RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE - EN INVALIDITEITSVERZEKERING Openbare instelling opgericht bij de wet van 9 augustus 1963
Tervurenlaan 211 - 1150 Brussel Dienst Geneeskundige Verzorging
OVEREENKOMST INZAKE DE OPVOLGING VAN EEN ONVERWACHT EN MEDISCH ONVERKLAARD OVERLIJDEN VAN EEN KIND JONGER DAN ACHTTIEN MAANDEN Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op de artikelen 22, 6 en 23, § 3;
Op voorstel van het College van geneesheren-directeurs, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;
Wordt overeengekomen wat volgt tussen:
enerzijds,
het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzeke- ring ; dit Comité wordt hierna kortweg het Verzekeringscomité genoemd;
en anderzijds,
de dienst pediatrie van #naam en vestigingsplaats van het ziekenhuis#. Deze dienst wordt in onderhavige overeenkomst aangeduid met de term «inrichting».
VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 1. Deze overeenkomst voorziet in de vergoeding door de verzekering, voor de recht- hebbenden van de verzekering, van psychologische begeleiding na het onverwacht en medisch onver- klaard overlijden van een kind jonger dan 18 maanden, alsmede in de vergoeding van de autopsie die eventueel uitgevoerd wordt op dat kind.
De overeenkomst bepaalt onder meer de voorziene terugbetaalbare verstrekkingen, evenals de bedragen en de betalingsmodaliteiten van de prijzen en honoraria van de verstrekkingen. Zij omschrijft bovendien ook de betrekkingen tussen de diverse partijen die bij het afsluiten en toepassen van deze overeenkomst betrokken zijn, te weten de inrichtende macht van de inrichting, de inrichting, de ouders van de rechthebbenden, de verzekeringsinstellingen en de Dienst voor geneeskundige verzor- ging van het RIZIV.
Voor het aanrekenen van de vergoedbare verstrekkingen die deze overeenkomst voorziet en voor het toepassen van de procedures die ze voorziet, wordt het kind jonger dan 18 maan- den dat onverwacht en medisch onverklaard overleden is, als de rechthebbende beschouwd.
DE INRICHTING
Artikel 2. De inrichting waarmee deze overeenkomst kan worden gesloten, is een dienst voor pediatrie van een ziekenhuis dat over een erkende NIC-dienst beschikt of dat op 31 december 2014 een overeenkomst inzake cardiorespiratoire monitoring thuis bij pasgeborenen en zuigelingen met het Ver- zekeringscomité van het Riziv had afgesloten.
OPDRACHT VAN DE INRICHTING
Artikel 3. Gelet op de wet van 26 maart 2003 houdende de regeling van de autopsie na het onverwachte en medisch onverklaarde overlijden van een kind van minder dan achttien maanden, gewij- zigd door de wetten van 5 augustus 2003 en 22 december 2003, is het de opdracht van de inrichting om in het geval van een onverwacht en medisch onverklaard overlijden van een kind jonger dan 18 maan- den:
de ouders die beroep doen op de inrichting, psychologische ondersteuning te geven;
de aanbevolen autopsie van het overleden kind op zich te nemen en de ouders hiervoor te moti- veren;
de ziekenhuizen en artsen (in het bijzonder de huisartsen en de geneesheren-specialisten in de kindergeneeskunde) te informeren over de mogelijkheden inzake psychologische begeleiding en autopsie die de inrichting aanbiedt en over de te volgen werkwijze bij een onverwacht en me- disch onverklaard overlijden van een kind jonger dan achttien maanden, en hen geregeld te sen- sibiliseren voor het uitvoeren van een autopsie in het geval van een onverwacht en medisch on- verklaard overlijden van een kind jonger dan 18 maanden.
VOORZIENE VERSTREKKINGEN – HONORARIA EN PRIJZEN
Artikel 4. In geval van een onverwacht en medisch onverklaard overlijden van een kind jon- ger dan achttien maanden wordt voor de psychologische ondersteuning van de ouders en familieleden door een geneesheer-specialist in de kindergeneeskunde (pediater) en door een pluridisciplinair psycho- sociaal supportteam van de inrichting een éénmalige forfaitaire vergoeding (met pseudocode 775331- 775342) voorzien van 233,63 €. Deze forfaitaire tegemoetkoming is slechts één keer per rechthebbende verschuldigd, zelfs als de ouders zich zouden wenden tot meerdere inrichtingen die de overeenkomst inzake opvolging na een onverwacht en medisch onverklaard overlijden van een kind jonger dan 18 maanden hebben afgesloten.
Het pluridisciplinair psychosociaal supportteam van de inrichting bestaat enerzijds uit een klinisch psycholoog en anderzijds uit een maatschappelijk werker of een bachelor verpleegkundi- ge (afstudeerrichting sociale verpleegkunde of sociale gezondheidszorg). Voor voornoemde deskundi- gen kan eventueel een beroep worden gedaan op de leden van het pluridisciplinair team dat ook de pal- liatieve functie in het ziekenhuis waarneemt. Beide disciplines dienen tussen te komen in het onderhoud met de ouders en familieleden.
Indien de ouders en/of de familie nood hebben aan een langdurige psychosociale begeleiding die niet in het kader van deze overeenkomst kan worden verstrekt, kunnen deze doorverwe- zen worden voor verdere hulp.
De term “ouders” kan in deze overeenkomst ook betrekking hebben op een eventu- ele andere vertegenwoordiger van het kind aan wie het daadwerkelijk toezicht op het kind werd toever- trouwd.
Artikel 5. § 1. In geval van het onverwachte en medisch onverklaarde overlijden van een kind jon- ger dan achttien maanden staat de inrichting in voor de autopsie.
Hiervoor beschikt de inrichting over “een dienst voor pathologische anatomie” die, met het oog op het instellen van een permanentie, een overeenkomst afgesloten heeft met geneeshe- ren-specialisten in de pathologische anatomie die in eerste hand autopsieën op kinderen verricht heb- ben. Bedoelde permanentie is zo georganiseerd dat een geneesheer-specialist in de pathologische ana- tomie permanent oproepbaar is, zodat hij binnen de kortst mogelijke tijd na een oproep in de inrichting aanwezig kan zijn.
Van zodra de inrichting waar de autopsie zal uitgevoerd worden, weet dat er een autopsie op een overleden kind moet verricht worden, zal de anatomo-pathologiedienst verwittigd wor-
den. De opgeroepen geneesheer-specialist in de pathologische anatomie begeeft zich onverwijld naar de inrichting.
De autopsie wordt uitgevoerd door de patholoog-anatoom volgens een standaard- procedure, die een volledig onderzoek garandeert. De resultaten worden aan de ouders meegedeeld tijdens een onderhoud met (al naargelang de keuze van de ouders) ofwel een arts van de inrichting ofwel een arts aan wie op verzoek van de ouders de resultaten moeten worden overgemaakt.
Voor het uitvoeren van deze autopsie wordt een eenmalige forfaitaire vergoeding (met pseudocode 775294-775305) voorzien van 523,87 € per rechthebbende.
§ 2. Naast de in § 1 van dit artikel vermelde autopsie, kan ook het transport van het overleden kind van de plaats van overlijden (of de plaats van opbaren) naar de inrichting, met het oog op autopsie, terugbetaald worden aan de inrichting op basis van een gedetailleerde factuur van wie daad- werkelijk instond voor dit vervoer en die hiervoor door de inrichting werd vergoed. Deze factuur betreft maximaal het aantal kilometers heen en terug tussen de plaats van overlijden/opbaren en de inrichting waar de autopsie werd uitgevoerd. De uitgaven voor het transport dienen te worden aangerekend met de pseudocode 775316-775320.
Artikel 6. De in de artikelen 4 en 5 vermelde bedragen zijn gekoppeld aan de spilindex van de consumptieprijzen (spilindexcijfer 99,04 – december 2012 – basis 2013). Ze worden aangepast vol- gens de bepalingen van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk gekoppeld wor- den.
Artikel 7. Voor de verstrekkingen beschreven in de artikelen 4 en 5 van deze overeenkomst kan in geen enkel geval een financiële tussenkomst van de ouders gevraagd worden.
De verstrekkingen voorzien in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkin- gen, zijn niet inbegrepen in de in artikelen 4 en 5 voorziene forfaitaire tegemoetkomingen. Deze ver- strekkingen kunnen bijgevolg afzonderlijk worden aangerekend. De raadplegingen die in dit kader wor- den gerealiseerd mogen echter alleen worden aangerekend tegen het officiële honorarium op basis waarvan de verzekeringstegemoetkoming berekend wordt en dat op de website van het RIZIV kan ge- raadpleegd worden (het betreft hier in principe de tarieven voor zogenaamde « geconventioneerde » art- sen).
De inrichting verbindt zich ertoe alle nodige maatregelen te nemen ten opzichte van de artsen en eventuele andere personeelsleden van haar team om deze bepalingen na te leven.
TOEPASSING VAN DEZE OVEREENKOMST OP MEERDERE SITES
Artikel 8. De teamleden die contractueel verbonden zijn aan het ziekenhuis waarvan de in- richting deel uitmaakt en die derhalve tevens verstrekkingen verrichten in het ziekenhuis waarvan de in- richting deel uitmaakt, kunnen de verstrekkingen die op basis van deze overeenkomst vergoedbaar zijn, mits akkoord van het betrokken ziekenhuis, ook verrichten in andere ziekenhuizen dan het ziekenhuis waarvan de inrichting deel uitmaakt.
In dat geval behoort het tot de opdracht van de inrichting waarmee deze overeen- komst gesloten is, om in te staan voor de diverse verplichtingen en procedures van deze overeenkomst.
Een ander ziekenhuis dan het ziekenhuis waarvan de inrichting deel uitmaakt, kan op dit vlak nooit in de plaats treden van de inrichting.
KENNISGEVING AAN DE ADVISEREND GENEESHEER
Artikel 9. De tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging is slechts verschuldigd nadat de inrichting de adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling van de rechthebbende geïnformeerd heeft over de opvolging van een rechthebbende en diens ouders in het kader van deze overeenkomst. De inrichting doet deze kennisgeving door middel van het formulier dat als bijlage bij deze overeenkomst is gevoegd. Dit formulier kan steeds door het College van geneeshe- ren-directeurs worden gewijzigd. Het formulier dient te worden ondertekend door een pediater van de inrichting.
De adviserend geneesheer dient de kennisgeving aangaande de opvolging in het kader van deze overeenkomst uiterlijk de 30ste dag na de start van de opvolging te ontvangen. Indien de adviserend geneesheer de kennisgeving meer dan 30 dagen na de start van de opvolging ontvangt, is er geen enkele tegemoetkoming voor de opvolging van de betrokken rechthebbende meer verschuldigd. In dat geval zullen de inrichting en het ziekenhuis waartoe de inrichting behoort (met inbegrip van de artsen van de inrichting en van het ziekenhuis) de kosten voor de opvolging op geen enkele wijze, rechtstreeks of onrechtstreeks, aanrekenen aan de rechthebbende en zijn ouders.
Voor zover een rechthebbende beantwoordt aan alle voorwaarden die zijn vastge- steld in deze overeenkomst, zijn de in artikel 5 voorziene tegemoetkomingen verschuldigd als de advise- rend geneesheer binnen de 15 dagen die volgen op de ontvangst van een volledige kennisgeving geen weigeringsbeslissing heeft betekend. Elke weigeringsbeslissing moet worden gemotiveerd. Indien de ad- viserend geneesheer de kennisgeving meer dan 30 dagen na de start van de opvolging ontvangt, zal hij een weigeringsbeslissing betekenen.
De inrichting verbindt zich er toe de adviserend geneesheer onverwijld alle bijko- mende informatie te verschaffen die hij wenst met betrekking tot de opvolging van een rechthebbende en zijn ouders.
FACTURATIE, PRODUCTIECIJFERS EN BOEKHOUDING
Artikel 10. De inrichting factureert de bedragen van de verzekeringstegemoetkoming voor de gerealiseerde verstrekkingen aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende op basis van de mag- neetband van het ziekenhuis waarvan de inrichting deel uitmaakt (verplichte elektronische facturatie).
Er moet geen overzicht aan de ouders van de rechthebbende worden bezorgd met betrekking tot de aangerekende vergoedingen voor de psychologische begeleiding en de autopsie na het onverwacht en medisch onverklaard overlijden van een kind jonger dan 18 maanden.
Artikel 11. § 1. Voor het einde van de maand volgend op het einde van elk trimester bezorgt de in- richting de productiecijfers (= het aantal gerealiseerde verstrekkingen, per type, vermenigvuldigd met hun respectievelijke prijzen) voor dat trimester aan de Dienst voor geneeskundige verzorging, en dit aan de hand van de informaticatoepassing die de Dienst voor geneeskundige verzorging daartoe ter beschikking gesteld heeft.
De inrichting zal de productiecijfers in het kader van onderhavige overeenkomst mee vermelden bij de productiecijfers die het ziekenhuis waarvan de inrichting deel uitmaakt, dient door te stu- ren in het kader van de overeenkomst inzake cardiorespiratoire monitoring thuis bij pasgeborenen en zui- gelingen.
Elke verstrekking die voor een rechthebbende gerealiseerd is, mag slechts één keer in de productiecijfers van een kalenderjaar worden opgenomen. Een verstrekking dient in de productiecij- fers te worden opgenomen vanaf dat deze verstrekking is verricht. Ze hoeft op dat ogenblik dus nog niet gefactureerd of vergoed te zijn. De verstrekkingen waarvan bij voorbaat geweten is dat ze niet vergoed- baar zijn (bijvoorbeeld omdat ze niet beantwoorden aan de voorwaarden die in het kader van deze over-
eenkomst zijn vastgesteld of omdat de rechthebbende niet verzekerd is in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen) moeten echter niet in de productiecijfers op- genomen worden.
De inrichting verbindt zich ertoe op verzoek van de Dienst voor geneeskundige ver- zorging of van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV alle documenten voor te leggen die nodig zijn ter staving van de meegedeelde productiecijfers. De bewuste mededeling van foute productiecijfers zal leiden tot een schorsing van betaling door de verzekeringsinstellingen in het kader van deze overeenkomst.
§ 2. Als de productiecijfers niet bezorgd worden voor het einde van de eerste maand die volgt op het einde van een trimester, zal de inrichting per aangetekende brief aan haar verplichtingen her- innerd worden. Als de productiecijfers nog steeds niet bezorgd worden binnen de 30 kalenderdagen na de verzending van de aangetekende brief, zullen de betalingen door de verzekeringsinstellingen (in het kader van de overeenkomst tussen het RIZIV en de inrichting) ambtshalve opgeschort worden zolang die ver- bintenis niet nagekomen is.
§ 3. De inrichting duidt een contactpersoon aan die belast is met de verzending van de productiecijfers. De inrichting deelt de persoonsgegevens van die contactpersoon (naam, rechtstreeks telefoonnummer en e-mailadres) mee aan de Dienst voor geneeskundige verzorging en brengt deze te- vens op de hoogte van elke wijziging van die persoonsgegevens.
Artikel 12. De inrichtende macht van de inrichting voert een boekhouding die enerzijds, zo veel mogelijk, gebaseerd is op het minimaal genormaliseerd boekhoudkundig plan voor de ziekenhuizen (KB van 14.8.1987) en anderzijds op de beslissingen die het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging genomen heeft. De boekhoudkundige gegevens die verband houden met de toepassing van deze overeenkomst worden in een afzonderlijke kostenplaats geboekt zodat de uitgaven en de inkomsten onmiddellijk gekend zijn.
De inrichtende macht moet de bewijsstukken van de ontvangsten en de uitgaven ge- durende 10 jaar bewaren.
Binnen die termijn moet de boekhouding altijd voor de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV toegankelijk zijn.
Als de Dienst voor geneeskundige verzorging dat expliciet vraagt, moet een over- zicht van de specifieke inkomsten en uitgaven in het kader van de overeenkomst, aan de Dienst voor ge- neeskundige verzorging worden bezorgd aan de hand van een door die dienst vooropgesteld model.
AKKOORDRAAD
Artikel 13. § 1. Door het onderschrijven van deze overeenkomst treedt de inrichting toe tot de Ak- koordraad inzake opvolging na het onverwacht en medisch onverklaard overlijden van een kind jonger dan 18 maanden. De verantwoordelijke pediater van de inrichting zetelt in de Akkoordraad en vertegen- woordigt er de inrichting.
De Akkoordraad is samengesteld uit:
de leden van het College van geneesheren-directeurs, en
de verantwoordelijke pediaters van alle inrichtingen waarmee deze overeenkomst is gesloten.
Het voorzitterschap ervan wordt verzekerd door de Voorzitter van het College van geneesheren-directeurs. Het secretariaat ervan wordt verzekerd door de Dienst voor geneeskundige verzorging.
§ 2. De Akkoordraad heeft tot opdracht:
het College van geneesheren-directeurs informatie te verschaffen over alle aspecten van de pro- blematiek van het onverwacht en medisch onverklaard overlijden van een kind jonger dan 18 maanden;
de evolutie van het aantal begeleidingen en autopsieën die worden gerealiseerd in toepassing van de bepalingen van de artikelen 4 en 5 van deze overeenkomst, op te volgen, in het licht van het totaal aantal gevallen van onverwacht en medisch onverklaard overlijden van kinderen jonger dan 18 jaar;
voorstellen te formuleren om deze overeenkomst aan te passen aan de diverse evoluties;
voorstellen te formuleren om het aantal autopsieën in geval van onverwacht en medisch onver- klaard overlijden van kinderen jonger dan 18 maanden, te verhogen.
§ 3. De Akkoordraad wordt bijeengeroepen op beslissing van de voorzitter.
De verantwoordelijke pediater van de inrichting verbindt zich ertoe elke vergadering van de Akkoordraad bij te wonen. Indien de inrichting meerdere keren afwezig is op de vergadering van de Akkoordraad, zal de voorzitter van de Akkoordraad die afwezigheid vaststellen in een aangetekend schrijven gericht aan de inrichtende macht van de inrichting.
Als de inrichting na die vaststelling afwezig blijft, zal die afwezigheid onmiddellijk meegedeeld worden aan het Verzekeringscomité dat kan beslissen de overeenkomst om die reden op te zeggen, met inachtneming van de vooropzeg bedoeld in artikel 15 § 3 van deze overeenkomst.
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 14. De inrichting verbindt zich ertoe de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV alle gevraagde informatie te verschaffen over de werking van de inrichting, over de financiële as- pecten van de werking, alsmede alle gevraagde gegevens in het kader van het algemeen beheer van de overeenkomsten.
De inrichting verbindt zich ook ertoe elke afgevaardigde van het RIZIV of van de ver- zekeringsinstellingen toe te staan de bezoeken af te leggen die hiertoe nuttig worden geacht.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 15. § 1. Deze overeenkomst, opgemaakt in twee exemplaren en behoorlijk ondertekend door beide partijen, treedt in werking op 1 april 2015.
§ 2. De bijlage bij deze overeenkomst (formulier voor de kennisgeving van verstrekkingen na een onverwacht en medisch onverklaard overlijden van een kind jonger dan 18 maanden) maakt er integrerend deel van uit.
§ 3. Deze overeenkomst geldt voor onbepaalde duur. Ze kan echter op elk ogenblik door één van beide partijen worden opgezegd met een bij de post aangetekende brief die aan de andere partij is gericht. De overeenkomst verstrijkt in dat geval na afloop van een opzeggingstermijn van drie maanden die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de datum van verzending van de aangetekende brief.
Deze overeenkomst houdt ambtshalve op uitwerking te hebben op de dag dat het ziekenhuis waartoe de inrichting behoort, niet langer meer beschikt over een overeenkomst met het Verzekeringscomité inzake cardiorespiratoire monitoring thuis bij pasgeborenen en zuigelingen.
Voor de inrichtende macht van de inrichting: Voor het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging:
Brussel, De Gemachtigde namens de
inrichtende macht,
De Hoofdgeneesheer van het ziekenhuis,
De Leidend Ambtenaar,
H. DE RIDDER, Directeur-generaal
De verantwoordelijke kinderarts,
