© Aduis combechdenlfrat
Nr. 103.222
vogelvoederhuisje
Zachtvoer Voedergranen
Een vogelvoederhuisje moet er als volgt uitzien:
Verbind de zinsdelen!
Vogels voeren
Niet alle vogels mogen hetzelfde voedsel. Vogels met een gevoelige snavel zijn zachte voedseleters.
Vogel met een korte, sterke snavel zijn zaadeters. Wijs de begrippen juist toe:
meesringen – meesklokjes - geraspte maïskorrels - rozijnen - zonnebloempitten - havervlokken - maanzaad
Aan de ene kant moet het huisje worden beschermd tegen de wind,
dan voelen de vogels zich als onder een boom.
Het vogelvoederhuisje moet in de buurt van een boom staan,
dan is het voedsel beschermd tegen regen en sneeuw.
Het huisje kan het beste een dak van boom- schors hebben,
anders kan de wind, het voedsel weg- blazen.
Het dak moet over de voederplaats uitste- ken,
zodat de vogelpoep het voedsel niet vervuild.
De vogels moeten op stokjes zitten en niet in het voedsel,
omdat de vogels zich dan veilig voelen en bij gevaar in de boomkralen kunnen vluchten.