BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
24ste jaargang
nr. 6 – 6 maart 2019
--- In het Bulletin van Vragen en Antwoorden worden vragen van Raadsleden en de antwoorden daarop letterlijk en volledig opgenomen. Elke
briefschrijver is verantwoordelijk voor zijn/haar tekst waarvan de inhoud niet bindend is voor het stadsbestuur.
Vraag 926: Raadslid Annick Lambrecht (6/02/2019)
Honden op strand van Zeebrugge
Vanaf half maart tot half oktober zijn honden niet welkom op het strand van Zeebrugge. Als we honden toelaten het hele jaar door zou dit misschien een extra troef zijn om meer toeristen naar Zeebrugge te lokken.
Het argument dat er hondenpoep op strand zou liggen is overal toepasbaar om honden te verbieden en is dus niet toepasbaar. We hebben hier een mentaliteitswijziging nodig en dit niet alleen voor hondenpoep, maar ook andere zaken die mensen achterlaten op het strand.
Is het mogelijk om het politiereglement te versoepelen en honden het hele jaar toe te laten op het strand van Zeebrugge?
Antwoord 926:
Honden op het strand in Zeebrugge
De huidige regeling zit vervat in de artikelen 33-34 van de gecoördineerde politieverordening met betrekking tot het strand en de duinen in Zeebrugge.
Deze regeling voorziet wel degelijk in een toelating voor honden, weliswaar beperkt tot het strandgedeelte van het eind van de zeedijk tot de gemeentegrens met Blankenberge.
Op dit strandgedeelte moeten honden aangelijnd zijn tussen 15 maart en 15 oktober en mogen ze vrij rondlopen tussen 16 oktober en 14 maart.
In deze laatste periode mogen ze wel – maar aangelijnd – op het strandgedeelte tussen het einde van de zeedijk en de St. George Day wandeling.
De reden voor deze beperkende bepalingen is dubbel:
- het niet hinderen van de strandbezoekers in het zomerseizoen;
- vermijden dat in het zomerseizoen spelende kinderen en andere strandgebruikers in aanraking komen met uitwerpselen.
Dit laatste kan niet worden vermeden indien in de zomer honden bijvoorbeeld enkel
’s avonds of vroeg in de ochtend op het strand worden toegelaten.
Nog voor de zomer zal aan het college de vraag worden voorgelegd of de huidige beperkingen kunnen worden versoepeld.