Vraag nr. 5
van 8 november 2002
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Brussel – Taalrapport
Op mijn schriftelijke vraag nr. 68 van 21 maart 2002 aangaande het taalrapport van de vice-gou-verneur van Brussel en de mogelijkheid voor de leden van het Vlaams Parlement om dat in te kij-k e n , antwoordde de toen bevoegde minister dat de cijfers van de vice-gouverneur in januari aan de Brusselse regering werden bezorgd. Die statistie-ken werden op dat ogenblik getoetst aan de cijfers van de Gemeenschapscommissie (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 16 van 12 juli 2002, b l z . 1794).
De minister kondigde aan dat het de bedoeling was om vóór juni 2002 een geïntegreerd rapport te g e v e n , waaraan ook een aantal voorstellen voor voortzetting en actualisering van het taalhoffelijk-heidsakkoord gekoppeld konden worden.
Wordt dit rapport ter beschikking gesteld van de leden van het Vlaams Parlement ?
Antwoord
In een brief aan de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de heer Fr a n ç o i s -Xavier de Donnea, vroeg ik mij het rapport van de heer Hugo Nijs, vice-gourverneur van het arrondis-sement Brussel-Hoofdstad, te overhandigen. In zijn antwoord liet de minister-president weten dat de Brusselse Hoofdstedelijke regering tot op heden niet over een verslag beschikt betreffende de gege-vens voor het werkingsjaar 2001 van de vice-gou-verneur.