebleken. Iedereen kan online naar hartelust communiceren, spelle- tjes spelen en zaken doen met de hele wereld.

Maar om nou te zeggen dat dit heeft geleid tot een diepgaand besef dat we elkaar nodig hebben, valt nog maar te bezien.

Digitale ecosystemen

Toch komt daar verandering in. Er komt steeds meer ‘coöperatieve technologie’. Zoals systemen die de onderlinge afhankelijkheden tussen meerdere partijen op een goede manier regelen.

De meeste platforms – zoals e-commercebedrijven, dating platforms en marktplaatsen – stimuleren nu nog de economische uitwisseling tussen twee partijen. Maar er komen steeds meer digitale ecosystemen die verschillende spelers met elkaar verbinden op een manier waar iedereen beter van wordt. Denk aan de digitale platforms in bijvoorbeeld Afrika en India die boeren gemakke- lijker verbinden met financiers, zadenleveranciers en afzetmarkten. Goed voor boeren en alle bedrijven in die keten. Deze digitale systemen stemmen de onderlinge afhankelijkheden zorg- vuldig op elkaar af. De spelers staan zo niet meer tegenover, maar tussen elkaar. We zijn vanuit

innovatie bij Rabobank actief aan het investeren in dergelijke platforms in de wereld.

Op de tweede plaats zijn er platforms die expli- ciet het algemene belang behartigen. Een klein voorbeeld dat bedoeld is om voedselverspilling tegen te gaan is Olio, een gratis app die buurtge- noten met elkaar verbindt die eten hebben dat ze zelf niet kunnen opeten. De app werkt eenvoudig:

je maakt een foto van je eten en mensen die zijn aangesloten ontvangen een alert. Inmiddels hebben een miljoen mensen in 49 landen zich hierbij aangesloten. Olio zorgt ervoor dat mensen niet tegenover, maar naast elkaar staan.

Hier zie ik traditioneel een belangrijke rol voor ons in Nederland. Het platform Support Your Locals, dat Rabobank actief heeft helpen bouwen, is zo’n voorbeeld hiervan.

Dit zijn nieuwe coöperatieve systemen die mensen bijeenbrengen op basis van wederzijdse afhankelijkheid. Dat is misschien wel een van de meest hoopgevende ontwikkelingen: het blijft niet meer bij praten alleen. Deze nieuwe syste- men maken het verbinden van mensen minder vrijblijvend.

Bouwer van coalities

Maar er is een derde manier waarop we het individuele belang kunnen helpen overstijgen:

een fysieke plek inrichten waar mensen onder elkaar zijn. Zo is de voetbalkantine voor veel ondernemers in het Westland een plek waar geschillen worden beslecht en oplossingen bedacht. De kantine is een neutrale, derde ruimte, waar men elkaar vertrouwt. Onder het voetbal ontstaat er tijd om het eens te worden.

De kantine is juist zo effectief omdat hij niet bedoeld is voor overleg. Langzamerhand kunnen we elkaar weer gaan ontmoeten. Laten we die mogelijkheid gebruiken om mensen uit ons netwerk bij elkaar te brengen. Van elkaar te laten leren. Hoe zij met de crisis zijn omgegaan.

Kunnen we samen misschien een buurt vooruit helpen?

Zelf ben ik onder andere betrokken bij een initiatief waarbij Rabobank kijkt hoe we boeren wereldwijd kunnen laten profiteren van de opslag van CO₂ in hun land. Ik zie een belangrijke rol weggelegd voor de bank als bouwer van coalities. Op lokaal niveau en op wereldschaal.

Daarmee helpen we de wereld vooruit.

En het is goed voor zaken, want nieuwe initiatieven moeten ook gefinancierd worden.

Twintig jaar geleden klonk de coöperatie voor veel mensen misschien ouderwets.

Tegenwoordig is zij springlevend. Rabobank is bij uitstek de organisatie om te laten zien dat de coöperatie kan werken. Let’s grow a better world together!

Roland van der Vorst Head of Innovation, Rabobank Nederland Meer dan ooit wordt duidelijk dat we alleen door samenwerking problemen kunnen oplossen.

De schade van deze crisis was veel kleiner geweest als landen een gezamenlijke strategie tegen Covid-19 hadden gekozen. Als er goede afspraken waren gemaakt over het delen van kennis, medicijnen en de mobiliteit van mensen.

De schade was minder groot geweest als we gekeken hadden naar de samenhang van de ver- schillende elementen (zoals gezondheidssymp- tomen, ziekenhuiscapaciteit, mobiliteitspatronen en culturele context) en hun systeemdynamische effecten. Als deze crisis íets duidelijk maakt, is het dat we de wereld als geheel moeten beschouwen.

Dat geldt niet alleen voor het bestrijden van Covid-19. De uitdagingen van deze tijd overschrij- den de grenzen van onze eigen haard. Ze vragen om een coöperatieve grondhouding. Eén waarbij we ons realiseren dat we afhankelijk zijn van elkaar. Dat het gebruik van fossiele brandstoffen in New York, Shanghai en Amsterdam invloed

16 Rabo &Co

(17)

Meer dan ooit wordt duidelijk dat we alleen door samenwerking de problemen van deze tijd kunnen oplossen

17

coöperatief

(18)

Hockey-international Terrance Pieters en kunstenaar Klaskie kunnen excelleren dankzij alle vrijwilligers die het verenigingsleven dragen. ‘De club voelt als mijn tweede huis.’

Onze

TEKST: SABINE SLUIJTERS BEELD: STUDIO POLAT

club

Maar we zaten ook jankend in de kleedkamer na een verloren finale.’

ClubSupport

Het verenigingsleven is een van de steunpilaren onder de Nederlandse samenleving. Naar schat- ting telt ons land 28.000 sportclubs en een kleine 40.000 culturele verenigingen. Hier komen jong en oud samen om te ontspannen, te leren of zichzelf uit te dagen. Verenigingen verbinden mensen en bieden een waardevol netwerk. En soms helpen ze jongeren bij het realiseren van hun ultieme droom.

Met ClubSupport ondersteunt Rabobank het Nederlandse verenigingsleven.

errance Pieters is zes jaar als hij begint met hockeyen in de F5 van Almere.

‘Ik was eigenlijk altijd op de club.’

Als hij terugdenkt aan die tijd verschijnt er een grote grijns op het gezicht van de 23-jarige aanvaller van het Nederlands elftal. ‘Op woensdag en vrijdag had ik training. Maar op dinsdag en donderdag organiseerde de vereniging instuif- trainingen voor wie zin had. Daar was ik altijd bij.’

Voor Pieters voelt zijn club als een tweede thuis.

Zijn ouders zijn actief als vrijwilliger. ‘Mijn vader coördineerde de zaalhockey en mijn moeder zat in de communicatie-commissie.’ Hij leert er al zijn beste vrienden kennen. ‘We speelden jarenlang in hetzelfde team. Dan breng je veel tijd met elkaar door en deel je heftige emoties. Intense blijdschap als we een belangrijke wedstrijd wonnen.

Ik wil mee naar de Olympische Spelen in Tokio

T

Stem nu voor Rabo ClubSupport

De clubs en verenigingen van Nederland zijn ongelofelijk waardevol, omdat ze ons bij elkaar brengen. Daarom investeert Rabobank haar ken- nis, netwerk en een deel van de winst in clubs en verenigingen, zodat we met elkaar ons land - buurt voor buurt - sterker maken. Met Rabo ClubSupport beslissen leden mee via welke ver- enigingen een deel van het coöperatief dividend wordt geïnvesteerd in de lokale samen leving.

Stemmen voor Rabo ClubSupport 2020 is mogelijk tussen 5 en 25 oktober.

Rabo &Co

18

(19)

Ik mag

mijn collectie showen in New York

Code

Pieters wordt zes jaar achtereen gecoacht door de vader van zijn beste vriend Manuel Verga.

Van hem leert hij ‘de code’: ongeschreven omgangsregels die hem vormen, ook buiten het hockeyveld. ‘Dat je altijd eerlijk moet zijn.

En iemand moet aanspreken als je het ergens niet mee eens bent.’ Maar wanneer hij gecon­

fronteerd wordt met racistische opmerkingen in en om het veld spreekt hij zich niet uit. ‘Ik vond dat ik ermee moest leren omgaan.’ De grappen die gemaakt worden – ook door teamgenoten – lijken onschuldig, maar raken hem wel degelijk.

‘Mensen realiseren zich gewoon niet wat woorden als ‘zwarte’ en ‘neger’ met je doen.’

Inmiddels hockeyt Pieters vier jaar in de hoofd­

klasse, het hoogste niveau in de hockeysport en maakt hij deel uit van de selectie van het Nederlands elftal. Vorig jaar stapte hij met pijn in zijn hart over van Almere naar Kampong.

‘Dat was een hele moeilijke beslissing, maar ik wilde hogerop. Mijn doel is meegaan naar de Olympische Spelen in 2021 en bij Kampong kan ik beter laten zien wat ik kan.’

Toch biedt een club een sporter niet alleen een platform om te leren en te excelleren, vindt Pieters. ‘De meerwaarde zit ook in het netwerk.

Ik ken genoeg jongens die stageplekken of werk hebben gekregen dankzij de vereniging.’

Zelf vond hij via een bestuurslid van Almere een huis in Amsterdam. Een notaris binnen Kampong hielp hem met het oprichten van een eigen bv.

‘Als ik iets nodig heb, kijk ik eerst even binnen de vereniging of er iemand is die me kan helpen of advies kan geven.’

Kunstbende

Hockey is een teamsport en dus bij uitstek een verenigingssport. Maar ook in de kunst en cultuur spelen verenigingen een belangrijke rol.

Uit recent onderzoek blijkt dat zo’n 1,5 miljoen Nederlanders een creatieve activiteit beoefenen bij een culturele of kunstzinnige vereniging.

Voor de 16­jarige Klaske Duin – of Klaskie zoals haar artiestennaam luidt – is dat Kunstbende, een jaarlijkse wedstrijd voor jong creatief talent, die eerder grote artiesten als Duncan Laurence en Martin Garrix voortbracht. Deelnemers komen uit in diverse categorieën uiteenlopend van fashion en theater tot dj, taal en influencer.

Met gratis workshops bereiden ze zich voor en wie de regionale voorronde wint, mag mee naar het finalistenweekend. ‘Dat is zo leuk. Je ontmoet daar zoveel nieuwe creatieve mensen.’

Met haar kledingcollectie won Klaskie de finale

van 2019 in de categorie fashion. ‘Daardoor mocht ik naar de Fashion Clash in Maastricht en Lowlands. Ik heb daar zoveel geleerd over het organiseren van een modeshow.’ Ook krijgt ze coaching in social media, waardoor ze beter vindbaar is op Instagram. ‘Daardoor ben ik gevonden door NY Fashion Week en mocht ik naar New York om mijn collectie te showen.’

Kunstbende geeft jonge talenten een podium en de kans om te ontdekken of ze echt verder willen in een bepaalde discipline. Naast de workshops en masterclasses zit de meerwaarde vooral in het enorme netwerk dat de vereniging biedt.

Maar liefst 85 procent van de deelnemers krijgt later werk in de cultuursector. Ook Klaskie weet zeker dat ze hierin verder wil. ‘Ik ben interdiscipli­

nair verteller. Ik vertel verhalen en gebruik daar­

voor alle kunstvormen die er zijn. Bij Kunstbende kan ik dat uitproberen. Tot ik achttien ben, ga ik elk jaar meedoen.’

Rabo ClubSupport 19

(20)

JOCHEM (9)

Van half maart tot medio mei zaten honderdduizenden schoolkinderen in Nederland noodgedwongen thuis. Dat was lang niet voor alle gezinnen makkelijk. Want hoe combineer je het thuisonderwijs met je eigen werk? En hoe hebben kinderen deze maanden beleefd? Jochem van 9 uit Flevoland vertelt hoe hij de lockdown heeft ervaren.

‘Toen ik hoorde dat ik vanwege corona niet naar school hoefde, vond ik dat jammer, maar na een paar dagen dacht ik: eigenlijk is het best fijn zo. Omdat ik zoveel thuis was, kon ik elke dag mijn vader en oom helpen op de boerderij.

We hebben thuis koeien, een paard, een konijn en heel veel poezen. En dan verbouwen we ook nog veel verschillende groenten.

Spruiten bijvoorbeeld en uien.’

‘Mijn zussen vinden het niet zo leuk om klusjes te doen, die doen liever andere dingen, maar ik vind het juist cool. Als de online les met de

juf om elf uur klaar was, ging ik meteen naar de stal. Ik heb veel geholpen met het koeien melken en met het schoonmaken van de staldeuren en het verplaatsen van pallets.’

'Het was best even wennen toen we weer naar school moesten. Ik heb het niet echt gemist. Nou ja, mijn vrienden natuurlijk wel.

Met hen voetbal ik en speel ik spelletjes in de pauze, maar door corona kon dat even niet.

Voor vakken als Engels hoefde ik thuis geen opdrachten te maken, dus daar moet ik weer een beetje inkomen. Gelukkig zijn we nu wel al om kwart over twee uit, een uur eerder dan eerst.’

‘Later wil ik akkerbouwer worden. Dat weet ik al mijn hele leven. Het lijkt mij leuk om verschillende groenten te verbouwen en al die grote voertuigen te besturen. Af en toe laat papa mij een stukje op de trekker rijden.

Dat vind ik het allerleukste wat er is.’

TEKST: MARLIE VAN ZOGGEL BEELD: MONA ALIKHAH

ik werk mee

20

(21)

STEUNTJE IN DE RUG

Corona en de coronamaatregelen zetten in maart de wereld op zijn kop. Rabobank Regio Den Haag besloot om verschillende

vrijwilligersprojecten te steunen. We delen er vijf met je.

kort nieuws

Honderd laptops voor thuisonderwijs

Tijdens de coronacrisis moesten alle kinderen ineens aan het thuisonderwijs. En daar hadden ze natuurlijk een computer voor nodig. Samen met de gemeente Zoetermeer schafte onze bank via Stichting Leergeld honderd laptops aan voor gezinnen die het niet breed hebben. Eerder regelde Stichting Leergeld samen met Stichting Ecoware al vijfhonderd laptops voor gezinnen in de gemeente.

Fleurige verrassing

Een vrolijk moment voor verzorgings- huizen Basalt, Groot Hoogwaak, Middin, Saffier, Stichting Wassenaarse Zorgverle- ning en Topaz. Ze ontvingen een fleurige verrassing, uit handen van onze klanten Berg Lisianthus, Decorum en J&P ten Have.

Medewerkers kregen een prachtige bos bloemen, bewoners een mooie plant met een persoonlijke boodschap van een van onze Rabo-collega's. Entertainer Fred Zui- derwijk zorgde op afstand voor een vrolijke noot. En de rode Engelse dubbeldekker van ons ledenraadslid Peter Boelhouwer was een echte blikvanger.

Warm maal vanuit Transvaal

Het ene na het andere voedselpakket verliet de keuken van restaurant Juliana Plaza in Transvaal. Een mooi initiatief van directeur Atalay Celenk, dat in eerste instantie vooral bedoeld was voor kwetsbare ouderen uit de buurt. Zij moesten binnen blijven en konden hierdoor geen boodschappen doen.

Dankzij betrokken partners, waaronder Rabobank Regio Den Haag, genoten daarnaast honderden andere kwetsbare huishoudens uit verschillende Haagse wijken van een lekker warme maaltijd. Week

in, week uit. Rechtstreeks vanuit de keuken van Juliana Plaza, op anderhalve meter afstand bezorgd.

Kookmaatjes

Stichting Present Zoetermeer zet al haar vrijwilligers in voor acute hulpvragen over corona. Samen met de gemeente Zoeter- meer, Stichting Piëzo, Palet Welzijn en Unie van Vrijwilligers Zoetermeer regelen ze kookmaatjes en mensen voor een bood- schappendienst, huiswerkbegeleiding en hulpvragen. Dankzij een bijdrage van onze bank blijft de stichting deze hulp de komende maanden bieden.

Maaltijden voor kwetsbare ouderen

Honderdduizend maaltijden in totaal: vijfduizend gezonde maaltijden per week, vijftien weken lang. De Participatiekeuken in Den Haag kookt tijdens de coronacrisis voor kwetsbare ouderen die de deur niet uit kunnen om boodschappen te doen. Het initiatief van Ben Lachhab heeft betrokken partners: de gemeente Den Haag, Shell, World Forum Xtra, Fonds 1818 en Rabobank Regio Den Haag. Alle partners dragen op hun eigen manier een steentje bij en helpen met het uitdelen van de maaltijden. En daar horen ook lekkere toetjes bij.

21

(22)

Bij De Broodbrouwers in Den Haag werken mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Zij worden gewoon betaald, zónder zorgsubsidies. ‘Het is best gek dat het de overheid niet lukt deze mensen volwaardig bij het arbeidsproces

te betrekken.’

maken ze geen gebruik van zorgsubsidies voor hun werknemers, een bewuste keuze die Kool bij de start van Happy Tosti maakte.

‘Jasper heeft een groot rechtvaardigheidsgevoel’, zegt Smulders, ‘hij trekt het niet dat zoveel goedlopende bedrijven subsidies opstrijken voor mensen, puur omdat ze kwetsbaarder zijn.’ Al op de hotelschool besloot Kool dat hij sociaal wilde ondernemen. ‘We hadden het vak Corporate Social Responsability en ik dacht: het ontslagrecht is sterk versoepeld, je kunt zo van mensen af, dan kun je toch ook gemakkelijker mensen in dienst nemen en hun zo een kans geven?’

Lekker brood

Kool begon in 2015 met Happy Tosti, een lunchrestaurantketen die inmiddels zeven ves- tigingen telt, in verschillende steden. Smulders e Broodbrouwers huist

sinds kort in een voormalig bierkoelhuis achter de Haagse Binckhorstlaan. Ad Overgaag, een van de oprichters, laat de oude flessenkelder zien. ‘Hier bevindt zich de bakkerij, waar met alleen natuurlijke ingrediënten brood wordt gebakken en waar je straks ook met een groepje een workshop kunt volgen of kunt borrelen’, vertelt hij. Op de begane grond is het restaurant. Er werken voornamelijk mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Overgaag, ook eigenaar van ambachtelijke, biologische bakkerij Lekker Brood, startte De Broodbrouwers samen met Jasper Kool en Wibe Smulders. Zij runnen daarnaast Happy Tosti, waar ook voornamelijk mensen werken met een afstand tot de arbeidsmarkt. In beide bedrijven

TEKST: DEIRDRE ENTHOVEN BEELD: ANNABEL OOSTEWEEGHEL

Liever een glimlach dan een diploma

D

22 Rabo &Co

(23)

kwam erbij en al snel werkten ze samen met Lekker Brood, de bakkerij een paar panden verderop. ‘Mijn brood vonden ze duur’, vertelt Ad Overgaag, ‘maar het paste wel bij hun verhaal:

sociaal en duurzaam ondernemen. Ik was vooral duurzaam bezig, door Happy Tosti kwam de menselijke kant erbij. Hun mensen deden al snel ook klussen voor mij.’

Langzaam groeide het idee voor een gezamen- lijke bakkerij/bistro: De Broodbrouwers. In het restaurant zie je door doorzichtige buizen hoe de tarwe wordt verplaatst. Net als de open keuken is het symbolisch voor de transparantie waarmee wordt gewerkt. ‘We willen aan iedereen laten zien wat we doen’, zegt Kool. ‘Ook daarom is elke stap in de verschillende werkprocessen vastgelegd in een digitaal systeem. Zo weet iedereen wat hij moet doen en zie je het direct als er iets fout gaat.’

Glimlach

Meer dan in scholing geloven de mannen in learning on the job. ‘De beperking die mensen hebben, lossen wij niet op’, zegt Smulders, ‘maar we kunnen de omgeving wel zo aanpassen dat zij succesvol kunnen werken. Wij zien dagelijks dat

een grote glimlach vaak waardevoller is dan een diploma.’ Inmiddels werken er bij alle bedrijven tezamen 59 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. ‘Zij zaten anders in de bijstand of hadden misschien een veel minder leuke baan.

Er is geen andere commerciële onderneming die dat zonder zorgsubsidies doet. Het is best gek dat in een inclusieve samenleving het de overheid niet lukt deze mensen volwaardig bij het arbeids- proces te betrekken.’

Vrienden maken

Alle drie noemen ze het werk verslavend, omdat het effect op de werknemers zo zichtbaar en lonend is. ‘Iedereen kan koffie en tosti’s leren maken’, zegt Kool. ‘Maar hier leren ze vooral ook samenwerken en vrienden maken. Juist omdat ze gewoon in dienst zijn en betaald worden als ieder ander, doen ze volwaardig mee. Daardoor zie je ze opbloeien, zelfverzekerder worden. Het is een diepmenselijke behoefte ergens bij te willen horen. En het blijkt helemaal niet zo moeilijk om daar als werkgever in tegemoet te komen.’

De Broodbrouwers werken alleen samen met partijen die ook bewust ondernemen. ‘We halen koffie van een verantwoorde plantage en gebruiken geredde groentes voor de soep. We willen dat iedereen meegaat in dit proces en praten daarom veel met andere partijen over de maatschappelijke impact die we hebben. Echt sociaal ondernemen vergt een andere mindset van bedrijven’, aldus Kool. ‘Niet langer gaan voor topwinst, maar voor een redelijke winst; alleen dan creëer je ruimte voor maatschappelijke waarde.’

Je ziet

werknemers hier

opbloeien

Rabo & De Broodbrouwers

Sociale ondernemingen groeien gestaag, blijkt uit de Social Enterprise Monitor 2019. Vele zijn winstgevend (42 procent) of draaien

break-even (22 procent). Ze zijn bovendien succesvol in het aantrekken van

kapitaal.

De Broodbrouwers wordt mede gesteund door de Rabo Foundation.

Deze helpt sociale ondernemers.

23

voorlopers

(24)

Het zijn voornamelijk tuinders uit de buurt die aan het loket komen. Om seizoenskrediet aan te vragen of een financiering voor een nieuwe kas.

Maar vanaf halverwege de jaren vijftig komen er ook steeds meer particulieren en middenstanders naar de bank. De Centrale Boerenleenbank maakt reclames die op hen gericht zijn. De dienstverle- ning wordt uitgebreid met spaarrekeningen voor particulieren, hypotheken en verzekeringen.

De ‘giralisering van het loonzakje’ in de jaren zestig helpt mee. De bank verleent daarnaast kredieten aan het midden- en kleinbedrijf, gemeentelijke instellingen en nutsbedrijven.

Assistente

Van Holstein maakt de ontwikkelingen van dicht- bij mee: vanaf 1957 eerst als assistent-kassier bij de Boerenleenbank in Huissen, vanaf 1961 als kan- toorbeheerder op een bijkantoor in Arnhem-Zuid.

Met al die nieuwe financiële producten in de aanbieding gaat Van Holstein in de middagen de hort op om klanten voor zijn bank te werven.

‘Ik mengde mij in de buurt. Ik werd secretaris- penningmeester van de winkeliersvereniging en bezocht samen met een vertegenwoordiger van de Centrale Boerenleenbank alle steenfabrieken in Arnhem-Zuid.’ Het wordt steeds drukker bij de bank. Kon Van Holstein het werk eerst nog alleen, na twee jaar neemt hij een assistente aan.

Persoonlijk contact

Het persoonlijke contact wordt er niet minder op.

Ook als Van Holstein in 1964 kassier wordt bij weer een andere Boerenleenbank: in Deurningen, nabij e moet het zo zien: vroeger had je geen

bankdirecteuren, maar kassiers: zij die de kas beheerden. De kassier wás de bank. In Naaldwijk, waar ik geboren ben, sprak men van ‘de bank van Krook’ en ‘de bank van Klapwijk’. De heer Krook was kassier bij de Boerenleenbank, Klapwijk bij de Raiffeisenbank.

Klanten kenden de kassier, de kassier kende zijn klanten.’

We schrijven 1948. Jan van Holstein - dan 16 jaar oud, nu 88 - komt op voordracht van zijn vader bij de Naaldwijker Boerenleenbank te werken.

Hoewel hij later naar de andere kant van het land zou verhuizen, bleef hij de bank altijd trouw. Hij maakte de fusie tussen de Boerenleenbank en de Raiffeisenbank mee en zag bovenal van dichtbij hoe het bankieren én zijn clientèle veranderden.

Een van die belangrijke veranderingen was auto- matisering en digitalisering. Als jongste bediende bij de bank zette Van Holstein zelf de eerste stap- jes in die richting. ‘Mijn werk bestond aanvankelijk vooral uit het uittypen van dagafschrijvingen.

Dat deed ik op een typemachine in een achterka- mertje van de bank. Kassier Krook hield kantoor in de kamer ervoor, waar ook de boekhouder werkte.

Klanten werden in het smalle halletje aan een van de twee loketten ontvangen.’

Als de eerste boekhoudmachines op de markt komen, die automatisch dagafschrijvingen kunnen uittypen, stuurt Krook zijn jongste medewerker op cursus. Van Holstein: ‘Toen ik terugkwam, was ik een hele pief: ik wist als enige hoe je die machine moest bedienen.’

Jan van Holstein (1932) klom van jongste bediende bij de Boerenleenbank op tot kassier. Bijna een halve eeuw later gaat hij in 1992 als directeur van Rabobank Hengelo met pensioen.

In al die jaren zag hij het bankwezen enorm veranderen.

Van jongste bediende tot bankdirecteur

TEKST: RENS LIEMAN BEELD: JITSKE SCHOLS

J

24 Rabo &Co

(25)

Hengelo. ‘Ik had een medewerker die kon zien als er een vaste klant aan kwam fietsen en dan alvast het juiste formulier en geldbedrag klaarlegde.

‘Honderd gulden weer, meneer Jansen?’ Als een boer voor een lening de bank binnenliep, dan hoefde hij maar te vragen: ‘Is Van Holstein er?’’

‘In de banken van tegenwoordig ontbreekt het wel een beetje aan persoonlijk contact, bij de alledaagse bankzaken althans. Maar dat is logisch, we leven in een andere tijd. Natuurlijk vermindert persoonlijk contact naarmate er meer automa- tisch en digitaal geregeld wordt.’

Dat zou trouwens vooral een grote vlucht nemen ná Van Holsteins pensioen. Na een carrière van vierenveertig jaar in het bankwezen gaat hij in 1992 met pensioen als directeur Rabobank Hengelo, waar dan inmiddels 128 personeelsleden werken.

‘Het was een geweldige tijd, ik genoot van de mensen om mij heen. De klanten, de medewer- kers...’

Meer vee en grotere stallen

Het is niet alleen de nieuwe technologie die maakt dat we in een andere bancaire wereld leven, merkt Van Holstein. ‘Neem de globalisering.

Klanten van de Rabobank, agrariërs en onder- nemers, moeten tegenwoordig op de hoogte blijven van álle ontwikkelingen in hun vakgebied, in heel de wereld. Ze moeten meer en efficiënter produceren om de concurrentie het hoofd te bieden, dus hebben ze meer vee en moeten de stallen groter. Je praat tegenwoordig over veel grotere geldbedragen dan in mijn tijd gebruikelijk was.’

Over dat persoonlijk contact tussen klant en bank:

dat is bij Rabobank zeker niet verdwenen, denkt Van Holstein: ‘Als een klant in mijn tijd een lening aanvroeg, dan bekeek ik zijn track record en controleerde ik de cijfers. Toch was vertrouwen de basis. Dan helpt het als je elkaar een beetje kent.

Dat is, denk ik, onveranderd gebleven bij Rabo- bank. Directeuren van lokale Rabobanken kennen nog altijd de bedrijven en de ondernemers uit de buurt.’

Vertrouwen was de basis.

Dan helpt het als je elkaar een beetje kent

25

ik blik terug

(26)

Wat maakt Rabobank anders dan andere banken? We zijn een coöperatieve bank met leden en geven een deel van de winst terug aan de maatschappij. Maar hoe gaat

dat nu precies? Directievoorzitter Renata Brabander vertelt wat we samen met leden en partners voor

elkaar krijgen.

CO ÖP ER AT IEF BA NK IE RE N

TEKST: MARJON HOOGESTEGER BEELD: STUDIO OOSTRUM

et is alweer een half jaar geleden sinds de wereld te maken kreeg met het coronavirus en alle gevolgen van dien.

Als Rabobank hebben we onnoemelijk veel klantvragen beantwoord en duizenden zakelijke en particuliere klanten die in de problemen kwamen geholpen. ‘En dan zie je ook meteen hoe wij als Rabobank het verschil kunnen maken’, zegt Renata.

‘Vanuit ons coöperatief gedachtegoed hebben we in de regio Den Haag in rap tempo initiatieven gesteund en in gang gezet om kwetsbare doelgroepen én zakelijke klanten een hart onder de riem te steken. Zo moesten jongeren plotseling hun lessen thuis volgen, via tablets of laptops. Maar er zijn veel kinderen die in armoede opgroeien en zo’n apparaat niet hebben.

Samen met ledenraadsleden, stichtingen en enkele gemeenten uit onze regio zorgden we ervoor dat honderden kinderen de beschikking over een tablet of laptop kregen en tóch thuis les konden krijgen.

Verder liet onze jongerenraad zich inspireren door de actie van een Haagse stichting om eenzame ouderen te bellen en zich in te zetten voor eenzame jongeren.’

Klein gebaar, enorm effect

Zodra Renata aan het begin van de coronacrisis de bloemenacties voor de zorg zag, wist ze: daar moeten wij als Rabobank ook wat mee. ‘Samen met klanten

H

26 Rabo &Co

(27)

uit de sierteelt in het Westland en klanten uit de Haagse evenementenbranche verrasten we duizenden zorgmedewerkers en cliënten in de regio met coronaproof optredens en prachtige bloemen en planten.’

Daarnaast steunde onze bank twee initiatieven van vrijwilligers. Zij bereidden maaltijden voor kwetsbare en/of eenzame mensen. ‘Met hulp van die vele vrijwilligers zijn elke week duizenden maaltijden bereid en uitgedeeld aan mensen die anders niets of niemand zouden hebben. De re- acties waren hartverwarmend. Zo zie je maar dat zo’n ogenschijnlijk klein gebaar een enorm groot effect op een mensenleven kan hebben. Een bijkomend voordeel van de acties: we hebben zakelijke klanten aan extra omzet geholpen in een voor hen moeilijke periode.’

Steun aan verenigingen

Een ander voorbeeld van wat Rabobank anders maakt, is de ondersteuning van het verenigingsle- ven. ‘Die is nu belangrijker dan ooit’, zegt Renata.

‘Sowieso moesten verenigingen en stichtingen al steeds harder hun best doen om te overleven, zowel financieel als organisatorisch. Door de coronamaatregelen is de uitdaging alleen maar groter geworden. Wij delen graag onze kennis en ons netwerk om die aan te gaan. Zo geven we regelmatig workshops, nu ook online, om vereni- gingen handvatten te geven om een financieel gezonde en aantrekkelijke club te zijn. Daarnaast verbinden we clubs aan elkaar om expertise te delen en van elkaar te leren. Want alleen geld geven is niet de oplossing. Het is belangrijk om achter een club te blijven staan en met de juiste ondersteuning te helpen die club blijvend en goed te laten functioneren. Voetbal- en atle- tiekvereniging Voorschoten ’97 is weer op weg geholpen mede door de inzet van bestuursleden van voetbal- en cricketvereniging Quick en van hockeyvereniging HDM uit Den Haag (zie foto rechtsonder met v.l.n.r. de vertegenwoordigers van de clubs: Hans Toor (Voorschoten ‘97), Sander Rooda (Quick) en Hein Hoogduin (HDM)).’ Om clubs ook financieel te steunen, roept Renata onze leden op om in oktober hun stem te laten horen bij Rabo ClubSupport. ‘Hoe meer stem- men, hoe meer geld jouw club kan verdienen.’

Hulp voor wijken

Ook op wijkniveau laat Rabobank zich zien. ‘Ik zie hoe moeilijk mensen het in sommige wijken heb- ben’, vertelt Renata. ‘Zelf heb ik mijn middelbare- schooltijd in Den Haag Zuid-West doorgebracht, op het Thomas More Ariëns College aan de Beresteinlaan. Toen veranderde de wijk al. Win- keliers hadden het moeilijk, verenigingen kregen steeds minder leden en ouders van vriendinnen wilden verhuizen vanwege problemen in de wijk.

Als ik hoor en zie welke uitdagingen de inwoners vandaag de dag hebben, denk ik terug aan de geweldige tijd die ik hier zelf heb gehad. Van mijn ouders mocht ik zelf kiezen om naar deze school te gaan en ik deed mijn best omdat mijn opa en oma uit Indonesië altijd vertelden hoe belangrijk school was. Op het veld van voetbalvereniging GONA aan de overkant kon ik sporten om fit te

blijven, en ontwikkelde ik mooie vriendschappen.

Allemaal ingrediënten om gelukkig te kunnen zijn als mens: vrijheid, educatie, gezondheid en rela- ties. En dat is precies wat ik de inwoners van de wijk gun. Daarom werken we samen met partijen als de gemeente Den Haag, diverse sportvereni- gingen en Bouwfonds Property Development.

Om samen met de inwoners te bouwen aan een omgeving die duurzaam en gezond is. Letterlijk en figuurlijk.’

Grotere vraagstukken

Met haar missie Growing a better world together wil Rabobank samen werken aan een betere we- reld. Maar sommige vraagstukken zijn groter dan hierboven beschreven en vragen meer tijd, beseft Renata. ‘Hoe zorgen we dat het wereldvoedsel- vraagstuk wordt opgelost? Hoe stimuleren we duurzame energieoplossingen? Hoe kunnen we mensen helpen om financieel gezond te worden en te blijven? Het lijkt misschien ver van je bed, maar iedereen kan daar heel makkelijk zelf een bijdrage aan leveren: minder voedsel verspillen, gezonde voedingsmiddelen uit het seizoen en de regio eten en bewuster omgaan met energiever- bruik. Soms zie je dat financiële zorgen in de weg zitten om hiermee aan de slag te gaan. Juist dan zetten wij als bank onze kennis en ons netwerk in om hulp te bieden. Niet voor niets luidt het laatste woord in onze missie: together!’

Samen met inwoners bouwen we aan een duurzame en gezonde omgeving

Renata Brabander,

Wie

directievoorzitter

Samen met leden,

Wat

klanten en partners de lokale leefomgeving

versterken.

Regio Den Haag

Waar Waarom

‘Onze missie Growing a better world together begint dicht bij huis. Juist in moeilijke tijden moeten we elkaar helpen. Niet voor niets luidt het laatste woord in onze missie:

together!’

27

interview

(28)

‘Als arbeids- en organisatiepsycholoog werkte ik lange tijd in de werving & selectie. Mijn rol stopte als ik iemand ergens had geplaatst, dat vond ik jammer’, vertelt Karin de Wilde (52). Ze wilde meer betrokken zijn, mensen langer volgen en advise- ren, en begon daarom een paar jaar geleden voor zichzelf, als zelfstandig trainer/coach. ‘Het was leuk en uitdagend, en vooral door opdrachten bij een groot ziekenhuis in het midden van het land groeide mijn interesse voor de non-profitsector.’

Er zaten voor De Wilde ook haken en ogen aan het zzp’erschap. ‘Ik miste collega’s en structuur.

En net als in mijn banen daarvoor stond ik aan de zijlijn, buiten de organisatie van de opdrachtge- ver.’ Begin 2020 besloot ze dat ze weer, interim of vast, bij een organisatie wilde werken. ‘Ik had mij thuisgevoeld in de non-commerciële omgeving van de zorgorganisatie, waar het werk er echt toe doet. Ik keek steeds vaker naar vacatures in de zorg.’

Zwaar weer

De coronacrisis bracht haar zoektocht naar een baan in een stroomversnelling. ‘Mijn werk als trainer viel helemaal stil. Ik had ineens alle tijd en ben volop gaan solliciteren. Ik verwachtte dat het moeilijk zou zijn, veel vacatures gingen on hold.

Maar na twee maanden had ik een baan.’ Midden in de crisis, begin mei, begon De Wilde als senior adviseur Recruitment & Arbeidsmarktcommuni- catie bij de Alrijne Zorggroep, met vestigingen in Leiden, Leiderdorp en Alphen aan den Rijn.

Helaas loopt het niet voor iedereen zo soepel.

De uitbraak van Covid-19, eind februari, en de daaropvolgende lockdown betekenden voor veel mensen het verlies van hun baan of van op- drachten en dus inkomsten. Hoewel de lockdown in Nederland mild was ten opzichte van andere landen en de overheid met flinke steunpakketten over de brug kwam, zitten veel bedrijven in zwaar weer, zo laat onderzoek van RaboResearch zien.

Ze staan meestal niet te springen om nieuwe mensen aan te nemen. En de grootste klap moet nog komen. Hoewel veel sectoren inmiddels weer op gang zijn gekomen, voorzien de onder- zoekers een verdere economische krimp, tot 6 procent, tegen het einde van het jaar.

Verwacht wordt dat veel bedrijven alsnog failliet gaan en het aantal werklozen groeit, van 3 naar 7 procent. De gevolgen van de crisis verschillen wel sterk per regio. Groningen en Zuid-Limburg worden volgens de onderzoekers het hardst getroffen, Utrecht en Den Haag het minst.

Grootstedelijke regio’s zijn onder meer door hun goede bereikbaarheid en infrastructuur beter bestand tegen de crisis dan de regio’s aan de randen van het land.

Verschillen per sector

UWV signaleert ook regionale verschillen als het om werkgelegenheid gaat en noemt onder meer de arbeidsmarktregio Zuid-Holland Centraal als relatieve bofkont. Dat daar veel mensen nog werk hebben, komt volgens het UWV-rapport Coron- acrisis: invloed op de werkgelegenheid verschilt per regio doordat er in dit gebied relatief weinig

De coronacrisis heeft de economie hard geraakt. Veel mensen verloren hun baan en er staat een recessie voor de deur.

Hoewel de schade in veel delen van Zuid-Holland meevalt, loopt ook in deze regio de werkloosheid op. Toch zijn er

ook kansen. ‘Als je bereid bent mee te bewegen met de ontwikkelingen is er vrijwel altijd werk.’

Midden in de crisis opnieuw beginnen

TEKST: DEIRDRE ENTHOVEN ILLUSTRATIE: GEMMA PAUWELS

28 Rabo &Co

(29)

29

hier en daar

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Uw organisatie stelt in het subsidieverzoek per ambitie een plan van aanpak op, waarin wordt beschreven welke kwalitatieve en kwantitatieve bijdrage u gaat leveren aan het

De juridisch medewerker openbaar bestuur richt zich in de communicatie op zijn eigen informatiebehoefte, formuleert helder en ondubbelzinnig zodat het de klant duidelijk is

Met Stichting Administratiekantoor Seastreet is per 1 juni 2017 voor de huur van Zeestraat 82, Den Haag, een huurovereenkomst aangegaan voor de duur van 13 jaar en 7 maanden, tot en

Ik vraag je niet om nooit meer online te bestellen, maar wel om je bewust te zijn van de gevolgen en je af te vragen: is deze onlinebestelling nu echt de beste keuze voor mij en

Als we bijvoorbeeld kijken naar de debatten die tijdens de Verlichting (1650-1750) in Europa plaatsvonden, dan kunnen veel interacties tussen denkers uit verschillende landen

Maar door creatief te zijn, hebben we de overcapaciteit op het gebied van werknemers goed kunnen inzetten en niemand naar huis hoeven sturen.. Ik voel als ondernemer ook

Om hen een steuntje in de rug te geven hebben we deze stichting opgezet in de Bommelerwaard; waakmanden bestaan al, maar voor zover wij hebben kunnen nagaan alleen in

De directeur neemt mij serieus als ik mijn welbevinden met hem/haar bespreek De directeur neemt mij serieus als ik mijn veiligheidsbeleving met hem/haar bespreek Ik kan met problemen