• No results found

5 vocaalletters a, e, i, o, u + de consonantletters b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, x, y, z

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "5 vocaalletters a, e, i, o, u + de consonantletters b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, x, y, z"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

LEZEN EN SPELLEN IN HET NEDERLANDS

Het alfabet =

5 vocaalletters a, e, i, o, u +

de consonantletters b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, x, y, z

korte vocalen lange vocalen restvocalen

a aa au = ou

e ee ei = ij

o oo ui

u uu oe

i ie eu

de doffe e

Vocalen normaal

De korte vocalen tellen letter. Vb. bal, pen, zon, bus, bril

De lange vocalen tellen letters. Vb. maan, been, boom, muur, fiets

 Extra info “Ik lees wat ik zie.”

 bij de laatste vocaal van elk woord Vb. vandaag, vriendin

  bij korte woorden (1 syllabe / 1 vocaal) Vb. zoon, spin, neem, stap

 bij een restvocaal Vb. hoeveel, deuren, betaal

Vocalen speciaal

Maar 1 speciale situatie …

Lees deze woordgroepen, je kent ze al. de tafels jij telefoneert de verkopers zwarte chocolade

CVO Groeipunt Gent, Jehanne Van Boxstael

Hoor jij de contrasten?

2 1

kort

lang

(2)

2

Wat is er speciaal in deze lange woorden?

__________________________________________________________________________________

Hoeveel consonantletters staan er na deze vocaalletter?

de tafels jij telefoneert de verkopers zwarte chocolade

1 ____ ____ ____ ____

____ ____ ____

____ ____

Zie je erachter?

Dan lees je de vocaal speciaal…

1 vocaalletter met 1 consonantletter

 de vocaal is automatisch !

Oefening 1 Omcirkel eerst de vocalen.

Trek dan een pijl onder alle lange vocalen.

Lees daarna de woorden.

Vb. lopen Denk eraan: nooit speciaal bij een restvocaal (de doffe e of bij de laatste vocaal) zingen

Nederlands juli

vandaag vragen personen herhalen april

morgen hoelang spelling kasteel schijnen peren al ramen

negen vragen staan dinsdag uren wanneer niemand praten

(3)

3

Oefening 2 Omcirkel eerst de vocaal.

Hoe moet je deze vocaal lezen?

kort lang normaal lang speciaal de eerste vocaal van later

de eerste vocaal van jongen de eerste vocaal van zonen de laatste vocaal van week de laatste vocaal van zondag de eerste vocaal van lente de eerste vocaal van juni de eerste vocaal van lezen de laatste vocaal van augustus de eerste vocaal van klanken de eerste vocaal van samen de eerste vocaal van maanden de laatste vocaal van wanneer de eerste vocaal van regent

de eerste de laatste

Oefening 3 Lees luidop.

normaal: 1 vocaal = KORT lezen als

mat ramp laf

lef velg plek schep

vind ring strip blik

pot plots dom stopt

lus muts klus druk

(4)

12

speciaal: 1 vocaalletter, maar LANG lezen (trek een pijl onder de lange vocalen) raken

kamer namen halen

reden kerels sedert hele

open mode dromer toren

uren buren duwen ruwe

mix: normaal en speciaal (trek een pijl onder de lange vocalen) varen

brave Pasen plannen

zeven kerken deze deling

klokje pure zitten over

potten scholen helpen dozen

uitspraken inbraken neutrale soldaten

verlegen aankleden kastelen fotograaf

verdrietig verloren personen vaderdag

emotie verdragen Nederlands kinderen

Welke restvocaal is het meest frequent? Omcirkel.

au/ou ei/ij ui oe eu de doffe e

Luister goed.

(5)

- 5 -

Lange vocalen schrijven

Te veel werken is niet goed. 

Je moet een lange vocaal niet dubbel schrijven als hij automatisch lang is!

Voorbeelden:

de naam – de namen (het blijft een lange aa) ik neem – wij nemen (het blijft een lange ee) de bomen – de boom (het blijft een lange oo) wij huren - ik huur (het blijft een lange uu)

Waarom? de maand – de maanden ________________________________________

wij werken – ik werk ________________________________________

Oefening 4 Luister naar de leerkracht.

Welk woord heeft hij/zij gelezen? Markeer.

Hoe lees je het andere woord?

balen – ballen maten – matten penen – pennen legen - leggen bomen – bommen boten - botten ramen – rammen

manen – mannen poten – potten roken – rokken zonen – zonnen Denen - dennen beken – bekken komen – kommen

(6)

- 5 -

Oefening 5 Hoe schrijf je dit?

infinitief ik-vorm

halen ik ………

spelen ik ………

leren ik ………

maken ik ………

eten ik ………

lezen ik ………

slapen ik ………

wonen ik ………

(7)

- 6 -

Oefening 6 Schrijf het pluralis (pluralis altijd ‘de’!)

singularis pluralis

de school

het oog

het brood

de straat

de doos

het raam

het feest

de vraag

(8)

- 7 -

Oefening 7 Vul de correcte vorm in. Schrijf niet teveel.

brood Samen eten wij drie _______________.

haar Lange _______________ zijn mooi.

oor Die man heeft grote _______________ ! eet Jullie _______________ erg veel!

bier Wij willen alle Belgische _______________ proeven.

Oefening 8 Vul de correcte vorm in. Pas op voor de speciale situatie.

lopen Ik _______________ door de straten van Brussel.

halen _______________ je de bus nog?

fietsen Wij kopen een nieuwe _____________ voor onze zoon.

groter Mijn auto is niet klein, maar _______________.

uren De test duurt 1 _______________.

spelen Ik _______________ met de kinderen.

(9)

- 8 -

Korte vocalen schrijven Hebben wij een probleem?

Welk verbum zie je op deze foto?

Zij sp___lenmet een frisbee.

Pas op,

schrijf niet te veel.

Welk verbum zie je op deze tekening?

De leraar moet het woord sp___len Lees het woord en controleer.

Wat is het probleem? __________________________________________

We moeten dit automatische effect, de speciale situatie, blokkeren.

Ik schrijf de L dubbel: spellen. Nu lees ik de vocaal kort!

Wat zie je op deze foto?

Er staan

b ____men

op deze foto. Er staan

b _____men

op deze tekening.

(10)

- 9 -

Oefening 9 Lees de contrasten.

sparen - sparren haken - hakken vlagen - vlaggen maten - matten

beken - bekken stoken - stokken speel - spelen spel - spellen

maan - manen man - mannen zoon - zonen zon - zonnen

knoop - knopen knop - knoppen teel - teler tel - teller

Oefening 10 Schrijf het woord correct.

Dit zijn geen penen, maar _______________.

Dit zijn geen manen, maar _______________.

Dit zijn geen kopen, maar _______________.

Dit zijn geen scharren, maar _____________.

Oefening 11 Schrijf het woord correct. Dubbele consonant nodig?

1 bril - 2 ______________

1 vel - 2 ______________

1 worst - 2 ______________

1 bus - 2 ______________

1 kat - 2 ______________

1 kip - 2 ______________

ik stop - wij ______________

ik was - wij _____________

ik help - wij _____________

ik buk - wij _____________

ik werk - wij ______________

ik zit - wij ______________

(11)

- 5 -

Oefening 12 Dictee: Hoe schrijven we de lange vocaal?

1. a of aa?

- Wie g___t w___ter h___len?

- G___t hij nu al sl___pen?

- D___r st___t een man.

- Wil je het r___m openm___ken?

- Leg de k___s m___r op de t___fel.

2. u of uu?

- Een ___r heeft zestig min___ten.

- De b___rman verh___rt zijn garage.

- De appels zijn z___r en d___r.

- Wij st___ren een brief naar de b___ren.

- De m___ren van de sch___r zijn dun.

3. o of oo?

- Ik ga b___ter k___pen.

- In de klas m___gen we niet r___ken!

- Dat is een h___ge b___m.

- Wat zit er in die gr___te d___s?

- Waarom k___men jullie niet naar sch___l?

4. e of ee?

- Nu r___gent het w___r!

- In de tuin sp___len n___gen kinderen.

- Wij ___ten een lekkere p___r.

- Ik n___m een l___pel en eet van de h___rlijke soep.

- Zij g___ven sp___lgoed aan het kind.

(12)

- 6 -

Oefening 13 Dictee: Schrijven we de consonant dubbel?

m of mm De jongens kli___en in de bo___en.

p of pp Zus gaat twee po___en ko___en.

s of ss Wie wil de kou___en wa___en?

r of rr We kijken naar die ve___e ste___en t of tt De ka___en zi___en in de zon.

n of nn Ke___en jullie die ki___deren?

l of ll De ge___e ba___en liggen in de tuin.

g of gg De man loopt in de re___en over de bru___en.

Kijk naar de video om te herhalen.

https://youtu.be/o0dcj2EAFa4

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tijdens de raadscommissie was er enige onduidelijkheid omtrent de vergoeding (200 euro) voor instrumentaal of vocaal onderwijs.. De vraag was of dit bedrag nu bovenop de 200

Gebruik hierdie byvoeglike naamwoorde om ’n beskrywing van sy karakter te skryf.. Beskryf nou die karakter van ’n

Eindlaureaat van de Vlaamse Regulator voor de Media was Bram Roosens (Politieke en Sociale Wetenschappen, Communicatiewetenschappen, 2013) met zijn masterproef over nieuwe

Druk op de “>“ knop (Afb. 1/C) tot het bonen symbool knippert om aan te duiden dat u het aroma kunt wijzigen. ! Terwijl het bonen symbool knippert, draait u aan de bedienings-

Je mag steeds maar één letter van het woord veranderen en alle andere letters moeten op dezelfde plaats blijven staan. Niet

[r]

Block copolymer micelles differ from miceUes formed by small amphiphiles in terms of size (polymeric micelles being larger) and degree of segregation between the

However, some major differences are discemable: (i) the cmc depends differently on Z due to different descriptions (free energy terms) of the system, (ii) compared for the