• No results found

Het gaat om 170.000 ton gifgronden van de vroegere verffabriek Industrie Chimique de Wilsele die verwijderd moesten wor- den omwille van de realisatie van het HST-traject

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Het gaat om 170.000 ton gifgronden van de vroegere verffabriek Industrie Chimique de Wilsele die verwijderd moesten wor- den omwille van de realisatie van het HST-traject"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 397

van 25 augustus 1998 van mevrouw VERA DUA

Sanering Dijlestorten Leuven – Stand van zaken In het voorjaar 1998 werd bekendgemaakt dat voor de sanering van de Dijlestorten in Leuven een oplossing was gevonden. Het gaat om 170.000 ton gifgronden van de vroegere verffabriek Industrie Chimique de Wilsele die verwijderd moesten wor- den omwille van de realisatie van het HST-traject.

Na bewerking met kalkcement zouden de gronden worden afgevoerd naar vier locaties : het klasse I-stort OVMB in Gent, het REMO-stort in Hout- halen, het Indaver-stort in Antwerpen en het Inaf- zo-stort in Zonnebeke.

Wat het stort in Zonnebeke betreft, was er veel dis- cussie over de veiligheid en geschiktheid van deze locatie, zodat werd afgezien van het transport naar deze site. In Gent waren er vooral problemen met het transport van het afval via een privé-spoorlijn.

1. Naar welke stortplaatsen werden reeds gifgron- den afkomstig van de Dijlestorten getranspor- teerd, wat was de omvang en de aard van deze transporten en welke transporten worden nog in het vooruitzicht gesteld ?

2. Welke milieuschadelijke componenten bevatten deze gifgronden ? Er is onder meer sprake van arseen en zware metalen : welke risico's houdt dit in voor het milieu en de volksgezondheid ? 3. Wat was de vooropgestelde timing van deze

sanering en in hoeverre zal ze gerespecteerd kunnen worden ?

4. Wat het OVMB-stort in de Gentse Kanaalzone betreft : in hoeverre stemt het getransporteerde materiaal overeen met wat toegelaten is in de milieuvergunning ? Het gaat hier immers om een klasse I-stort voor niet-gevaarlijk afval, ter- wijl de Leuvense gifgronden toch kunnen wor- den beschouwd als gevaarlijk voor milieu en volksgezondheid ?

5. Op welke manier werden transportproblemen naar het Gentse klasse I-stort opgelost, welke hoeveelheden werden reeds gestort en zijn er nog transporten te verwachten in de nabije toe- komst ?

Antwoord

1. Tot op heden werd er 6.524 ton afval afgevoerd naar de klasse I-stortplaats van OVMB in Gent en 1.312 ton afval naar de stortplaats van Inda- ver in Antwerpen.

Gelet op de recente norm van titel II van het Vlarem (Belgisch Staatsblad van 30 april 1998) die stelt dat alle afvalstoffen die op een stort- plaats van categorie 1 worden gestort, een orga- nisch gehalte van maximum 6 gewichtsprocent mogen bevatten, dienen de afvalstoffen vóór het storten thermisch te worden behandeld. Na de thermische behandeling, die zal gebeuren in Nederland gelet op het gebrek aan dergelijke installaties in België, zullen de afvalstoffen wor- den gestort op de vier stortplaatsen van catego- rie 1 in het Vlaamse gewest, zoals oorspronke- lijk was gepland.

Alle transporten gebeuren per spoor.

2. De afvalstoffen worden gekenmerkt door hun concentratie aan zware metalen, met name zink, kwik, cadmium, lood, arseen, barium en koper.

Zware metalen die niet geïmmobiliseerd zijn, kunnen uitlogen naar de bodem en naar het grondwater.

Op toxicologisch vlak zijn de afvalstoffen gevaarlijk bij inname door ingestie.

3. De verwijdering van de afvalstoffen op de eer- ste site moet in principe afgerond zijn op 31 oktober 1998.

Gelet op de onvoorziene omstandigheden ten gevolge van de Vlarem-norm ter beperking van het organisch gehalte van de afvalstoffen, die- nen deze bijkomend te worden behandeld, zodat deze datum onmogelijk zal worden gehaald.

4. De afvalstoffen die werden afgevoerd naar het stort van OVMB in Gent, voldoen aan de voor- waarden die zijn opgenomen in de milieuver- gunning van OVMB.

Deze stortplaats kan jaarlijks tot 30.000 ton afval toelaten waarvan het gloeiverlies hoger is dan 10 %. Er is voldoende controle, zowel van- uit de OVAM als vanuit de stortplaats zelf, om erop toe te zien dat de afvalstoffen die naar OVMB worden afgevoerd, aan de aanvaar- dingscriteria voldoen.

5. Tussen Leuven en Gent hebben zich geen trans- portproblemen voorgedaan.

Wel was er een conflict met een naburig bedrijf

(2)

vóór het eerste afvaltransport was vertrokken.

De OVAM vond de opmerkingen van dit bedrijf op de afvaltransporten onterecht, gelet op het feit dat er met de aannemer een veilig- heidsplan werd opgesteld dat bij ongevallen steeds moet worden gevolgd. Eén keer is een kleine hoeveelheid afval (2 emmers) tussen de rails van het spoor terechtgekomen tijdens het terugplaatsen van de geloste containers op het treinstel. Na de vaststelling hiervan werd dit afval onmiddellijk verwijderd.

De spoorlijn is eigendom van de NMBS en is geen privé-spoorlijn.

In de toekomst zijn nog transporten naar de stortplaats van OVMB gepland.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ter gelegenheid van de Nacht van de geschiedenis sprak de kerkhistoricus, verbonden aan de KU Leuven, over zijn onder- zoek naar de relatie tussen de ka- tholieke

In het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening heeft deze firma voor een aantal opdrachten wel een offerte ingediend, zowel voor opdrachten die voor- afgaandelijk werden bekendgemaakt in

Twee van deze soorten, de driedoornige stekelbaars en de Europese paling, zijn potentiele trekvissen die een groot voordeel kunnen ondervinden van een goede verbinding

Bovendien zijn de telefoons zeer eenvoudig te gebruiken, met grote alfanumerieke schermen, programmeerbare toetsen, EHS-poorten met ondersteuning van draadloze headsets en een

2) Enkele grondwetsbepalingen staan delegatie niet toe; dan is dus experimenteren bij lager voorschrift niet toegestaan. 3) Is delegatie in concreto mogelijk, dan is, als niet aan

Een studie wees uit dat naast nieuwe rioleringen, ook het wegdek, voetpaden en een afzonderlijk fietspad moesten worden aangelegd. Na de uitvoe- ring van deze werken zou

Aangezien de behandeling van de aanvragen voor beurzen in het kader van de wet van 1864 betref- fende de studiebeurzenstichtingen geen onderwijs- bevoegdheid is, maar behoort tot

Teneinde de gemeenten niet voor plotse moei- lijkheden te stellen, heeft mijn voorganger, Paul Van Grembergen, in januari 2004 zijn collega Vlaams minister van Sport Marino Keulen