• No results found

Leo Oosterveen, dominicaan en hoofdredacteur TGL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Leo Oosterveen, dominicaan en hoofdredacteur TGL"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

kerk & leven

13 januari 2016

klapstoel 9

– Waar liggen uw wortels?

Ik ben geboren in Zeist, bij Utrecht. Ik ben van protestantsen huize, gedoopt door mijn grootvader, die predikant was. Mijn lagere school was zeer orthodox. Toen ik twaalf was, vroeg de bovenmeester: „Wat wil jij gaan doen?” Ik zei: „Filosofie.”

(lacht) Die man schrok zich dood, dat kon de poort naar de hel wezen. Als puber was ik geïnteresseerd in alles wat uit het Oos- ten kwam. Rond 1970 kwam ik in aanra- king met de benedictijnen in Oosterhout.

Ik ontdekte dat er in het Westen ook zo- iets als monastiek leven bestaat en vatte een diepe interesse op voor christelijke spiritualiteit. Ik was gefascineerd door de meer harmonieuze verhouding tussen denken en geloof in de katholieke tra- ditie, het besef dat die twee elkaar nodig hebben. In de zomer van 1972 maakte ik de overgang naar de katholieke Kerk.

– Was dat een schok voor uw omgeving?

Nee. Mijn vader was blij dat ik in de chris- telijke familie bleef. Zijn vader had in de oorlog, als predikant, al goede contacten met katholieke priesters. Sommige men- sen zijn wat beducht voor bekeerlingen, want die heten de meest fanatieke te zijn, maar ik stelde me vanaf het begin wezen- lijk oecumenisch op.

– Waarom koos u voor de dominicanen?

Ik besloot theologie te gaan studeren om me echt te verdiepen in de christelijke traditie. In Nijmegen kwam ik terecht in het Albertinum, het grote dominicanen- klooster. In de ene helft van het gebouw huisde de theologische faculteit, in de

andere de communauteit, die toen zowat 45 mensen telde. Er was een komen en gaan tussen mijn eerstejaarsgroep en de gemeenschap. Die sfeer sprak me aan. Ik was geïnteresseerd geraakt in de katho- lieke traditie via de benedictijnen, maar ik vond de dominicanen meer open. Ze staan meer midden in het leven, met belangstelling voor studie en verkon- diging. Tot mijn grote professie in 1980 woonde ik daar. Vervolgens begon ik met een paar mensen een kleinere, experi- mentele communauteit in de stad, man- nen en vrouwen, geprofest en niet gepro- fest. Na een ziekte nam ik even afstand en ging ik alleen wonen, wat ik nog steeds doe. Ik blijf via bestuurstaken wel erg be- trokken op onze ordesprovincie.

– Welke taken vervult u voor de dominicanen?

Ik sta in voor onze medebroeders in oplei- ding, die er wonderlijk genoeg weer zijn, op dit moment een zevental. Sommigen zaten al bij de dominicaanse lekenbewe- ging. Anderen woonden in een semina- rie, maar waren bang van het voorland dat hen wacht, namelijk als eenzaat op een pastorie te zitten. Ze zoeken meer ge- meenschap. Dat betekent wel dat ze ker- kelijk en theologisch op een andere plek staan dan de meesten van onze provincie, die allerlei veranderingen hebben doorge- maakt sinds Vaticanum II. Wij hebben een grotere afstand van de officiële Kerk, zij identificeren zich daar makkelijker mee.

Onderlinge dialoog wordt een uitdaging.

Voorts geef ik leerhuiscursussen op het grensvlak van theologie en filosofie op do- minicaanse plekken in het land.

– Bent u ook actief in de pastoraal?

Ik ben niet gewijd. Ik koos voor de domi- nicanen om verkondiger te worden, niet vanwege het priesterschap. Ik hoor wel bij het voorgangersteam van het City Pasto- raat Nijmegen. Dat is een oecumenische groep die samenkomt in de Stevenskerk en die het beste van de reformatorische en

katholieke traditie verbindt: goede predi- king en goede liturgie. Er is elke week een eucharistie- of avondmaalviering met een priester of een predikant. Die vallen niet onder de verantwoordelijkheid van de ka- tholieke overheid. Hun goedkeuring zou er ongetwijfeld niet komen. (lacht)

– Wat blijft voor u, na achthonderd jaar, de es- sentie van de dominicaanse traditie?

God, mens en wereld zijn geen concurren- ten. Het komt erop aan Gods heil te mid- den van de wereldse en menselijke woe- lingen te vinden en ter sprake te brengen.

Volgens de Franse theoloog Chenu zijn de tekenen van de tijd relevant om te ont- dekken waar God zich toont. Er zijn geen vindplaatsen van God buiten deze wereld.

Schillebeeckx voegt daar iets aan toe: loop niet weg voor frustraties, daaraan ont- steekt zich juist het verlangen naar hoe Gods heil wel zou kunnen. Dat is domi-

nicaans, bekommerd zijn om het welzijn van de mensen, midden in de wereld, in paradoxale of catastrofale situaties. Wij zijn vertolkers van hoop en verbinding.

– Wat drijft u als hoofdredacteur van TGL?

Ik zet de lijn voort die TGL eind jaren 1970 heeft ingezet. Christelijk geïnspireerde spiritualiteit is verankerd in de maat- schappij. Dat willen we tonen en thema- tiseren. Maatschappelijk engagement heeft echter ook spirituele wortels nodig.

Dat beschrijven we tweemaandelijks in beschouwende stukken, maar zeker ook in ervaringsberichten. Dat dubbele spoor vind ik boeiend en heel dominicaans.

Belangstelling voor een abonnement op TGL? Vul de bon in op bladzijde 19.

Leo OOsterveen

Dominicaan en

hoofdredacteur TGL

Als puber was Leo Oosterveen, toen nog

protestant, gefascineerd door oosterse spiritualiteit.

„Plotseling ontdekte ik dat er in het katholieke Wes- ten ook zoiets als monastiek leven en spiritualiteit bestaat.” Vandaag is hij nog altijd dominicaan in Nijmegen en hoofdredacteur van het Vlaams-Neder- landse Tijdschrift voor Geestelijk Leven, kortweg TGL.

‘Geloven en

denken hebben elkaar nodig’

Jan Colla

Leo Oosterveen (61) is gevormd in de experimentele jaren 1970, door onder meer theoloog Edward Schillebeeckx. „Hij belichaamde een open houding op de samenleving. Het was de tijd van de bevrijdings- theologie, van de feministische theologie, van christenen voor het so- cialisme. Ik weet niet of wij echt binnen de lijntjes van de officiële Kerk liepen, maar ik voel me nog altijd goed in het dominicaanse milieu.”

Leo Oosterveen in de oecumenische Stevenskerk in Nijmegen. © Tony Van Galen

Reageren op dit artikel? Dat kan op lezersbrieven@kerknet.be

„Het gaat erom Gods heil in

de wereldse en menselijke

woelingen te vinden en ter

sprake te brengen”

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

1 Department of Dermatology and Allergology, University Medical Center Utrecht, the Netherlands, 2 Department of Clinical Chemistry, Erasmus Medical Centre, Rotterdam,

1 STI outpatient clinic, Cluster Infectious Diseases, Public Health Service Amsterdam, Amsterdam, the Netherlands; 2 Department of Dermatology, Academic Medical Center,

Sorry dat ik me even laat gaan, maar dit soort woorden – waar ik natuurlijk helemaal voor ben – zijn vaak een argument om maar weer aan de studie te gaan en onderzoek te

Ook hier geldt het motto dat ooit door Maarten Luther zou zijn opgeschreven: Als de wereld morgen vergaat, plant ik vandaag nog een appelboompje.. Gelukkig vergaat de wereld morgen

Thuis was ik de oudste zoon en mijn ou- ders brachten grote offers door me te laten studeren en naar Europa te laten vertrekken.. Tegenwoordig is Zuid-Korea een

Emilio Platti: „Wat de islam betreft, blijven onze politici koppig lokaal denken.” © Mine Dalemans. Reageren op

Klagen of v eroor- delen heeft geen plaats in zijn lev visie.. In de journalistiek nam hij

Wanneer we de beleving van de dood herleiden tot wat sommigen ons willen voorhouden als ‘een goede dood’, dan zijn de voorwaarden vervuld voor een nieuw dogma, vervreemd van