Vraag nr. 42
van 20 december 2002
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Nederlandstalig onderwijs Rand en taalgrens – Overleg
In haar antwoord op mijn interpellatie van 12 de-cember aangaande de niet-agendering van het dos-sier "onderwijsfaciliteiten" op het Overlegcomité, verwees de minister naar een gesprek dat ze gehad heeft met de schooldirecties van scholen uit de Vlaamse Rand en langs de taalgrens.
De minister leek erop te wijzen dat ze hieruit een aantal nieuwe elementen had geput die het dossier van de faciliteiten zouden aandikken.
Kan zij terzake meer bijzonderheden verstrekken ?
Antwoord
Het doel van de gesprekken met de directies van de scholen van de rand- en taalgrensgemeenten op 10 december 2002 was het in kaart brengen van de verschillende knelpunten waarmee deze scholen geconfronteerd worden en het luisteren naar voor-stellen van de directies om die knelpunten op te l o s s e n . Met die voorstellen kan rekening gehouden worden bij het tot stand komen van een "Brussel-d e c r e e t " , een "Brussel-decreet "Brussel-dat een oplossing zou bie"Brussel-den voor de specifieke problemen waar deze scholen mee te maken hebben.
De bijeenkomst gaf mij een beter inzicht in de spe-cificiteit van de scholen in de rand- en taalgrensge-m e e n t e n . Niet alleen de probletaalgrensge-matiek van de i n s p e c t i e, maar ook de extra werkdruk die de taal-wetgeving met zich meebrengt en de effecten van het inschrijvingsrecht op sommige van deze scho-len kwamen aan bod. De Franstalige schoscho-len dron-gen aan op een herziening van de bestaande regel-g e v i n regel-g, zodat ze meer uren Nederlands kunnen or-ganiseren.