• No results found

Vraag nr. 48 van 21 januari 2000 van de heer CARL DECALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 48 van 21 januari 2000 van de heer CARL DECALUWE"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 48 van 21 januari 2000

van de heer CARL DECALUWE

Interreg II We s t-V l a a n d e r e n / N o rd-Pa s-d e-Calais – Projecten

Met de Interreg-projecten worden grensoverschrij-dende projecten gestimuleerd. Het Interreg II-p r o-gramma liep van 1994 tot 1999. De Europese mid-delen voor het Interreg II-programma voor de grensregio We s t-V l a a n d e r e n / N o r d-P a s-d e-C a l a i s werden door de Europese Commissie in november 1996 goedgekeurd.

1. Op welke beleidsdomeinen heeft het Interreg II-project betrekking gehad ?

2. Welke budgetten werden voor deze onderschei-den beleidsdomeinen ter beschikking gesteld ? 3. Hoeveel projecten werden voor elk

beleidsdo-mein ingediend en goedgekeurd ?

Wie waren de initiatiefnemers en welke projec-ten werden al dan niet in aanmerking geno-men ?

4. Welke eigen bedragen stelden de initiatiefne-mers ter beschikking voor de uitvoering van hun project ?

Antwoord

1. Beleidsdomeinen

De projecten die werden goedgekeurd in het kader van het Interreg II-programma hebben betrekking op de volgende beleidsdomeinen :

– ruimtelijke ordening en versterking van de fy-sieke structuur (inclusief transport en telecom-municatie) ;

– economie en wetenschappelijk en technologisch onderzoek (inclusief landbouw) ;

– leefmilieu en plattelandsontwikkeling ; – toerisme ;

– ontwikkeling van het menselijk potentieel (in-clusief beroepsopleiding en onderwijs) ;

– maatschappelijke integratie (inclusief cultuur en dagelijks leven).

2. Budgetten

Oorspronkelijke financieringstabel

Oorspronkelijk was de verdeling van de EU-subsi-dies (Europese Unie) aan beide zijden van de grens als volgt :

– West-Vlaanderen : 2,99 mecu (120,6 miljoen fr.), – Noord-Frankrijk : 15 mecu (605 miljoen fr.). (mecu : miljoen ecu – red.)

Aan de Vlaamse kant konden de initiatiefnemers in de grensregio rekenen op een Europese subsidie van maximum 40 % van de totale kosten van het project, aan Franse kant op maximum 50 %. De 2,99 mecu aan Vlaamse kant werd verdeeld over de verschillende beleidsdomeinen :

– ruimtelijke ordening en versterking van de fy-sieke structuur : 209.300 ecu ;

– economie en wetenschappelijk en technologisch onderzoek (inclusief landbouw) : 598.000 ecu ; – leefmilieu en plattelandsontwikkeling : 2 9 9 . 0 0 0

ecu ;

– toerisme : 1.046.500 ecu ;

– ontwikkeling van het menselijk potentieel (in-clusief beroepsopleiding en onderwijs) : 2 9 9 . 0 0 0 ecu ;

– maatschappelijke integratie (inclusief cultuur) : 358.800 ecu :

– opvolgingscel : 179.400 ecu.

Definitieve financieringstabel na afloop van het In -terreg II-programma

Omdat het EU-budget aan Vlaamse kant al snel uitgeput was, keurde de grensoverschrijdende stuurgroepvergadering in 1999 tweemaal een trans-fer goed van de Franse EU-enveloppe naar de Vlaamse EU-enveloppe, voor een totaal van bijna 92 miljoen frank.

Dit wil zeggen dat de definitieve financieringstabel er anders uitziet dan de oorspronkelijke financie-ringstabel, namelijk :

(2)

– Noord-Frankrijk : 12,6 mecu (508 miljoen fr.). Per as werden uiteindelijk de volgende budgetten goedgekeurd :

– ruimtelijke ordening en versterking van de fy-sieke structuur (inclusief transport en telecom-municatie ) : 405.675 ecu ;

– economie en wetenschappelijk en technologisch onderzoek (inclusief landbouw) : 825.507 ecu ; – leefmilieu en plattelandsontwikkeling : 8 2 7 . 0 1 7

ecu ;

– toerisme : 2.291.638 ecu ;

– ontwikkeling van het menselijk potentieel (in-clusief beroepsopleiding en onderwijs) : 2 8 7 . 7 3 2 ecu ;

– maatschappelijke integratie (inclusief cultuur) : 552.548 ecu ;

– opvolgingscel : 329.700 ecu.

Bovenstaande bedragen zijn de nieuwe EU-bedra-gen aan Vlaamse kant. Ze werden berekend reke-ning houdende met : de effectief goedgekeurde projecten per as, de twee transfers van de Fr a n s e naar de Vlaamse EU-enveloppe (van 835.927 euro en 1.571.144 euro) en de deflator aan V l a a m s e k a n t , namelijk 122.752 euro. Deze laatste financie-ringstabel werd voorgelegd aan de Europese com-m i s s i e, com-maar com-moet nog officieel worden goedge-keurd.

3. Projecten

Er werden in totaal 85 projecten goedgekeurd, waarvan de verdeling is als volgt :

– 11 projecten onder de as ruimtelijke ordening en fysieke structuur. De belangrijkste initiatief-nemers zijn de intercommunales, de provincie We s t - V l a a n d e r e n , De Lijn en de We s t - V l a a m s e Ziekenhuizen VZW ;

– 19 projecten onder de as economie en research and development, waarvan de belangrijkste ini-tiafiefnemers zijn : de GOM We s t - V l a a n d e r e n , het Vormingsinstituut voor KMO, een OCMW, enkele semi-provinciale proefcentra, de Kamers voor Handel en Nijverheid, het NCMV We s t -Vlaanderen en de Vlaamse Gemeenschap ;

– 12 projecten onder de as milieu, waarvan de ge-m e e n t e n , de Vlaage-mse Gege-meenschap, de provin-cie West-Vlaanderen en het Instituut Ryckevel-de Ryckevel-de belangrijkste projectleiRyckevel-ders zijn ;

– 24 toeristische projecten met de gemeenten, d e provincie We s t - V l a a n d e r e n , WVT VZW en en-kele andere V Z W ’s als projectverantwoordelij-ke ;

– 6 projecten rond ontwikkeling van het mense-lijk potentieel, waarvan één ESF-project met het NCMV als projectleider, en zes onderwijsprojecten getrokken door de V VO B, de We s t -Vlaamse Hogescholen en de Ku l a k , een net-werk van technische scholen en de VZW Cul-tuur en Educatie ;

– tenslotte werden er 13 initiatieven goedgekeurd onder het thema maatschappelijke integratie, waarvan vooral culturele V Z W ’s als projectlei-der optreden. Onprojectlei-der het luik "dagelijks leven" zijn ook de Intercommunale Leiedal en Te s t-aankoop actief.

De projecten die niet in aanmerking werden geno-m e n , zijn projecten waarbij er geen grensover-schrijdende meerwaarde is, waarvan de cofinancie-ring niet in orde is, projecten die concurrentiever-valsend zijn of projecten die reeds Europese steun genieten in het kader van Interreg of een ander Europees programma.

Het is heel moeilijk een exhaustieve lijst te geven van de projecten die werden afgekeurd. B e p a a l d e projecten sprongen reeds af voor ze aan de stuur-groep werden voorgelegd. Andere projecten wer-den door de stuurgroep afgekeurd.

Enkele voorbeelden van projecten die door de stuurgroep werden afgekeurd :

– De proeverij van de Leievallei

Het project kreeg een negatief advies omdat het ging om het organiseren van een beurs met streekproducten rond de Leievallei gedurende één weekend. Het project werd niet als priori-tair beschouwd omdat het geen structurele sa-menwerking beoogde.

– Transform

(3)

Verder werd er aanvankelijk een heel verschil-lend dossier ingediend aan beide zijden van de g r e n s, wat niet echt wijst op een goede grens-overschrijdende samenwerking. Daardoor werd het project niet als prioritair beschouwd.

– Leie zonder grenzen en Ontwikkeling

Twee inhoudelijk goede projecten, die echter niet konden worden goedgekeurd omdat de co-financiering aan Franse kant niet in orde was. – Passagiersvaart

Dit project werd niet goedgekeurd omdat de Franse cofinanciering niet in orde was en we-gens enkele inhoudelijke bezwaren aan beide zijden van de grens.

Zo lagen de personeelskosten van het project h o o g, werd er heel wat geld uitgetrokken voor de passagiersvaart Kortrijk-Rijsel (waar volgens de adviesgevers geen markt voor is) en werden de subsidies gevraagd voor activiteiten buiten de grenszone. Aangezien de initiatiefnemer een privé-instantie is, werd steun aan dit project ook veeleer als concurrentievervalsend beschouwd. 4. Eigen inbreng

De initiatiefnemers uit de prioritaire grenszone ( a r r. Ko r t r i j k , I e p e r, Veurne) konden rekenen op een Europese subsidie van maximum 40 %. Vo o r de aangrenzende arrondissementen Roeselare, Ti e l t , Oostende en Diksmuide is er in een subsidie voorzien van maximum 20 %. De provincie We s t -Vlaanderen cofinanciert een groot aantal Interreg-projecten voor een maximum van 20 %. De pro-jectleiders moeten dus zelf nog minimum 40 % van de kosten bijleggen, ofwel op zoek gaan naar cofi-nanciering.

In het kader van het Interreg IIprogramma We s t -Vlaanderen/ Nord-Pas-de-Calais werden er 85 pro-jecten goedgekeurd voor een totale som van 715 miljoen frank aan Vlaamse kant, waarvan er 222 miljoen frank komt van Europa (d.i. 31 %).

De provincie West-Vlaanderen stelde 181,4 miljoen ( d . i . 25 % van de totale som) ter beschikking als cofinanciering voor Interregprojecten. Het gaat om ruim 85 miljoen frank subsidies vanuit de Dienst Externe Relaties voor projecten waarvan de pro-vincie geen projectleider is, en meer dan 95 miljoen frank die de provincie stopt in de cofinanciering van haar eigen projecten.

Het Vlaams Gewest cofinancierde de Interregpro-jecten voor een bedrag van 122,6 miljoen frank ( d . i . 17 %). Het betreft hier cofinanciering van haar eigen projecten en van projecten waarvan het Vlaams Gewest geen projectleider is, maar waarbij het wel betrokken partij is.

De gemeenten en intercommunales pasten 76 mil-joen frank (d.i. 11 %) bij voor projecten waarvan ze projectleider of -partner zijn.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Reclame op Lijnbussen – Criteria en opbrengsten In bepaalde periodes voeren de Vlaamse steden op de bussen van De Lijn intensief reclame voor hun stad als koopcentrum.. Deze

Het decreet van 12 mei 1998 tot wijziging van het decreet van 23 december 1986 houdende de inte- gratie van kunstwerken in openbare gebouwen, wordt binnen de Vlaamse

Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Stedelijk Be- leid, Huisvesting en Brusselse Aangelegenheden

cie van de kerken die als monument werden ge- restaureerd met subsidies van de Vlaamse Ge- meenschap in 1997, 1998 en 1999 ? Hoeveel be- droeg de subsidie in deze respectieve

Wanneer men in beschouwing neemt dat een ideale bezettingsgraad 60 % is, kan men uit bovenstaande tabellen concluderen dat over het algemeen de evaluatie

worden voortgezet door de uitrusting met elek- tronische detectieapparatuur en -kabels van een volgende reeks van 200 à 250 kruispunten, v e r- deeld over de lijnen van het

voor de derde rijstrook zijn begrepen in de glo- bale onteigeningen voor de autosnelweg die meer dan dertig jaar geleden werden doorge- voerd.. Het is ondoenbaar en

De kolom "behandeld" betreft het aantal dossiers waarvoor reeds een ontwerpbesluit is opgemaakt door de ad- ministratie ; de kolom "beslist" betreft dossiers