Vraag nr. 144
van 20 september 2002
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Franstalige faciliteitenscholen – Subsidiëring (2) In haar antwoord op de vraag om uitleg van 2 juli 2002 van collega Kris Van Dijck aangaande de Franstalige afdeling van het gemeenschapsonder-wijs in Ronse deelde de minister mee dat zowel de leerkracht als de directeur van die Franstalige afde-ling door de Franse Gemeenschap bezoldigd wor-den (Handelingen Commissievergadering nr. 2 8 0 , blz. 6-8).
Toen erop gewezen werd dat er blijkbaar een ver-schil in behandeling is tussen de Franstalige facili-teitenscholen in de Vlaamse Rand rond Brussel en die van Ronse, kon de minister daar niet meteen op antwoorden. Ze verklaarde zich bereid na te gaan wat de verschilpunten in de regelingen zijn. Intussen blijkt uit het antwoord van de minister op mijn schriftelijke vraag nr. 11 van 26 oktober 2001 dat voor het schooljaar 2000-2001 wel degelijk een bedrag van 16.072.015 frank uitgekeerd werd aan weddensubsidies voor het Franstalig onderwijs in Ronse (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 7/8/9 van februari/maait 2002, blz. 790).
1. Mag ik hieruit afleiden dat de minister zich in haar antwoord van 2 juli 2002 vergist heeft en dat er wel degelijk leerkrachten in het Fr a n s t a-lig faciliteitenonderwijs in Ronse door de Vlaamse Gemeenschap bezoldigd worden ? 2. Heeft de minister de oefening om na te gaan
welke de verschilpunten zijn in de regelingen in-zake faciliteitenonderwijs, reeds gemaakt ? Kan zij eventueel de resultaten daarvan meede-len ?
Antwoord
1. In mijn antwoord van 2 juli 2002 heb ik beves-tigd dat er naast de autonome vrije Fr a n s t a l i g e basisschool van Ronse ook een Franstalige af-deling bestaat in de basisschool van het ge-meenschapsonderwijs.
De personeelsleden van deze afdeling worden, nog volgens dit antwoord, bezoldigd door de Franse Gemeenschap. Het personeel van de vrije Franstalige school wordt wel degelijk door de Vlaamse Gemeenschap gesubsidieerd. D e uitgekeerde weddensubsidies bedroegen voor
het schooljaar 2000-2001 inderdaad 16.072.015 frank. Van een vergissing is dus geen sprake. 2. Verschilpunten tussen de regelingen inzake het
faciliteitenonderwijs in de Brusselse Rand en de taalgrensgemeenten
a. de randgemeenten (Drogenbos, K r a a i n e m , L i n k e b e e k , S i n t-G e n e s i u s-R o d e, We m m e l , We z e m b e e k-Oppem) (art. 7 gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in be-stuurszaken)
De wet van 2 augustus 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken zegt dat in deze gemeenten de onderwijstaal het Neder-lands is. Op verzoek van voldoende (16) ge-zinshoofden die in de gemeente wonen, m a g k l e u t e r- en lager onderwijs worden verstrekt in het Fr a n s, indien het Frans de moedertaal is of de gebruikelijke taal van het kind. D e gemeente is verplicht dit onderwijs te organi-seren.
De wet legt aan deze scholen een verplicht programma tweede taal op.
Aangezien deze scholen gelegen zijn in het Nederlandstalige taalgebied, heeft het terri-torialiteitsbeginsel voor gevolg dat de Vlaamse Gemeenschap optreedt als subsi-diërende overheid. b. De taalgrensgemeenten (Ko m e n , H o u t e m , N e e r w a a s t e n , Wa a s t e n , P l o e g s t e e r t , M e s e n , M o e s k r o e n ,L o w i n g e n , H e r s e e u w, D o t t e n i j s, S p i e r e, H e l k i j n , R o n s e, V l o e s b e r g, B e v e r, M a r k , E d i n g e n , L e t t e l i n g e n , H e r s t a p p e, M o e l i n g e n , 's Gravenvoeren, S i n t M a r t e n s -Vo e r e n , S i n t - P i e t e r s - -Vo e r e n , R e m e r s d a a l , Teuven) (artikel 10, laatste lid van de wet van 30 juli 1963) (art. 3 wet van 30 muli 1963 houdende de taalregeling in het onderwijs) Deze gemeenten worden in de wet van 30 juli 1963 met een speciale onderwijstaairege-ling begiftigd, met het oog op de bescher-ming van hun minderheden. Merk op dat het hier gaat om gemeenten aan beide zijden van de taalgrens.
hier moet het gaan om de moedertaal of de ebruikelijke taal van het kind.
In de in bovenvermeld artikel 3 genoemde gemeenten mogen in het secundair onder-wijs een aantal vakken worden onderricht in de tweede landstaal (art. 1 0 , laatste lid van de wet van 30 juli 1963). Dit heeft onder meer in Ronse geresulteerd in wat men dan enigszins onnauwkeurig een Franstalige af-deling in het Nederlandstalig atheneum noemt.