• No results found

United Nations Operation in Burundi (ONUB)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "United Nations Operation in Burundi (ONUB)"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Encyclopedie internationale operaties (splitsing Inzet in het Grote Merengebied)

United Nations Operation in Burundi (ONUB)

Duur missie: september – 24 september 2005 Aantal militairen: !

Dodelijke slachtoffers: geen

Dapperheidsonderscheidingen: geen

Achtergronden

Geografie

Het Grote Merengebied omvat Rwanda, Burundi, Uganda, (het oosten van) Congo en (delen van westelijk) Tanzania en Kenia. Het is een van de dichtstbevolkte gebieden van Afrika. De

vulkanische grond behoort tot de meest vruchtbare van het continent. Het gebied is hoger gelegen dan de omringende landen, waardoor het klimaat, anders dan in de rest van equatoriaal Afrika, subtropisch aandoet. Tropische ziekten komen daardoor in deze regio minder voor dan in andere delen van Afrika.

Kolonisten in het Grote Merengebied

De eerste Europese ontdekkingsreizigers arriveerden in het midden van de negentiende eeuw in het gebied. Vanaf ongeveer !77 werd Afrika het doelwit van een ongekende Europese

expansiedrift. De eerdere informele invloed van de Europese mogendheden, gebaseerd op militaire en economische overheersing, maakte plaats voor direct koloniaal bestuur. Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en België verdeelden het Grote Merengebied. Het huidige Uganda en Kenia kwamen in Britse handen, Duitsland claimde Rwanda, Burundi en Tanzania, terwijl de toenmalige koning van België, Leopold II, Congo als persoonlijk bezit verwierf (in !< 7 ging de kolonie over naar de Belgische staat). Na de Eerste Wereldoorlog verloor Duitsland zijn Afrikaanse bezittingen. Het moest Tanzania aan het Verenigd Koninkrijk afgestaan; Rwanda en Burundi kwamen in Belgische handen.

Tegenstellingen tussen de Hutu’s en de Tutsi’s

In het Grote Merengebied vormden de Hutu’s en de Tutsi’s de belangrijkste bevolkingsgroepen.

Tutsi’s leefden veelal van de veeteelt; Hutu’s van de landbouw. Doordat het bezit van vee meer aanzien genoot, vormden Tutsi’s van oudsher de aristocratie. Tegenstellingen tussen deze groepen in Rwanda, Burundi, oostelijk Congo en in veel mindere mate ook in Uganda zouden uiteindelijk het hele Grote Merengebied destabiliseren. Deze ontstonden doordat de Europese koloniale

bestuurders de onderlinge verschillen tussen de Hutu’s en de Tutsi’s uitlegden als een feodale indeling van de maatschappij. In hun ogen vormden Tutsi’s de sociaaleconomisch elite en bewerkte de Hutu-meerderheid als horige boer het land. De Europeanen meenden ook duidelijke etnische verschillen tussen Hutu’s en Tutsi’s te onderkennen. Met name in Rwanda en Burundi versterkten de kolonisten het onderscheid tussen beide bevolkingsgroepen. Tutsi’s kregen er bijvoorbeeld betere banen en meer privileges. Op deze wijze gebruikten de Belgische en Duitse kolonisten de Tutsi-elite om hun greep op het land te vergroten, waardoor het sociale evenwicht tussen de twee bevolkingsgroepen verloren ging.

(2)

Encyclopedie internationale operaties (splitsing Inzet in het Grote Merengebied)

Burundi

Burundi werd vanaf de onafhankelijkheid in !<A tot !<<B geregeerd door Tutsi-dictators. Hutu’s waren in deze periode regelmatig het slachtoffer van extremistische Tutsi’s. In !<<B werd een Hutu, Melchior Ndadaye, gekozen tot president. Hij werd enkele maanden later vermoord door Tutsi-militairen. De rellen die daarop uitbraken kostten D . tot ! . mensen het leven. De nieuwe president, Cyprien Ntaryamira, zat in hetzelfde vliegtuig als de Rwandese president Habyarimana dat op A april !<< werd neergeschoten. Zijn opvolger werd in !<<A door Tutsi’s aan de kant geschoven ten gunste van Pierre Buyoya. Hij ontpopte zich als een militair dictator. Er brak een burgeroorlog uit, die in de instabiele regio direct effect had op de omringende landen.

Mandaat, taken en organisatie

Het Akkoord van Arusha, dat werd ondertekend op 7 augustus , betekende een formeel einde van de Burundese burgeroorlog. Een tweetal verzetsgroeperingen, de CNDD-FDD en de Palipehutu- FNL, nam echter niet deel aan de onderhandelingen. De FNL verzette zich met geweld tegen het vredesakkoord. De Afrikaanse Unie (AU) stelde op april B – vooruitlopend op een VN- vredesmacht – de African Mission in Burundi (AMIB) in. Het was de eerste vredesmacht in haar geschiedenis. Een jaar later, op ! mei , besloot de VN-Veiligheidsraad (Resolutie !D D) tot oprichting van de United Nations Operation in Burundi (naar de Franse naam Organisation des Nations Unies au Burundi, afgekort tot ONUB), waarin de AMIB naadloos opging. Deze vredesmacht (D.AD blauwhelmen, militaire waarnemers en ! civiele politieagenten) was onder meer belast met de controle op de handhaving van het staakt-het-vuren, het ondersteunen van de ontwapening, de demobilisatie en re-integratie van leden van de verschillende

rebellengroeperingen, het monitoren van illegale wapenhandel en het bevorderen van de interne stabiliteit en veiligheid.

De VN-Veiligheidsraad stelde vast dat een regionale aanpak van de problemen in het Grote Merengebied de voorkeur had. De raad riep de VN-missie in Congo, Mission des Nations Unies en République Démocratique du Congo (MONUC), en ONUB dan ook op om samen te werken en hun handelen af te stemmen met de Burundese en Rwandese overheden. Net zoals in Congo verliepen de werkzaamheden van ONUB aanvankelijk moeizaam. Het ontbrak Burundi namelijk aan een betrouwbaar justitie- en legerapparaat, terwijl de criminaliteit hoog was.

Het mandaat van ONUB liep op B! december A af. Enkele maanden eerder was de Burundese regering tot een staakt-het-vuren overeengekomen met de enige nog overgebleven

rebellengroepering, de Palipehutu-FNL. De secretaris-generaal van de VN wilde echter een vinger aan de pols houden in Burundi. Daarom werd de missie begin H opgevolgd door Bureau Intégré des Nations Unies au Burundi (BINUB).

Het Nederlandse aandeel

Het Ministerie van Defensie stelde vanaf september voor de duur van een jaar een luitenant-kolonel beschikbaar als plaatsvervangend hoofd civiel-militaire samenwerking van het hoofdkwartier van ONUB. Deze officier, luitenant-kolonel A. van den Boogaard, coördineerde de

(3)

Encyclopedie internationale operaties (splitsing Inzet in het Grote Merengebied)

militaire hulpprogramma’s met de aanwezige hulporganisaties. Concreet hielden deze

werkzaamheden in dat Van den Boogaard non-governmental organizations (NGO’s) op de hoogte hield van de aanstaande plannen van ONUB, en dat de hulporganisaties op hun beurt de overste lieten weten op welke gebieden zij veiligheidsproblemen ondervonden.

Daarnaast leverde Van den Boogaard een bijdrage aan het Information Collection Plan dat het Civil-Military Cooperation (CIMIC)-team moest maken. Het plan kwam tijdens de uitzending van de Nederlandse officier echter nooit echt van de grond. Het CIMIC-team had als opdracht de sociale, politieke en economische situatie in Burundi vast te stellen. Door het gebrek aan ervaring met CIMIC bij het merendeel van de niet-westerse stafleden kwam daar niet veel van terecht.

Bovendien sprak de Spaanse commandant van het team Engels noch Frans, wat de samenwerking binnen ONUB en met de Burundese autoriteiten danig bemoeilijkte.

Van den Boogaard was zelf een van de weinige ONUB-medewerkers die de Franse taal voldoende machtig was. Daarom werd hij vanaf februari D, tijdens het referendum over de nieuwe grondwet, tevens ingezet als liaisonofficier (LSO). In deze informele taak was hij verantwoordelijk voor de samenwerking tussen ONUB en de Burundese overheid op veiligheidsgebied. In de daaropvolgende verkiezingsperiode, van mei tot augustus D, vervulde hij ook de functie van liaison tussen de Force Commander van ONUB en de Burundese minister van Defensie. Na de relatief rustig verlopen verkiezingen bleef de Nederlander nog tot eind september actief in deze rol voordat hij naar Nederland terugkeerde. In het najaar van D was er sprake van een positieve kentering: leger en politie traden meer gedisciplineerd op, de criminaliteit nam af en de gewapende oppositie boette aan invloed in.

Plaatsvervangend missiecoördinator civiel-militaire samenwerking ONUB HQ lkol A.C.P. van den Boogaard ( september – 24 september 2005)

Aanbevolen literatuur

Turner, Thomas, The Congo Wars. Conflict, myth and reality (Londen H).

Mwesiga Laurent Baregu, Chris Landsberg, From Cape to Congo. Southern Africa's Evolving Security Challenges (Boulder B).

Veen, Erwin van, Alwin van den Boogaard, ‘De politieke dynamiek van veiligheid in Burundi.

Inzichten en uitdagingen’, Militaire Spectator, 185, 7/8 (2016) 306-319.

Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag, Interview Alwin van den Boogaard.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zij hebben zelf het geschikte moment afgewacht en hun lot in eigen handen genomen door terug te keren naar Rwanda, een besluit dat niet werd ingegeven door de smeekbeden van UNHCR,

The Muslim community in Burundi does not exceed two to five percent of the population, but their history and their behaviour in the last tragic conflicts between Hutus

«Le recours à des solutions pacifiques aux présents conflits, la renonciation à la violence, le respect scrupuleux par tous les acteurs des garanties prévues par le droit

Na de les Frans staan bijna duizend kinderen te dringen voor een bordje maniok met bonen, klaarge- maakt door de ouders.. „Het is mijn eerste maaltijd vandaag”, vertelt

Nadat er door internationale bemiddeling op regeringsniveau een power-sharing tussen Hutu’s en Tutsi’s was bewerkstelligd, besloot de Veiligheidsraad op B oktober met Resolutie 9

Tegenstellingen tussen deze groepen in Rwanda, Burundi, oostelijk Congo en in veel mindere mate ook in Uganda zouden uiteindelijk het hele Grote Merengebied destabiliseren..

Specific interests over land held by the Mwami , chiefs and sub-chiefs.. The Mwami's interests over

Een specifieke situatie van een legaliteitsgebrek doet zich voor in gevallen waarin de formele wetgever een belastingobject heeft benoemd maar bewust of onbewust