• No results found

Inspectierapport De Windkracht (KDV) Deltalaan JT ROSMALEN Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport De Windkracht (KDV) Deltalaan JT ROSMALEN Registratienummer"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

De Windkracht (KDV) Deltalaan 140

5247JT ROSMALEN

Registratienummer 264476943

Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant

In opdracht van gemeente: S HERTOGENBOSCH

(2)

2 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-08-2014

De Windkracht te ROSMALEN

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 5

Veiligheid en gezondheid ... 6

Inspectie-items ... 7

Gegevens voorziening ... 9

Gegevens toezicht ... 9

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.

Beschouwing Algemeen

Kinderdagverblijf De Windkracht maakt onderdeel uit van Stichting De Witte Wielen en is

gehuisvest in het gebouw van Windkracht 5. In dit gebouw bevinden zich tevens twee basisscholen en buitenschoolse opvang De Groote Wielen en Wittering.nl.

Het kinderdagverblijf biedt opvang aan twee babygroepen, twee peutergroepen en twee peuterarrangementgroepen.

Dit onaangekondigde inspectiebezoek vond plaats in de schoolvakantie. Om die reden waren de peuterarrangementgroepen niet geopend. Na de schoolvakantie starten deze groepen weer; bij de Donderstralen worden dan vier kinderen opgevangen en bij de Tornado’s twee kinderen.

Overleg en overreding

Er heeft overleg en overreding plaats gevonden tussen de manager en de toezichthouder betreffende het aanleveren van een diploma van een medewerker. Binnen de gestelde termijn heeft de toezichthouder de diploma toegestuurd gekregen.

Conclusie

Kinderdagverblijf De Windkracht voldoet aan de getoetste voorwaarden van Wet Kinderopvang.

De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport.

Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

4 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-08-2014

De Windkracht te ROSMALEN

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument (schuin gedrukt) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang:

1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid.

2. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties.

3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties.

4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken.

Pedagogische praktijk Emotionele veiligheid

Er is veel interactie tussen de pedagogisch medewerkers en de kinderen. De interacties zijn vriendelijk en hartelijk.

Voorbeelden:

- De pedagogisch medewerker troost een kind dat een beetje verdrietig is. Ze gaat op de grond zitten en nodigt het kindje uit om bij haar te komen zitten. Het kind komt bij haar zitten en de pedagogisch medewerker knuffelt haar.

- Tijdens het verschonen praat de pedagogisch medewerker tegen het kind en maakt ze grapjes.

Persoonlijke competentie

De pedagogisch medewerkers ondersteunen en stimuleren individuele kinderen.

Bijvoorbeeld: Een kind dat nu nog aan de hand van de pedagogisch medewerker loopt, wordt gestimuleerd om zelf te stappen. De pedagogisch medewerker zegt tegen haar: "Ga maar 's zelf proberen. Volgens mij kun je dat best."

Sociale competentie

De pedagogisch medewerkers ondersteunen de kinderen in de onderlinge interactie.

Twee jongens zijn nogal ruw met elkaar aan het spelen. Ze zijn aan het stoeien en rollen over elkaar heen. De pedagogisch medewerker vraagt aan de jongens of ze elkaar geen pijn doen. De jongens zeggen allebei: nee en gaan vervolgens verder. De pedagogisch medewerker blijft het in de gaten houden en grijpt op een gegeven moment in als ze zit dat één van de jongens het niet meer leuk vindt.

Overdracht van normen en waarden

Afspraken, regels en omgangsvormen worden besproken en toegelicht.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (Pedagogisch medewerkers)

 Observaties

(5)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De personen werkzaam bij kinderdagverblijf De Windkracht zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag.

Passende beroepskwalificatie

De beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie.

Opvang in groepen

Kinderdagverblijf De Windkracht biedt dagopvang aan zes stamgroepen:

- twee babygroepen met maximaal 9 kinderen (0-2 jr): Regenboogjes en Wolkjes;

- twee peutergroepen met maximaal 14 kinderen (2-4 jr): Bliksems en Spetters;

- peuterarrangementgroep Donderstralen (2-4 jr): maximaal 14 kinderen, geopend op dinsdag- en donderdagochtend;

- peuterarrangementgroep Tornado's (2-4 jr): maximaal 16 kinderen, geopend op woensdag- en vrijdagochtend. De Donderstralen en Tornado's maken gebruik van dezelfde ruimte; ze zijn nooit gelijktijdig aanwezig.

Beroepskracht-kindratio

Tijdens de inspectie en uit de genomen steekproef blijkt dat de beroepskracht-kindratio wordt nageleefd.

Gebruikte bronnen:

 Observaties

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Diploma's beroepskrachten

 Presentielijsten

 Personeelsrooster

(6)

6 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-08-2014

De Windkracht te ROSMALEN

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

Naar aanleiding van twee opmerkingen in het inspectierapport van 24 september 2013 zijn onderstaande punten in deze inspectie meegenomen:

- handen wassen en reinigen verschoonkussen na elke verschoning;

- schuimkussen zonder hoes in gymzaal.

Ten aanzien van het handen wassen en reinigen van het verschoonkussen kan

geconstateerd worden dat dit nu op de juiste manier gebeurt. Er wordt echter nog wel een desinfecterend schoonmaakmiddel gebruikt om het verschoonkussen huishoudelijk te reinigen.

De toezichthouder heeft aangegeven dat dit niet nodig is; bij vervuiling (zonder bloed) volstaat huishoudelijk schoonmaken met een oplossing van allesreiniger. Wanneer er bloed (of bloederige diarree of braaksel) op het verschoonkussen is gekomen dient het

verschoonkussen gedesinfecteerd te worden met alcohol 70%.

De kussens waarvan de hoes makkelijk kan loslaten, worden goed in de gaten gehouden. Zodra de hoes een beetje begint los te laten, wordt het kussen weggegooid.

Meldcode kindermishandeling

Kinderopvang Stichting De Witte Wielen heeft een meldcode kindermishandeling opgesteld, waarbij gebruik is gemaakt van het voorbeeldprotocol van de Brancheorganisatie Kinderopvang.

De meldcode is vertaald naar de eigen organisatie en is voorzien van onder andere een sociale kaart.

Uit een interview met een pedagogisch medewerker blijkt dat zij op de hoogte is van de meldcode;

ze kan signalen herkennen en weet hoe te handelen bij een vermoeden.

Vierogenprincipe

De manager heeft het beleid ten aanzien van het vierogenprincipe zo georganiseerd dat beroepskrachten te allen tijde gezien of gehoord kunnen worden.

Onderstaande punten geven aan op welke wijze aan het vierogenprincipe wordt voldaan:

- een pedagogisch medewerker is nooit alleen in het kinderdagverblijf;

- er wordt met minimaal twee pedagogisch medewerkers geopend en gesloten: één pedagogisch medewerker bij de babygroepen en één pedagogisch medewerker bij de peutergroepen. Er wordt dan gebruik gemaakt van twee aangrenzende groepsruimtes (deze groepsruimtes kunnen bij elkaar naar binnen kijken);

- vanuit de hal en de buitenspeelruimte kan gemakkelijk in de groepsruimtes worden gekeken;

- wanneer een pedagogisch medewerker een kind op bed legt, is de slaapkamerdeur open;

- de babyfoons op de slaapkamers staan altijd aan;

- de verschoonruimtes zijn aangrenzend aan de groepsruimte en gescheiden door een deur met glas erin en een groot raam; bovendien wordt de verschoonruimte van de peutergroepen gedeeld.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Manager en assistent-manager)

 Interview anderen (Pedagogisch medewerkers)

 Observaties

 Meldcode kindermishandeling

(7)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(8)

8 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-08-2014

De Windkracht te ROSMALEN

De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn,

respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn

respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.

(art 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Meldcode kindermishandeling

De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.

(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.

(art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.

(art 1.51b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Vierogenprincipe

De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : De Windkracht

Website : http://www.dewittewielen.nl

Aantal kindplaatsen : 69

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : Stichting De Witte Wielen

Adres houder : Allegroweg 2

Postcode en plaats : 5245AH ROSMALEN

KvK nummer : 17179322

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Hart voor Brabant

Adres : Postbus 3024

Postcode en plaats : 5003DA TILBURG

Telefoonnummer : 073-6404515

Onderzoek uitgevoerd door : T. van Waardenburg Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : S HERTOGENBOSCH

Adres : Postbus 12345

Postcode en plaats : 5200GZ S HERTOGENBOSCH

Planning

Datum inspectie : 21-08-2014

Opstellen concept inspectierapport : 11-09-2014

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 16-09-2014 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie

: 16-09-2014 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 16-09-2014 Openbaar maken inspectierapport : 07-10-2014

(10)

10 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang regulier onderzoek 21-08-2014

De Windkracht te ROSMALEN

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen;art 7 lid 1 sub g Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub g Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling