Vraag nr. 332 van 12 juni 1998
van de heer DIRK VAN MECHELEN
Verhaalbelasting voor riolering – Subsidieverreke-ning
Door de gemeenten worden in het kader van de uitbouw van de zogenaamde onderbouw van het waterzuiveringsnet, steeds meer rioleringen aange-legd. De kosten van deze aanleg worden in de vorm van verhaalbelastingen in veel gevallen door-gerekend aan de gebruikers van deze nutsvoorzie-ningen, met name de lokale bewoners.
Om deze aanleg te financieren, doen de betrokken gemeenten, naast investeringen uit eigen middelen, veelvuldig een beroep op enerzijds het Investe-ringsfonds dat werd ingesteld bij decreet van 20 maart 1991 via trekkingsrechten, maar anderzijds ook op het zogenaamde RIO-programma van de minister van Leefmilieu, dat vanaf 1996 voorziet in een bijzondere tegemoetkoming vanwege het Vlaams Gewest, toegekend door middel van minis-teriële besluiten voor de aanleg van gemeentelijke rioleringen.
Volgens een schrijven van 7 mei 1986 van voorma-lig gemeenschapsminister van Binnenlandse Aan-gelegenheden en Ruimtelijke Ordening Pede, kun-nen door de overheid toegekende subsidies echter niet worden afgetrokken van de terugvorderbare uitgaven. Deze houding werd gemotiveerd door de stelling dat deze subsidies niet mogen dienen om aan de boordeigenaars een bijzonder voordeel te verschaffen, maar alle inwoners van de gemeente tot voordeel moeten strekken. Tevens kan in dit verband worden verwezen naar arresten van het Hof van Cassatie van 19 juni 1975, van 18 decem-ber 1978 en van 25 mei 1979.
1. Is de interpretatie die voormalig gemeenschaps-minister Pede aan deze problematiek gaf in 1986 nog steeds geldig ?
2. Kunnen de subsidies die door het Vlaams Gewest aan de gemeenten worden uitgekeerd in het kader van het RIO-programma voor aan-leg van gemeentelijke rioleringen worden afge-trokken van de verbaalbelasting die aan de gebruikers van de met dit geld uitgevoerde wer-ken wordt aangerewer-kend ?
N.B. Een gelijkaardige vraag werd gesteld aan de heer Leo Peeters, Vlaams minister van Bin-nenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting.
Antwoord
Het onderwerp van de vraag behoort tot de bevoegdheid van de heer Leo Peeters, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ste-delijk Beleid en Huisvesting.