• No results found

De voorlopige en definitieve tarieven kunnen verschillen waarbij de risico’s van over- en onderwaardering in de financiële boekhouding voor rekening van de alternatieve operator is

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De voorlopige en definitieve tarieven kunnen verschillen waarbij de risico’s van over- en onderwaardering in de financiële boekhouding voor rekening van de alternatieve operator is"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OPTA Consultatie “Prijssqueeze”

15 november, 2000 1

OPTA Consultatie “Prijssqueeze”

15 november, 2000 Energis NV Algemeen:

1. Alternatieve operators hebben voor het opereren en investeren in de Nederlandse markt enige mate van zekerheid en duidelijkheid nodig omtrent de KPN interconnectietarieven, de KPN retail tarieven, de marges tussen de KPN interconnectietarieven en de KPN retail tarieven, als ook de mogelijkheden en de

voorwaarden voor interconnectie en bijzondere toegang.

Deze zekerheden en duidelijkheden liggen verankerd in de Europese en Nederlandse wet- en regelgeving in de ONP principes van non-discriminatie, kostenoriëntatie en transparantie. Echter, op dit moment worden deze zekerheden en duidelijkheden onvoldoende geboden.

De KPN interconnectietarieven worden in de EDC-systematiek jaarlijks beoordeeld op kostenoriëntatie en achteraf definitief vastgesteld. De voorlopige en definitieve tarieven kunnen verschillen waarbij de risico’s van over- en onderwaardering in de financiële boekhouding voor rekening van de alternatieve operator is.

Tevens kunnen de tarieven van jaar tot jaar zodanig veranderen dat waar interconnectie op het ene niveau in een bepaald jaar wel economisch aantrekkelijk is, dit in het erop volgende jaar onaantrekkelijk is (of juist andersom) --mede door ontwikkelingen in de retail tarieven, zonder dat hier voldoende op kan worden ingespeeld. Dit proces is tevens intransparant doordat de tarieven worden vastgesteld op basis van informatie van KPN die alleen bij OPTA en KPN bekend is. Hier pleit Energis voor de ontwikkeling van een LRIC-systematiek, waarbij de kostengeoriënteerde tarieven van KPN jaarlijks vooraf worden vastgesteld in een transparant proces, waarbij er eventueel ook gedacht moet worden aan een price cap voor

interconnectietarieven, zodat operators een langere termijn planning kunnen ontwikkelen met betrekking tot de mate van netwerk investeringen.

De KPN Retail tarieven kunnen in principe dagelijks veranderen. Deze aanpassingen vinden plaats door middel van de BOHT procedure van drie weken. Ook hier is sprake van een intransparant proces: andere operators zijn in principe niet betrokken bij de vaststelling van deze tarieven en hebben tevens geen duidelijk vastgelegde rechtsingang om tegen deze besluiten in beroep te gaan.

De marge tussen de KPN interconnectie tarieven en de KPN retail tarieven bepaalt in grote mate de aantrekkelijkheid van de Nederlandse markt voor alternatieve operators. Negatieve en/of onvoldoende marges brengen de ontwikkeling van concurrentie in de Nederlandse telecommunicatiemarkt in het geding.

Onzekerheid en onduidelijkheid over de marges, mede doordat deze door het jaar heen kunnen verschillen en in een intransparant proces worden vastgesteld, spelen hierin ook mee. Energis meent dan ook dat een implementatie op korte termijn van de geconsulteerde prijssqueeze toets op zijn plaats is en dat KPN tevens verplicht zou moeten worden tot het voeren van een gescheiden boekhouding. Door het voeren van een gescheiden boekhouding door KPN zou op vrij eenvoudige wijze vastgesteld kunnen worden dat de principes van non-discriminatie, kostenoriëntatie en transparantie inderdaad gehandhaafd worden.

De mogelijkheden en de voorwaarden voor interconnectie en bijzondere toegang zijn eveneens bepalend voor de aantrekkelijkheid van de Nederlandse telecommunicatiemarkt. Daar waar onzekerheid en

onduidelijkheid heerst over deze voorwaarden (wel/geen lokale interconnectie, wel/geen vaste verbindingen, wel/geen gedeelde carrier systemen, wel/geen colocatie, etc.) is het onmogelijk om op eenzelfde voet met KPN te concurreren.

(2)

OPTA Consultatie “Prijssqueeze”

15 november, 2000 2

2. Energis meent dat de implementatie van de prijssqueeze toets en tevens het verplichten van KPN tot het voeren van een gescheiden boekhouding op korte termijn benodigd is. De telecommunicatiemarkt is een markt met enorme economies of scale waarin het duidelijk is dat “hoge” prijzen zoals gevraagd door bestaande operators, nieuwe operators zullen aantrekken en dat “lage” prijzen zoals gevraagd door de bestaande operators entry barriers zullen zijn. Het gebruik van de relatie tussen prijzen als incentive en als entry barriers door reeds opererende partijen staat bekend als “Limit Pricing.” Hierover schrijft de econoom Koutsoyiannis “According to the ‘Limit Pricing Theory’ existing firms do not set highest possible prices but

‘limit prices’, that is, the highest prices which the firm believe they can charge without inducing entry” (A.

Koutsoyiannis 1987). Dit gedrag door de incumbent zou kunnen worden tegengegaan door de incumbent onder dezelfde voorwaarden en voor dezelfde kostengeoriënteerde tarieven interconnectie en bijzondere toegangsdiensten diensten in te laten kopen.

Energis meent dan ook dat de prijssqueeze toets ex-ante ingezet zou moeten worden in een transparant proces waarbij alle diensten, voor zowel particulieren als bedrijven (Biba, Buba, internationaal, fixed-mobile, 800/900, vaste verbindingen, directory services, 06760, DSL en ook nieuwe diensten) inclusief kortingen en voor alle segmenten van de diensten gecheckt worden.

3. Deze prijssqueeze test zou juridische ingebed moeten worden in het BOHT op basis van het kostenoriëntatie principe voor interconnectie. Het is hierbij van belang dat de NMa óf voorafgaand aan een besluit op basis van de prijssqueeze test van het BOHT hieraan goedkeuring verleent óf dat de NMa richtlijnen voor het uitvoeren van de prijssqueeze test publiceert die door de NMa worden ingezet bij een besluit op basis van de prijssqueeze test van het BOHT. Partijen dienen hierbij een rechtsingang te krijgen waardoor zij gekend worden in de procedure en eventueel tegen het besluit bezwaar kunnen maken. Zie verder het document

“Legal Analysis of the Price Squeeze Consultation Document of OPTA.”

4. Deze prijssqueeze test zou vooralsnog uit kunnen gaan van het KPN netwerk, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Immers, problemen omtrent de vaststelling van een objectieve mate van uitrol maken het nog niet noodzakelijk dat uit moet worden gegaan van de maximale uitrol van KPN. Zolang KPN nog geen locale interconnectie ter beschikking heeft gesteld zou hiermee rekening gehouden moeten worden door bijv. voor de KPN retail tarieven er vanuit te gaan dat ook KPN op regionaal niveau bij zichzelf inkoopt.

De prijssqueeze test checkt het KPN retail tarief dan tegen de werkelijke KPN interconnectiekosten plus een mark-up. De daadwerkelijke kosten die KPN verder maakt voor het off-net verkeer naar derden en voor poortkosten dient ook te worden meegenomen in de vaststelling van het retail tarief. De KPN retail tarieven dienen immers kostengeoriënteerde te zijn. De mark-up van ~40% (vgl.Britisch Telecom) zou rekening moeten houden met de extra kosten die nieuwkomende operators moeten maken om klanten te werven (switching costs).

5. De prijssqueeze toets zou ook nieuwe vormen van prijsqueeze uit moeten kunnen sluiten. Zo is het bijv.

denkbaar dat het in de nabije toekomst mogelijk is om op verschillende manieren met internetverkeer om te gaan. Indien KPN dit internetverkeer zelf als 06760 ”dataverkeer” behandelt en vervolgens een “speciale”

KPN retail prijs geeft, zouden andere operators hiermee moeten kunnen concurreren op eerlijke wijze.

Hiervoor is het van belang dat KPN een gescheiden boekhouding voert zodat daar waar de ene organisatie van KPN inkoopt bij de andere organisatie van KPN er duidelijke transfer prijzen zichtbaar zijn waarbij kan worden vastgesteld dat er niet onder de kostprijs wordt verkocht en mededinging op een eerlijke manier plaatsvindt.

Energis heeft hier verder het nodige over opgemerkt in haar bezwaar van 11 februari, 2000 inzake de nummerplanwijziging 06760 als toegevoegd. Hierin wordt onder andere aangegeven waarom Energis meent

(3)

OPTA Consultatie “Prijssqueeze”

15 november, 2000 3

dat het Ministerie in haar brief van 22 oktober, 1999 met betrekking

tot de internetprefix en het regelgevend kader ten onrechte stelt dat wanneer het internetverkeer het vast openbare telefoonnet heeft verlaten de ONP-regels niet meer gelden en ten onrechte stelt dat er een onderscheid is tussen KPN-ONP en KPN-niet ONP.

Hetgeen OPTA stelt in het consultatiedocument, dat 06760 een oplossing biedt voor prijssqueezes hoeft dus geenszins zo te zijn. Het is juist zo dat op dat gebied juist zeer precies toezicht plaats zou moeten vinden om oneerlijke concurrentie van KPN te voorkomen.

Vragen OPTA als per paragraaf van het consultatiedocument “Prijssqueeze”:

48. Graag verneemt het college de opvatting van partijen over zijn visie inzake de aspecten die een rol dienen te spelen in de beoordeling op prijssqueeze.

Zie punt 3 hierboven en het document “Legal Analysis of the Price Squeeze Consultation Document of OPTA.”

58. Het college verzoekt belanghebbenden aan te geven of zij kunnen instemmen met het niveau waarop het college tariefvoorstellen van KPN op kostenoriëntatie wenst te toetsen.

Zie punt 2 hierboven en het document “OPTA’s Price Squeeze Test for KPN.”

61. Het college vraagt marktpartijen te reageren op de voorgestelde korting op de eindgebruikerstarieven en de hoogte daarvan.

Zie het document “OPTA’s Price Squeeze Test for KPN.”

68. Het college verzoekt belanghebbenden te reageren op het standpunt dat ter bepaling van de inkoopkosten van derden uitgegaan dient te worden van het netwerkbeslag dat voor KPN geldt.

Zie punt 4 hierboven en het document “OPTA’s Price Squeeze Test for KPN.”

74. Het college verzoekt marktpartijen hun zienswijze over de voorgestelde opslag kenbaar te maken. Een afwijkende zienswijze dient vergezeld te gaan van een kwantitatieve onderbouwing aangaande het opslagpercentage dat gehanteerd zou moeten worden bij de prijssqueeze-toets.

Zie punt 4 hierboven en het document “OPTA’s Price Squeeze Test for KPN.”

77. Het college verzoekt belanghebbende partijen te reageren op bovenstaande zienswijze.

Zie het document “OPTA’s Price Squeeze Test for KPN.”

88. Het college zou graag van belanghebbenden vernemen of zij zich kunnen vinden in de bovenstaande analyse inzake de mate waarin concurrerende aanbieders nadeel ondervinden van de prijssqueeze op biba-verkeer. Ook zou het college graag vernemen in hoeverre internetuitkoppeling via 06760- nummers verlichting brengt in de prijssqueeze- problematiek. Tenslotte is het college benieuwd naar de zienswijze van belanghebbenden naar de hierboven

beschreven en mogelijk ook andere oplossingen voor de gesignaleerde prijssqueeze op biba-verkeer.

Zie punt 5 hierboven en het Energis bezwaar inzake nummerplanwijziging 06760 en het document “Legal Analysis of the Price Squeeze Consultation Document of OPTA” en het document “OPTA’s Price Squeeze Test for KPN.”

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gelet op de artikelen 64 tot 72 van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde

Figuur 1 laat goed zien waarom het scheurvolume zich manifesteert in enkele grote scheuren in plaats van vele kleine: de laag 30 – 60 diepte krimpt veel meer dan de laag er

Roflumilast (Daxas®) kan op bijlage 1B worden geplaatst voor behandeling van patiënten met ernstig en zeer ernstig COPD geassocieerd met chronische bronchitis die ondanks

Zorginstituut Nederland is tot de eindconclusie gekomen dat Acarizax® een gelijke therapeutische waarde heeft ten opzichte van de behandeling met subcutaan

In het bijzonder voor het maatschappelijke leven vraagt dit: opbouw van een orde, op economisch, sociaal en cul- tureel gebied, doortrokken van sociale rechtvaardigheid en

VAN CULTUREELEN OF SOCIAAL- ECONOMISCHEN AARD. STAAT EN GEZIN. Evenzoo behoort aan gemeenschappen, die cultureele irlijke gemeenschap van of sociaal-economische belangen direct,

Voor wat betreft de inpandige collocatie in reeds hiertoe gereedgemaakte centrales is het college van oordeel dat de door KPN voorgestelde tarieven aansluiten bij het systeem uit

We gaven boven reeds aan dat de verschillen tussen leerlingen niet ontstonden naar aanleiding van het realistisch reken-wiskundeonderwijs, maar dat zij door de voorgestane