• No results found

Wijmersweg 6 te Loppersum (gemeente Loppersum) Een Archeologisch Bureauonderzoek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Wijmersweg 6 te Loppersum (gemeente Loppersum) Een Archeologisch Bureauonderzoek"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wijmersweg 6 te Loppersum (gemeente Loppersum)

Een Archeologisch Bureauonderzoek

(2)

Administratieve gegevens

provincie: Groningen

gemeente: Loppersum

plaats: Loppersum

toponiem: Wijmersweg 6, Landlust

bevoegd gezag: Gemeente Loppersum

opdrachtgever: Werkorganisatie DEAL-gemeenten centrumcoördinaten: 245.830/593.928

kaartblad: 7E

onderzoeksmeldingsnummer: 4034183100

beheer documentatie: Libau, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, gemeente Loppersum en E- depot

uitvoerder: Libau

rapport: 17-26

auteur: M. de Jong

autorisatie: mw. N. van der Mei

telefoon: 050-3126545

e-mail: archeologie@libau.nl

(3)

Wijmersweg 6 te Loppersum (gemeente Loppersum) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Planvoornemen

In opdracht van de Werkorganisatie DEAL-gemeenten, vertegenwoordigd door mw. T. Poot-Keijzer, is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor de locatie Wijmersweg 6 te Loppersum (zie figuur 1). Deze boerderij staat ook bekend onder de naam Landlust. De aanleiding voor dit onderzoek is het voornemen tot de sloop van een bestaande schuur die zal worden vervangen door een nieuwe, grotere schuur. De bestaande schuur heeft een omvang van 22 m bij 50 m. De nieuwe schuur wordt 27 m bij 55 m groot. De schuur zal vorstvrij worden gefundeerd op poeren met poerplaten. Dertien hiervan hebben een afmeting van 1,1 m bij 1,1 m en twintig ervan hebben een afmeting van 1,6 m bij 1,6 m. De binnenzijde zal worden voorzien van een bestrating.

Waarschijnlijk wordt ten behoeve hiervan grondverbetering in de vorm van een verdicht zandbed aangebracht.

In de nabije toekomst gaan op dit bouwvlak meer ingrepen plaatsvinden. Waarschijnlijk zullen deze bestaan uit het vervangen van de woonboerderij (woning met schuur). Om die reden bestaat het in dit bureauonderzoek behandelde plangebied uit het gehele bebouwde deel van het perceel.

Figuur 1: Topografische kaart van Loppersum en omgeving (Opentopo). Het plangebied is aangegeven met een pijl en met een zwarte omlijning. In de inzet linksboven is een recente luchtfoto opgenomen (PDOK) waarin het plangebied is aangegeven met een zwart kader en de te vervangen schuur met een rood kader.

Landschappelijke en aardkundige informatie

Het plangebied ligt ten zuiden van Loppersum in de streek Fivelingo, genoemd naar de rivier de Fivel die ten westen van Loppersum stroomde (zie bijvoorbeeld Schroor & Meijering, 2007). De kwelders van Fivelingo zijn vanaf de ijzertijd bewoond geraakt. Aanvankelijk woonde men in onverhoogde nederzettingen

(vlaknederzettingen), maar vanaf de midden-ijzertijd werd het nodig om woonplaatsen op te hogen tegen stormvloeden en ontstonden de wierden. De bewoning concentreerde zich op de dorpswierden en individuele

(4)

boerderijen stonden op een eigen huiswierde. Pas na de bedijking was het niet meer noodzakelijk om op wierden te wonen. Vanaf deze tijd nam het aantal verspreid liggende boerderijen toe. Ten zuiden van het plangebied ligt de waterloop de Delf (Damsterdiep) die waarschijnlijk in de 10de eeuw gegraven is (Ligtendag, 1995: p. 196). De waterloop Wijmers, die parallel aan de Wijmersweg ten noordoosten van het plangebied loopt, sluit in

Garrelsweer aan op het Damsterdiep.

De fysisch geografische kaart van de provincie Groningen geeft aan dat het plangebied ligt op een getij-

afzettingsvlakte (code Mv2; zie bijlage Fysisch geografische kaart). Ten westen van het plangebied is een gebied afgeticheld ten behoeve van de baksteenindustrie (code ↓ (m)). Ten westen van Loppersum zijn de oude meanders van de Fivel herkenbaar (code Ml1). In de omgeving van het plangebied komen meerdere wierden voor (code t). Ten zuiden van het plangebied liggen deze op de vlakke kwelder (code Mv2) en ten noorden van het plangebied op de kwelderwallen (codes Mw1 en Mv9). De kwelderwallen van Loppersum en verder naar het noorden worden omzoomd door een als kwelderflank geclassificeerd gebied (code Mv8). De geomorfologische kaart geeft hetzelfde beeld van het plangebied en de directe omgeving, maar benoemt de ondergrond als vlakte van getij-afzettingen (code 1M35; Alterra, geraadpleegd via Archis). Op de bodemkaart is aangegeven dat het plangebied ligt op kalkarme poldervaaggronden bestaande uit zware zavel (code Mn25C; zie bijlage

Bodemkaart). Ten noordoosten van het plangebied komen binnen in het gebied met deze bodemsoort kruinige percelen voor (code Mn25C met toevoeging b; Clingeborg, 1986).

Figuur 2: Hoogteverschillen rondom Wijmersweg 6 te Loppersum (AHN2). De ligging van het plangebied is aangegeven met een pijl.

Op de uitsnede van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) zijn de kwelderwal en de wierde waarop Loppersum ligt goed herkenbaar (zie figuur 2). De oude, kronkelende Fivelmeanders liggen iets lager dan de aangrenzende omgeving. Twee afgegraven wierden vallen op door hun lage ligging, dit zijn de wierde met de Hijbelsmaheerd ten westen van Loppersum en de wierde Merum ten zuidoosten van het plangebied. Hetzelfde geldt voor het afgetichelde gebied ten noordwesten van het plangebied. Het plangebied ligt iets verhoogd ten opzichte van de omgeving, met name het zuidelijk gelegen gebied. Op basis van de hoogtekaart lijkt het

plangebied oorspronkelijk te hebben aangesloten op de flank van de kwelderwal van Loppersum. Dit is nu minder goed te onderscheiden doordat tussenliggende percelen zijn afgeticheld. De hoogte binnen het plangebied is

(5)

variabel. De woning, binnen het oude erf, is het hoogstgelegen, rond +0,7 m NAP. Het oorspronkelijke oude erf is iets verhoogd aangelegd of betreft mogelijk een kleine en relatief lage huiswierde. De te vervangen schuur, aan de zuidwestkant van het erf, ligt rond +0,3 m NAP.

Archeologie

Het plangebied is niet geregistreerd op de Archeologische Monumentenkaart (AMK; zie bijlage Kaart archeologie). Ook zijn uit het plangebied geen archeologische vondsten bekend (althans er zijn geen

vondstlocaties geregistreerd in de archeologische database Archis). In de omgeving van het plangebied liggen de dorpswierden Loppersum (AMK-terrein 7016) en Merum (AMK-terrein 7015) en twee huiswierden (AMK-terreinen 7013 en 7014) met een begindatering in de ijzertijd. Twee andere huiswierden dateren uit de middeleeuwen (AMK-terreinen 5441 en 5442) en aan de Fivel ligt een borgterrein uit de late middeleeuwen (AMK-terreinen 878 en 8849). Iets ten noordwesten van het plangebied zijn twee vondstlocaties aangegeven. Het betreft diverse vondsten van met name aardewerk uit de nieuwe tijd (vondstlocatie 3218368100) maar daarnaast ook uit de ijzertijd en middeleeuwen (vondstlocatie 2095716100). Het is niet geheel duidelijk of alle vondsten uit opgebrachte grond afkomstig zijn of dat ook een lokale huisplaats aanwezig is. De overige vondstlocaties ten zuiden en zuidoosten van het plangebied hebben (ondanks de afwijkende ligging) betrekking op de wierde Merum.

Het plangebied heeft deel uitgemaakt van een groot onderzoek naar de bewoningsgeschiedenis van westelijk Fivelingo (Miedema, 2000: catalogusnr. 7En88; p. 249). In het kader daarvan is op het oude erf een boring uitgevoerd. Hieruit bleek dat het erf een huiswierde betreft. Op een diepte van 0,3 tot 1,1 m onder maaiveld zijn bewoningssporen aangetroffen. Tijdens het veldwerk is laatmiddeleeuws kogelpotaardewerk en aardewerk uit de nieuwe tijd gevonden.

Op de Herziene archeologische verwachtingskaart en beleidsadvieskaart van de gemeente Loppersum (Libau, 2016) is het oude deel van het erf van Landlust, waar zich de woning met schuur bevindt, opgenomen als historische boerderijplaats (oranje omlijnd; zie figuur 3). Het betreft de gehele noordoostelijke hoek van het plangebied. In de omgeving is een hoge verwachting op de aanwezigheid van archeologische resten aan de orde (lichtroze). De historische boerderijplaats is in het bestemmingsplan doorvertaald met een dubbelbestemming Waarde archeologie 2 (WR-a2) en de hoge verwachting met Waarde archeologie 4 (WR-a4).

Figuur 3: Uitsnede uit de archeologische verwachtingskaart en beleidsadvieskaart van de gemeente Loppersum (Libau, 2016). Het plangebied ligt binnen de cirkel.

Historische geografie

Op de kadastrale minuut uit 1826 (gemeente Loppersum, blad D2) is de boerderij weergegeven met erf, (moes)tuin en omgrachting (HisGIS; zie figuur 4). Het omgrachte erf is omringd met bouwland en weiland. De boerderij was destijds eigendom van Harmen Klasens Glas, deurwaarder van beroep (HisGIS). De eigenaren van deze boerderij zijn vanaf de 18de eeuw bij name bekend (Brongers & Koops, 1981: pp. 225-229). Gezien de

(6)

ligging op een kleine huiswierde en de vondst van laatmiddeleeuws aardewerk is het omgrachte erf van veel hogere ouderdom. Het zal in de loop van de late middeleeuwen zijn aangelegd. De aanwezigheid van een huiswierde kan duiden op een hogere ouderdom dan de bedijking van dit gebied in de 12de eeuw.

Op de topografische militaire kaart uit 1853 (veldminuut; Grote Historische Atlas van Noord Nederland 1851- 1855) is te zien dat ten zuiden van het oude erf een tweede boerderij of mogelijk een grote schuur is bijgebouwd.

De naam Landlust is dan voor het eerst weergegeven op het kaartmateriaal. In 1864 is de situatie in het plangebied nog gelijk, maar is tussen Landlust en Loppersum, aan de Wijmers, een steenfabriek aanwezig (HisGIS; zie ook voorblad). Dit verklaart de aanwezigheid van afgetichelde percelen ten noordwesten van het plangebied. De steenfabriek was eigendom van Gerhard Harmen Glas, die tevens de boerderij bestierde (Brongers & Koops, 1981: p. 226). Op de Bonnekaart uit 1909 lijkt de bebouwing op beide erven iets te zijn gewijzigd ten opzichte van de 19de-eeuwse situatie (Topotijdreis). Ook is het westelijk deel van de omgrachting rond het oude erf dan niet meer aanwezig. In de jaren ’60 van de 20ste eeuw is de huidige te vervangen schuur weergegeven op de topografische kaart. Het tweede erf is daartoe vergroot in zuidelijke richting. De zuidelijke erfgracht van het oude erf is in de jaren ’70 of ‘80 van de 20ste eeuw verdwenen. In recent kaartmateriaal en luchtfoto’s is echter (opnieuw) een smalle sloot te zien (zie figuur 1).

Figuur 4: Wijmersweg 6 te Loppersum op de kadastrale minuut uit 1826. Het plangebied ligt binnen de cirkel. In de inzet linksonder is een uitsnede uit de topografische militaire kaart uit 1853 opgenomen.

Overweging en advies

Het plangebied ligt ten zuiden van Loppersum op de kwelders van Fivelingo. Het oudste deel van het plangebied bestaat uit het oude, (nog grotendeels) omgrachte erf van de boerderij waarbinnen de woning met aangebouwde schuur gelegen zijn. Binnen de omgrachting is een kleine (laat)middeleeuwse huiswierde aanwezig. Binnen dit oude, omgrachte erf bestaat dan ook een grote kans op archeologische resten van de huiswierde en de historische boerderijplaats uit de middeleeuwen en nieuwe tijd. Buiten het oude omgrachte erf is de kans op archeologische resten aanmerkelijk kleiner. Resten van activiteiten gerelateerd aan de bewoning van de huiswierde zijn echter niet uit te sluiten.

Ten zuidwesten van het oude erf is in de 19de eeuw een tweede boerderij, ofwel een erfuitbreiding met grote schuur, aangelegd. Ter plaatse van de zuidelijke, 19de-eeuwse erfuitbreiding zullen eventuele oudere archeologische resten van activiteiten rond het middeleeuwse erf in onbekende mate verstoord zijn.

Gezien het bovenstaande wordt voor het vervangen van de bestaande schuur (zie inzet figuur 1), zowel bij de sloop- als de nieuwbouwwerkzaamheden, geen archeologisch vervolgonderzoek nodig geacht. Mochten bij werkzaamheden alhier onverhoopt toch archeologische resten (sporen of vondsten) worden aangetroffen, dan

(7)

geldt krachtens de Erfgoedwet een meldingsplicht. Vondsten dienen zo spoedig mogelijk te worden gemeld bij de gemeente Loppersum en bij Libau. Libau kan desgewenst zorg dragen voor de bij het Rijk verplichte melding.

In het geval van toekomstige bodemingrepen ter plaatse van het oude, middeleeuwse erf (huiswierde en omgrachte, historische boerderij) is bij bodemverstorende ingrepen een archeologisch vervolgonderzoek benodigd. Het soort archeologisch onderzoek is afhankelijk van de uit te voeren bodemingrepen en de mate van bodemverstoring. Dit dient nader te worden bepaald wanneer de sloop- en bouwwijze bekend zijn. Waarschijnlijk zal een archeologische begeleiding, protocol opgraven aan de orde zijn. Voor de uitvoering van een

archeologische begeleiding is een door de bevoegde overheid goedgekeurd Programma van Eisen benodigd.

Bijlagen:

- Fysisch geografische kaart;

- Bodemkaart;

- Kaart archeologie.

(8)

Geraadpleegde literatuur, bronnen en kaarten

Actueel Hoogtebestand Nederland 2 (www.ahn.nl; www.nationaalgeoregister.nl).

Archeologische Monumentenkaart (AMK) van de provincie Groningen.

Archeologisch Informatie Systeem (ARCHIS) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Brongers, G.A. & W. Koops (red.), 1981. Bijdragen tot de kennis van de gemeente Loppersum. Gewijzigde en bijgewerkte uitgave. Groninger Maatschappij van Landbouw, Afdeling Loppersum.

Brood, P., A.H. Huussen & J. van der Kooi (red.), 1999. Nieuwe Groninger Encyclopedie. REGIO-Projekt Uitgevers, Groniningen.

Clingeborg, A.E., 1986. Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000. Toelichting bij de kaartbladen 7 Oost- Groningen en 8 Nieuweschans. Stichting voor Bodemkartering, Wageningen.

Cultuurhistorische Waardenkaart Groningen. Provincie Groningen 2004.

Grote Historische Atlas van Nederland, 1: 50000. Deel 2: Noord-Nederland 1851 – 1855. Wolters-Noordhoff Atlasproducties, 1990. Groningen.

HisGIS, Historisch Geografisch Informatiesysteem (www.hisgis.nl).

Libau, 2016. Herziening archeologische verwachtingskaart en beleidsadvieskaart gemeente Loppersum. Libau, Groningen.

Ligtendag, W.A., 1995. De Wolden en het water. De landschaps- en waterstaatsontwikkeling in het lage land ten oosten van de stad Groningen vanaf de volle middeleeuwen tot ca. 1870. REGIO-PRojekt Uitgevers, Groningen.

Miedema, M., 2000. West-Fivelingo, 600 vC – 1900 nC. Archeologische kartering en beschrijving van 2500 jaar bewoning in Midden-Groningen. Palaeohistoria 41/42, pp. 237-445.

Opentopo, recente topografische kaarten van Nederland. J.W. van Aalst (www.opentopo.nl).

PDOK, Publieke Dienstverlening op de Kaart (www.pdok.nl).

Schroor, M., 1996. De atlas der provincielanden van Groningen (1722-1736). REGIO-PRojekt Uitgevers, Groningen.

Schroor, M., 1997. De atlas der stadslanden van Groningen (1724-1729). REGIO-PRojekt Uitgevers, Groningen.

Schroor, M., & J. Meijering, 2007. Golden Raand. Landschappen van Groningen. In Boekvorm Uitgevers bv, Assen.

Snijders. F.L., 1985. Fysische geografie in de provincie Groningen. Milieu- en landschapsonderzoek Provinciaal Planologische Dienst. Groningen.

Stiboka, 1985. Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000. Stiboka Wageningen.

Topotijdreis. Tijdreis over 200 jaar topografie. Kadaster (www.topotijdreis.nl).

Versfelt, H.J. & M. Schroor, 2005. De atlas van Huguenin. Militair-topografische kaarten van Noord-Nederland, 1819-1829. Heveskes Uitgevers, Groningen.

(9)

Archeologische periodes

paleolithicum tot 8800 v.Chr.

paleolithicum vroeg tot 300000 C14

paleolithicum midden 300000 - 35000 C14 paleolithicum laat 35000 C14 - 8800 v.Chr.

paleolithicum laat A 35000 - 18000 C14 paleolithicum laat B 18000 C14 - 8800 v.Chr.

mesolithicum 8800 - 4900 v.Chr.

mesolithicum vroeg 8800 - 7100 v.Chr.

mesolithicum midden 7100 - 6450 v.Chr.

mesolithicum laat 6450 - 4900 v.Chr.

neolithicum 5300 - 2000 v.Chr.

neolithicum vroeg 5300 - 4200 v.Chr.

neolithicum vroeg A 5300 - 4900 v.Chr.

neolithicum vroeg B 4900 - 4200 v.Chr.

neolithicum midden 4200 - 2850 v.Chr.

neolithicum midden A 4200 - 3400 v.Chr.

neolithicum midden B 3400 - 2850 v.Chr.

neolithicum laat 2850 - 2000 v.Chr.

neolithicum laat A 2850 - 2450 v.Chr.

neolithicum laat B 2450 - 2000 v.Chr.

bronstijd 2000 - 800 v.Chr.

bronstijd vroeg 2000 - 1800 v.Chr.

bronstijd midden 1800 - 1100 v.Chr.

bronstijd midden A 1800 - 1500 v.Chr.

bronstijd midden B 1500 - 1100 v.Chr.

bronstijd laat 1100 - 800 v.Chr.

ijzertijd 800 - 12 v.Chr.

ijzertijd vroeg 800 - 500 v.Chr.

ijzertijd midden 500 - 250 v.Chr.

ijzertijd laat 250 - 12 v.Chr.

Romeinse tijd 12 v.Chr. - 450 n.Chr.

Romeinse tijd vroeg 12 v.Chr. - 70 n.Chr.

Romeinse tijd vroeg A 12 v.Chr. - 25 n.Chr.

Romeinse tijd vroeg B 25 - 70 n.Chr.

Romeinse tijd midden 70 - 270 n.Chr.

Romeinse tijd midden A 70 - 150 n.Chr.

Romeinse tijd midden B 150 - 270 n.Chr.

Romeinse tijd laat 270 - 450 n.Chr.

Romeinse tijd laat A 270 - 350 n.Chr.

Romeinse tijd laat B 350 - 450 n.Chr.

middeleeuwen 450 - 1500 n.Chr.

middeleeuwen vroeg 450 - 1050 n.Chr.

middeleeuwen vroeg A 450 - 525 n.Chr.

middeleeuwen vroeg B 525 - 725 n.Chr.

middeleeuwen vroeg C 725 - 900 n.Chr.

middeleeuwen vroeg D 900 - 1050 n.Chr.

middeleeuwen laat 1050 - 1500 n.Chr.

middeleeuwen laat A 1050 - 1250 n.Chr.

middeleeuwen laat B 1250 - 1500 n.Chr.

nieuwe tijd 1500 - heden

nieuwe tijd A 1500 - 1650 n.Chr.

nieuwe tijd B 1650 - 1850 n.Chr.

nieuwe tijd C 1850 - heden

(10)
(11)
(12)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het betrekken van de achterstallige onderhoudskosten baggeren en beschoeiingen bij de rapportage van de inspecteur is noodzakelijk om te kunnen komen tot een vaststelling van

Door de strakke rooilijnen, de aaneengesloten bebouwing en de van oorsprong diepe percelen langs de hoofdas, zijn de langgerekte ruimten belangrijke elementen in de opbouw van de

Deze structuur wordt ruimtelijk onder- steund door de dorpsbebouwing welke in de loop van der eeuwen in de centrale en noordelijke sector van de wierde is geconcentreerd, en door

Indieners verzoeken de gemeente Loppersum om de aanduiding ‘karakteristiek pand’ te verwijderen van het pand op het perceel of het bestemmingsplan Cultureel Erfgoed

Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kunnen aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de Awb worden

Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat kwetsbare groepen harder door rampen worden getroffen, het principe van environmental justice doet zich voor bij mensen met kenmerken

Vanaf een kwartier voor het begin van de schooltijd mogen de leerlingen uit alle groepen naar binnen.. Halen

Onder andere met behulp van de structuratietheorie en het begrip inbedding, is door middel van interviews met bewoners van de gemeente Loppersum een goed beeld gevormd van de