Bulletin
van vragen en antwoorden
8 - 9 april 2013
18de jaargang nr. 8 – 9 april 2013
---
In het Bulletin van Vragen en Antwoorden worden vragen van Raadsleden en de antwoorden daarop letterlijk en volledig opgenomen. Elke briefschrijver is verantwoordelijk voor zijn/haar tekst waarvan de inhoud niet bindend is voor het stadsbestuur.
Vraag 303: Raadslid Jasper Pillen (11/02/2013)
Betreffende de inbrakenplaag te Koolkerke Geachte heer Burgemeester en Schepenen,
Sinds eind november 2012 is Koolkerke in de ban van een inbrakenplaag. Waar het eind november nog leek te gaan om enkele losstaande feiten, is er tot op vandaag sprake van zeker 16 feiten (Watergang Dudzele en enkele feiten in en rond de Noorweegse Kaai inbegrepen - eigen telling). Dit betekent dat er sprake is van een inbraak om de 4 à 5 dagen. Ik vroeg hier op 24 december al aandacht voor, toen nog aan de vorige burgemeester.
Ondanks de extra patrouilles, de goede samenwerking met de politiediensten, het patrouilleren van Koolkerkse burgers, 2 preventie-avonden en het oppakken van alvast 4 personen, houdt de plaag aan.
Ik ben me bewust van de scheiding der machten en ik heb uiteraard alle vertrouwen in de politie en het parket, maar ik maak me tegelijk erg zorgen over deze ontwikkelingen en vooral dan voor wat betreft de impact die dit heeft op het Koolkerkse sociale weefsel. Het is het gespreksonderwerp bij uit- stek, ook bij nog kleine kinderen (inbraak in de school zelf) en de laatste weken krijg ik verschillende vragen van ongeruste burgers die hun woning niet meer alleen durven laten of niet meer durven alleen thuis blijven. Het wordt steeds moeilijker hierop een ernstig antwoord te vinden. Dat er ingebroken wordt tijdens de preventieavond zelf getuigt van een verregaand cynisme.
Ik wens dan ook de volgende vragen te stellen:
• Kunt U bevestigen dat er inderdaad sprake is van ernstig aantal inbraken? Ik durf aan te nemen dat er geen andere buurten zijn in Brugge waar deze cijfers gehaald worden sinds november 2012?
• Kan het aantal patrouilles nog opgevoerd worden, zeker tijdens de uren waarop de dieven meestal toeslaan?
• Kunnen de patrouilles geografische uitbreiding krijgen, zodat ook ‘Noord’-Koolkerke waar er recen- telijk heel wat feiten plaatsvonden, gedekt worden?
• Overweegt U, zoals ik eerder al voorstelde, om de oprichting van een buurtinformatienetwerk te ondersteunen? Het bestaande initiatief in Koolkerke kan zo als voorbeeld dienen als de nood hiertoe ontstaat in andere buurten/deelgemeenten.
• De modus operandi alsook de tijdstippen van inbraak lijken, volgens mijn contacten met de getrof- fen gezinnen, vaak gelijk. Is het mogelijk, zowel uit adviserend als uit geruststellend perspectief, op zeer korte termijn een brief te richten aan de burgers waarin hun enkele zaken m.b.t. deze modus operandi wordt verduidelijkt?
• Tot slot, kan de Stad met de aankomende lente nu alvast extra inspanningen plannen om op de verschillende locaties (Rommelaerestraat, voetbaldveld Gemeneweidestraat, achterkant kerk) waar er geregeld sprake is van overlast, kordaat op te treden?
Antwoord 303:
Inbrakenplaag in Koolkerke
U diende naast uw schriftelijke vraag ook een interpellatie in over de inbrakenplaag in Koolkerke.
In de gemeenteraad van 26 februari 2013 heeft de heer Burgemeester u daarop een antwoord gefor- muleerd.
Vraag 304: Raadslid Jasper Pillen (11/02/2013)
Betreffende mogelijkheid tot laden en lossen aan station Brugge kant Sint-Michiels
Het station Brugge is in volle expansie. Dit is positief. Verschillende handelszaken vonden hun weg, aan beide zijden van het station. Leveranciers van goederen van de handelspanden aan de kant Sint- Michiels ondervinden echter problemen bij het lossen van hun goederen. Het fietspad en de bushalte maken het hen quasi onmogelijk om reglementair voor een korte periode hun goederen te lossen en af te leveren.
Ik wens dan ook de volgende vragen te stellen:
- Kent U deze problematiek?
- Is er op korte termijn een mogelijkheid om de leveranciers gemakkelijker te laten lossen?
- Is er een mogelijkheid of is het voorzien dat er in de plannen voor de nieuwe kant Sint-Michiels een laad- en loszone dichtbij de ingang van het station wordt aangelegd?
Antwoord 304:
Mogelijkheid tot laden en lossen aan station Brugge kant Sint-Michiels
De problematiek, zoals het door u wordt omschreven, is de politie wel bekend. Door de specifieke lig- ging van de busbaan, en de inrichting van het fietspad palend aan de groene schuine berm van het Kamgebouw is het feitelijk verboden om te laden en te lossen van op de openbare weg. Af en toe wordt inderdaad vastgesteld dat er een bestelwagen op de busbaan of deels op het fietspad staat.
Er zijn echter twee oprijhellingen voorzien voor leveranciers van het Kamgebouw. Er ligt aan beide kanten van de ingang een oprijhelling. Deze oprijhellingen zijn afgesloten met wegneembare paaltjes.
Deze paaltjes worden op eenvoudige vraag door het securitypersoneel van de NMBS-Holding verwij- derd. Er wordt enkel gevraagd om een 10-tal minuten voor de levering contact op te nemen met het gsm nummer van de security, zodat zij tijdig de paaltjes kunnen wegnemen. Eenmalige leveranciers moeten er door de winkel van hun bestemming op gewezen worden dat ze de winkel zelf 10 minuten op voorhand verwittigen, zodat de winkelverantwoordelijke dan de security kan vragen om de paaltjes tijdelijk weg te nemen.
Volgens de verantwoordelijke van de NMBS-Holding, is de procedure bij alle concessionarissen van het station en het Kamgebouw gekend, en is het hun specifieke taak om hun leveranciers van deze proce- dure in te lichten omdat de NMBS-Holding geen kennis heeft van alle leveranciers.
Er wordt af en toe vastgesteld dat de leverancier niet tijdig de security of de winkel heeft ingelicht van zijn komst. Daardoor staat men af en toe te wachten op de busbaan tot de paaltjes verwijderd worden.
Als men voor de paaltjes staat, is het mogelijk dat sommige vrachtwagens een deel van het fietspad bezetten. Uiteraard is dit niet toegelaten. Het is echter een problematiek die door de politie zeer moei- lijk te handhaven is, en eerder door bijkomende sensibilisering moet worden verbeterd.
De Verkeersdienst van de politie heeft het initiatief genomen om via de NMBS-Holding alle concessio- narissen nogmaals op hun plichten te wijzen.
Voor wat de aanleg van het stationsplein kant Sint-Michiels betreft, wordt geen specifieke laad- en loszone voorzien op het plein zelf. Het plein wordt volledig verkeersvrij gehouden van gemotoriseerd verkeer.
De laad- en loszone is eigenlijk voorzien aan de kop van het Kamgebouw, kant Boeveriepoort, waar een ruime en specifieke zone voorhanden en met de NMBS-holding afgesproken is om te laden en te lossen.
Via de interne dienstweg die achter het Kamgebouw loopt is het stationsgebouw perfect bereikbaar In de toekomst, wanneer er geen ander verkeer zal toegelaten worden op het plein, zal er op deze zone moeten geladen en gelost worden.
Vraag 305: Raadslid Jasper Pillen (18/02/2013) Betreffende fietspaden in nijverheidszones en haven
Midden was er in de Alfred Ronsestraat een ongeval waarbij een fietsende werknemer van een haven- bedrijf betrokken was. Naast de af en toe voorkomende (ernstige) ongevallen met fietsende werkne- mers in industrie- en nijverheidszones en in de haven, getuigen fietsende gebruikers van deze wegen geregeld over een onveilig en oncomfortabel gevoel.
Ik heb hieromtrent de volgende vragen:
• Zal de Stad in haar mobiliteitsbeleid bijkomende aandacht hebben voor de problematiek van fiet- sers in de industrie- en nijverheidszones en in de haven? Zo ja, op welke manier?
• Zijn er structurele verbeteringen gepland en ingeschreven ter uitvoering?
• Heeft de Stad pijnpunten en problemen geïdentificeerd waarvoor een oplossing zal gezocht worden?
• Kan er rond de problematiek van fietsveiligheid in deze zone een campagne georganiseerd worden?
Of is er al één gepland?
• Gaat de Stad hier actief in overleg gaan met de Vlaamse Overheid?
Antwoord 305:
Fietsongeval in de Alfred Ronsestraat - fietspaden in nijverheidszones en haven
Eerst en vooral valt het te betreuren dat dit ongeval is gebeurd. De betrokkene was immers ten zeerste vertrouwd als fietser met de toestand aldaar. Uit de gegevens van het ongeval blijkt dat hij is blijven haperen in de treinrails en dat een tweede wagen hem niet meer heeft kunnen ontwijken. Waarom of waardoor hij is blijven haperen, is niet te achterhalen. De weg in kwestie is recent in beheer genomen door het Vlaams Gewest. Voordien was de MBZ beheerder.
In elk geval willen we dit spijtig voorval niet politiseren of uit zijn context rukken maar is het des te meer een aansporing en een bevestiging dat een fietsinfrastructuur voor de haven gerealiseerd moet worden. We zullen echter nooit kunnen verzekeren dat zwakke weggebruikers 100% veilig zullen kun- nen fietsen. We moeten daar wel zo goed mogelijk werk van maken binnen de mogelijkheden waarover elke wegbeheerder en verantwoordelijke beschikt.
We gaan dieper in op uw 5 vragen naar aanleiding van het ongeval in de Alfred Ronsestraat in de zee- haven van Brugge. We hebben de vrijheid genomen om de volgorde van de vragen wat te veranderen.
1. Zijn er structurele verbeteringen gepland en ingeschreven ter uitvoering?
In het kader van het EFRO-project Leefbare Haven Zeebrugge werd beslist om een globaal Masterplan Fiets voor de haven van Zeebrugge en omgeving te realiseren. De opdrachtgever Stad Brugge ging hiervoor een partnerschap aan met MBZ en de provincie West-Vlaanderen.
Hoofdaanleiding van de opdracht was dat de toegangswegen naar de haven van Zeebrugge en hun om- geving kampen met zeer onvolledige en dus een onveilige infrastructuur voor functioneel en recreatief- toeristisch fietsverkeer. Hierdoor is de haven zelf moeilijk bereikbaar voor werknemers die met de fiets naar hun werk willen komen. Via de ontwikkeling van een veilig en comfortabel fietsnetwerk in en om de haven van Zeebrugge, voornamelijk bestemd voor inwoners en werknemers van de haven, wil men een oplossing formuleren. Eenmaal in de bedrijvenzones zelf van de haven wordt niet meer voorzien in lokale fietsinfrastructuur. Daar is gemengd verkeer voorzien omdat het onmogelijk is, zowel ruimtelijk als financieel, om op elke weg in dergelijke gebieden fietspaden aan te leggen. Dit gebeurt nergens.
Op 9/7/2010 werden de resultaten van de studie Masterplan Fiets voor de haven van Zeebrugge en omgeving voorgelegd aan en goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen (zie kopie beslissing college als bijlage). Dit gebeurde ook door de Bestendige Deputatie voor wat de provincie betreft en door de raad van bestuur voor wat de MBZ betreft.
Stand van zaken Uitgevoerd:
• aanleg van fietspaden in Maritiem Logistieke Zone: aanleg van een afgescheiden dubbelrichtings- fietspad langs de Margareta van Oostenrijkstraat over een lengte van 2,3 km (MBZ)
Geplande ingrepen verbonden aan het functioneel woon-werkverkeer:
• integrale realisatie van de A11: wordt ontzettend belangrijk voor de fietsontsluiting van de ach- terhaven. In het kader van dit dossier zal immers ook de fietsinfrastructuur op het onderliggend
wegennet volledig uitgewerkt en gerealiseerd worden (AWV); start eind 2013
• Tweerichtingsfietspad tussen Lissewege en Stationsweg, aansluitend op de fietspadeninfrastructuur voorzien in het project van de A11 (AWV)
• Ontsluiting De Spie enerzijds richting Brugge aansluitend op een fietspad aangelegd door Infrabel in kader van het ongelijkgronds brengen van het spoorknooppunt Blauwe Toren anderzijds richting Stationsweg aansluitend bij fietsinfrastructuur A11 en bij fietspad naar Lissewege (WVI)
• Realisatie van een veilige poort tot de haven ter hoogte van de Palingpot (Ramskapellebrug) : er is een haalbaarheidsstudie met verschillende varianten afgerond; de bevoegde minister heeft onder- tussen haar keuze voor een tunnel en brugjes bekend gemaakt en voorziet kredieten in 2015.
• Boudewijnkanaal: omvorming van het jaagpad (tussen Herdersbrug en Lissewege naar fietspad om Ter Doesstraat te vermijden)(Provincie)
Specifiek voor het geval van het vermijden van de A. Ronsestraat stelt het Masterplan volgende maat- regelen voor:
ACTIE 13: Optimalisatie Jakob Reyvaertstraat
ACTIE 54: Doortocht Ramskapelle: optimalisatie in functie van de oversteekbaarheid (is gerealiseerd) ACTIE 22: Heraanleg poort tot haven: project “De Palingpot”; cfr. supra initiatief van de minister ACTIE 23: Interne havenontsluiting vanaf project “De Palingpot” tot onderliggend wegennet: aanleg fietspad langs de Barlenhuisstraat aansluitend aan de fietsinfrastructuur van de A11
Hierbij moet ook gesteld worden dat belangrijke werken in uitvoering zijn om doorgaand en lokaal ver- keer te scheiden. De A. Ronsestraat wordt daardoor omgevormd tot een oostelijke havenrandweg voor doorgaand verkeer dat alleen op bepaalde beveiligde plaatsen kruispunten heeft met het verkeer dat aan en af moet naar de havenbedrijven van de zuidelijke achterhaven. Dit verkeer maakt daarvoor ge- bruik van een nieuw aangelegde interne havenontsluitingsweg. Door de scheiding van beide verkeers- stromen wordt het ook voor fietsers al veiliger om deze lokale havenweg te gebruiken, zolang er nog niet kan voorzien worden in een afzonderlijk fietspad in het kader van het project “De Palingpot”.
2. Zal de Stad in haar mobiliteitsbeleid bijkomende aandacht hebben voor de problematiek van fietsers in de industrie- en nijverheidszones en in de haven? Zo ja, op welke manier?
De studie besluit dat het Masterplan , het uitgewerkte fietsroutenetwerk + het actieplan het vertrek- punt moeten vormen voor toekomstige verdere realisaties van een verkeersveilige fietsinfrastructuur in de haven van Zeebrugge en omgeving. De uitvoering van het Masterplan Fiets voor de haven zal mee opgenomen worden in de beleidsnota 2013-2018.
3. Heeft de Stad pijnpunten en problemen geïdentificeerd waarvoor een oplossing zal gezocht wor- den?
Alle pijnpunten zijn geïdentificeerd in het Masterplan Fiets en via een uitgebreid actieplan zal een oplossing voor het woon-werkverkeer gerealiseerd worden via de gebundelde inspanningen van alle partners. Daarnaast zijn allerhande projecten lopende die een volledige veilige fietsverbinding zullen realiseren, met name:
- Realisatie De Spie - A11
- Fietspad tussen A11 en Lissewege - Doorsteek Lissewege
- Fietspad tussen Lissewege en Zwankendamme - Hollands Complex N31
- Verbinding tussen het Hollands Complex N31 en de Kustlaan - Werken Infrabel
4. Kan er rond de problematiek van fietsveiligheid in deze zone een campagne georganiseerd wor- den? Of is er al één gepland?
De vele campagnes die door de gespecialiseerde organisaties en diensten gebeuren rond fietsveiligheid zijn een eerste aanzet. De beste inspanningen terzake zijn de realisatie van veilige fietspaden. Ook het dragen van een fietshelm en van zichtbare desgevallend reflecterende kledij kunnen belangrijk zijn. Dit zal door de stad gesignaleerd worden aan de MBZ en APZI zodat MBZ samen met de werkgevers op het havengebied rond de tafel kan zitten om de mogelijkheden terzake verder te concretiseren.
We stellen terzake een brief op namens de stad aan MBZ en APZI
5. Gaat de Stad hier actief in overleg met de Vlaamse overheid?
De stad neemt al vele jaren actief deel aan intern overleg met de Vlaamse overheid en MBZ en alle an- dere betrokken partners om bovenvermelde projecten gestalte te geven. Met het Masterplan Fiets werd al een eerste belangrijke aanzet gegeven. Thans zitten we in het stadium van de concrete uitvoering.
In de komende jaren zullen meerdere projecten kunnen gerealiseerd worden. De stad is daarin een zeer actieve partner; ook in het dossier van het project “De Palingpot” en de keuze die ondertussen door de minister is gemaakt speelt de stad een actieve rol.
Vraag 306: Raadslid Lieve Mus (19/02/2013)
In het college van 8 februari ll. werd beslist dat de speelpleinwerking voortaan door de jeugddienst zelf en VZW Oranje zal gebeuren. Dat verwondert mij een beetje.
Er is wel in 2011 een kwaliteitsstudie gebeurd van VDS, de Vlaamse dienst voor
Speelpleinwerking,(verslag in CBS 13.01.2012). Deze studie gaf een aantal knelpunten aan in de Brugse speelpleinwerking.
Het is een feit dat er een en ander haperde bij de organisatie van de speelpleinwerking, meer in het bijzonder bij vzw De Spetter en vzw De Wissel.
Er moest dringend iets gebeuren op vlak van kwaliteit van speelkansen en speelplezier enerzijds en animatorenploegen anderzijds: professionaliteit, knowhow,stabiliteit in de monitoren.
Vooral voor de tieners waren uitdagingen nodig.
Oranje scoorde als actor duidelijk beter in het onderzoek.
In een CBS nota van 24.02 2012 werd een voorstel ter goedkeuring voorgelegd. We lezen: “Het lijkt voor VDS vanzelfsprekend dat wanneer de stad een beleid wil voeren op vlak van speelpleinwer- king, zij zelf als partner (of zelfs als sturende kracht) moet worden aangesproken. De knowhow,de professionaliteit,de continuiteit,... zijn allemaal kwaliteiten die binnen de jeugddienst te ontwikkelen zijn en die een kwalitatieve meerwaarde bieden aan het speel(plein)beleid van de ganse stad. Structu- reel overleg georganiseerd door de jeugddienst lijkt ons noodzakelijk in Brugge. We raden aan om het initiatief hiervoor te laten komen uit de jeugddienst, zodat er een duidelijke trekker is die kan waken over de inhoud. ..”
We zijn opnieuw een jaar verder en bij het CBS dossier van 8-02-2013 toch enkele vragen:
• Welke inspanningen werden vorig jaar gedaan om die trekkersrol als jeugddienst te vervullen bij de diverse actoren?
• Waarom wordt de minimum leeftijd voor speelpleinwerking en Grabbelpas verhoogd van 3 naar 4 jaar?
Is er binnen het lokaal overleg kinderopvang, waarin ook de jeugddienst participeert, gezocht hoe de opvang van 3 tot 4 jarigen kan opgelost worden? Zijn er nieuwe initiatieven binnen de stad? 3-jarigen kunnen immers niet meer terug naar de crèche.
• Welke uitdagingen zijn er voor de tieners bovenop Swap die er nu al is? Dit was ook een van de bedenkingen van de studie.
• Schieten we nu niet tekort ten aanzien van de jonge vrijwilligers die zich willen engageren, ook al is dit maar voor een korte periode?
Mijn vragen doen niets af van de moed en het engagement voor deze beslissing. Dat de jeugddienst deze opdracht op zich neemt om de kwaliteit van de speelpleinwerking te verbeteren en het speelple- zier van kinderen en jongeren te verhogen, is een uitdaging. Ik hoop dat een aantal vrijwilligers uit de speelpleinwerking kansen krijgen bij de jeugddienst.
Antwoord 306:
Speelpleinwerking
Als antwoord op de verschillende onderdelen van uw schriftelijke vraag over de speelpleinwerking kun- nen wij u het volgende melden.
• Welke inspanningen werden vorig jaar gedaan om die trekkersrol als Jeugddienst te vervullen bij de diverse actoren?
Na de studie van VDS kwam de Jeugddienst diverse keren samen met de betrokken actoren om de speelpleinwerking te hervormen.
• Waarom wordt de minimum leeftijd voor speelpleinwerking en Grabbelpas verhoogd van 3 naar 4 jaar? Is er binnen het lokaal overleg kinderopvang, waarin ook de Jeugddienst participeert, ge- zocht hoe de opvang van 3 tot 4 jarigen kan opgelost worden? Zijn er nieuwe initiatieven binnen de stad? 3-jarigen kunnen immers niet meer terug naar de crèche.
De minimum leeftijd voor speelpleinwerking en grabbelpas wordt verhoogd van
3 naar 4 jaar omdat uit diverse studies blijkt dat 3-jarigen nog niet in groep kunnen spelen. Speel- pleinwerking is nog steeds een vorm van jeugdwerk waarbij groepsspelen een centrale rol vervullen.
Tijdens het overleg met de dienst Welzijn is gebleken dat er nog plaatsen vrij zijn in de buitenschoolse kinderopvang.
• Welke uitdagingen zijn er voor de tieners bovenop Swap die er nu al is?
Dit was ook een van de bedenkingen van de studie.
Bedoeling in de zomer 2013 is enerzijds een aantal monitoren specifiek te voorzien in het kader van tieners en anderzijds na te gaan hoeveel tieners er effectief bereikt worden zodat de werking in de toe- komst kan bijgestuurd worden.
• Schieten we nu niet tekort ten aanzien van de jonge vrijwilligers die zich willen engageren, ook al is dit maar voor een korte periode?
Integendeel, de monitoren die ingezet worden op de speelpleinen van De Wissel en De Spetter zullen vanaf de zomer 2013 ingeschakeld worden op de stedelijke speelpleinwerking.
Vraag 307: Raadslid Jasper Pillen (20/02/2013)
Betreffende aanleg balkonrotonde en toegang tot de Stationslaan
Ik verneem via de website van de Stad dat de voorbereidende werken voor de balkonrotonde werden opgestart. Bij de voorstelling van dit project werd aangekondigd dat het inrijden van de Stationslaan komende van de Koning Albert I-laan, dus richting Canadasquare, niet langer mogelijk zal zijn.
Mijn eerste vraag is: is dit in de definitieve en dus bij de binnenkort uit te voeren werken nog steeds zo? Indien het antwoord positief is, lijkt me dit een onverstandige beslissing en wel om 2 redenen:
• De Unesco-rotonde die nu al overbelast is, zal door het verkeer dat de om moet rijden via de ro- tonde om rechts af te slaan in de Stationslaan, nog drukker worden. In de spits is de verkeersdruk hier al bijzonder groot.
• Het risico op nog meer sluipverkeer door de buurt rond de Titecastraat en zo verder richting buurt Canadasquare zal door de nieuwe verkeerssituatie nog toenemen.
Ik heb hieromtrent de volgende vragen:
• Waarom werd de toegang tot de Stationslaan komende van de N31/Albert I-laan geschrapt?
• De meeting in de Grontmij-studie van maart 2011 duidt op een frequent gebruik van de bestaande mogelijkheid richting Stationslaan. Werd een recente meting gedaan van het aantal wagens die de bestaande mogelijkheid gebruiken, gedaan? Zo ja, wat is het resultaat? Zo neen, kan die dringend gedaan worden?
• Hoe word de toename van het verkeer op de Unesco-rotonde ingeschat?
• Hoe wordt de toename van het sluipverkeer in en rond de Titecastraat en zo verder richting buurt Canadasquare ingeschat?
• Worden flankerende maatregelen in deze buurt gepland?
Antwoord 307:
De aanleg van de balkonrotonde en de toegang tot de Stationslaan
We gaan direct in op de eerste vraag en op de vraag naar het waarom: het inrijden van de Station- slaan komende van de richting van de balkonrotonde in de Koning Albert I-laan zal inderdaad niet langer mogelijk zijn. De inrichting van de wegenis zal namelijk volledig anders zijn dan op vandaag. De Spoorwegstraat zal niet meer uitmonden ter hoogte van de Boeveriepoort maar aantakken aan de bal- konrotonde. Het verkeer rijdt dan via de Koning Albert I-laan stadinwaarts. Ter hoogte van de Boeve-
riepoort zijn, in functie van de doorstroming, geen verkeerslichten meer voorzien voor het doorgaand verkeer. Dit is een bewuste keuze om de situatie te vereenvoudigen en veiliger te maken. Vanuit de richting Brugge zal de Stationslaan wel bereikbaar blijven.
De geplande werkzaamheden doorliepen een uitgebreide moduleprocedure van de Vlaamse overheid met adviezen van de Gemeentelijke Begeleidingscommissie en Provinciale Audit Commissie en werden door de auditor van de Vlaamse Overheid volledig gevalideerd en conform verklaard. Er werd ook een bouwvergunning afgeleverd. Op 2 mei starten de werken.
We kaderen de volgende vragen binnen de historiek van het project.
1. Waarom werd de toegang tot de Stationslaan komende van de N31/Albert I-laan geschrapt Huidige situatie
De Stationslaan verbindt het knooppunt van de Torhoutse Steenweg en de Gistelse Steenweg met de stationsomgeving. De Stationslaan bestaat uit een 2x1 profiel.
Aan de oostzijde van de rijweg is er een verhoogd gecombineerd fiets- en voetpad.
Aan de westzijde is er een aanliggend fietspad voorzien, met daarnaast een voetpad. In het zuidelijke deel van de Stationslaan is er een parkeerstrook aan de oostzijde van de rijweg,
in het noordelijke deel is er één aan de westzijde van de weg. Het kruispunt van de N397 met de Stati- onlaan is verkeerslichtengeregeld.
In 2007 werd er door het studiebureau Grontmij een mobiliteitsstudie uitgevoerd. Uit de tellingen blijkt (zie bijlage 1) dat er in de ochtendspits 191 bewegingen en in de avondspits 178 bewegingen vanuit de Spoorwegstraat richting Stationslaan gebeuren. Dat is verkeer dat komt ofwel van de Koning Albert I-laan uit de richting van de autostrade, ofwel van de Rijselstraat ofwel van de Spoorwegstraat zelf. Het verkeer uit die richting naar de Stationslaan is in dat opzicht zeer beperkt te noemen in vergelijking met de hoofdstromen stadinwaarts en staduitwaarts. Dit is dus geen “frequent gebruik” .
Er zijn ook geen indicaties dat het verkeer nu, ten opzichte van de tellingen uit de studie van 2007, gestegen zou zijn. Het zou zelfs eerder lager kunnen liggen nu de doorstroming op de N31 grondig ver- beterd is en meer verkeer gebruik maakt van de Bevrijdingslaan. Er dienen dus geen nieuwe tellingen uitgevoerd te worden.
Nieuwe situatie en waarom
De stationsomgeving vormt bovendien een belangrijke omgeving voor het openbaar vervoer, niet enkel in functie van de trein maar ook voor de bus. Daarom is een goede doorstroming van het openbaar vervoer heel belangrijk. De toekomstige situatie werd ook ontworpen in functie van deze doelstellin- gen. Het station van Brugge vormt immers het startpunt of de eindhalte van alle stadslijnen en de ver- schillende streeklijnen. Het busstation bevindt zich aan de centrumkant van het station. Per dag zijn er 188 busritten komende van de Stationslaan. Alle bussen die via de Stationslaan naar het station rijden, kunnen de centrumkant van het station nu enkel bereiken door rond te rijden via het enkelrichtings- circuit rond de Oesterparking. Gedurende de piekuren zijn dit ruim 16 busritten per uur, in de daluren 12 bussen per uur. Vanaf de balkonrotonde wordt voorzien in één lange busbaan tot aan het busstation kant centrum. De bussen die van de Stationslaan komen zullen aan de Boeveriepoort linksaf inslaan via eigen lichtenregeling. Dit zal een belangrijke tijdswinst voor het openbaar vervoer betekenen. Ook die regeling houdt in dat er vanop de Koning Albert I-laan geen linksafslaand verkeer naar de Stationslaan meer mogelijk is.
2. Verkeer Unesco-rotonde
In het kader van een herkomst- en bestemmingsonderzoek zijn er in 2010 tellingen uitgevoerd. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat er via de aanpassingen aan de N31 minstens 216 en wellicht 261 wagens op de piekuren op de doortocht Koning Albert I-laan onder de Boeveriepoort en aan de Unes- co-rotonde weggehaald kunnen worden. Deze voertuigen rijden nu via de rotonde in de richting van ‘t Zand of naar de Bloedput (Gulden-Vlieslaan).
Ten opzichte van de tellingen voor studie in 2007 zien we dat na de werken aan het Kamgebouw in
2010 er al een daling was van het aantal voertuigen op de Koning Albert I-laan.
Door de recente aanpassingen aan de N31 is de doorstroming naar de Bevrijdingslaan veel vlotter.
Hierdoor verwachten we een verdere daling van het aantal voertuigen op de Koning Albert I-laan – Unesco-rotonde door de duidelijke tijdswinst die voertuigen nu hebben om via de Bevrijdingslaan naar de stad te rijden in plaats van via de Koning Albert I-laan (een tijdswinst van minimaal 6 à 7 minuten).
Het extra verkeer dat via de Unesco-rotonde naar de Stationslaan zal rijden zal daardoor minimaal zijn; het verkeer dat nu gebruik maakt van de Stationslaan zal zich spreiden over diverse alternatieven doordat de bestuurders een andere en aangepaste reisweg zullen gebruiken om die tijdswinst maxi- maal te “kapitaliseren”, namelijk:
• de mensen die van de N31 komen en naar de omgeving/richting Canadasquare moeten, zullen ofwel de afslag Torhoutse ofwel Gistelse Steenweg nemen;
• mensen die van Sint-Michiels komen, kunnen via de Koningin Astridlaan naar de N31 rijden en daar de afslag Torhoutse Steenweg richting Canadasquare nemen;
• het gemotoriseerd verkeer komende van richting Ten Briele dat naar de Canadasquare moet, heeft verschillende keuzen:
o indien ze het Sanderskwartier als bestemming hebben, zullen ze ofwel aan de balkonrotonde de Barrièrestraat inrijden ofwel omrijden via de Unescorotonde; dit verkeer zal gespreid verlopen;
o indien Torhout/Gistel de richting is dan kunnen ze het best via de Koning Albert I-laan naar de Koningin Astridlaan rijden en dan zo verder via de Torhoutse en/of Gistelse Steenweg;
o moeten ze in de Stationslaan zelf zijn, dan nemen ze uiteraard de Unescorotonde.
3. Sluipverkeer Titecastraat en richting buurt Canadasquare
Zoals hierboven toegelicht zal dat verkeer beperkt zijn. Het woord sluipverkeer lijkt ons niet van toe- passing, alvast niet meer dan nu. Er kan wel wat meer bestemmingsverkeer gebruik maken van de Titecastraat zoals dit nu gebruik maakt van de Stationslaan om zijn bestemming in de omgeving te be- reiken. De Titecastraat/Abdijkestraat/Barrièrestraat zijn bovendien straten met zone 30. Daar zijn een aantal snelheidsremmende maatregelen van toepassing die doorgaand verkeer ontmoedigen en eerder tijdsverlies dan tijdswinst opleveren.
4. Flankerende maatregelen 4.1 Tijdens de werken
Infocampagne
Er is voorzien in een duidelijke communicatie tijdens de aanleg van de (fiets)infrastructuur in de sta- tionsomgeving. Bij iedere belangrijke nieuwe fase wordt informatie verspreid, dit via verschillende kanalen vb. infovergaderingen voor bewoners, de website van stad Brugge, krantenartikels, affiches op bus, allerlei folders en bewonersbrieven. De Lijn doet zelf de communicatie naar de reizigers wat de bushaltes betreft.
Signalisatie op het terrein
Er wordt voor een duidelijke signalisatie gezorgd op het terrein zelf zodat alle categorieën duidelijk zullen weten waar ze moeten rijden en wandelen. De hinder tijdens de werken zal dan ook beperkt zijn door de aanleg van een omleidingsweg voor wagens. Die weg zal fungeren voor heel de duur van de werken. Zowel het gemotoriseerd verkeer als het verkeer van de zwakke weggebruikers zal veilig van elkaar gescheiden worden en op een eigen bedding kunnen rijden zonder omwegen het vermelden waard.
4.2 Na de werken
De werken en de bijhorende signalisatie zullen voor zichzelf spreken. Uiteraard zal geen specifieke signalisatie geplaatst worden die het verkeer via de Titeca- en/of Barrièrestraat zal sturen. Aan de afrit van de E40/E403 wordt op de N31 “Brugge” aangeduid rechtdoor via de Bevrijdingslaan. Er zal aanvul- lend ook in dynamische verkeermanagementsystemen worden geïnvesteerd. Aan de afrit ter hoogte van de Koning Albert I-laan wordt enkel
‘Sint-Michiels’ aangeduid, aan de Torhoutse Steenweg ‘Sint-Andries’ en ‘Torhout/Zedelgem’.
Vraag 308: Raadslid Minou Esquenet (20/02/2013)
Info-avond Buurtcheques Noord-Brugge
Op de website “’t Lissewegenartje” lees ik dat er deze avond, 20 februari 2013, in DC Levensvreugde in Lissewege een info-avond wordt georganiseerd over de Brugse buurtcheques, specifiek ten behoeve van de inwoners van het Noorden van Brugge, omdat het voor hen niet altijd mogelijk of makkelijk is naar het centrum van de stad af te zakken. Een lovenswaardig initiatief: een extra inspanning en in- vestering met de bedoeling de band van de noordelijke deelgemeenten met Brugge te vergroten!
Zelf heb ik –als inwoner van Lissewege- geen uitnodiging voor deze info-avond ontvangen. Ik deed na- vraag bij verschillende inwoners van Lissewege uit verschillende straten en niemand heeft een uitnodi- ging gezien. Ik deed ook navraag bij een aantal inwoners van Dudzele, Zeebrugge en Zwankendamme, ook daar had men geen uitnodiging gezien.
Ik denk echter dat dergelijke gedecentraliseerde info-avond maar succesvol kan zijn, als de uitnodiging ervoor ruim wordt verspreid, ttz bij alle inwoners van die deelgemeenten.
Daarom graag deze vraag aan de burgemeester: Op welke manier en bij wie werd deze info-avond aangekondigd?
Antwoord 308:
Info-avond Brugse buurtcheques Noord-Brugge
Net als u stelde de dienst Stedenbeleid inderdaad vast dat het niet steeds evident is voor inwoners van Noord-Brugge om naar het centrum af te zakken voor de algemene info-avond over de Brugse buurt- cheques, die dit jaar plaatsvond op 7 februari. Hierdoor vinden verhoudingsgewijs minder buurtfeesten plaats in Noord-Brugge, iets waar de dienst Stedenbeleid iets wilde aan verhelpen. Er werd daarom geopteerd om een info-avond te organiseren, specifiek gericht op vertegenwoordigers van het ver- enigingsleven in Lissewege, Zwankendamme en Zeebrugge. Dit zijn namelijk vaak sleutelfiguren met een ruim netwerk die dan verder binnen dit netwerk mensen kunnen aanspreken en enthousiasmeren.
De adressen van alle verantwoordelijken uit het verenigingsleven van Lissewege, Zwankendamme en Zeebrugge werden opgevraagd. Aan al deze mensen werd een uitnodiging per post opgestuurd. Op de info-avond zelf stelden onze medewerkers echter, net als u, vast dat het merendeel van de aange- schreven personen de uitnodiging nooit ontvangen had. Blijkbaar is er iets misgelopen in de verzending hiervan. De dienst Stedenbeleid zoekt nog verder uit waar de fout ligt, intern bij de postbehandeling van de stad, of bij B-post.
Op het moment van die vaststelling was het jammer genoeg te laat om nog een nieuwe info-avond te organiseren binnen een redelijke termijn voor de deadline voor het indienen van een aanvraag voor de Brugse buurtcheques (1 april). Volgend jaar zal de dienst Stedenbeleid alvast een nieuwe info-avond organiseren, waarbij duidelijk zal opgevolgd worden dat alle uitgenodigden hun uitnodiging goed ont- vangen.
Vraag 309: Raadslid Jean-Marie De Plancke (21/02/2013)
Betreft: verlichting bushokje zandstraat locatie Koude keuken.
In de Zandstraat ter hoogte van domein de koude keuken staat er sedert zeer ruime tijd een bushokje.
Links naast het bushokje liggen er elektriciteit kabels, waarschijnlijk dienden voor de verlichting van het bewuste bushokje.
Gebruikers van deze opstapplaats laten mij weten dat deze situatie nu reeds zeer lang aansleept en de verlichting nog steeds niet werkt.
Is het stadsbestuur op de hoogte van deze situatie en wie is hiervoor verantwoordelijk.
Zal de stad actie ondernemen zodat dit opgelost geraakt en voor wanneer mogen de gebruikers van deze opstapplaats een veilige, verlichte bushalte verwachten
Antwoord 309:
Verlichting bushokje Zandstraat – locatie Koude Keuken
Wij kregen van Eandis de melding dat ze de defecte wachthuisjes in de eerstkomende weken zullen kunnen heraansluiten.
Bij het opendoen van wachthuis 0165 (Koude Keuken) hebben ze vastgesteld dat er het één en ander niet meer conform is.
Eandis belooft dit op korte termijn op te lossen.
Vraag 310: Raadslid Paul Jonckheere (22/02/2013)
Betreft : Asielzoekers in Brugge en opvang door het OCMW
Met het aantreden van Mevr Deblock wordt op federaal vlak eindelijk een asiel en migratie beleid ge- voerd.
Dit op het eerste zicht vrij coherent beleid zou al een duidelijke weerslag hebben op de instroom van asiel zoekers.
Bij navraag van de Brugse cijfers tot 30.06.2012 bleek dit niet het geval in Brugge ( zie bijlage) Wijzen de cijfers van 31.12.2012 daar wel op?
Antwoord 310:
Asielzoekers in Brugge en opvang door het OCMW
Als antwoord op uw vraag van 22 februari bezorgen wij u in bijlage een overzicht van de OCMW-steun aan vluchtelingen in Brugge in 2012.
Uit een vergelijking van deze cijfers met die van de voorgaande jaren, blijkt dat er in Brugge alsnog geen duidelijk effect te zien is van het beleid van mevrouw De Block.
Vraag 311: Raadslid Jasper Pillen (28/02/2013)
Betreffende fietspad Noorweegse Kaai Geachte heer Burgemeester en Schepenen,
Op zaterdag 19 mei 2012 werd een fietsactie in de Noorweegse Kaai georganiseerd. De bedoeling was om de gewestelijke overheid aan te sporen om het laatste stuk, tussen de R30 en de Christine D’Haenstraat, zo aan te passen dat fietsers nergens meer langs deze drukke weg op de rijbaan moeten fietsen. De Noorweegse Kaai wordt erg veel gebruikt door inwoners uit Noord-Brugge en door toeristen die richting Damme fietsen.
Tijdens deze actie wezen we ook op de noodzakelijkheid om de bestaande parkeermogelijkheden voor de buurtbewoners en de handelspanden te bewaren. Technische mogelijkheden zoals het gebruiken van de brede berm werden toen geopperd.
Het kabinet van Minister Crevits liet ondertussen weten de mogelijkheden te onderzoeken om een vei- lige fietsverbinding tot stand te brengen maar acht het verdwijnen van de parkeerplaatsen nodig.
Ik wens hieromtrent de volgende vragen te stellen:
- Welk standpunt neemt de Stad Brugge in omtrent een veilige fietsverbinding langs dit stuk Noorweegse Kaai? Heeft de Stad dit doorgegeven aan de Vlaamse Overheid?
- Deelt de Stad de bekommernis om naast een veilige fietsverbinding ook de parkeermogelijkhe- den voor de bewoners en handelaars langs dit deel van de Noorweegse Kaai te behouden?
Antwoord 311:
Fietspad Noorweegse Kaai
De situatie in de Noorweegse Kaai is gekend bij onze diensten en bij de beheerder van de weg, AWV.
Zoals u stelt in uw vraag is het belangrijk om zowel parkeerplaatsen te voorzien als een veilig fietspad.
In de huidige situatie is het echter niet mogelijk om beide te voorzien. De breedte van de pweg laat dit
niet toe.
De mobiliteitscel van de Vlaamse overheid is bezig met het onderzoeken van de situatie. Een verbre- ding van de weg zou toelaten dat er zowel een fietspad als parkeerplaatsen voorhanden zijn. Dit zit echter nog in de studiefase. We wachten dus het onderzoek af van de wegbeheerder.
Ter informatie kan ten slotte gemeld worden dat het volgens de wegcode toegelaten is voor fietsers om over een lege parkeerstrook te fietsen
Vraag 312: Raadslid Mercedes Van Volcem (13/03/2013)
Is de MBZ vandaag een autonoom gemeentelijk havenbedrijf aangezien de stad 98 procent aandeel- houder is ?
Antwoord 312:
MBZ
De MBZ is geen autonoom gemeentelijk havenbedrijf. Overeenkomstig artikel 1 van de statuten is de MBZ een naamloze vennootschap.
De omvorming naar een autonoom gemeentelijk havenbedrijf is een bevoegdheid van de Gemeente- raad (artikel 19bis van het Havendecreet). De rechtsvorm van gemeentelijk autonoom havenbedrijf werd ingevoerd in het Gemeentedecreet en het Havendecreet in 2008.
Als bijlage:
• Havendecreet artikel 3bis
• Havendecreet afdeling Ibis: autonome gemeentelijke havenbedrijven
• Gemeentedecreet artikel 226
• Gemeentedecreet artikel 247bis
• statuten MBZ artikels 1 en 3
• voorstel statutenwijziging artikels 1 en 3
stad brugge dienst pers en publicaties burg 12 ,b-8000 brugge t 050 44 81 00 | f 44 82 98
persdienst@brugge.be
v.u. j. coens, stadssecretaris, brug 12, b-8000 brugge
