• No results found

Commentaar CBOO-bestuur d.d. 17 februari 2015 op visiestuk VOS/ABB d.d. 27 januari 2015

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Commentaar CBOO-bestuur d.d. 17 februari 2015 op visiestuk VOS/ABB d.d. 27 januari 2015"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Commentaar CBOO-bestuur d.d. 17 februari 2015 op visiestuk VOS/ABB d.d. 27 januari 2015

De grondgedachte van het stuk, de wil tot samenwerking met andere organisaties die zich bezig houden met openbaar onderwijs, is interessant, maar dat vereist alvorens daaraan te beginnen een nadere analyse van het stuk zelf. Het CBOO-bestuur heeft niet de pretentie nu al een diepgaande analyse van het stuk te presenteren, maar vraagt vooruitlopend over de discussie over inhoud en verdere strategie m.b.t. dit stuk alvast wel aandacht voor een paar punten uit het visiestuk:

• Er staat een aantal feitelijke onjuistheden in het stuk.

• Ook is er een aantal omissies in het stuk, dat de pretentie heeft tegen een brede achtergrond een visie op de toekomst te geven. Ook daarover is e.e.a. te zeggen.

• Meer specifiek wordt de rol van de gemeenten neergezet op een manier die geen recht doet aan de werkelijkheid.

• Curieus is de opmerking ”dat tijdens de bestuurlijke verzelfstandiging maar al te duidelijk is gebleken wat daarvan de gevolgen waren”. Dat is voor meerdere uitleg vatbaar en verdient de aandacht voor verdere bespreking.

Vervolgens heeft het bestuur aan de hand van een aantal vragen omtrent het VOS/ABB visiestuk voornoemd een aantal antwoorden geformuleerd.

Deelt het CBOO-bestuur de beschrijving van en de daaruit voortvloeiende VOS/ABB- visie op de rol van gemeenten en wat wil het daar (eventueel) tegenover zetten?

Het CBOO-bestuur deelt deze mening niet. Het bestuur gaat akkoord met alle bestaande bestuursvormen in het openbaar onderwijs, maar vindt dat de democratische verantwoording aan de gemeenten vooraf en de controle op de uitvoering van met belastinggeld gevoerd onderwijsbeleid achteraf moet worden versterkt i.p.v. verzwakt.

Deelt het bestuur de visie van de VOS/ABB dat het concept School van de VOO, aangevuld met het gedachtegoed van de Christen Unie, in de aangeboden vorm een goede richting is naar een nieuw onderwijsbestel? Zo nee, wat stelt het bestuur daar tegenover?

Het CBOO-bestuur constateert dat de mix van VOS/ABB-visie en Christen Unie-gedachten in feite leiden tot bestuurlijk gezien formeel algemeen bijzonder onderwijs en

onderwijsinhoudelijk tot actieve pluriformiteit. Deze actieve pluriformiteit kan ook op iedere algemeen bijzondere school worden geformuleerd. Consequentie van e.e.a. is dat het openbaar onderwijs als “van overheidswege” gegeven onderwijs zou verdwijnen. Het CBOO verzet zich tegen een dergelijke ontwikkeling, omdat daarmee het toezicht op een principiële borging van openbaar onderwijs en de verworvenheden van de samenleving uit handen gegeven wordt.

Hoe kijkt het bestuur aan tegen de beschrijving van de rol van de gemeenten m.b.t. het openbaar onderwijs en het voorstel deze te minimaliseren?

De leden van het CBOO-bestuur, die allen ervaring hebben met contacten tussen openbaar onderwijs en gemeenten, herkennen zich niet in de generaliserende overwegend negatieve beschrijving van de rol van gemeenten m.b.t. het openbaar onderwijs. In CBOO-visiestukken wordt uitvoerig beargumenteerd aangegeven, waarom de rol van gemeenten m.b.t. openbaar onderwijs juist moet worden versterkt

(2)

Deelt het bestuur, voortbordurend op de VOS/ABB-visie onder punt 4, de mening dat in de taakstelling geen interne tegenstellingen passen op strategisch niveau met als motivering: “Het doel is immers afscheid te nemen van de loopgraven, het duale stelsel en daarin passen geen vermeende tegenstellingen tussen ouders, besturen of

leerkrachten”?

De Wetgever (TK) heeft sinds 1994 (Schevenings Beraad Bestuurlijke Vernieuwing) een aansturingssysteem in het leven geroepen waar duidelijk een onderscheid gemaakt wordt tussen bestuur en medezeggenschap. Dit wordt vorm gegeven in Raden van

Toezicht/Bestuurders enerzijds en medezeggenschapsorganen (WMS 2007) anderzijds.

De veronderstelling dat besluitvorming in het openbaar onderwijs permanent “eenheid” moet uitstralen, lijkt het CBOO-bestuur niet realistisch. De gewenste situatie in het openbaar onderwijs die door de VOS/ABB wordt beschreven, gaat uit van de corporatieve gedachte. Die deelt het CBOO-bestuur niet.

Deelt het bestuur de visie van de VOS/ABB op hetgeen staat onder het laatste kopje “de toekomst: nieuwe onderwijsvrijheid” en zo niet, op grond van welke redenering en met welke argumentatie wil het CBOO-bestuur daarvan afwijken?

Het CBOO deelt genoemde visie niet. In feite gaat het hier om de onderwijsvrijheid van schoolbesturen. Ouders mogen kiezen uit door de VOS/ABB aangedragen onderwijsformules.

Over de rol van het personeel wordt niet gerept. De overheid verdwijnt ook bij dit VOS/ABB- voorstel uit beeld, hetgeen het CBOO onwenselijk vindt. Een rol aan de provincies toekennen gaat in tegen de trend dat de bestuurlijke rol van de provincies verminderd wordt t.b.v.

versterking van die van gemeenten. Bovendien is de (bestuurlijke) afstand van provincies te groot om lokale situaties te kunnen inschatten.

Deelt het bestuur de VOS/ABB-visie dat: “Binnen het openbaar onderwijs afscheid moet worden genomen van 2 onderscheiden rechtspersonen en een netwerkorganisatie”?

(die overigens ook rechtspersoonlijkheid heeft)

Het CBOO-bestuur nodigt de VOS/ABB van harte uit lidorganisatie te worden van het CBOO.

Daarvoor is slechts een kleine statutaire bijstelling en een organisatorische aanpassing in het bestuur noodzakelijk. De VOS/ABB kan zich dan binnen dit netwerk profileren als organisatie van bestuur en management m.b.t. zuiver openbaar onderwijszaken en wordt daardoor niet gehinderd door de dubbele doelstelling (ABB – Algemene Besturenbond). Uiteraard is ook de VOO als ouderorganisatie voor het openbaar onderwijs van harte welkom. Daarmee zou een organisatie ontstaan voor uitsluitend het openbaar onderwijs, waarbinnen alle geledingen op basis van gelijkwaardigheid zijn vertegenwoordigd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als Rooie Vrouwen zien wij het als onze primaire taak niet alleen te pleiten voor een kleurrijkere politiek en hier met elkaar over te praten, maar ook om actief op

kandidaat iets verzwijgen, dan is dat achteraf eenduidig vast te stellen. In die zin gaat van de procedure een preventieve werking uit. Nieuw is dat de burgemeester en

kraamverzor ger, medewerker thuiszorg waardoor zij in verband met de uitoefening van hun beroep of bedrijf meer dan tien keer per twee maanden aangewezen zijn op het gebruik van

In deze Berap 2015 - 2 worden alleen de beleidsmatige en financiële afwijkingen in de uitvoering van de begroting per 1 september 2015 gemeld.. Voor alle beleidsvoornemens uit

3 Deze veronderstelling is noodzakelijk omdat er geen betrouwbare Vlaamse dienstenstatistieken voor 2011 voorhanden zijn... 10 3) Vlaanderen heeft eveneens een zeer hoog aandeel in

Alle Wmo-adviesraden van de Peelgemeenten zijn betrokken bij de totstandkoming van deze Nadere regels, hebben input kunnen leveren tijdens de uitwerking en hebben een reactie

Het bestemmingsplan "Landelijk gebied Woerden, Kamerik, Zegveld" overeenkomstig artikel 32.7 onder a, in samenhang met artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke

We sluiten af met het noemen van de as- pecten van pastorale supervisie die denomina- tieoverstijgend ingezet kunnen worden voor de reflectie op en het toetsen van doorleefde