• No results found

OP JOUW VRIJHEID. Beste collega,

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "OP JOUW VRIJHEID. Beste collega,"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)
(2)

Beste collega,

Deze eerste 39 pagina’s bied ik speciaal aan voor diëtisten. Mijn boek biedt informatie, tips en hulpmiddelen (oefeningen) om mensen te begeleiden in je praktijk. Je kunt de informatie, tips en oefeningen toepassen in je praktijk, maar je kunt het boek ook eventueel adviseren aan je cliënten.

Het is mijn diepste wens om zoveel mogelijk mensen die worstelen met boulimia of een eetstoornis te kunnen helpen. Als ervaringsdeskundige weet ik hoe zo’n dagelijkse strijd met eten voelt. Dat gun ik niemand. Mijn boek kan jou en je cliënten de weg wijzen naar een oplossing. Ik wens je daarmee alle succes.

Ik wens je veel leesplezier en hoop dat je op deze manier nog meer cliënten kunt helpen.

Met vriendelijke groet,

Charlie Paludanus

Op mijn boek - en dus ook op deze uitgave van de eerste 39 pagina’s die je gratis van mij ontvangt - is copyright van toepassing. Wil je dit document daarom echt voor jezelf houden en op geen enkele wijze verder verspreiden zonder mijn uitdrukkelijke en schriftelijke

OP JOUW VRIJHEID

(3)

Charlie Paludanus

BEVRIJD JEZELF

van eetbuien & boulimia

(4)

Titel Bevrijd jezelf van eetbuien & boulimia

ISBN-nummer 978-94-92984-77-7

Druk Eerste druk, oktober 2016

Tweede herziene druk, maart 2019

NUR 770, 777, 443

Trefwoorden boulimia, eetbuien, eetstoornis, persoonlijke ontwikkeling, zelfhulp, dieet, communicatie

Auteur Charlie Paludanus

Illustraties Charlie Paludanus

Uitgever Vrij van Eetstoornis, www.vrijvaneetstoornis.nl Tekstadvies Paula Bakhuis, www.parole.nl

Correctie Henri Kunne

Omslag & ontwerpadvies Caspar ten Berge, www.caspartenberge.nl Foto auteur Janneke Walter, www.jannekewalter.nl Vormgeving binnenwerk Harald Jacobs

Drukwerk Drukkerij Wedding BV, www.drukkerijwedding.nl

© Charlie Paludanus 2019 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.

Dit boek is niet bedoeld als vervanging voor reguliere geneeskunde of geestelijke gezondheidszorg, wel als aanvulling. Maak je je zorgen over je gezondheid, ga dan (ook) naar je huisarts.

Ondanks alle aan de samenstelling van dit boek bestede zorg kan noch de uitgever noch de auteur aansprakelijk

INHOUD

VOORWOORD 7

IEDER Z’N SLEUTEL TOT VRIJHEID (INLEIDING) 9

DEEL 1: ALS ETEN EN GEWICHT JE IN DE WEG ZITTEN 13

1. Heb ik een eetstoornis? 15

2. Er is een reden voor je eetbuien en boulimia 27

3. Wat je liever niet wilt weten over boulimia en eetbuien 37

4. Ben je toe aan loslaten? 51

DEEL 2: JOUW WEG NAAR VRIJHEID

5. LEVEN-methode 61

6. Lessen: De Lessen van je leven 65

7. Energie: Waar richt jij je Energie op? 71

8. Vrij Kiezen 89

9. Experimenteer 101

10. NU: Leef NU 113

DEEL 3: VRIJ ETEN

11. Vrij eten als basis voor herstel 127

12. Van disbalans naar balans 135

13. Rust door regelmaat 143

14. Meer energie door waardevol eten 147

15. Hoeveel is normaal? 167

16. Niet meer hoeven compenseren 185

17. Vrij eten en gezond gewicht 197

DEEL 4: VRIJ LEVEN

18. Het vrije leven lonkt 209

19. Zelfvertrouwen ontwikkelen 213

20. Je zelfbeeld versterken 229

21. Je lijf als krachtbron 243

22. Omarm je emoties 259

23. Jezelf zijn in contact met anderen 271

24. Plannen en dromen realiseren 285

NAWOORD 299

VANGNET

A. Eerste hulp bij eetbuien 303

B. Terugvalplan 305

C. Hulp zoeken 313

Eetdagboek 318

Bronnen & Inspiratie 326

(5)

VOORWOORD

Vrij zijn, het klinkt zo gemakkelijk. Vrij om jezelf te zijn en te kiezen wat je wilt. Vrij in je hoofd, vrij in je lijf en vrij in je leven. Als je dit boek in je handen hebt, is de vrijheid in jouw leven misschien ver te zoeken. Mogelijk heb je last van eetbuien, boulimia, dwangmatig wel of niet eten of een obsessie voor eten, gewicht of slank willen zijn. Een groot deel van je tijd en energie gaat hieraan verloren. Ten koste van wat je werkelijk wilt: leven.

Ik weet hoe het is. Tussen mijn 20e en 27e zat ik gevangen in het keurslijf van boulimia. Mijn leven was een continue strijd tussen eten en niet eten, eetbuien, overgeven en bergen schaamte. Ik leidde een dubbelleven: naar buiten toe sterk, van binnen onzeker en bang. De vrijheid was ver te zoeken.

Pas na zeven jaar boulimia lukte het me om te herstellen. Op eigen kracht.

Wat een bevrijding! Eindelijk kon ik echt gaan leven.

Ik dompelde mezelf onder in reizen, studeren en ontwikkelde mezelf als mens en in mijn werk. Ik genoot met volle teugen van mijn vak als marketeer en manager bij inspirerende bedrijven. Toch belandde ik bijna in een burn-out. Tijd voor reflectie. In 2006 besloot ik het roer om te gooien, mijn hart te volgen en voluit gebruik te maken van alles wat ik in mijn leven had geleerd. Ik werd gedrags- trainer en coach. Nog een aantal jaar later besloot ik me te focussen op datgene waar mijn hart werkelijk naar uitgaat: mensen met eetbuien en boulimia. Hieruit ontstond mijn praktijk Vrij van Eetstoornis.

Ik geloof in de kracht en uniekheid van ieder mens. Als je een eetstoornis hebt, lukt het je alleen niet om deze kracht voluit te benutten. Mijn droom is dat iedereen met eetbuien of een eetstoornis zich- zelf hiervan weet te bevrijden. Ik weet dat het mogelijk is en ik gun het iedereen.

In mijn praktijk help ik mensen hierbij via intensieve sessies en kortdurende trajecten (vaak drie tot vier maanden). Hier gebruik ik de door mij ontwikkelde LEVEN-methode. Daaruit ontstond voor mij ook een sterke behoefte dit boek te schrijven. Door mijn methode en ervaringen via dit boek te delen, hoop ik nog meer mensen te kunnen helpen.

Dit boek is er speciaal voor jou. Het wijst je de weg. Stap-voor-stap. Zodat ook jij vrij kunt gaan leven.

Voluit. Zonder terughoudendheid. Doen wat je wilt, vrij kunnen genieten van jezelf, van contact met anderen en ook van eten. Dat is wat ik jou toewens. Daarnaast hoop ik dat dit boek ook psychologen, psychiaters, artsen, coaches, therapeuten, diëtisten en andere hulpverleners helpt in hun werk. En dat het naasten helpt begrijpen waar jij mee worstelt.

Op jouw vrijheid,

Charlie

(6)

IEDER Z’N SLEUTEL TOT VRIJHEID (INLEIDING)

Iedereen met een eetstoornis kan de weg naar vrijheid vinden. Een persoonlijke weg, voor iedereen uniek. Dit boek helpt je stap-voor-stap jouw sleutel tot vrijheid te vinden. Het boek bestaat uit vier delen. In ieder deel vind je uitleg, voorbeelden en tal van tips en oefeningen om voorgoed van je eetbuien of eetstoornis af te komen.

In deel 1 ‘Als eten en gewicht je in de weg zitten’ krijg je inzicht in het ontstaan van vreemde eet- patronen en eetstoornissen en welke fases je moet doorlopen om de omslag naar herstel te kunnen maken. Belangrijk, want als je begrijpt hoe iets kan ontstaan, is het gemakkelijker de weg te vinden naar de oplossing.

Deel 2 ‘Jouw weg naar vrijheid’ gaat over de oplossing. In dit deel leer je hoe je jezelf kunt bevrijden van je eetstoornis met behulp van de LEVEN-methode. Deze methode kun je bovendien gebruiken om ieder ander probleem (groot of klein) in je leven aan te pakken.

In deel 3 ‘Vrij Eten’ lees je hoe een normaal en gezond voedingspatroon eruitziet. En hoe dit je mede gaat helpen om van je eetstoornis af te komen. Ook leer je in dit deel hoe je jezelf kunt bevrijden van dwanggedachten, angsten en vooroordelen rondom eten en gewicht. Je gaat begrijpen wat ‘Vrij Eten’

is en hoe je (weer) kunt genieten van gezond en vooral lekker eten.

In deel 4 ‘Vrij Leven’ komen de belangrijkste problemen aan de orde die schuilgaan onder een eetstoornis. Met behulp van dit deel ontwikkel je nieuwe vaardigheden, ziens- en denkwijzen die je helpen om je leven vol zelfvertrouwen op te pakken.

Dit boek is ook een doe-boek. Ik zou je willen aanraden om vooral de oefeningen te doen. Want pas als je daadwerkelijk in actie komt, kun je herstellen. Je herkent de oefeningen aan de volgende symbolen:

Essentiële oefeningen voor herstel

Inzichtoefeningen

Ondersteunende lichaamsoefeningen en meditaties

Neem tijdens het lezen gerust de tijd om de informatie tot je door te laten dringen, door elk onder- werp te ‘verteren’. Het is veel informatie en kan zo nu en dan best confronterend zijn. Dus lees het in je eigen tempo zodat alles een plekje kan krijgen. Dan heeft dit boek het meeste effect en ga je merken hoe je je stap-voor-stap bevrijdt van je eetstoornis.

(7)

ALS ETEN EN GEWICHT 1

JE IN DE WEG ZITTEN 

(8)

Zelfs een reis van 1.000 mijl, begint met één enkele stap.

– Tao Tsu

Wat ontdek je in dit deel?

Om te beginnen gaat hoofdstuk 1 in op de vraag:

heb ik een eetstoornis of eetprobleem of valt het wel mee? In dit hoofdstuk vind je alle informatie en inzichten die je nodig hebt om deze vraag te kunnen beantwoorden.

In hoofdstuk 2 krijg je inzicht in de factoren die meespelen bij het ontwikkelen van je eetbuien of eetstoornis. Zo krijg je ook inzicht in jezelf en hoe het bij jou zo ver heeft kunnen komen. Eén ding is zeker: je kiest nooit bewust voor een eetstoornis, eetbuien of boulimia.

Hoofdstuk 3 helpt je de balans op te maken. Dit hoofdstuk schijnt licht op de negatieve én de positieve kanten van eetbuien en compensatie- gedrag als braken, laxeren, overmatig sporten of streng lijnen. Misschien niet het leukste hoofdstuk van het boek. Maar wel heel eerlijk.

Tot slot beschrijf ik in hoofdstuk 4 hoe jouw proces van herstel zou kunnen verlopen. Althans, als je voelt dat je er klaar voor bent om je eetstoornis los te laten.

En dan kun je echt jouw stappen richting vrijheid gaan zetten.

INLEIDING DEEL 1

Je hebt waarschijnlijk nooit van tevoren bedacht dat het een goed plan is om een eetstoornis te ontwikkelen.

Toch zit je er nu mee. Je wilt het liefst vandaag nog stoppen met je eetbuien, maar het lukt je niet.

In dit deel beginnen we bij het begin. Om de omslag naar een eetbuivrij leven te kunnen maken, is het namelijk belangrijk te begrijpen hoe dit ‘vreemde eetgedrag’ in je leven is gekomen. Ook is het handig te weten waarom dit gedrag er nog steeds is en waarom je er niet zomaar van afkomt. Deze inzichten helpen je vervolgens om de weg te vinden naar de oplossing.

(9)

Een wijde blik verruimt het denken

- Loesje

Ben ik de enige?

Alleen? Nee, je bent zeker niet alleen als het gaat om vreemd omgaan met eten en gewicht.

In Nederland hebben bijna 200.000 mensen een eetstoornis. Stel je voor: 200.000 mensen waar- voor eten iedere dag een worsteling is. Die niets durven te eten, of juist tot hun grote schaamte en walging heel veel eten, of mensen die er alles aan doen om hun eten zo snel mogelijk weer uit hun lichaam te krijgen. Herkenbaar?

De meest voorkomende eetstoornissen:

Anorexia nervosa: ongeveer 5.600 mensen.

Boulimia nervosa: 22.000 mensen.

Binge eating disorder of eetbuistoornis:

160.000 mensen.

HOOFDSTUK 1 HEB IK EEN EETSTOORNIS?

Ik heb zelf lang getwijfeld of ik een eetstoornis had. Ja, ik deed wel een beetje raar met eten, maar of ik echt een probleem had? Alleen in mijn hoofd speelde af en toe de vraag of het wel normaal was wat ik deed. Ik durfde hier met niemand over te praten, want stel je voor dat zij zeiden dat ik een probleem had. Dan zou ik er zomaar wat aan moeten doen.

Lange tijd heb ik mijn eetstoornis (boulimia) ook geen stoornis genoemd. Maar dat was het natuurlijk wel.

‘Struisvogelgedrag’. Jammer, want hierdoor heb ik er veel langer last van gehad dan nodig was. Ik had eer- der van mijn eetverslaving af kunnen komen als ik eerder informatie en hulp had gezocht.

Worstel jij ook met de vraag of je nu een eetprobleem of eetstoornis hebt of dat het wel meevalt? Dit hoofd- stuk geeft je alle informatie, antwoorden en inzichten die je nodig hebt. De test ‘Heb ik een eetstoornis’ geeft een indicatie hoe groot je probleem is. Ook krijg je in dit hoofdstuk antwoord op de meest gestelde vragen als:

Kun je herstellen van een eetstoornis?

Kan een eetstoornis ook vanzelf overgaan?

Kan ik zelf van mijn eetstoornis afkomen?

(10)

Wil je weten of je een eetprobleem of eetstoornis hebt, dan vind je hierna meer informatie over de verschillende eetstoornissen. Voor een officiële diagnose ga je natuurlijk naar een arts.

DSM-5

Voor de beschrijving van eetstoornissen gebruik ik de officiële DSM-5 richtlijnen, aan- gevuld met mijn eigen visie hierop. DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorder) is internationaal het meest gebruik- te classificatiesysteem voor psychiatrische aandoeningen.

Boulimia

Als je boulimia hebt, zien mensen dat meestal niet direct. Vaak heb je een normaal postuur, bent niet te dik of te dun en je eet in gezelschap ook aardig normaal. Daarom twijfel je zelf ook of je een eet- probleem of eetstoornis hebt. Hoe weet je nu of je echt boulimia hebt?

Boulimia nervosa betekent overigens ‘ziekelijke honger door nerveuze oorzaak’. Boulimia is afge- leid van het Griekse woord ‘bous’ (= os) en ‘limos’

(=honger) wat samengevoegd neerkomt op ‘hon- ger als een os’. Nervosa = door nerveuze oftewel psychische oorzaak.

Kenmerken van boulimia

Je maakt je zorgen over je gewicht en bent bang om aan te komen of dik te worden. Je raakt in paniek als je te veel, te vet, te zwaar of te ongezond hebt gegeten.

Je hebt wekelijks, dagelijks of meerdere malen per dag last van onbeheersbare eetbuien: je eet grote hoeveelheden voedsel, snoep of snacks in korte tijd. Soms haal je alle kastjes of zelfs de vriezer leeg om te kunnen blijven eten, of je gaat speciaal hiervoor eten kopen. Vaak eet je door totdat je maag op barsten staat. Tijdens de eetbuien ben je de controle over jezelf kwijt.

Zowel je eetbuien als je compensatiegedrag

Je probeert de schade van eetbuien, maaltijden of tussendoortjes te compenseren door:

Alle voedsel zo snel mogelijk na het eten weer uit te braken.

Laxeer- of plaspillen te gebruiken.

Maaltijden over te slaan of extreem te lijnen.

Veel te gaan sporten of bewegen.

Een combinatie van bovenstaande compensa- tiemogelijkheden.

Vaak denk je niet zo positief over je lichaam of over jezelf.

Je hebt hier al meer dan drie maanden last van.

Hoe vaak komt boulimia voor?

Waarschijnlijk is het aantal van 22.000 nog maar het topje van de ijsberg. Doordat boulimia aan de buitenkant slecht zichtbaar is, kun je het lang verborgen houden. Gemiddeld houden mensen deze eetstoornis zelfs zeven jaar geheim. Volgens onderzoek is 85% van de mensen met boulimia vrouw en 15% man (Bron: Weltzin e.a., 2005).

Maar wellicht liggen de werkelijke cijfers anders, omdat het voor mannen extra moeilijk is om er open over te zijn.

Slechts 6% van de mensen met boulimia is onder behandeling (Bron: Smink, van Hoeken & Hoek, 2012; Hoek, 2017). Daarmee is boulimia ook een hele eenzame ziekte.

Wat is de kritische leeftijd voor boulimia?

De meeste eetstoornissen ontstaan in de kwetsba- re puberleeftijd tussen 15 en 20 jaar. Maar ook op andere leeftijden is het mogelijk om een eetstoor- nis te ontwikkelen.

Recent onderzoek toont zelfs aan dat eetstoornis- sen als boulimia en de eetbuistoornis ook verras- send vaak voorkomen bij vrouwen van middelbare leeftijd, 40-60 jaar (Bron: Mangweth-Matzek e.a., 2014; Micali, N. e.a., 2017).

Vaak denken mensen dat een eetstoornis alleen bij jongeren voorkomt, waardoor het taboe om er op oudere leeftijd mee naar buiten te komen,

De eetbuistoornis

De eetbuistoornis of binge eating disorder (BED) is een veel voorkomende eetstoornis. Naar schat- ting worstelen in Nederland maar liefst 160.000 mannen en vrouwen met hun eetbuistoornis. Als je deze stoornis hebt, heb je last van onbeheers- bare eetbuien. Mogelijk twijfel je of je echt een probleem hebt of dat iedereen dit soort eetbuien heeft. Maar tegelijkertijd schaam je je hier zo over, dat je er met niemand over durft te praten.

Kenmerken van de eetbuistoornis

Je hebt wekelijks, dagelijks of meerdere malen per dag last van onbeheersbare eetbuien: je eet vaak in korte tijd grote hoeveelheden voedsel, snoep of snacks. Soms haal je alle kastjes of zelfs de vriezer leeg om te kunnen blijven eten, of je gaat speciaal hiervoor eten kopen. Vaak eet je door totdat je maag op barsten staat.

Tijdens deze eetbuien ben je de controle over jezelf kwijt.

Kenmerken van de eetbuistoornis zijn:

Je eet vaak veel sneller dan normaal.

Je eet door totdat je een onaangenaam vol gevoel hebt.

Je eet alleen of in het geheim, uit schaamte over de grote hoeveelheden die je eet.

Na de eetbui walg je van jezelf, je voelt je schuldig of somber.

Je lijdt er onder.

De eetbuien worden niet gecompenseerd zoals bij boulimia.

Je hebt hier al meer dan drie maanden last van.

Aanvullende kenmerken

Wat aan dit overzicht naar mijn idee nog ont- breekt is:

Dat je vaak niet zo positief denkt over jezelf en je lichaam.

Dat je je zorgen maakt en ongelukkig voelt over je gewicht en over dat je steeds zwaarder en dikker wordt.

Dat je wel degelijk compenseert door periodes (streng) te lijnen of een dieet te volgen. Vaak val je na een periode van (veel) afvallen terug in je oude eetpatroon en eetbuien, waardoor je weer aankomt.

Hoe vaak komt de eetbuistoornis voor?

In Nederland heeft 1% van de mensen last van de eetbuistoornis. Dat lijkt weinig, maar het zijn wel meer dan 160.000 mensen. Hiermee komt de eetbuistoornis op de lijst van veel voorkomende aandoeningen in Nederland.

De verhouding man/vrouw is bij de eetbuistoornis gelijk verdeeld en dus heel anders dan bij anorexia of boulimia waar meer vrouwen aan lijden. Voor mannen is het vaak extra lastig toe te geven dat ze de eetbuistoornis hebben. Iedereen denkt immers dat het een vrouwending is. Ook huisartsen houden er minder rekening mee dat mannen net zo goed een eetstoornis kunnen hebben.

Net als bij boulimia houden mensen die lijden aan de eetbuistoornis, hun probleem geheim. Vaak schaam je je zo voor jezelf en je eetbuien, dat je je terugtrekt en geen hulp zoekt. Helaas blijf je hierdoor in een vicieuze cirkel hangen van eet- buien - schaamte/walging – jezelf ellendig voelen – eetbuien.

Wat is de kritische leeftijd voor de eetbuistoornis?

Er is geen specifieke informatie bekend over wat de meest kritische leeftijd is voor het hebben van de eetbuistoornis. Net als bij andere eetstoornis- sen, ligt het begin vaak in de puberleeftijd (15-19 jaar). Ik vermoed dat de kritische leeftijd voor de eetbuistoornis vergelijkbaar is met die van bou- limia. In mijn praktijk maak ik echter regelmatig mee dat mensen ouder zijn.

(11)

Anorexia

In dit boek richt ik me specifiek op mensen met boulimia en de eetbuistoornis en niet op mensen met anorexia. Toch geef ik voor de volledigheid een beschrijving, omdat het één van de bekendste eetstoornissen is. En misschien ook wel één van de meest ingewikkelde en pijnlijke.

Anorexia nervosa betekent letterlijk ‘eetlustverlies door nerveuze oorzaak’. Anorexia als term is al bekend vanaf de klassieke oudheid en betekende toen al ‘gebrek aan eetlust’ of ‘afkeer van eten’.

Nervosa = door nerveuze of psychische oorzaak.

Wanneer je anorexia hebt, vind je jezelf vaak minderwaardig en ervaar je je lichaam als dik en onaantrekkelijk. Je probeert dus uit alle macht dunner te worden, terwijl je in werkelijk te dun bent, zelf gevaarlijk en ongezond dun. Noch de buitenwereld, noch de BMI-cijfers* kunnen jou ervan overtuigen dat je te dun bent en dat je gezondheid gevaar loopt. En jij begrijpt niet dat anderen jou niet begrijpen.

Kenmerken van anorexia

Je hebt duidelijk ondergewicht (BMI* <17 maar vaak zelfs <15): je gewicht is te laag voor je leeftijd, sekse en gezondheid. Voor kinderen gelden iets andere regels qua BMI.

Je hebt een enorme angst om aan te komen of dik te worden en blijft je best doen om af te vallen, zelfs als je volgens normale criteria al duidelijk ondergewicht hebt.

Je hebt een sterk negatief oordeel over jezelf, je lichaamsvorm en je gewicht.

Je vindt je huidige lage gewicht zelf niet zorgwekkend, je wilt zelfs nog afvallen.

Je doet er alles aan om nog verder af te vallen door:

Veel minder te eten dan je lichaam werkelijk nodig heeft aan energie en bouwstoffen.

Bijvoorbeeld door minimale hoeveelheden te

Alle voedsel (ook na eventuele eetbuien) zo snel mogelijk weer te verwijderen uit je lichaam, door te braken of door laxeer- of plaspillen of klysma’s te gebruiken.

Je hebt deze kenmerken al zeker drie maanden.

*Body Mass Index (BMI)

Je kunt je BMI berekenen door je gewicht in kg te delen door je lengte in het kwadraat.

Bijvoorbeeld: iemand die 65 kg weegt bij een lengte van 1.75 heeft een BMI van 65/(1.75 x 1.75) = 21,2.

Meer over de BMI lees je op pagina 22.

Hoe vaak komt anorexia nervosa voor?

Mensen denken bij het woord eetstoornis vaak meteen aan anorexia. Toch is het in werkelijkheid de minst voorkomende eetstoornis. Daarmee ech- ter niet minder belangrijk dan andere eetstoornis- sen. In Nederland hebben ongeveer 5.600 mensen anorexia, waarvan 90-95% vrouw is.

Wat is de kritische leeftijd voor anorexia?

Onderzoek wijst uit dat anorexia vooral voorkomt in de leeftijd van 15 tot 29 jaar en meestal begint tussen 15 en 19 jaar (Bron: Smink, van Hoeken

& Hoek, 2012; Hoek, 2017). Uit recente cijfers en wereldwijde trends blijkt echter dat anorexia steeds jonger begint. Opvallend is de forse toena- me van kinderen onder de 13 die abrupt stoppen met eten (Bron: Van Elburg 2013).

Anorexia wordt op een gegeven moment zichtbaar of merkbaar. Doordat je steeds dunner wordt en je kleren meer gaan slobberen, je steeds vermoeider wordt of opvallend veel blijft bewegen. Op een gegeven moment gaan mensen in je omgeving je erop attenderen en proberen tot je door te dringen. Hierdoor komt anorexia vaak aan het licht. Soms duurt dit lang. En hoe langer het duurt, hoe lastiger het wordt om te herstellen. Als je anorexia hebt, ben je vaak zo mager dat je niet eens meer energie hebt om na te denken of om

veel te bewegen, en om precies die voedingsmid- delen uit te kiezen waar nauwelijks calorieën in zitten. Dit alles met een enorme dosis doorzet- tingsvermogen en discipline, ook al ben je nog zo moe.

Anorexia is gevaarlijk. Zo’n 5% van de mensen met anorexia komt er door te overlijden. Als je anorexia hebt, is het belangrijk dat je geholpen wordt door professionals en onder medische con- trole staat. Herstellen van anorexia is wel mogelijk.

Maar het is bijna niet te doen om er zelf vanaf te komen. Hoe eerder je hulp zoekt, des te beter en sneller zal je herstelproces verlopen. Heb jij het vermoeden dat je anorexia hebt, wacht dan niet te lang en ga eens met je huisarts praten. Deze verwijst je door naar een geschikte behandelaar.

Ik denk dat je waarschijnlijk ook veel hebt aan de tips en de werkwijzen die in dit boek staan. De voorbeelden zijn echter allemaal gebaseerd op mensen met boulimia en de eetbuistoornis.

Overgewicht en obesitas

Het aantal mensen met overgewicht neemt ieder jaar schrikbarend toe. In Nederland zijn inmiddels meer dan 6,5 miljoen mensen met overgewicht.

Dat is bijna de helft van de bevolking van 19 jaar en ouder, waarvan 52% man is en 46% vrouw.

Daarbij kun je onderscheid maken tussen de vol- gende gradaties:

Overgewicht: bijna de helft van alle volwasse- nen (49%).

Ernstig overgewicht oftewel obesitas: 14% van de volwassenen.

Gevaarlijk overgewicht (morbide obesitas):

Ruim 1% van alle volwassenen.

Bron: RIVM 2017

Overgewicht

Overgewicht: je hebt een Body Mass Index (BMI) van boven de 25.

Ernstig overgewicht (obesitas): je BMI ligt tussen de 30 en 40.

Gevaarlijk overgewicht: BMI hoger dan 40.

Meer over de BMI lees je op pagina 22.

Is obesitas een eetstoornis? Officieel natuurlijk niet. Toch wil ik hier iets over zeggen in dit boek, want ik denk dat er wel degelijk een samenhang is tussen eetstoornissen en overgewicht.

Obesitas en overgewicht zijn graadmeters die aan- geven dat je gewicht hoger is dan gezond voor je is. Bepaalde eetstoornissen kunnen ervoor zorgen dat je overgewicht ontwikkelt. Daarnaast zijn er nog vele andere mogelijke oorzaken:

Een verstoorde energiebalans: je eet meer dan je lichaam nodig heeft.

Emotie-eten: je gebruikt eten om jezelf beter of gelukkiger te voelen.

Extern eten: je moet eten als je eten ziet. En dat is tegenwoordig bijna overal.

Eten onder druk van de sociale omgeving.

Gebrek aan lichaamsbeweging.

Genetische aanleg speelt bij zo’n 1-5% van de mensen een rol.

Medische oorzaak, zoals bijvoorbeeld een traag werkende schildklier, medicijngebruik, menopauze of een stofwisselingsziekte.

Als je te zwaar wordt, betekent dat vaak ook dat je ontevredener wordt met jezelf. Vooral wan- neer je gewicht je beperkt in het dagelijks leven.

Bijvoorbeeld als je geen leuke dingen meer kunt ondernemen met je kinderen omdat je dat fysiek niet aankunt, dat je niet meer in alle stoelen past, dat je niet meer de kleding kunt dragen die je in de kast hebt hangen of niet meer naar het strand durft. Dat je nooit meer complimentjes krijgt, of zelfs buiten de maatschappij komt te staan doordat je afwijkt van de norm. Of dat je steeds

(12)

Dan heb je misschien geen eetstoornis, maar wel degelijk een probleem. Ook daarvan denk ik dan:

wat zonde dat je je leven zo laat beheersen door je gewicht, terwijl het anders kan. Als je nergens last van hebt, oké, dan ervaar je het misschien niet als een probleem. Maar als dat wel zo is...

overweeg dan serieus om er wat aan te doen. Wat de oorzaak van je overgewicht ook is, met de tips uit dit boek kun je meteen aan de slag.

Mijn eetprobleem of eetstoornis staat er niet bij

Tja, daar zit je dan. Je hebt het idee dat je niet echt normaal met eten, je lichaam en je gewicht omgaat, maar je voldoet ook niet aan de criteria zoals deze beschreven staan voor anorexia, bou- limia of de eetbuistoornis. Misschien geef je niet over, of valt het wel mee met je eetbuien, of ben jij een heel ander geval. Maar je bent wel ongeluk- kig. Met je gewicht, je uiterlijk, de manier hoe je met eten omgaat.

Wat dan? Is er dan niets aan de hand? Hoef je je geen zorgen te maken? Of maak je je juist zor- gen en voel je je een beetje tussen wal en schip vallen? Hoe dan ook, als jij zelf het idee hebt dat eten, gewicht en je lichaam een obsessie zijn geworden, dan heb je alle reden om hiermee aan het werk te gaan. Om hulp te zoeken en te kijken hoe je een meer ontspannen relatie met eten kunt krijgen. Dus kijk niet teveel naar de ‘labeltjes’

en of jij daaraan voldoet. Vertrouw op je eigen gevoel, behoeftes en wensen.

Er zijn trouwens wel degelijk andere eetstoornis- sen of problemen naast anorexia, boulimia en de eetbuistoornis. Vroeger vielen die onder de indi- catie Eetstoornis Niet Anders Omschreven (NAO).

Met de komst van de nieuwe DSM-5 richtlijnen is deze indicatie vervangen door een groep ‘Andere gespecificeerde voedings- of eetstoornissen’.

Eetstoornissen die hieronder vallen:

Atypische anorexia: je gewicht is redelijk

anorexia gelden (bijvoorbeeld: angst om aan te komen, sterk negatief zelfbeeld, geobsedeerd door eten en gewicht).

Boulimia nervosa met lage frequentie/

beperkte duur: je voldoet wel aan de kenmer- ken van boulimia, maar je hebt bijvoorbeeld tussendoor ook periodes dat je er geen last van hebt of je eetbuien en compensatiegedrag komen minder voor dan één keer per week of minder lang dan drie maanden.

Eetbuistoornis met lage frequentie/beperkte duur: bij deze variant blijven eetbuien ook tijden uit, komen minder vaak voor dan één keer per week of duren minder lang dan drie maanden.

Purgeerstoornis: deze lijkt wel wat op boulimia, maar bij purgeerstoornis heb je geen eetbuien.

Wel probeer je je gewicht of je figuur te beïnvloeden door te braken of door laxeermid- delen, plaspillen of andere medicijnen te gebruiken.

Nachtelijk eetsyndroom: heb je hier last van, dan eet je na het avondeten nog grote hoeveel- heden of ga je ’s nachts je bed uit om de voorraadkasten en koelkast te plunderen en veel te eten.

Orthorexia nervosa: deze staat niet in de DSM-5, maar komt steeds meer voor. Ortho- rexia nervosa is een eetstoornis waarbij ‘gezond eten’ dwangmatig wordt en je in paniek raakt als je niet gezond kunt eten. Je wilt controle hebben, moet van jezelf bepaalde voedingsmid- delen eten en vermijdt andere voeding, zelfs als dit ten koste gaat van sociale contacten.

ARFID is de vermijdende, restrictieve voedsel inname stoornis (avoidant, restrictive food intake disorder). Hierbij eet je bepaalde voeding niet omdat je het niet durft of kunt. Niet vanwege een negatief lichaamsbeeld of angst voor gewichtstoename, maar door slikangst, braakneigingen of weerstand tegen de smaak, textuur, kleur, geur, vorm of andere associaties bij bepaald eten. Hierdoor val je sterk af, krijg je gezondheidsproblemen en wordt deelnemen aan het normale leven steeds lastiger.

Het kan zijn dat jij ook hier niet vindt waar je last van hebt. Misschien durf je bepaalde voedings- middelen niet te eten of niet in gezelschap te eten. Of je hebt bepaalde dwangrituelen rondom eten of ….. Wat je ook hebt en hoe je het ook noemt, dat maakt niet uit. Als jij er last van hebt en je leven en je gedrag wilt veranderen, dan heb je alle reden om er zelf werk van te maken of hulp te zoeken.

Kun je herstellen van een eetstoornis?

Op die vraag kan ik volmondig ja zeggen. Ja, je kunt volledig herstellen van een eetstoornis. Ook de meeste lichamelijke klachten verdwijnen als je weer normaal gaat eten, stopt met braken en laxeren en weer op een gezond gewicht komt.

Vaak ben je na je bevrijding zelfs nog sterker dan daarvoor. Het is zelfs zo dat de eigenschappen die maakten dat je een eetstoornis ontwikkelde, dezelfde eigenschappen zijn die je helpen om er vanaf te komen. Hoe dat kan?

Ten eerste omdat je krachtig bent. Als je een eetstoornis hebt, ben je niet zwak, niet slap, niet ongedisciplineerd. Integendeel. Als geen ander weet je wat doorzetten is, weet je tijden lang niets te eten, ondanks je honger, ondanks dat je je slap voelt. Dat doorzettingsvermogen heb je in huis en kun je nu in je voordeel gaan gebruiken. Je zal alleen maar sterker worden als je van je eetstoor- nis bent bevrijd.

Daarnaast ben je creatief. Tijdens je eetstoornis ben je creatief als het gaat om het verzinnen van allerlei redenen waarom je niet mee eet, of waarom je juist nog even iets anders moet doen.

Je bent in staat je even terug te trekken. Je weet je precies af te stemmen op je omgeving, om ervoor te zorgen dat ze niets in de gaten hebben, dat de aandacht niet op jou gericht is.

Kortom, je beschikt over veel vaardigheden die

levingsvermogen en al die creativiteit zou inzetten voor je herstel. Wat een power zou dat geven. Dus ja, je kunt herstellen van een eetstoornis. Het zal soms tegenvallen, je zult soms overspoeld worden door emoties, onzekerheden, gebrek aan zelfver- trouwen. Maar dat kun je overwinnen met alles wat je in je hebt. Jij kan dat als geen ander.

Kan een eetstoornis ook vanzelf overgaan?

Nee, een eetstoornis gaat nooit vanzelf over. Een eetstoornis is een serieus probleem dat meestal al jaren aan de gang is voordat je het zelf doorhebt.

Bovendien is gebleken dat hoe langer je rondloopt met een eetstoornis, hoe ingewikkelder het wordt om ervan te genezen. Een eetstoornis gaat helaas niet vanzelf over. Daar moet je echt hard aan werken.

Uit onderzoek blijkt dat het behoorlijk lastig maar niet onmogelijk is om zonder hulp van boulimia af te komen. Slechts 1/3 lukt het zelf, het overige deel blijft worstelen met de kenmerken van bouli- mia. Van de mensen die hulp zoeken herstelt bijna de helft en bij een groot deel verbetert de situatie.

Maar als je bedenkt dat slechts een klein percen- tage van de mensen met eetbuien en boulimia hulp zoekt, dan blijft er dus een grote groep over die hulp kan gebruiken.

Qua herstelcijfers zijn er helaas geen cijfers be- kend over de eetbuistoornis. Ook komen de cijfers die wel bekend zijn uit oudere onderzoeken en zijn ze gebaseerd op gemiddelden. Het wachten is op geactualiseerde cijfers. Voorlopig moeten we het hier echter mee doen.

Herstelcijfers met behandeling

Anorexia Boulimia

Volledig hersteld 45% 48%

Situatie verbeterd 30% 26%

Situatie chronisch

geworden/verslechterd 20% 26%

Overleden 5%

(13)

Gezond gewicht en wie bepaalt dat?

Een gezond gewicht is een gewicht waarbij je spie- ren, organen en hersenen optimaal kunnen func- tioneren. Dit is meestal ook het gewicht waarmee je voldoende energie hebt en helder kunt denken.

Natuurlijk hebben de deskundigen ook nagedacht over ‘gezond gewicht’. Ze hebben een hulpmiddel gecreëerd dat aangeeft wat een gezond gewicht is en wanneer je in de gevarenzone komt: de beken- de BMI (Body Mass Index). In de gevarenzone kom

De BMI is volgens de DSM-5 richtlijnen één van de criteria om te bepalen of je anorexia hebt of niet.

Je kunt je BMI zelf berekenen door je gewicht in kilogram te delen door je lengte in meters in het kwadraat. Bijvoorbeeld is je gewicht 70 kg en je bent 1.60 lang dan is je BMI: 70 / (1.6 x 1.6) = 27,3. In de tabel hiernaast kun je zien in welke categorie BMI jij valt.

Voor kinderen die nog in de groei zijn geldt een Heb ik een eetstoornis? Doe de test*

Weet je al of je een eetstoornis hebt, dan kun je verder lezen. Heb je twijfel of wil je beter begrijpen waar je last van hebt, doe dan deze test. In een paar vragen krijg je meer duidelijkheid over waar jij last van hebt. En of dat problematisch is of niet.

Wees eerlijk bij het invullen. Je doet deze test puur voor jezelf en hoeft ‘m met niemand te delen.

Vraag Ja Nee

1 Ik sla regelmatig een ontbijt, lunch of diner over.

2 Ik schaam me voor mijn lichaam en gewicht (ik walg van mezelf).

3 Ik heb dagelijks/wekelijks onbeheersbare eetbuien (ik stop pas als ik niet meer kan).

4 Ik heb angst aan te komen, dik te worden.

5 Ik maak me zorgen als ik met of bij andere mensen moet eten.

6 Ik braak mijn eten uit of gebruik laxeermiddelen of plaspillen om mijn eetgedrag te compenseren.

7 Ik sta elke dag (en soms zelfs vaker) op de weegschaal.

8 Pas als ik dunner ben kan ik gelukkig zijn en/of zelfvertrouwen hebben.

9 Ik sport minimaal 1 uur per dag om mijn eetgedrag te compenseren.

10 Ik ben de afgelopen periode veel aangekomen of af gevallen

* Deze test is uiteraard geen medisch onderzoek, maar geeft een indicatie.

Wil je een officiële diagnose, laat je dan doorverwijzen door je huisarts.

Ga nu verder met het berekenen van je BMI (de paragraaf hierna). Daarna vind je de testuitslag.

BMI-tabel

       Gewicht  in  kg 40

           45      50      55      60      65      70      75      80      85      90      95      100      105      110      115      120      125 2,05

         10      11      12      13      14      15      17      18      19      20      21      23      24      25      26      27      29      30 2,00

         10      11      13      14      15      16      18      19      20      21      23      24      25      26      28      29      30      31 1,90

         11      12      14      15      17      18      19      21      22      24      25      26      28      29      30      32      33      35 1,85

         12      13      15      16      18      19      20      22      23      25      26      28      29      31      32      34      35      37 1,80

         12      14      15      17      19      20      22      23      25      26      28      29      31      32      34      35      37      39 1,75

         13      15      16      18      20      21      23      24      26      28      29      31      33      34      36      38      39      41 1,70

         14      16      17      19      21      22      24      26      28      29      31      33      35      36      38      40      42      43 1,65

         15      17      18      20      22      24      26      28      29      31      33      35      37      39      40      42      44      46 1,60

         16      18      20      21      23      25      27      29      31      33      35      37      39      41      43      45      47      49 1,55

         17      19      21      23      25      27      29      31      33      35      37      40      42      44      46      48      50      52 1,50

         18      20      22      24      27      29      31      33      36      38      40      42      44      47      49      51      53      56 1,45

         19      21      24      26      29      31      33      36      38      40      43      45      48      50      52      55      57      59 1,40

         20      23      26      28      31      33      36      38      41      43      46      48      51      54      56      59      61      64 1,35

         22      25      27      30      33      36      38      41      44      47      49      52      55      58      60      63      66      69 1,30

         24      27      30      33      36      38      41      44      47      50      53      56      59      62      65      68      71      74

Wat  zegt  de  BMI?

Ernstig  ondergewicht Ondergewicht   Gezond  gewicht   Overgewicht  

Ernstig  overgewicht  (obesitas) Gevaarlijk  overgewicht  (morbide  obesitas)

>  40 Lengte

 <  16  16  -­‐  18,5  18,5  -­‐  25  25  -­‐  30  30  -­‐  40

Wat gebeurde er toen je jouw BMI-uitslag zag?

Deze tabel is niet bedoeld om je aan het schrikken te maken. Ik kan me voorstellen dat het mogelijk confronterend voor je is als je hier opeens leest dat je overgewicht of ondergewicht hebt, of juist een gezond gewicht terwijl je jezelf te dik of te dun vindt. Of als je überhaupt niet wilt weten in welk vakje je terechtkomt. Laat het maar gewoon gebeuren, blijf ademen en lees vooral verder.

Zoals je ziet heeft een gezond gewicht een be- hoorlijke bandbreedte. Bij een gezond gewicht valt je BMI tussen de 18,5 en de 25. Als je bijvoorbeeld 1.69 lang bent, heb je een gezond gewicht als je tussen de 57 en 71 kg weegt. Dat is maar liefst een verschil van 14 kg. Ben je zwaarder dan heb je overgewicht, ben je lichter dan heb je onderge- wicht. Natuurlijk is het een en ander afhankelijk van je lichaamsbouw (alhoewel de geleerden

prima gezond zijn als je een BMI hebt van rond de 18. En als je juist bulkt van de spieren, kan het zo maar zijn dat je een BMI hebt boven de 25. Dus bekijk het ook met een gezonde blik. Maar duik je echt onder de 18 of boven de 30 dan is het op- passen geblazen. Je lichaam kan het dan te zwaar hebben om normaal te functioneren.

Een gezonde BMI is geen doel op zich, maar alleen een hulpmiddel om te bepalen of je gewicht nog gezond is. Ik houd zelf altijd aan dat je je met een gezond gewicht ook energiek en krachtig voelt en dat je lijf optimaal kan functioneren.

Bepaal op basis van de tabel je BMI en schrijf deze op.

(14)

Uitslag test*

Bereken je totaalscore van de test (a.d.h.v. onderstaand schema) en tel hierbij de uitslag van de BMI-score. Lees hieronder de uitslag van deze totaalscore.*

Vraag van de test Punten voor Ja Punten voor Nee

1 2 0

2 1 0

3 2 0

4 1 0

5 1 0

6 2 0

7 1 0

8 1 0

9 2 0

10 2 0

Score test Score BMI-uitslag Totaal Score 0-4 punten

Je zit goed in je vel. Natuurlijk twijfel je weleens of je gewicht is wat het zou moeten zijn, maar je kunt hiermee omgaan. Vooral doorgaan zo.

4-8 punten

Je zit op een kantelpunt. Je bent onzeker over jezelf, je gewicht en je uiterlijk. Je gaat voedsel zien als je vriend of je vijand en bent bezig om je af te zonderen van eten en je omgeving (misschien niet letterlijk maar wel in gedachten). Maak werk van jezelf en je ontwikkeling en richt je daarop in plaats van op eten en gewicht. Grote kans dat je hiermee het tij al kunt keren.

8-12 punten

Pas op. Je zit in de gevarenzone. Je vertoont veel kenmerken van een eetstoornis*, zowel in je denken als in je doen. Kijk nog eens goed naar de vragen waar je ‘’ja’’ hebt geantwoord. Ga op zoek naar wat hieronder zit en wat je eraan kunt doen. Dit boek zal je veel antwoorden geven en je op weg helpen.

Maar ik raad je ook aan om hulp te zoeken.

12-17 punten

Zoek hulp! Je vertoont alle verschijnselen van een eetstoornis*. Je bent de controle kwijt over eten, je schaamt je voor jezelf en je gewicht en voelt je waarschijnlijk steeds eenzamer worden en buiten de maatschappij staan. En het vervelende is dat je daar niet 1-2-3 vanaf komt als je hier alleen mee blijft rondlopen. Sterker nog, als je hiermee door gaat, breng je jezelf ernstig in gevaar. Wacht dus niet langer, zet je schaamte opzij en zoek hulp. Nu! (zie hulpbronnen pagina 313)

Uitslag BMI

BMI lager dan 18 2

BMI tussen 18-25 0

BMI hoger dan 25 2

* Testuitslag

Realiseer je dat dit geen officiële diagnose is, maar slechts een indicatie. Laat je door- verwijzen door je huisarts voor een officiële diagnose. Is je BMI lager dan 18 of boven de 30, dan komen je lichaamsfuncties in gevaar.

Laat de huisarts een gezondheidscheck doen.

Kan ik zelf van mijn eetstoornis afkomen?

Je kunt jezelf bevrijden van je eetstoornis. Mij is het gelukt en met mij nog vele anderen. Je kunt dit alleen doen, maar het lukt meestal nog beter en sneller als een therapeut of coach je hierbij helpt.

Belangrijk om te weten is dat het alleen lukt als je bereid bent om je eigen gedrag, gedachten en gevoelens kritisch onder de loep te nemen. En als je nieuwe manieren wilt uitproberen om je gedrag en denkwijzen te veranderen. Het werkt niet als je hetzelfde blijft doen als je nu doet. Of als het alleen blijft bij goede voornemens maar je veran- dert niets in je gedrag. Pas als je echt het roer om gooit, als je bereid bent om echt dingen anders te gaan doen, dan kan je van je eetstoornis afkomen.

Stap-voor-stap in je eigen tempo.

Maar wat als je al meer dan 5 jaar rondloopt met een eetstoornis, of nog langer: 10 of 20 jaar? Echt, ook dan kun je herstellen. Gebruik dit boek en zoek hulp. Doe het niet alleen. Ga naar een goede hulpverlener om je hierbij te helpen. Een psycho- loog, coach, diëtist, een workshop of training. Er zijn tal van mogelijkheden. Kijk waar jij je het pret- tigst bij voelt. De hulpverlener kan je een methode aanreiken die past bij jou als persoon en bij jouw situatie. Zodat je maximaal resultaat behaalt op een manier die werkt voor jou.

Achterin het boek vind je een aantal tips voor hulpbronnen. Met name als je ernstig over- of ondergewicht hebt en/of gezondheidsklachten hebt, raad ik aan medische hulp te zoeken en via

niet zo lang een eetstoornis en is je gezondheid relatief goed, dan zijn de mogelijkheden breder.

Hoe kan dit boek je helpen?

Stap-voor-stap, daar geloof ik in. Het gebruiken van dit boek is al een eerste belangrijke stap die je gezet hebt. Het boek loodst je door de weg die voor je ligt. Neem je tijd om rustig te lezen en de oefeningen te doen. Je doel nu lijkt misschien nog ver weg, maar ik heb er vertrouwen in dat het je gaat lukken. Dit boek helpt je jouw persoonlijke weg naar herstel te vinden.

Veel mensen snappen niet precies waar die eet- stoornis nou precies vandaan komt en al helemaal niet hoe ze er vanaf kunnen komen. In hoofdstuk 2 vind je daarom alle informatie over hoe eetstoor- nissen kunnen ontstaan. In z’n algemeenheid, maar juist ook voor jou persoonlijk. Hierdoor krijg je meer inzicht in jezelf en je probleem. Belang- rijk, want als je begrijpt hoe iets kan ontstaan, is het ook gemakkelijker de weg te vinden naar de oplossing.

(15)

Raar is zo gek nog niet.

– Loesje

Hoe je in de cirkel van eetbuien belandt Heb je een eetstoornis, dan beschik je hoogst- waarschijnlijk over een reeks sociale en psycholo- gische kenmerken (psychosociale factoren) die je

gevoeliger maken voor het ontwikkelen van een eetstoornis. Vervolgens kan een bepaalde gebeur- tenis de trigger (aanleiding) zijn om te gaan lijnen, anders te gaan eten of extreem te gaan sporten.

Vaak begint het met lijnen, met de wens om af te vallen. Ga je nooit lijnen, dan ontwikkel je waar- schijnlijk ook geen eetstoornis.

Als het lijnen lukt, dan ervaar je al snel de

‘WOW-factor’ zoals ik dat noem. Je krijgt compli- menten, bent trots op jezelf en de controle die je hebt over je lijf en leven. Je kunt de WOW-factor ook ervaren zonder dat je afvalt, bijvoorbeeld doordat je je beter voelt door je veranderde eet- patroon. Die WOW-factor wil je blijven ervaren.

Je wilt méér succes. Vanaf dat moment wordt je focus op je gewicht en lichaam een obsessie die je niet meer los kunt laten. Je bent bang om te falen.

En in plaats van trots, voel je je steeds onzekerder

HOOFDSTUK 2

ER IS EEN REDEN VOOR JE EETBUIEN EN BOULIMIA

Boulimia of de eetbuistoornis ontwikkel je niet bewust. Het sluipt erin, heel sneaky, tot je opeens ergens bent aanbeland en je realiseert dat je gevangen zit. Gevangen in een vreemd web van eetbuien, compenseren, schaamte en bedrog. Gevangen in een eet- en leefpatroon waar je ongelukkig en eenzaam bent en niet meer toekomt aan het leven zelf.

Maar hoe ben je hier verzeild geraakt? Wat ligt er aan ten grondslag? Waar is het begonnen? Hoe kan het dat je zo ver van jezelf vervreemd bent? Dat je zo raar bent gaat doen met eten? En hoe kan het dat je dat blijft doen, zelfs als je het niet meer wilt?

In dit hoofdstuk belicht ik de cirkel van boulimia en de eetbuistoornis. Je krijgt inzicht in alle factoren die meespelen bij het ontwikkelen van een eetstoornis. Zo krijg je ook inzicht in jezelf en hoe het bij jou zo ver heeft kunnen komen.

psycho- sociale factoren

trigger negatieve

gevolgen

nieuw eetgedrag obsessie

(16)

Factoren die je gevoelig maken voor het ontwik- kelen van een eetstoornis

Een aantal psychosociale factoren is kenmerkend voor mensen met een eetstoornis. Herken jij iets van jezelf hierin?

Een hoge mate van gevoeligheid (sensitiviteit).

Gerichtheid op de ander.

Onzekerheid.

Perfectionisme.

Kameleon-gedrag.

Gevoeligheid voor kritiek.

Lastig om kunnen gaan met gevoelens en emoties.

Negatieve lichaamsbeleving.

Erbij willen horen.

Een hoge mate van gevoeligheid

Als je een eetstoornis hebt, ben je waarschijnlijk ook gevoelig. Er komen meer signalen bij je bin- nen dan bij andere mensen. Je ziet meer details.

Je luistert niet alleen naar wat iemand zegt, maar let ook op de ogen, de gezichtsuitdrukking, de toon, de aarzeling, de emotie, de doortastend- heid, de intentie. Je voelt dingen aan, ook wat er niet gezegd wordt.

Dit is een soort sensitiviteit (sommigen noemen het hypersensitief, of het zesde zintuig) die niet iedereen heeft. Ik noem het gewoon een gevoeligheid voor de omgeving die sterker ontwik- keld is dan bij andere mensen. Deze sensitiviteit is een prachtige eigenschap, maar het is ook een voedingsbodem voor het ontwikkelen van een eetstoornis.

Gerichtheid op de ander

Bij een eetstoornis is je antenne vaak meer naar buiten gericht dan naar binnen. Je bent zo druk met de wereld om je heen, dat je jezelf vergeet.

Soms kun je zelfs het gevoel hebben dat je niet in je lijf zit. Alsof je van buitenaf je lichaam ervaart en niet van binnenuit. Je bent dan zo gericht op de ander, dat er weinig ruimte is om ook nog jezelf te voelen. Je weet gewoon niet wat er is, hoe het

hebt. Ook niet of je honger hebt of niet. Dat bete- kent niet dat je geen interne gevoelswereld hebt.

Die heb je wel degelijk. Je weet alleen niet hoe je daar mee om moet gaan.

Doordat je niet goed bij je gevoel kunt, kan het ook zijn dat je een soort leegte in jezelf ervaart.

Dat lege gevoel zit vaak in je buik. Eten is dan een geweldige manier om die leegte te vullen, letter- lijk. Een volle buik geeft je even een gevoel van volheid. Even rust. En even geen ruimte voor de wereld om je heen om binnen te komen. Rust.

Onzekerheid

Onzekerheid speelt een belangrijke rol in het ontstaan van een eetstoornis. Die onzekerheid zit diep verankerd en hoeft niet eens altijd gevoed te zijn door de omgeving. Mensen met een eet- stoornis zijn doorgaans erg onzeker. Ze vergelijken zichzelf met anderen, die mooier, dunner of slim- mer zijn. Logisch dat je je dan steeds kleiner voelt worden, steeds onzekerder. Niet waard om van te houden, of om goed gevonden te worden. In alles wat gezegd wordt, hoor je een negatief oordeel van de ander.

Als iemand vroeger tegen mij zei: “Goh, jij hebt stevige benen”, hoorde ik ‘dik’. Misschien be- doelde ze wel ‘gespierd’ maar dat was niet wat ik dacht. Als iemand zei: “Wat zie je er goed uit”

dacht ik alleen maar “Ik ben te dik” en niet dat ik een plaatje was om naar te kijken.

Als je een eetstoornis hebt, ben je een ster in camoufleren. Ook je onzekerheid laat je niet zien.

Je verstopt het onder een pantser van kracht, van dingen onder controle hebben. Ondertussen denk je dat anderen wel in de gaten hebben hoe het echt met je gaat. Maar dat is helaas niet zo.

Hoe je zelf iets kunt doen aan onzekerheid en ge- brek aan zelfvertrouwen lees je vanaf pagina 213.

Perfectionisme

Perfectionisme is de volgende in het rijtje van psychosociale factoren. Het is sterk gerelateerd aan onzekerheid en de gerichtheid op anderen. De perfectionist. Wie kent ‘m niet? De perfectionist zorgt ervoor dat je alles goed wilt doen, dat je controle houdt, dat het altijd nog beter kan, nog mooier. Dat je altijd harder kan werken voor nog betere resultaten. De perfectionist is mij ook niet vreemd. Ik ben een ploeteraar. Iemand die er altijd nog een schepje bovenop doet, om het mooier, beter, leuker te maken. Die zelfgebakken taarten wil bakken, want dat is hoe het hoort. Die het huis op orde wil hebben en alle vergaderstukken grondig doorgenomen. Die alles goed voorbereidt en afmaakt. Tot in de kleinste details. Klinkt ver- moeiend, hè? Dat is het ook.

Door je perfectionisme let je vaak ook op ieder detail van je lichaam: de plooi in je buik als je gaat zitten, je eventuele onderkin of je billen die te dun of te dik zijn. In plaats van het geheel zie je vooral die onderdelen die jij lelijk vindt. Maar of je daar nu gelukkiger van wordt?

Als perfectionist ben je tot grote prestaties in staat. Maar dat vergt z’n tol. Je leeft continu op je toppen, staat onder spanning. Dit merk je pas later aan je lijf. Als je schouders weer vast zitten, als je lijf gespannen en alert blijft voelen, als je op vrijdagavond kapot van de week vroeg je bed in duikt. En als je te veel vraagt van je lijf, van je spanningsboog, dan roept dat om ontlading.

Dan ligt een ongecontroleerde eetbui op de loer.

Helaas.

Kameleon-gedrag

De kameleon. Dat indrukwekkende dier dat zijn kleuren aanpast aan zijn ondergrond. Zit hij op een rood met geel gevlekte ondergrond, dan wordt hij dat ook. Zit hij op een groen grasveld dan wordt hij groen. Stel dat jij iemand bent die gevoelig is voor z’n omgeving, die onzeker is, per- fectionistisch en steeds afgestemd op zijn omge- ving. Wat denk je dat je doet op je werk? Je past

van de omgeving. Daar krijg je zelfs complimenten voor, want leidinggevenden zijn maar wat blij met mensen die zich aanpassen. Het is natuurlijk een kwaliteit dat je je zo weet af te stemmen op de ander. Helaas vergeet je daarbij wie je zelf bent.

Want als je thuis het volgzame en lieve meisje bent, op je werk de sterke zelfstandige vrouw en in de kroeg de gangmaker, hoe weet je dan nog wie jij bent? En hoe kunnen anderen die jou al deze rollen zien spelen, weten wie je bent? Je bent een kameleon geworden.

Jarenlang was de kameleon mijn beste vriend.

Als geen ander wist ik mezelf aan te passen en daarmee goede sier te maken. Maar ik kreeg ook steeds meer reacties van mensen. Die niet wisten wat ze aan me hadden. Die zich afvroegen of ik vrolijk of verdrietig was. Of ze geloofden me niet als ik aangaf dat ik iets niet kon of niet durfde.

Blijkbaar omdat ik het niet sterk genoeg naar voren bracht of iets totaal anders uitstraalde.

Kameleon-gedrag brengt je ver in het leven. Het is een geweldig overlevingsmechanisme. Helaas gaat het zich vroeg of laat tegen je keren. Want als je niet weet wie je bent, hoe kun je dan nog jezelf zijn? Hoe kun je dan je eigenheid laten zien? Al die mooie (en minder mooie) kanten die je ook nog bent. Hoe kun je dan je talenten en je persoonlijk- heid ontwikkelen? Uiteindelijk levert kameleon- gedrag een leeg gevoel op en gevoelens van onbehagen. En zo kan de kameleon het ontstaan van eetbuien in de hand werken.

Gevoelig voor kritiek

Ben jij gevoelig en gericht op anderen? Grote kans dat je dan ook extra gevoelig bent voor kritiek. Na- tuurlijk krijg je wel complimenten, maar je hoort ze niet echt. Wat je waarschijnlijk wel hoort, zijn de tips die mensen je geven. Ook al zijn deze nog zo positief geformuleerd, ze geven jou het gevoel dat je (weer) niet goed genoeg bent. En wat doe je dan als perfectionist en persoon die zich richt op anderen? Ja, dan ga je nog meer je best doen. Uit angst voor afwijzing en kritiek. Je bekijkt je eigen

(17)

je iets laat vallen, denk je: “Dat zal hij wel niet leuk vinden,” of: “Dat ziet er dom uit.”

Zo hard werken om de ander tevreden te stellen, levert spanning en stress op. En dat kan ook weer eetbuien in de hand werken.

Een voorbeeld. In mijn puberteit heb ik een tijd- lang niet goed in het openbaar durven eten. Ik had in de spiegel gezien dat het er echt dom uitziet als je eet. Als je kaken zo heen en weer en op en neer gaan. Werkelijk bizar om naar te kijken. Daarom wilde ik niet meer in het openbaar eten. Gelukkig heeft deze periode kort geduurd, maar ik weet het nog altijd.

Lastig om kunnen gaan met gevoelens en emoties Wanneer je een eetstoornis hebt, durf je je niet zo snel bloot te geven. De ander zou je zomaar kunnen afwijzen als jij je emoties laat zien. Mis- schien heb je dat al eerder in je leven ervaren.

Dat iemand zegt “Nou, stel je niet zo aan,” of “Je moet er geen drama van maken.” Dan weet je uit ervaring dat anderen niet op jouw emoties zitten te wachten. Dus heb je jezelf aangeleerd om emoties weg te drukken, uit de weg te gaan en niet te uiten. Zo bescherm je jezelf. Dat wegdruk- ken kan verschillende vormen aannemen:

Je gaat hard werken of fanatiek sporten, dan hoef je niets te voelen.

Je zet een masker op en laat alleen maar je blije, vrolijke, sterke kant zien.

Je propt je vol met eten zodat je je buik vult met iets anders dan emoties. Daarna voel je je te ellendig om überhaupt nog iets anders te voelen dan je lijf.

Je gaat hongeren omdat honger altijd nog beter voelt dan de emotie.

Kortom, je hebt geleerd je emoties weg te druk- ken. Zijn ze dan weg? Nee, emoties verdwijnen niet door ze weg te drukken. Je houdt ze vast en ooit komen ze in versterkte mate naar boven. Mis-

opeens bovenmatig boos, of moet je huilen terwijl je niet eens weet waarom.

Leren omgaan met emoties (voelen en uiten) helpt om je evenwichtiger te voelen. Daardoor heb je minder of geen behoefte aan eetbuien.

Meer hierover lees je in hoofdstuk 22.

Negatieve lichaamsbeleving

Ik was een lange puber. Hierdoor was ik meestal een kop groter dan mijn klasgenootjes en moest ik voorover buigen om ze te horen. Ook had ik natuurlijk een andere kledingmaat. Verder zag ik dat jongens beschermender waren ten opzichte van kleinere meisjes dan ten opzichte van mij.

Mijn conclusie was dat ik blijkbaar te groot en te lomp was. Onzin natuurlijk, want misschien lag het wel aan mijn uitstraling van ‘ik red het wel’. Maar ik dacht dat het kwam door mijn lijf. Die bescher- ming leek me wel heerlijk, dus richtte ik me op kleiner worden (in mijn geval dunner), in ieder geval niet dikker, want dan zou ik juist minder aandacht en bescherming krijgen. Dacht ik.

Dit is mijn verhaal, maar zo heb je allemaal je onzekerheden als het gaat om je lichaam. Je wilt erbij horen. Je bent bang voor afwijzing. Je hebt de neiging om jezelf te vergelijken met anderen.

Met je klasgenoten, met bekende mensen die (gephotoshopt) in de bladen staan. Kun je nagaan wat het met je doet als iemand echt een negatieve opmerking maakt over je lichaam.

In hoofdstuk 21 vind je wat je aan een negatieve lichaamsbeleving kunt doen.

Erbij willen horen

Een andere factor bij het ontwikkelen van een eetstoornis is het verlangen om ergens bij te horen. Als je bij de groep hoort, ertoe doet, dan voel je je minder onzeker. Het zorgt er echter ook voor dat je dingen gaat doen die niet bij je passen. Omdat anderen dat ook doen, of omdat je denkt dat ze dat belangrijk vinden. Het lijkt op het kameleon-gedrag. Je ziet het vaak bij meisjes op de middelbare school. Iedereen heeft dezelfde fiets, dezelfde haren, dezelfde skinny jeans. En als een van je vriendinnen opeens gaat lijnen en er volgen er steeds meer, dan wil jij dat ook. Om erbij te horen.

In bepaalde groepen, beroepen of sporten is het belangrijk om dun en licht van gewicht te zijn.

Neem ballet, topsport, modellenwerk. Dan heb je een extra reden om op je gewicht te letten. Zo kun je door ergens bij te willen horen, in een eetstoor- nis belanden.

Wat herken jij?

Worden je patronen je al een beetje helder? Of heb je al lezend het idee dat het over een ander gaat? Of herken je jezelf misschien juist in de genoemde factoren die een eetstoornis in de hand werken? Natuurlijk betekent dat nog niet dat je daadwerkelijk een eetstoornis ontwikkelt. Maar het is goed om je bewust te zijn van de risicofac- toren.

Vaak is het een combinatie van factoren die maakt dat je een eetstoornis ontwikkelt. Als je gevoelig bent voor wat anderen van jou vinden, kan zelfs een goedbedoelde opmerking als “Wat zie jij er stralend uit,” bij jou binnenkomen als “Wat ben jij dik.” En als jij een perfectionist bent, let je op iedere onvolkomenheid van je lichaam. Een ge- beurtenis, hooggevoeligheid, een karaktertrek, de omstandigheden, etc. Het één versterkt het ander.

Een heel belangrijke factor bij het ontwikkelen van een eetstoornis heb ik echter nog niet genoemd:

Triggers als aanleiding

Hoe kan het dat iemand wel een eetstoornis ont- wikkelt? Daarin zijn twee factoren belangrijk: 1. Er is een trigger (aanleiding) 2. De trigger verandert iets in je eetgedrag.

Triggers die van invloed kunnen zijn op je eetge- drag, zijn bijvoorbeeld:

Je past niet meer in je kleding en voelt je daar onzeker over.

Je krijgt negatieve opmerkingen over je uiterlijk:

“Zit die broek niet te strak?”

Je bent dunner geworden (bijvoorbeeld door ziekte of stress) en dat wil je graag zo houden.

Je hebt een dierbaar iemand verloren.

Je voelt je afgewezen of wordt gepest.

Je hebt een traumatische ervaring (bijvoorbeeld een ongeluk, misbruik).

Je wilt er graag bij horen.

Er zijn uiteraard nog veel meer triggers te beden- ken die het begin kunnen zijn van een eetstoornis.

Misschien herken je niets in dit rijtje. Denk jouw trigger er dan gerust bij.

Nieuw eetgedrag

Eén of meerdere triggers kunnen dus aanleiding zijn om je eetgedrag te veranderen. Bewust óf onbewust. Je denkt er een probleem mee op te kunnen lossen. Of gelukkiger van te worden. Dat hoeft overigens niet altijd met je gewicht of je uiterlijk te maken te hebben.

Redenen om je eetgedrag te veranderen zijn bijvoorbeeld:

Je wilt bepaalde gevoelens wegdrukken of verdoven door emotie-eten of een honger- gevoel.

Je bent enorm blij dat je bent afgevallen en met de complimenten die dat oplevert. Dit succes

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

Maar M twijfelde weer erg, en zei: “Ik zie niet hoe al deze uitvoeringen door één formu- le beschreven kunnen worden, hoor.” Waarop P antwoordde “Het punt hier is dat het model

Ouders ondersteunen door plezier in de opvang te kunnen beleven, samen met hun

Om er een paar te noemen: de gunstige vergelijking (“wat wij doen is niet helemaal netjes, maar anderen zijn erger”), het verleggen van verantwoordelijkheid (“ik doe ook maar wat

Je heet Kees en je zit samen met je moeder, je één jaar oudere broer Wim en je tien jaar oude zusje Bep in een vrouwenkamp.. Jullie hebben net de nieuwste maatregel van de

Aangezien een kind die mutaties van beide ouders moet erven voordat de ziekte zich openbaart, betekent het dat 1 tot 2 procent van alle echtparen behoren tot de

De lof weerklinkt door het heelal Gods’ kind’ren zingen overal.. Gloria, Gloria voor de

Clement: ‘Leo Krinkels (oprichter van de groep) had een vacature geplaatst in Cobouw voor iemand die in staat zou zijn een weg- en water- bouwpoot te ontwikkelen naast de bestaande