• No results found

Samenwerken voor onze patiënt

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Samenwerken voor onze patiënt"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uitgave van de Geïntegreerde Eerstelijns Zorgverleners (GEZ) in Alphen aan den Rijn

De apotheker richt zich meer op totale zorg van de patiënt

herfst 2017

Pagina

Medicijnveiligheid en de samenwerking

met de

ziekenhuisapotheek

Pagina

4

– 3 maandelijks magazine –

Huisartsen en longartsen zorgprogramma en projecten

Met beter informeren wij u over de samenwerking van vele eerstelijns zorgverleners

in Alphen aan den Rijn.

Verder leest u in beter :

Valpreventie: Bewegen is het

medicijn tegen vallen Pag. 2 Huisartsen maken zich zorgen om controle mijdende patiënt Pag. 7 Verslag Longdagen Pag. 9 Zorgprogramma 'Hartfalen' Pag. 11

'We weten elkaar te vinden'

Pagina

8

Pagina Schoudernetwerk en gebruik

van echo door fysiotherapeut

10

POH ggz en Psycholoog over

hun samenwerking

13

Schouderfysio en orthopeed

Op internet:

www.beter-alphenopeenlijn.nl

'POH ggz niet meer weg te denken'

Bewegen is belangrijk om gezond en fit te blijven. Dat geldt voor ons allemaal, maar zeker voor mensen met een chronische aandoening.

De zorgverleners van Alphen op één Lijn werken dan ook volop samen om hun patiënten te stimuleren in beweging te blijven en daarmee hun kwaliteit van leven te vergroten.

In de vorige editie van ‘beter’ kwam longarts Weller aan het woord.

Hij had het over de samenwerking tussen huisartsen en specialisten, die goed op gang begint te komen. In dit nummer leest u over een aantal terreinen waarop inmiddels nauw wordt samengewerkt, met als doel: de beste zorg voor u, onze patiënt!

‘Samenwerken voor onze patiënt’

(2)

Valpreventie

Pagina

2

herfst 2017

Nationale richtlijn bewegen Zowel jong als oud zou zich aan de nationale richtlijn van minimaal 150 mi- nuten bewegen per week moeten hou- den. En dan niet zomaar een stukje lopen, maar zo bewegen dat je er moe van wordt, zoals wandelen en fietsen, verspreid over diverse dagen. Langer, vaker en/of intensiever bewegen geeft extra gezondheidsvoordeel.

Daarnaast schrijft de richtlijn voor dat iedereen minimaal 2x per week een

intensieve spier- en botversterkende activiteit doet, voor ouderen gecombi- neerd met balansoefeningen. Voor ou- deren kan met deze dagelijkse inspan- ning veel ellende worden voorkomen.

Natuurlijk is het voor mensen op leef- tijd niet meer zo gemakkelijk om even op de fiets te springen, een stuk te gaan wandelen of te voet boodschap- pen te gaan doen.

Maar mocht u het gevoel hebben dat u onzeker wordt in uw bewegingen,

weet dan dat de gezamenlijke zorgver- leners, zoals huisartsen en fysiothera- peuten, er veel aan kunnen doen om u soepel te houden en daarmee de kans op een val te verminderen.

Praat er over!

Vallen kan verschillende oorzaken heb- ben. Daarom is het van belang dat u, wanneer u een keer gevallen

of bijna gevallen

'Bewegen als medicijn tegen vallen!'

Fysiotherapeut Ramona Pereira:

Spier en bot versterkende oefeningen*

150min. intensief bewegen per week*

*Illustraties uit de publicatie augustus 2017 - Gezondheidraad

bent, dat aan de huisarts meldt. De huisarts zal op basis van een ‘valrisico- test’ beoordelen wat de oorzaak zou kunnen zijn en u verwijzen naar een van de zorgverleners die u op individu- ele basis kunnen helpen. Denk daarbij

Voorkom veel zitten*

Een derde van alle 65-plussers valt jaarlijks wel eens een keer. Bij de 80-plussers loopt dat op tot ruim de helft. In een onlangs ge- publiceerd rapport van het CBS blijkt het aantal ouderen dat in 2016 is overleden aan een val zelfs 16% hoger dan in 2015.

Dat heeft natuurlijk alles te maken met de veroudering in ons land. Veroudering gaat meestal gepaard met minder beweging, dus net minder soepel blijven.

2x per week, incl balansoefeningen*

>>

(3)

“Een volwaardig en optimaal voedingspatroon is essentieel voor ouderen als het gaat om het behoud

van de gezondheid, een positieve invloed op de functionaliteit, het behoud en de opbouw van botmassa en het behouden van de

spiermassa.

Een veel voorkomend probleem bij ouderen is verlies van spierkracht en -functie (sarcopenie) en afname

van de kracht en massa van de botten (osteoporose). Beide factoren vergroten de kans op vallen en botbreuken. Een optimaal

voedingspatroon bied bescherming tegen valpreventie en het risico

op botbreuken wordt verkleind”.

- Diëtiste

Danielle Hamelijnck

Patiënt Valpreventie

Pagina

3

herfst 2017

aan de apotheker over uw medicijnen, de fysiotherapeut of diëtist.

Valpreventie-avonden

Nog dit jaar worden aantal bijeenkom- sten georganiseerd door verschillende zorgverleners voor patiënten met oste- oporose. Tijdens deze bijeenkomsten ligt de nadruk op valpreventie en wordt ouderen het een en ander aangeleerd om de kans op vallen te verminderen.

gericht op de patiënt zelf, de mantel- zorger en familie. Deze laatste groep wordt gewezen op de problematiek rondom vallen en dat er mogelijkheden zijn om problemen te voorkomen en te stimuleren.

Het zorgprogramma is nu gesprekson- derwerp in het overleg tussen Alphen op één Lijn en de zorgverkeraar, de verwachting is dat er volgend jaar mee kan worden gestart.

De bijeenkomsten voor osteoporose-patiën- ten zijn gebaseerd op dit zorgprogramma.

"Als praktijkondersteuner screenen we ouderen op valrisico.

We kijken daarbij naar problemen met mobiliteit, valgeschiedenis,

duizeligheid, medicatiegebruik en vermindering van het gezichtvermogen. Het resulaat van

de screening bepaald of er wordt doorverwezen naar de juiste zorgverlener, zoals bijvoorbeeld de

fysiotherapeut of diëtist."

- Yvonne van der Zwet, POH MedZorg

Zorgprogramma

Naast de vele aandacht die er nu al dagelijks door de zorgverleners van Alphen op één Lijn aan wordt gegeven is het initiatief ontstaan om ‘valpreven- tie’, in een eenduidig zorgprogramma vast te leggen. Het zorgprogramma is gericht op iedereen die zorg verleent aan een patiënt die is gevallen of mo- gelijk zou kunnen vallen.

Dit betekent niet alleen de professione- le zorgverleners zoals thuiszorg, huis- arts, praktijkondersteuner, apotheker, fysiotherapeut, en diëtist maar is ook

(4)

herfst 2017 Apotheek en veiligheid

Pagina

4

Wat slikken patiënten precies?

Samen met de huisarts voert de apotheker een medica- tiebeoordeling uit. Daarmee kan onder meer polyfarma- cie worden voorkomen, dat is een moeilijk woord voor het gebruik van vijf of meer geneesmiddelen tegelijker- tijd. Het risico op bijwerkingen neemt dan toe. Ook kun- nen sommige geneesmiddelen of zelfzorgmiddelen el- kaar tegenwerken of te veel versterken. Vooral ouderen zijn gevoelig voor bijwerkingen, onder meer omdat de nieren steeds minder goed werken. Chronisch gebruik van vijf of meer geneesmiddelen komt voor bij ruim 40 procent van de ouderen.

Marit Sturm: 'We zijn de balie waar medicijnen worden ver- strekt, dat blijft. De nieuwe rol van de apotheek in de zorgke- ten is om de veiligheid van het gebruik van medicijnen nog verder te optimaliseren.'

De huisarts stelt de diagnose en schrijft medicijnen voor, de apotheker weet alles over de medicijnen zelf en hoe deze met andere medicijnen samen gaan en de patiënt en zijn of haar verzorgers weten hoe de medicijnen wor- den gebruikt en of ze werken. Deze drie partijen kunnen elkaar goed aanvullen. Bij de eerste uitgifte van medicij-

nen krijgt de patiënt er aan de balie informatie over. De apotheker geeft uitleg over het gebruik en over de duur van de behandeling en wanneer de patiënt de werking van het medicijn zal ervaren en wat de bijwerkingen kunnen zijn. Bij de tweede uitgifte wordt de patiënt ge- vraagd hoe het gaat met het gebruik van het medicijn en of hij of zij last heeft van problemen of bijwerkingen.

Marit Sturm: 'Het is voor de patiënt nieuw dat de apotheker informeert naar het actuele geneesmiddelengebruik en of er daarbij problemen optreden. Verder vraagt de apotheker de patiënt naar zijn ervaringen en zorgen over of verwachtingen van de gebruikte medicijnen. Daarmee krijgt de apotheker een grotere rol in het proces.'

Even wennen

Voor patiënten is het soms wel wennen om op deze manier te worden ondervraagd, maar de apotheker helpt zo bij het signaleren van medicatieproblemen en gezondheidsklachten. Op deze manier heeft de apo- theek zicht op het medicijngebruik en krijgt de patiënt een optimale begeleiding. De apotheker en apotheekas- sistentes komen in sommige gevallen ook bij patiënten thuis om te zien hoe de medicijnen worden gebruikt.

Marit Sturm: 'Door meer aandacht te besteden aan de eerste, tweede en vervolguitgiftes, kunnen we

na verloop van tijd ook inhoudelijk meer begeleiding bieden en een grotere bij- drage leveren aan het zorgproces.'

Veiligheid voor alles!

Apothekers hebben veel verantwoordelijkheden, waar- door hun werk volledig in het teken van veiligheid staat.

De apotheek past met regelmaat uitgeschreven recep- ten van huisartsen aan. Daarbij gaat het om het voor- komen van kleine en grote medische problemen. Een huisarts kan in sommige gevallen gevraagd worden een ander recept uit te schrijven omdat het medicijn dat in eerste instantie was voorgeschreven mogelijke proble- men oplevert in combinatie met andere medicijnen.

Marit Sturm: 'Wij hebben niet alleen de kennis op farmacolo- gisch gebied, we delen ook veel informatie met de huisarts.

We willen dan ook graag dat de patiënt ons ziet als de plek waar hij of zij terecht kan met alle medicijn-gerelateerde ge- zondheidsvragen. Patiënten weten vaak niet dat ze een per- soonlijk gesprek met ons kunnen aanvragen, net zoals met de huisarts. Wij staan open voor alle vragen.'

Marit Sturm over de nieuwe rol van de apotheker:

'Veiligheid staat voorop!'

De rol van de apotheek is aan het veranderen. De nadruk ligt inmiddels minder op het uitsluitend verstrekken van medicijnen en richt zich steeds meer op de totale zorg voor de patiënt. Binnen de zorgketen schrijven huisarts of specialist medicatie voor en controleren apotheekmedewerkers systematisch of een patiënt een geneesmiddel veilig en effectief kan gebruiken. Daarbij wordt ook gekeken naar de wisselwerking tussen geneesmiddelen en naar de dosering.

Polyfarmacie: Als iemand meer dan vijf verschillende medicijnen per dag gebruikt is er sprake van polyfarmacie.

Patienten boven de 65 jaar, die hiervoor in aanmerking komen, worden in Alphen uitgenodigd door de huisarten en

apotheken voor een medicatiebeoordeling.

Rita van Alphen - 'Prima, dat ik van veel pillen af ben'.

Een tijdje geleden werd Rita van Alphen gebeld door apotheker Marit Sturm of ze over haar medicijnengebruik wilde praten. Rita wilde dat graag, ze slikte 7 pillen per dag en wilde graag minderen.

Rita: ‘Dat is gelukt! Tijdens ons gesprek werd besloten met 4 medicijnen te stoppen. Dat ik nog 3 medicijnen per dag slik moet

gewoon omdat ze het risico op een nieuwe beroerte voorkomen'.

Marit Sturm

Rita van Alphen

(5)

Pagina

12

Apotheek

Pagina

5

Geplande opnames

Voorafgaand aan een geplande ziekenhuisopname, bijvoorbeeld voor een operatie, heeft een patiënt ge- sprekken met, de anesthesist en de behandelende specialist. Daarnaast vraagt de apothekersassistent van het ziekenhuis om het meest actuele medicatie- overzicht. Dat is een lijst(je) van alle medicijnen die de patiënt op dat moment gebruikt. Zo'n medicatie- overzicht kan zonder kosten bij de eigen apotheek worden opgehaald.

Ook wordt het LSP – Het Landelijk Schakelpunt - geraadpleegd. Wanneer een patiënt zich voor het LSP heeft aangemeld, kunnen zorgverleners, zoals huisartsen, apothekers en vanaf volgend jaar ook artsen in het ziekenhuis, de gegevens van de patiënt met elkaar delen.

'Medicatie Overzicht bevordert een goede medicijnoverdracht'

Medicijnoverdracht bij een ziekenhuisopname tussen uw apotheker en het ziekenhuis - en omgekeerd - is over het algemeen goed geregeld, maar het kan wel eens onduidelijk- heden opleveren. In dit artikel leggen we uit hoe het werkt en wat de apothekers en uzelf kunnen doen om te voorkomen dat er misverstanden ontstaan. We spreken met Kirsten Kouwen- Lubbers, apotheker bij Samenwerkende apotheken Rijn en Gouwe en Deline Hiel, ziekenhuisapotheker bij het Alrijne ziekenhuis.

Deline Hiel: 'Het opvragen van een actueel medi- catieoverzicht bij de eigen apotheek is een kleine moeite voor de patiënt of zijn of haar verzorgers.

Onze apothekersassistenten steken als er geen me- dicatieoverzicht is er erg veel tijd in om precies te achterhalen welke medicijnen een patiënt gebruikt en wanneer de middelen worden ingenomen. Dat laatste is voor het ziekenhuis belangrijk om te weten.

Ook vragen we altijd naar allergieën, contra-indica- ties en intoleranties.

Spoedopnames

Deline: 'Ons streven is dat alle patiënten een intake krijgen van een apothekersassistente. Maar bij een nachtelijke spoedopname wordt de intake gedaan door de arts-assistent of een verpleegkundige op de spoedeisende hulp. Bij spoedopnames ontbreekt ook meestal een medicijnoverzicht, waardoor er een Apotheker Kirsten Kouwen-Lubbers en Deline Hiel, ziekenhuisapotheker Alrijne ziekenhuis:

LSP - Van belang voor iedereen

Kirsten Kouwen-Lubbers: 'Patiënten kunnen zich bij huisarts of apotheek voor het LSP aanmelden en toestemming geven. In Alphen heeft 68% van de patiënten zich inmiddels aangemeld, dat is landelijk gezien een hoog percentage maar nog niet genoeg.

Wij dringen er dan ook op aan dat iedereen zich aanmeldt bij het LSP, het voorkomt veel werk en on- duidelijkheden.

Bij een geplande opname is het fijn te weten dat er een medicatie-verificatiegesprek heeft plaatsgevon- den, hierdoor zijn bij ontslag uit het ziekenhuis de ontslagrecepten dan ook vrijwel altijd prima.'

Het is in uw belang dat zorgverleners uw medische gegevens met elkaar kunnen delen.

Meld u hier vandaag nog voor aan!

Dat kan via:

www.ikgeeftoestemming.nl of bij uw huisarts of apotheek.

incompleet beeld van het totale medicijngebruik kan zijn. Omdat helaas veel patiënten niet weten welke medicatie ze gebruiken is dat soms echt een zoek- plaatje. Een arts heeft een andere focus en dan kan het gebeuren dat een de ingevoerde medicatielijst niet helemaal compleet is. De volgende dag wordt dat nog wel door een apothekersassistente ge- checkt, maar omdat de thuismedicatie soms bij de spoedopname niet goed in het systeem is geregis- treerd, kunnen er soms geneesmiddelen ontbreken op het medicatieoverzicht bij ontslag. Dat kan bete- kenen dat iemand die dagelijks een bloedverdunner

(6)

gebruikt, na een spoedopname een medicatieover- zicht krijgt waarop deze bloedverdunner niet is ver- meld omdat dit gedurende de opname is gestopt en Voor de plaatselijke apotheek lijkt deze dan “verdwe- nen”en begint het zoekplaatje voor hen.'

Ontstaan van onduidelijkheden

Het uitwisselen van informatie over ontslagrecepten gaat nog met de fax en niet bijvoorbeeld per e-mail omdat, volgens de wet op de privacy, deze info niet onbeveiligd mag worden gemaild. De Fax is een 1 op 1 verbinding en is veel sneller dan de reguliere post. Er is nog geen gezamenlijk - beveiligd - sys- teem waarin de plaatselijke apotheek en de zieken- huisapotheek via de computer informatie delen.

Deline: 'Wij wachten met smart op het moment dat we via LSP informatie kunnen gaan delen. Onze poliklinische apotheken kunnen dit al wel, maar het ziekenhuis zelf nog niet. Het is een puur technische

zaak en dat zou opgelost moeten worden. Er gaat een pilot lopen bij één ziekenhuis, als dit gegevens oplevert waar iedereen blij van wordt, gaan we het - eindelijk - landelijk gebruiken.'

Zoekplaatje

Kirsten: 'Vier jaar geleden dachten we dat alle com- putersystemen wel aan elkaar gekoppeld zouden zijn. Helaas is dat er nog niet van gekomen. We hebben wel vorderingen gemaakt, maar de compu- tersystemen van de regionale apotheek sluiten nog niet aan op de systemen van de ziekenhuisapotheek.

Daardoor ontvangen we in onze apotheek ontslag- recepten ook nog steeds via de fax. Als zo'n recept bij onze apotheek binnenkomt, begint vaak het zoek- plaatje: staat alles er wel op, is er medicatie gestopt of zijn er medicijnen bijgekomen?

We bellen dan met het ziekenhuis, een arts krijg je vaak niet te pakken omdat patiënten meestal worden ontslagen op het eind van hun werkdag en de artsen dus al naar huis zijn. Dan krijgen we veelal te maken met een vervangende arts, die onze vragen niet altijd kan beantwoorden. We bellen dan ook wel met de huisartsen en uiteindelijk krijgen we vrijwel altijd onze vragen beantwoord, maar het is lastig en niet water- dicht.'

De ideale situatie

Deline: 'In een ideale wereld zou de apothekersassis- tente een ontslaggesprek moeten hebben met iedere patiënt die het ziekenhuis verlaat na een opname. Dit is een heel arbeidsintensief traject, want ontslagen zijn vaak onverwacht. Als de arts iemand ‘s ochtends ontslaat, dan doet iedereen er van alles aan om de

Pagina

12

Apotheek

Pagina

6

Apotheker Kirsten Kouwen-Lubbers krijgt met regelmaat een zoekplaatje in handen als een ontslagrecept binnen komt.

patiënt naar huis te krijgen en ruimte maken voor een nieuwe patiënt. Dat kan soms betekenen dat er een bulk aan ontslagen plaatsvindt. Het aantal patiënten dat wisselt is dagelijks soms 30% van het totaal en dat is lastig te plannen voor het huidige aantal apo- thekersassistentes op de afdelingen. Je kunt ook niet veel vooruit plannen omdat er op de dag van ontslag nog van alles kan wijzigen in de medicatie.

Wees alert

Daarnaast zit een patiënt bij vertrek uit het ziekenhuis meestal niet te wachten op een gesprek met een apothekersassistente. Hij of zij is blij om naar huis te gaan. Toch heeft de patiënt hier ook een eigen verantwoordelijkheid. Zeker bij het verlaten van het ziekenhuis moet hij of zij erop aandringen om te ho- ren hoe het zit met de medicatie, want zoals gezegd komt vooralsnog niet alle informatie automatisch in het LSP terecht. Dat geldt uiteraard ook voor familie en mantelzorgers, of voor degenen

die de patiënt naar huis begeleiden.'

(7)

herfst 2017 Controle mijden

Pagina

7

Daarom is door de gezamenlijke huis- artsen binnen Alphen op één Lijn besloten deze groep mensen te over- tuigen zich te laten controleren. Hier- voor wordt met deze groep patiënten contact gezocht volgens een daarvoor opgestelde werkwijze, wat het ‘controle mijden-protocol’ wordt genoemd. Het gaat vooral om patiënten met diabetes, COPD, hart- en vaatziekten (inclusief hoge bloeddruk), schildklieraandoenin- gen en ADHD.

Zorg mijden heeft meerdere oorzaken De term ‘zorg mijden’ wordt de laatste paar jaar te pas en te onpas gebruikt.

Er zijn verschillende oorzaken voor.

Een reden kan zijn dat mensen de kos- ten te hoog vinden. Een bezoek aan de huisartsenpraktijk valt niet onder het eigen risico, de kosten van bijvoorbeeld laboratoriumonderzoek wel. Andere redenen kunnen zijn: mensen be-

seffen door hun ziekte niet dat ze zorg missen óf ze staan er gewoon niet bij stil. De risico’s van het mijden van con- troles zijn aanzienlijk en kunnen leiden tot ongewenste complicaties. Overi- gens heeft de patiënt in het mijden van controles of zorg een eigen verantwoor- delijkheid, maar lang niet altijd is het mijden opzettelijk en/of verwijtbaar.

Huisartsen spannen zich in De Alphense huisartsen-

praktijken nemen hun verantwoordelijkheid en spannen zich tot het uiterste in om hun pa- tiënten te benaderen die controles hebben gemist, waardoor hun ge-

zondheid in gevaar kan komen. Patiënt en huisarts hebben een bindende, wederzijdse behandelovereenkomst gedurende de tijd dat de patiënt aan de huisartsenpraktijk is verbonden. Deze overeenkomst is veelomvattend, maar in de basis komt het erop neer dat de huisarts de best mogelijk zorg biedt aan de patiënt. Als periodieke contro- les deel uitmaken van de behandeling, dan is de patiënt voor zijn of haar eigen bestwil verplicht daar aan mee te wer- ken.

Hoe gaat het in de praktijk Volgens de nieuwe afspraken gaat de huisarts de patiënt actief benaderen om op controle te komen. Als een patiënt om herhaalmedicatie vraagt, zal worden

gecheckt of de pa- tiënt op controle

is geweest.

Is dit niet het geval, dan

wordt de patiënt door

de assistente, praktijkondersteuner of huisarts gebeld. Wanneer het telefoon- tje niet tot een controleafspraak leidt, ontvangt de patiënt een brief met daar- in het verzoek een afspraak te maken.

Wordt door de patiënt niet binnen vier weken op deze brief gereageerd, volgt een tweede brief.

In deze tweede brief wordt de patiënt dringend verzocht een controleafspraak te maken en op de hoogte gebracht dat de herhaalmedicatie nog twee maal voor twee weken wordt voorgeschre- ven tot het moment dat de patiënt een afspraak voor controle heeft gemaakt.

In deze brief geeft de huisarts aan dat als uiterste consequentie de behan- delovereenkomst kan worden opge- zegd, omdat verantwoorde zorg niet meer kan worden gegarandeerd.

De huisartsen gaan er van uit dat dat laatste niet nodig is en alle patiënten er van doordrongen zijn dat regelmatige controles nodig zijn.

Huisartsen maken zich zorgen om controle mijdende patiënt

Een onmisbaar onderdeel van de zorg bij mensen met een chronische aandoening is de periodieke controle. Dat weten we allemaal, maar toch is het aantal mensen dat om verschillende redenen deze controles mijdt aanzienlijk. Huisartsen maken zich daar zorgen over. Het gevolg is namelijk dat niet iedereen de juiste medicatie of andere therapie krijgt die is voorgeschreven. Bijvoorbeeld: voor veel voorgeschreven medicatie is het van belang de nierfunctie jaarlijks te controleren. Als de nierfunctie verminderd is, is het vaak nodig de medicatie aan te passen om te voorkomen dat er, soms ernstige, bijwerkingen ontstaan.

Denk aan uw gezondheid!

Zorg dat uw controles op tijd worden gehouden.

Loop er niet voor weg!

(8)

herfst 2017 Samenwerken

Pagina

8

FW: 'Eigenlijk hebben we inmiddels drie soorten van contact met elkaar. Ten eer- ste natuurlijk het reguliere contact over de patiënt, ten tweede het overleg over hoe we de zorg het beste kunnen leve- ren en als derde spreken we elkaar veel over de organisatie van de zorg.'

AvG: 'Anders gezegd: we kunnen goed communiceren over de individuele pa-

zorg zijn nog veel zaken die we kunnen verbeteren. In overleg bekijken we welke onderwerpen we als eerste willen aan- pakken en daar maken we dan projec- ten van. Momenteel lopen er drie van die projecten.'

Project: De COPD-Coach FW: 'De COPD-coach is eigenlijk een computerprogramma. De COPD-patiënt wordt uitgenodigd om er aan mee te doen. Het programma is nog in ontwik- keling en er loopt nu een pilot bij huis- artsenpraktijken Dillenburg en Prelude.

Met het programma wordt een gemeen- schappelijk platform gecreëerd waarin de patiënt, de longarts, de longverpleeg- kundige, de POH en de huisarts de ge- gevens van de patiënt kunnen inzien of aanvullen. De patiënt beantwoordt met enige regelmaat een aantal vragen over hoe het gaat en de antwoorden maken het mogelijk om met elkaar de toestand van de patiënt te beoordelen en daar naar te handelen.'

Project: Afronding medicatie bij COPD-patienten

AvG: 'In onze praktijk nemen we ook deel aan dit project. Patiënten gebruiken soms al jaren medicatie zonder dat er aantoonbaar verbetering of vermindering van klachten is. Het project is gebaseerd op veranderende medische inzichten waarbij het uitgangspunt is dat met

'In onze samenwerking staat het belang van de patiënt centraal'

Een paar jaar geleden is het zorgprogramma COPD gestart. Het programma is vooral bedoeld om patiënten met lichte longklachten en patiënten bij wie behandeling in het ziekenhuis niet nodig is, zo efficiënt en effectief mogelijk van zorg te voorzien. Gebleken is dat er veel kortere lijnen zijn ontstaan tussen huisarts en specialist. Van 'verwijzing' naar 'samenwerking'.

Onderstaand het verslag van een een gesprek met huisarts Aja van Gemeren (AvG) en longarts Frank Weller (FW) over de stand van zaken.

Huisarts Aja van Gemeren en longarts Frank Weller over het zorgprogramma COPD

tiënt en over hoe we de zorg zo goed en geolied mogelijk kunnen laten verlopen.' Zorgprogramma COPD

FW: 'Het zorgprogramma loopt goed en daar werken we optimaal in samen. De controle en begeleiding van patiënten met lichte tot matige longklachten is bij

de huisartsenpraktijk in goe- de handen.'

AvG: 'De specialist heeft binnen het

zorgprogramma een advise-

rende rol en er zijn consultatie- en over- legmomenten vastgelegd. In het pro- gramma heeft de praktijkondersteuner een belangrijke rol gekregen. De POH neemt veel van ons over. De zorg is door de POH laagdrempeliger geworden en de patiënt heeft vertrouwen gekregen in deze nieuwe zorgvorm. Een belangrijke taak van de POH is het oproepen van patiënten voor een periodieke contro- le. Dan wordt gekeken hoe het met de patiënt gaat en of de medicatie of de inhalatietechniek wel goed zijn, controles van de inhalatietechniek worden overi- gens ook door de apotheker verricht. De POH's doen ook longfunctieonderzoe- ken, daarvoor hebben ze stage gelopen in het ziekenhuis. Daarnaast hebben ze veel contact met de longverpleegkun- dige in het ziekenhuis, tussen hen zijn korte lijnen ontstaan. En als er vragen zijn, kunnen ze altijd bij hun huisarts of specialist terecht.'

FW: 'Voor patiënten binnen het zorg- programma hebben jullie ons niet echt nodig, jullie hebben de regie bij de be- handeling.'

Projecten

FW: 'Het zorgprogramma is inmiddels volledig opgenomen in de dagelijkse praktijk. Het is een mooi kader waar- binnen we samenwerken. Maar binnen

het zorgprogramma en in de dagelijkse >>

(9)

herfst 2017 Samenwerken

Pagina

9

name met de zogenaamde onstekings- remmers kan worden gestopt.'

FW: 'Patiënten vinden dat soms niet zo fijn omdat ze al jaren op hun medicijnen vertrouwen. We moeten ze dan overtui- gen om te stoppen.'

AvG: 'Hiervoor moeten we de patiënt motiveren en duidelijke afspraken maken hoe we handelen wanneer de medica- tie is gestopt. In het projectteam zitten apothekers, huisartsen en specialisten die gezamenlijk richtlijnen hebben op- gesteld. Zo kunnen we eenduidig com- municeren waardoor de patiënt niet zal denken dat ene dokter er anders over denkt dan de ander.'

FW: 'Het gaat hier niet alleen om pati- enten in het ziekenhuis maar ook in de huisartsenpraktijk. Er zijn bijvoorbeeld praktijken waar COPD-patiënten veel minder ontstekingsremmers gebruiken dan bij een andere praktijk. Het is goed om dat onder de aandacht te brengen van de arts en de patiënten. We werken hier nauw samen met de apotheker, die in dit project een belangrijke rol heeft.' Project Palliatieve of terminale zorg voor patiënten in de laat- ste fase van hun ziekte

FW: 'Patiënten die veel last hebben van hun longen behandelen we in het zie- kenhuis. Zij zijn wisselend onder behan- deling bij ons en bij de huisarts. Maar wanneer een patiënt door ons niet meer

behandeld kan worden, moeten we hem of haar duidelijk maken dat de laatste fase van de ziekte is aangebroken en dat verdere behandeling thuis warmer, prettiger en comfortabeler is dan in het ziekenhuis.

We vertellen dat de behandeling door de huisartsenpraktijk wordt overgenomen.

Patiënten voelen zich dan soms door het ziekenhuis in de steek gelaten, maar toch is het voor zowel de patiënt als de familie beter dat de zorg daar plaats vind waar die het beste kan worden gegeven.

Dat zijn emotionele momenten voor ons als behandelaars.'

AvG: 'Omdat we als huisarts en spe- cialist deze patiënten wisselend onder behandeling hebben, maken daar we binnen dit project goede afspraken over.

Het is echt lastig, omdat het gepaard gaat met heel sterke emoties. Binnen dit project bespreken we hoe we daarmee omgaan. En dat is soms best confronte- rend.'

Resumerend

Aja van Gemeren en Frank Weller: 'We weten elkaar erg goed te vinden. We werken nauw samen bij projecten en zien dat onze samenwerking veel heeft opgeleverd.

De hele COPD-zorg is duidelijk naar een ho- ger niveau getild.'

Longdagen in mei goed bezocht!

Van 15 t/m 18 mei werden voor de eerste maal 'longdagen' ge- organiseerd door de samenwer- kende apotheken, huisartsen en praktijkondersteuners, fysiothe- rapeuten en diëtisten. Doel was controle van de inhalatietechniek bij COPD-patienten en het geven van informatie over bewegen en voeding.

De “Inhalation manager” werd ingezet als er twijfel bestond over de juiste in- halatietechniek. Dit is een apparaat dat een grafische weergave geeft van de in- halatie waarbij gezien wordt wat er goed en fout gaat, het is leuk om verbetering te zien na de tweede keer inhaleren.

Slechts 47% van de mensen gebruikt hun inhalatiemedicatie correct, bij 53%

werkt de medicatie niet of minder goed.

Sommige mensen beschikten over on- voldoende inhalatiekracht voor het ap- paraatje dat ze gebruiken, in overleg met de huisarts stapten zij over op een ander inhalatieapparaatje.

De fysiotherapeut beoordeelde of de be- zoekers voldoende bewegen en wel vol- doen aan de NNGB (Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen). De meeste

bezoekers voldeden hier niet aan. Be- wegen is erg belangrijk voor mensen met COPD. De patienten werden attent gemaakt op het beweegprogramma COPD. In het beweegprogramma be- geleidt een fysiotherapeut met speciale deskundigheid patiënten op een ver- antwoorde manier

naar een actievere leefstijl.

Heeft u interesse in een beweeg- programma? Geef dit dan aan bij de praktijkondersteu- ner.

De aanwezige di- etiste kreeg veel vragen van men-

sen met interesse in afvallen. Opmerk- zaam was dat de kennis van voeding bij astma of COPD gering bleek te zijn.

Overigens was het niet bekend dat een consult met de diëtiste vergoed wordt.

Met een opkomst van 174 patienten is deze eerste editie van de longdagen een succes. De aanwezige zorgverleners zijn erg enthousiast over de longdagen, deze zullen zeker een vervolg krijgen!

COPD- en astmapatiënten laten hun

inhalatietechniek controleren!

(10)

Er wordt veel gedaan om angst- en stemmingsstoor- nissen uit de taboesfeer te halen, merken jullie daar iets van in jullie samenwerking?

F: Absoluut, deze zorg moet je een gezicht geven, er meer over vertellen, daarmee wordt het steeds minder een taboe. Ik denk dat het niet meer zo is dat men er zich voor schaamt. Je merkt dat patiënten steeds ge- makkelijk naar de huisarts stappen met hun klachten en het prettig vinden dat de

POH ggz er voor ze is.

M: Het is prettig als ik een patiënt krijg die al met een POH ggz heeft gesproken. We kunnen dan vaak al snel behandelen omdat we al heel wat informatie van de praktijkondersteuner hebben gekregen.

Frederike, wanneer zoek je contact met Michelle?

F: Als POH ggz zijn we er voor de lichtere problemen en richten we ons op kortdurende hulp. Patiënten met wat complexere problemen verwijs ik door naar de psycho- loog. Ik verwijs op basis van verschillende criteria en ook wel op gevoel. Ook al omdat je soms zelf te weinig ex- pertise hebt, is het fijn om door te verwijzen en te weten dat de patiënt verder geholpen wordt.

Ervaar jij een meerwaarde als de POH ggz verwijst?

M: Zeker, ik vind het de laatste tijd erg goed gaan en er wordt gepast verwezen. Nog niet zo heel lang geleden was er minder ggz-kennis of ervaring binnen de huisart- senpraktijk en dan kwam het wel voor dat mensen wat snel of juist te laat bij ons in de gespecialiseerde ggz terechtkwamen. Niet elke praktijk heeft een POH ggz in dienst, maar ik denk dat de functie niet meer weg is te denken uit de praktijk en een kwalitatieve toevoeging is.

F: Soms overleggen we over patiënten waar wel wat mee is maar waar ik de vinger niet op het probleem kan leggen, bijvoorbeeld bij persoonlijkheidsstoornissen.

M: Ja, dan is het vaak lastig te herkennen wat de problematiek is en kom je er pas na een aantal

gesprekken of tijdens de therapie achter wat er speelt.

Dan is het goed te overleggen en nemen we gezamenlijk een beslissing.

F: Voor mij is het eigenlijk heel eenvoudig, als ik vind dat iemand anders betere zorg kan bieden dan ikzelf, verwijs ik door.

Als een dossier wordt afgesloten koppel je dan terug?

M: Ja, dan koppel ik terug aan de huisarts, hij/zij is uiteindelijk de verwijzer. De praktijkondersteu- ner ggz krijgt daarom van mij geen directe te- rugkoppeling, dat doet de huisarts zelf.

F: Soms komt het voor dat de rapportage wat op zich laten wachten. Dan vraag ik er zelf bij de huisarts naar. Er zijn namerlijkpatiënten die het prettig vinden om te vertellen hoe het na de behandeling met ze gaat. Zo’n terugkop- peling hoeft echt geen heel epistel te zijn, een klein berichtje is voldoende. In onze

samenwerking is het fijn als je elkaar kent en van elkaar weet wat je kan.

Biedt het nieuwe ketenzorgprogramma ‘angst- en stemmingsstoornissen’ dat binnenkort bij een aantal huisartsenpraktijken start een verbetering wordt?

F: Zeker! Als er afspraken worden gemaakt over bijvoor- beeld het rechtstreeks ook terugkoppelen aan de POH ggz. In de nieuwe versie van het zorgprogramma wordt de nadruk gelegd op het delen van elkaars informatie, dit kan dan middels het KIS (Keten Informatie Systeem) waarin afspraken worden vastgelegd. Het is dan de be- doeling dat we met elkaar afspreken hoe we samenwer- ken en het wordt belangrijk dat we ons daar aan houden.

M: Ik ben onlangs bij AOEL aangesloten, ik hoop snel bij het zorgprogramma betrokken te worden, het zal abso- luut leiden naar verbetering van de zorg.

“De POH ggz is niet meer weg te denken”

Patiënt

Samenwerken 10

Pagina

herfst 2017

Bij psychosomatische klachten krijgt de praktijk- ondersteuner ggz (POH ggz) een steeds belang- rijke rol bij de huisartszorg voor de patiënt. De samenwerking tussen de POH ggz en de basis ggz (Psycholoog / Psychotherapeut) is een in het oog springende ontwikkeling in de huidige GGZ - Geestelijke Gezondheidszorg. We spreken hier- over met Michelle Ernst, psycholoog, en

Frederike Gieles, POH ggz bij huisartsenpraktijk Lupine en MedZorg.

(11)

Samenwerken 11

Pagina

herfst 2017

Patiënten waarbij geconstateerd is dat zij aan hartfalen lijden, worden binnen het zorgprogram- ma ‘hartfalen’ zoveel mogelijk door de huisarts of praktijkverpleekundige (POH) behandeld. Het zie- kenhuis behandelt alleen op specialistische basis en bij thuiskomst nemen huisarts en/of POH de behandeling weer over. We spreken hierover met twee van de initiatiefnemers van het zorgpro- gramma ‘hartfalen’: huisarts Jaap Eysink Smeets en Caroline Lucas cardioloog bij Alrijne.

Voorheen werden patiënten met ‘hartfalen’ meteen door de huisarts verwezen naar het ziekenhuis. Na de diagnose ‘hartfalen’ volgde daar de behandeling en/

of opname en werden er de vervolgcontroles gedaan.

Voelde een patiënt zich niet goed, dan werd er door hem of haar zelf een afspraak gemaakt met de poli cardiologie. Bij een calamiteit belde de huisarts al snel een ambulance en ging patiënt naar het ziekenhuis.

Het zorgprogramma betekent dus een ingrijpende verandering ten voordele van de patiënt, omdat patiënt en huisarts elkaar beter kennen op het gebied van hartfalen en de gang naar het ziekenhuis minder vaak gemaakt hoeft te worden. Er is altijd de mogelijkheid voor de huisarts om te overleggen met de cardioloog in het ziekenhuis. Voordeel is ook dat het ziekenhuis meer tijd en energie kan steken in de patiënt waar- voor het echt nodig is.

De ‘hartfalen-patiënt’

Een patiënt met sluimerende of ernstige hartklachten, wordt door de huisarts naar de cardioloog verwezen en in het ziekenhuis behandeld. Vanaf het moment dat de cardioloog de diagnose ‘hartfalen’ heeft vast- gesteld spreken we over de ‘hartfalen-patiënt’. Na de ziekenhuisbehandeling neemt de huisartsenpraktijk na een zorgvuldige overdracht door de cardioloog de behandeling over. Dit soort patiënten wordt ook wel de

‘stabiele-groep’ genoemd, zij worden door de huisart- senpraktijk periodiek opgeroepen voor controle. Daar- bij wordt gekeken of preventieve behandelingen nodig

zijn of dat een fysiotherapeut of diëtist de patiënt ver- der kan helpen. Hieronder vallen ook de mensen die uit het ziekenhuis ontslagen worden en weer gewoon verder kunnen, bijvoorbeeld met een nieuwe hartklep of pacemaker.Een andere groep die door huisarts en POH wordt behandeld, zijn mensen waarvan het ziekenhuis heeft moeten constateren dat verdere be- handelingen in het ziekenhuis geen meerwaarde meer hebben In het zorgprogramma is vastgelegd dat de behandeling dan verder wordt gedaan door de huis- arts. Het gaat hierbij veelal om de wat oudere patiënt, die thuis veel beter behandeld kan worden.

Overleg tussen eerste en tweede lijn In het zorgprogramma is veel aandacht geschonken

aan communicatie met de patient en overleg tussen het ziekenhuis en de huisarts. Vanaf het

begin wordt duidelijk gemaakt wie tot wanneer de hartfalenzorg aan de patient biedt.Voor vragen kan de huisarts terecht bij de hartfalenverpleeg-

kundigen, die tijdens kantooruren bereikbaar zijn.

Buiten kantooruren en indien nodig volgt overleg met de cardioloog en wordt bepaald of be-

handeling in het ziekenhuis noodzakelijk is of beter thuis kan worden gedaan.

Waarom deze nieuwe aanpak?

Het initiatief voor het ‘hartfalen-zorg- programma’ is in 2013 genomen door de afdeling cardiologie van Alrijne Ziekenhuis. Enerzijds omdat de hart- falenpoli overspoeld dreigde te raken door patiënten. Anderzijds wilden de initiatiefnemers de trend van de

Zorgprogrammma ‘Hartfalen’: ‘Zorg waar het kan en daar waar het moet’

>>

Cardioloog Caroline Lucas en huisarts Jaap Eysink Smeets: "Onze samenwerking is optimaal!"

(12)

Patiënt Diëtist

Pagina

voorjaar 2017

Bij opname in het ziekenhuis loert het gevaar van verdere ondervoeding. De aandacht in het ziekenhuis is vooral gericht op behandeling van de ziekte en ondervoeding komt op de tweede plaats. Afhankelijk van de duur van de opname in het ziekenhuis wordt een diëtist ingeschakeld.

De behandeling van ondervoeding is belangrijk, omdat de juiste voeding er voor zorgt dat de patiënt zich fitter voelt, sneller herstelt en wonden beter

genezen. Na ontslag uit het ziekenhuis is het belangrijk dat de voedingszorg wordt voortgezet. Hiervoor is het no- dig dat bij het ontslag ook de huisarts en diëtist op de hoogte worden ge- bracht van het voedingsadvies door de ziekenhuisdiëtist.

Hoewel de huisarts meteen na het ontslag een rapportage krijgt vanuit het ziekenhuis en de patiënt zelf ook goed geïnformeerd is, blijkt in de praktijk de overdracht van dieetge-

Oppassen voor ondervoeding

>> Vervolg: Zorgprogrammma ‘Hartfalen’

overheid volgen om de zorg daar te verlenen waar deze het beste geleverd kan worden. Huisartsenprak- tijken werden opgeroepen mee te werken omdat veel zorg naar de eerste lijn overgeheveld moest worden. Dit leidde tot een werkgroep die het zorgprogramma heeft uitgewerkt. De reacties op het

programma zijn erg positief, ook vanuit de zorgverze- keraars. De initiatiefnemers zijn blij dat het door hun ontwikkelde zorgprogramma landelijk gaat worden ge- bruikt. Met het programma is de kwaliteit van de zorg gediend en draagt het bij aan het betaalbaar houden van de zorg.

‘Hartfalen-programma’ in Alphen a/d Rijn Het is overigens een logische eis van zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid dat het programma pas wordt toe- gepast wanneer de zorgverleners op de betreffende praktijken er voldoende in geschoold zijn. Na een aan-

tal scholingen zijn vrijwel alle huisartsen en praktijkon- dersteuners binnen Alphen op één Lijn op de hoogte van het hoe en waarom van het programma.

Vandaar dat bij de meeste aangesloten huisartsen- praktijken het programma nu volledig wordt toege- past, waardoor Alphen aan den Rijn wel het verst is met de invoering in de regio.

gevens beter te kunnen. Alphen op één Lijn wil het probleem van onder- voeding goed aanpakken. Met het ziekenhuis moeten afspraken worden gemaakt om de voedingsbegeleiding die tijdens de opname is gestart thuis te vervolgen. Zo krijgt u de optimale voedingszorg en neemt de kans op ondervoeding af, terwijl het herstelver- mogen van het lichaam en de kwaliteit van leven toenemen.

'Bij revalidatie zijn voldoende voe- dingsstoffen nodig voor een goede

spieropbouw, hiervoor is afstemming tussen diëtiste en de

fysiotherapeut essentieel.' - Jet Vervloet, Diëtist bij de Voedietist

U kunt trouwens zelf ook het nodige bijdragen aan goede zorg, door bij ontslag uit het ziekenhuis te vragen of Bij opname in of ontslag uit het ziekenhuis:

Hoe welvarend we ook zijn in ons land, ondervoeding komt nog steeds voor.

Vooral ouderen, chronisch zieken en mensen met kanker kennen het verschijnsel van ongewenst gewichtsverlies. Door de aandoening, door lichamelijke beper- kingen, een éénzijdig voedingspartoon, medicijngebruik of chemokuren verdwijnt en/of verandert de eetlust en vermindert de voedselinname, terwijl de behoefte aan voeding juist groter kan zijn. Dit vergroot de kans op een ziekenhuisopname, met afname van de kwaliteit van leven tot gevolg.

er thuis een vervolg komt op de dieet- begeleiding.

Vragen over (onder)voeding kunt u ook bespreken met uw huisarts, die u zonodig verwijst naar de diëtist, of u neemt zelf contact op met de diëtist.

Goede voeding is van belang voor ons allemaal, maar voor risicogroepen is een verantwoord dieet essentieel!

‘Het zou mooi zijn als patiënten met hartfalen in hun eigen huisartsenpraktijk vragen om in het

programma te worden opgenomen’

- Huisarts Jaap Eysink Smeets

'In Alrijne merken we dat er met het zorgprogram- ma wordt gewerkt en meer patiënten na behande-

ling terug gaan naar de huisartsenpraktijk.'

- Caroline Lucas, cardioloog bij Alrijne

www.goedgevoedouderworden.nl

12

(13)

voorjaar 2017 Samenwerken

Pagina

'Schouder aan schouder'

Volgens Corné Hekkema en Ron Onstenk is de samenwerking voor een groot deel gebaseerd op elkaars kennis en de met elkaar afgestemde werkprocedures. ‘In het ziekenhuis weten we dat als een patiënt door de schouderfysiotherapeut is doorge- stuurd onze specialistische hulp no- dig is. Vervolgens stelt de orthopeed

een diagnose en besluit òf verder te behandelen door de fysiotherapeut òf te kiezen voor een operatie. In beide gevallen gaat de patiënt terug naar de fysiotherapeut. Voor verdere behan- deling of voor revalidatie na operatie.

Na behandeling krijgt de orthopeed altijd een verslag van hoe de schou- der nu wordt gebruikt en hoe de be- handeling is verlopen.’

Schoudernetwerken

De behandeling van schouderaan- doeningen is de afgelopen jaren sterk veranderd. Nieuwe inzichten en ook nieuwe therapiemogelijkheden wor- den nu toegepast om de patiënt beter en sneller te behandelen.

De wens om schouderklachten re- gionaal op gelijke wijze te behande- len, heeft geleid tot de vorming van verschillende schoudernetwerken in Nederland. Bij deze netwerken zijn fysiotherapeuten en orthopeden aan-

gesloten. Met een schoudernetwerk ontstaat een vangnet voor patiënten met schouderklachten dat de patiënt omringt tot hij van zijn klachten af is of deze merkbaar zijn verminderd.

Bij de Stichting Alphense Fysiothe- rapeuten (SAF) zijn twee fysio-praktij- ken aangesloten bij een schoudernet- werk. Dit zijn Fysiotherapie van der Berg met schouderfysio Joyce van Baak en Douglas Fysiotherapie met Corné Hekkema. Er is enige overlap tussen de twee regionale netwerken in Alphen aan den Rijn: het Rijnland Schoudernetwerk en het Groene Hart Schoudernetwerk. Corné Hekkema en Ron Onstenk zijn aangesloten bij het Groene Hart Netwerk.

Ron Onstenk: Doordat we de werk- wijze op elkaar hebben afgestemd en vastgelegd in richtlijnen is de kwaliteit van de behandeling in ons schou- dernetwerk merkbaar toegeno- men. Zo hebben we voor be- paalde aandoeningen en operaties een workflow opgesteld, daarbinnen heeft iedereen zijn eigen inzicht maar in de be- handeling is de workflow leidend.

Doorverwijzing Patiënten gaan met hun klachten meestal eerst Samenwerking Orthopeden en Schouderfysiotherapeuten

Corné Hekkema is gespecialiseerd schouderfysiotherapeut bij Fysiopraktijk Douglas. Hij werkt veel samen met orthopeed Ron Onstenk van het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda. Hun samenwerking richt zich vooral op complexe schouderklachten. De schouderfysiotherapeut fungeert als het voorportaal van de orthopeed. Dat blijkt ook uit cijfers: zo’n 70% van de gevallen die op de afdeling orthopedie van Het Groene Hart Ziekenhuis binnen komen, zijn gestuurd door de fysiotherapeut, 20% door de eerste hulp en een relatief kleine 10% via de huisarts. De meeste patiënten hebben dus een fysiotherapeut gezien of geraadpleegd alvorens bij de orthopeed terecht te komen.

naar de huisarts. Deze kan besluiten zelf iets aan de klacht te doen, door bijvoorbeeld een spuit in het gewricht of slijmbeurs te geven of via extra pijnstilling. Als de klachten niet bin- nen zijn bereik liggen, dan verwijst de huisarts door naar een fysiotherapeut of direct naar een orthopeed. Een fysiotherapeut kan een patiënt met klachten niet direct verwijzen naar een orthopeed, hiervoor is een verwij- zing van de huisarts nodig.

Welke fysiotherapeut?

Een patiënt is vrij in zijn keuze voor een fysiotherapeut, toch adviseren Corné Hekkema en Ron Onstenk pa- tiënten te kiezen voor een therapeut die bij een van de schoudernetwerken is aangesloten. De samenwerking bin- nen het netwerk garandeert meestal een effectievere behandeling.

13

Orthopeed Ron Onstenk en schouderfysio- therapeut Corné Hekkema onderzoeken de schouderklacht van patiënte Andrea Timmer- mans. Patiënten hebben veel baat bij deze samenwerking.

(14)

In toenemende mate gebruiken fy- siotherapeuten echo-apparatuur bij het vaststellen van een diagnose en de behandeling van bijvoorbeeld het schoudergewricht. Renske van Ma- ris (Fysio Alphen) en Sven Remerij (Rayer Healthcare) werken al jaren met deze apparatuur en vertellen over de voordelen ervan.

Renske: Ik gebruik de echo met name voor de schouder, maar in onze prak- tijk wordt de echo ook veel gebruikt door de fysiotherapeuten met als spe- cialisatie hand-, knie en bekkenbodem.

Sven: Bij ons ook veel bij schouder- klachten en we maken altijd een echo

wanneer we shockwave therapie toepassen. We gebruiken de echo voor de exacte locatiebepaling van de klacht en maken we de klacht en het resultaat van de behandeling zichtbaar voor de patiënt. We kunnen letterlijk de voor- en na echo’s naast elkaar zetten om het verschil te laten zien.

Renske: We gebruiken de echo onder andere om de patiënt te laten zien wat er aan de hand is en voor de beeld- vorming van de klacht, dit heeft echt veel meerwaarde. De echo is nooit een vervanging voor het fysiotherapeutisch onderzoek, maar een goede toevoe- ging. Daarnaast kunnen we met de echo de patiënt ook goed laten zien wat het effect van de therapie is na een aantal behandelingen.

Sven: Bij schouderklachten kunnen we, met een echo van beide schou- ders, laten zien wat er in de probleem- schouder aan de hand is.

Renske: We laten de patiënt daad- werkelijk met beelden zien wat er aan de hand is en wat we wel/niet gaan behandelen. Daarbij proberen we de patiënt mee te nemen in wat we zien tijdens het maken van de echo om zo, samen met de bevindingen uit het onderzoek, tot een duidelijk beeld en behandelplan te komen.

Sven: De echo geeft ons de keuze of we met een patiënt aan de slag gaan of deze doorsturen naar de orthopeed.

We werken met een aantal orthopeden goed samen en sturen veelal de echo mee met een doorverwijzing. Hiermee boeken we voor de patiënt tijdwinst.

Redactie: Het gebruik hiervan is niet onomstreden, veel huisartsen en spe- cialisten zetten vraagtekens bij de pro- fessionaliteit van de fysiotherapeut op dit gebied.

Sven: Ik denk dat het kwestie van tijd is omdat de voordelen niet echt be- kend zijn bij iedereen. We krijgen met regelmaat artsen in opleiding of geven uitleg op de praktijk aan huisartsen over het gebruik van de echo. Ook doen we mee aan het uitwisselen van stagiaires met huisartsenpraktijken.

We kunnen het nut van de echo-ap- paratuur bij onze behandelingen aantonen. Huisartsen vragen ons niet vaak om een echo, dat in tegenstelling tot de orthopeden die er juist blij mee zijn.

Opleidingen Renske: Er zijn specifieke op- leidingen voor fysiotherapie en het gebruik van echo-appar-

tuur, de leverancier van de apparatuur geeft een gedegen opleiding en we krijgen nascholingen op ons specifieke terrein. We zullen nooit op de stoel van de radioloog gaan zitten. Wij hebben kennis van het bewegingsapparaat, wat ons juist de specialist maakt voor het maken van echo’s op dit gebied.

Sven: Het belangrijkste is toch erva- ring, die we delen met collega’s en daarvan te leren.

Renske: Als wij een niet veel voorko- mend beeld tegen komen dan probe- ren we deze te bespreken (uiteraard na toestemming van de patiënt) tijdens bijvoorbeeld een teambespreking.

S: Er zijn volop nascholingen en het aanbod wordt steeds groter omdat de echo meer gebruikt wordt. Er is zelfs een master-opleiding sinds dit jaar.

R: De toekenning van een master toont aan dat de echo binnen de fy-

siotherapie serieus wordt genomen.

Eén van de in het oog springende ontwikkelingen in de fysiopraktijk is de intrede van echoapparatuur.

‘Ik vind dat alleen ervaren fysio- therapeuten met echoapparatuur precies kunnen bepalen wat er aan de hand is. Meestal wordt de echo aan ons gestuurd. Voor de patiënt kan het tijdwinst betekenen omdat ernstige aandoeningen direct zijn op te sporen

en snel naar de orthopeed wordt verwezen.

- Ron Onstenk, Orthopeed, Groene Hart Ziekenhuis

De echo laat zien wat er aan de hand is

herfst 2017 Fysiotherapie 14

Pagina

(15)

Bijeenkomsten patienten met een chronische aandoening (COPD, CVRM en Diabetes)

Het hele jaar door worden patiënten uitgenodigd door de bij Alphen op één Lijn aangesloten huisartsen, POH's, diëtisten en fysiotherapeuten voor het volgen van informatieve bijeenkomsten aangaande hun aandoening. Deze bijeenkomsten zijn een onderdeel van de zorgprogramma's: PRISMA dia- betes type 2, hart- en vaatziekte of DISCO-COPD.

Heeft u interesse voor een van deze bijeenkomsten en bent u onder behandeling bij een huisarts die is aangesloten bij Alphen op één Lijn, meldt u dan aan via uw

huisarts of praktijkondersteuner of via het contactformulier van de website:

www.aoel.nl

Wat Datum Tijden Locatie

DISCO COPD Do 12/10 + 19/10 13.30-17.00 uur De Bron, Troubadourweg 2

PRISMA diabetes type 2 Do 05/10, 12/10 + 19/10 19.00-21.30 uur Huisartsenpraktijk Het Centrum DISCO COPD Wo 04/10 19.00- 21.30 uur Huisartsenpraktijk Het Centrum

PRISMA hart- en vaatziekten Di 12/09 + 19/09 14.00-16.30 uur Huisartsenpraktijk Prelude PRISMA diabetes type 2 Do 05/10 + 12/10 13.30-17.00 uur Huisartsenpraktijk Prelude DISCO COPD Do 30/11 + 07/12 13.30-17.00 uur Huisartsenpraktijk Prelude PRISMA hart- en vaatziekten Wo 06/12 + 13/12 14.00-16.30 uur Huisartsenpraktijk Prelude

PRISMA hart- en vaatziekten Do 07/09 + 14/09 14.00-16.30 uur Gezondheidscentrum Dillenburg DISCO COPD Di 19/09 + 26/09 13.30-17.00 uur Gezondheidscentrum Dillenburg PRISMA hart- en vaatziekten Di 03/10 + 10/10 10.00 -12.30 uur Gezondheidscentrum Dillenburg PRISMA diabetes type 2 Ma 06/11 + 13/11 13.30-17.00 uur Gezondheidscentrum Dillenburg

PRISMA hart- en vaatziekten Di 26/09 + 03/10 14.00-16.30 uur De Bron, Troubadourweg 2 PRISMA diabetes type 2 Wo 11/10 + 18/10 13.30-17.00 uur De Bron, Troubadourweg 2 DISCO COPD Di 14/11 + 21/11 13.30-17.00 uur De Bron, Troubadourweg 2 PRISMA hart- en vaatziekten Do 07/12 + 14/12 09.00-11.30 uur De Bron, Troubadourweg 2

Zorgprogramma's Lupine Zorgprogramma's Dillenburg

Zorgprogramma's Prelude Zorgprogramma's Het Centrum

Zorgprogramma's MedZorg

Alphen op één Lijn

Pagina

voorjaar 2017 15

Gezondheidsmarkt tijdens Alphense diabetesweek

Op 14 november is het voor de 25ste keer Wereld Diabetesdag.

Een dag waarop wereld-

wijd aandacht wordt gevraagd voor het groeiende aantal diabetespati- enten. Rond die dag organiseren de samenwerkende zorgverleners van Alphen op één Lijn elk jaar de

diabetesweek, met tal van activiteiten op verschillende locaties.

Dit jaar staat er tijdens de diabetes- week ook een gezondheidsmarkt op het programma. Deze markt is vooral bedoeld voor mensen met een chro- nische aandoening, zoals diabetes, COPD, hartfalen of CVRM, maar ook ieder ander is welkom.

Wat kunt u verwachten?

Fysiotherapeuten, diëtis- ten, apothekers, huisart- sen en praktijkondersteuners geven informatie over alle aspecten van de zorg in Alphen en omgeving.

Dat kan gaan van voedings- en be- wegingsadvies voor een gezondere leefstijl via bloedsuiker- en bloeddruk- meting tot uitleg over de verschillende zorgprogramma’s in de regio.

Meer nieuws over de diabetesweek en de gezondheidsmarkt volgt in ok- tober. We houden u op de hoogte via mail, krant en de websites van alle zorgpartners van Alphen op één Lijn.

(16)

ALPHEN OP ÉÉN LIJN - De samenwerkende eerstelijns zorgverleners

Disclaimer

Deze disclaimer is van toepassing op alle content van de uitgaven van ‘beter’ van ALPHEN OP ÉÉN LIJN. De content is door de redactieraad met de grootst mogelijke zorg samengesteld, doch, ALPHEN OP ÉÉN LIJN aanvaardt geen aansprakelijkheid ten aanzien van mogelijke onjuistheden van de inhoud. ALPHEN OP ÉÉN LIJN is niet verantwoordelijk voor content op de aan deze uitga- ve gekoppelde bestanden en/of websites waarnaar wordt verwezen. Ongeautoriseerd of oneigenlijk gebruik van de content of delen daarvan maken inbreuk op intellectuele rechten. Toestemming tot het gebruik van de getoonde content of delen daarvan op publiekelijk toegankelijke plaatsen dient schriftelijk aan ons te worden verzocht.

Vragen kunt u per mail richten aan: beter@aoel.nltav mevrouw T. Douglas

Colofon

beter is een uitgave van ALPHEN OP ÉÉN LIJN - Het samenwerkingsverband van de hierboven genoemde eerstelijns zorgverleners.

Redactieraad 'beter' bestaat uit:

Thirza Douglas, Yvonne van der Zwet, Toine Seesing, Jet Vervloet, Leo Nijessen.

Bladformule, eindredactie en vormgeving;

PR-Studio in samenwerking met Wilma Gertenaar

Heeft u vragen op opmerkingen bij beter of wilt u ‘beter’ niet langer ontvangen?

Stuur dan aub een mail naarbeter@aoel.nl

Lemelerberg 1, 2402 ZN Alphen a/d Rijn Algemeen nummer 0172 251 111

Spoedlijn 0172 240 031 of 0172 251 111 optie 1 Als elke seconde telt 112

Receptenlijn 0172 251 111 optie 2

Toussaintstraat 47A, 2406 XN Alphen a/d Rijn Algemeen nummer (0172) 472 072

Spoedlijn 0172 491 666 Als elke seconde telt 112 Lupinesingel 25, 2403 CM Alphen a/d Rijn Algemeen nummer 0172 235 989 2e Algemeen nummer 0172 235 970 Spoed: 0172 469 029 Als elke seconde telt 112 Receptenlijn 0172 235 985

Preludeweg 538a, 2402 HR Alphen a/d Rijn Algemeen nummer 0172 236 300

Spoedlijn 0172 236 301 of 0900 5138 039 Als elke seconde telt 112

Prinses Irenelaan 1d, 2404 BH Alphen a/d Rijn Algemeen nummer 0172 447 922

Spoedlijn 0172 447 920 Als elke seconde telt 112 Receptenlijn 0172 447 929

Apotheek Allart, DagNacht, De Herenhof, De Hoge Zijde, Ridderveld, Ter Aar en de Vijveraptheek.

De adres- en contact informatie van de Samen- werkende Apotheken vindt u op

www.samenwerkendeapotheken.nl

Geerestein 77, 2403 PB Alphen a/d Rijn Algemeen nummer 0172 240 066 e-mail: info@shockwave.nl

Charlotte van Pallandtlaan 59, 2408 DB Alphen aan den Rijn Algemeen nummer 0172 444 893 Bekijk alle vestigingen van De Voedietist op www.voedietist.nl/locaties/

Fysiotherapie van den Berg - Gezondheidscentrum Dillenburg Pr. Irenelaan 1 F/G, 2404 BH Alphen a/d Rijn Tel: 0172 473 855 Douglas Fysiotherapie - Wooncentrum Noorderbrink

Klompenmaker 156, 2401 PR Alphen a/d Rijn Tel: 0172 420 503 Fysio Alphen - Sterrenlaan 168, 2402 BC Alphen a/d Rijn 0172 445 600

Algemeen nummer 06 8127 8888 Bekijk alle vestigingen van Marja Haak op www.marjahaak.nl/spreekuurlocaties/

Pagina PaginaPagina

voorjaar 2017

beter op internet: www.beter-alphenopeenlijn.nl

16

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Echter is dit natuurlijk een zeer uitzonderlijke situatie, maar het geeft wel aan dat de opgebouwde band tussen de dopingcontroleur en de atleten in kwestie hierbij een

Yves Eveillard, National Residential Director van Immobel Frankrijk, geeft meer uitleg: “Op zich lijken de elementen die we in het project in Montévrain hebben verwerkt

 Procedure van de counselling sessie met de patiënt en/of mantelzorger.  Transfer

Eenvoud, minder (dure/onnodige) behandeling en daardoor lagere kosten, kunnen bieden wat nodig is, ook als dat om inzet gaat van professionals waar nu

Door middel van deze folder wil het Maasstad Ziekenhuis u informeren over het voorkomen van vallen tijdens uw bezoek of opname in het ziekenhuis?. De folder zegt iets over

• De vo-school van de tweede keuze verstuurt op 9 april 2021 het bericht over plaatsing voor de tweede ronde per e-mail naar de ouder(s)/verzorger(s).. Mocht onverhoopt ook

Ik zal er zijn voor jou Ik laat je niet alleen Ik zal er zijn voor jou Mijn licht straalt om je heen Tekst: Hanna Lam... april

De zes kernwaarden van DataByte zijn niet verzonnen, maar ze zijn ontdekt door klanten die werken met de deskundige en gedreven medewerkers van DataByte. Klanten vinden