• No results found

BESTEMMINGSPLAN NIEUWENDIJK 95 TE AXEL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "BESTEMMINGSPLAN NIEUWENDIJK 95 TE AXEL"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESTEMMINGSPLAN NIEUWENDIJK 95 TE AXEL

NL.IMRO.0715.BPAXL11-ON01

Opdrachtgever C.M. Witte Sasweg 5 4571 SJ Axel

ZLTO Advies

Ing. A.J.D. Hagenaars Adviseur omgeving

Ing. F.C.J.L. Klomp-Pullens MSc.

Adviseur omgeving

Juli 2018

Projectnummer 2017000186

Kantoor ’s-Hertogenbosch Onderwijsboulevard 225 5223 DE ’s-HERTOGENBOSCH Postbus 100

5201 AC ’s-HERTOGENBOSCH M 06 – 291 794 27

(2)

INHOUDSOPGAVE

TOELICHTING

1. Inleiding ... 3

1.1 Aanleiding ... 3

1.2 Ligging en begrenzing initiatieflocatie ... 3

1.3 Leeswijzer ... 4

2. Het plan ... 5

3. Planologisch beleidskader ... 7

3.1 Rijksbeleid ... 7

3.2 Provinciaal beleid ... 7

3.3 Gemeentelijk beleid ... 7

4. Ruimtelijke aspecten ... 9

4.1 Wet Natuurbescherming ... 9

4.2 Cultuurhistorie ... 10

4.3 Archeologie ... 11

4.4 Mobiliteit en parkeren ... 14

4.5 Technische infrastructuur ... 14

5. Milieuaspecten... 15

5.1 Bodem ... 15

5.2 Geluid ... 15

5.3 Luchtkwaliteit ... 16

5.4 Externe veiligheid ... 17

5.5 Bedrijven en milieuzonering ... 18

5.6 Water ... 18

6. Economische En Maatschappelijke uitvoerbaarheid ... 21

6.1 Economische uitvoerbaarheid ... 21

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid ... 21

7. Juridische toelichting ... 22

7.1 Regels ... 22

7.2 Verbeelding ... 22

(3)

Bestemmingsplan Nieuwendijk 95 en ong. te Axel 2 TOELICHTING

(4)

1. INLEIDING

1.1 Aanleiding

Initiatiefnemer was woonachtig aan Sasweg 5 te Axel. Deze woning is reeds gesaneerd in verband met de verbreding en verlegging van de Tractaatweg. Initiatiefnemer wenst een vervangende woning te realiseren aan de Nieuwendijk ong. te Axel op het perceel kadastraal bekend als gemeente Axel, sectie D, nummer 3434. Het totale plangebied heeft een oppervlakte van 17.898 m2. De huidige bebouwing binnen het plangebied heeft een oppervlakte van 334,3 m2. Op 22 augustus 2017 heeft de gemeente Terneuzen bij brief aangegeven dat zij in principe bereid zijn om medewerking te verlenen aan bovengenoemde ontwikkeling.

Onderhavig perceel heeft volgens de beheersverordening ‘Axel’ van de gemeente Terneuzen een agrarische bestemming. Naast de onderhavige locatie is het agrarische bouwvlak behorende bij het voormalige agrarische bedrijf aan de Nieuwendijk 95 te Axel gelegen. In 2010 is er reeds aan de bewoners van de woning aan Nieuwendijk 95 een ontheffing verleend om het agrarische perceel te gebruiken en bewonen voor woondoeleinden. De onderliggende bestemmingsplan regeling is destijds niet gewijzigd. Middels dit plan wordt dit eveneens meegenomen.

Voorliggend plan betreft derhalve een herziening van het voormalige beheersverordening ‘Axel’ van de gemeente Terneuzen ten behoeve van het wijzigen van de bestemming ‘Agrarisch’ voorzien van een agrarisch bouwvlak naar een dubbele bestemming ‘Wonen’ ter plaatse van de Nieuwendijk 95 te Axel en naast gelegen agrarische perceel. Ten behoeve van twee woningen, te weten voormalige agrarische bedrijfswoning en de woning van initiatiefnemers.

1.2 Ligging en begrenzing initiatieflocatie

De initiatieflocatie is gelegen ten noorden van de dorpskern Axel. Kadastraal is de locatie bekend als gemeente Axel, sectie D, nummers 3434 en 3440. In figuur 1-1 is de ligging van de

initiatieflocatie weergegeven.

Figuur 1-1: Situering plangebied

(5)

Bestemmingsplan Nieuwendijk 95 en ong. te Axel 4 1.3 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt het plan dat ten grondslag ligt aan dit bestemmingsplan uiteengezet.

Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 nader ingegaan op in hoeverre dit plan past binnen het rijksbeleid, provinciaal beleid en gemeentelijk beleid. Hoofdstuk 4 en 5 schetsen de planologische en

milieukundige randvoorwaarden. In hoofdstuk 6 worden hoofdstuk 2, 3, 4 en 5 tegen elkaar afgewogen. Hoofdstuk 7 gaat in op de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid en tot slot wordt in hoofdstuk 8 de juridische regelgeving toegelicht.

(6)

2. HET PLAN

De agrarische bedrijfsvoering aan de Nieuwendijk 95 te Axel is al geruime tijd beëindigd. Sinds 2010 wordt de aanwezige bebouwing gebruikt en bewoond voor woondoeleinden. Op de locatie zijn fysiek een woning en een vrijstaand bijgebouw aanwezig. De locatie is voorzien van een agrarisch bouwvlak met een omvang van circa 9.250 m2. Bij initiatiefnemer zijn geen verdere gegevens bekend van de situatie Nieuwendijk 95.

Figuur 2 1: Huidige bebouwing Nieuwendijk 95

Naast dat de bestemming van het perceel aan Nieuwendijk 95 te Axel in overeenstemming wordt gebracht met het feitelijke gebruik, wordt er tevens een extra woonbestemming toegevoegd, met een bouwvlak van circa 500 m2, welke voorziet in de oprichting van een vrijstaande woning met bijgebouwen ten noorden van de huidige bebouwing. Deze woning is een vervangende woning voor de woning aan de Sasweg te Axel, welke voor de verbreding en verlegging van de Tractaatweg moet wijken. Doordat de nieuwe op te richten woning een vervangende woning is voor de woning gelegen aan de Sasweg verandert het feitelijke aantal huizen in het buitengebied van Axel niet, het plan heeft daarmee geen gevolgen voor de wonings-voorraad.

Om dit planologisch op een correcte wijze te vertalen in het bestemmingsplan komt het huidige agrarische bouwblok te vervallen en worden er een tweetal bestemmingsvlakken opgenomen voor de bestemming ‘Wonen’ en worden deze bestemmingsvlakken voorzien van een bouwvlak

waarbinnen het hoofdgebouw gelegen is c.q. gebouwd mag worden. Onderhavige ontwikkeling is strijdig met het voormalige bestemmingsplan Axel en derhalve wordt het bestemmingsplan ter plaatse van het plangebied herzien.

(7)

Bestemmingsplan Nieuwendijk 95 en ong. te Axel 6 Figuur 3-1: Beoogde bestemmingswijziging

(8)

3. PLANOLOGISCH BELEIDSKADER

3.1 Rijksbeleid

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (2012) omvat het ruimtelijke rijksbeleid tot 2040. Het uitgangspunt van de structuurvisie is voldoende ruimte te bieden voor het versterken van de Nederlandse concurrentiepositie, bereikbaarheid, leefbaarheid en veiligheid. Deze doelstellingen zijn vertaald in de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur (RHS). Deze RHS beslaat de gebieden in Nederland die een belangrijke functie vervullen op het gebied van economie, infrastructuur en verstedelijking, water, natuur en landschap. Ten aanzien van deze gebieden is beleid geformuleerd om de kwaliteiten ervan te behouden. Het plangebied maakt geen deel uit van de Nationale Hoofdstructuur.

3.2 Provinciaal beleid

Op 11 maart 2016 hebben Provinciale Staten de herziening van het Omgevingsplan Zeeland 2012- 2018 vastgesteld. In dit Omgevingsplan zijn de hoofdlijnen voor het provinciaal ruimtelijk beleid vastgesteld. Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening ingevoerd. Onder deze nieuwe wet dient de Provincie Zeeland een beleidsdocument, zijnde een structuurvisie op te stellen.

De kern van het Omgevingsplan wordt door de Provincie Zeeland getypeerd als helder en duidelijk waarbij de provincie zich beperkt tot hoofdlijnen en zodoende meer taken en

verantwoordelijkheden legt bij de gemeente.

De provincie zet in op een sterke economie, goed woon- en leefklimaat en kwaliteit van water in het landelijk gebied. Evenwichtig, duurzaam en innovatief zijn de pijlers waar de provincie zich op richt.

De positie en de functie van het landelijk gebied veranderen. De woonfunctie kan een bijdrage leveren aan dit veranderingsproces, doordat bijvoorbeeld voormalige boerderijen worden

hergebruikt als burgerwoning. Daarnaast kunnen woningen worden gebruikt als kostendrager bij het oplossen van problemen en/of het stimuleren van gewenste ontwikkelingen in het landelijk gebied. Op deze manier kan een ruimtelijke kwaliteitsverbetering bereikt worden en

landschappelijke en cultuurhistorische waarden behouden blijven of worden versterkt. Tegelijkertijd kan door het toestaan van de woonfunctie tegemoet gekomen worden aan de vraag naar landelijk wonen. Het omzetten van de voormalige bedrijfswoning aan de Nieuwendijk 95 naar een

burgerwoning past in deze binnen het provinciale beleid.

Het toevoegen van een extra woonbestemming vraagt om een nadere motivering. In het Omgevingsplan is opgenomen dat er maatwerk mogelijk is voor burgerwoningen in het landelijk gebied. Hierbij wordt onder andere verwezen naar rood voor rood. Onder rood voor rood wordt ook verstaan het verplaatsen van individuele burgerwoningen. In deze wordt de woning aan de Sasweg 5 gesaneerd en hiervoor in de plaats wordt aan de Nieuwendijk ong. een nieuwe burgerwoning gerealiseerd. Netto is er geen sprake van een uitbreiding van het aantal woningen in het landelijk gebied en is dit passend binnen het provinciale beleid.

3.3 Gemeentelijk beleid

De locatie aan de Nieuwendijk 95 te Axel ligt binnen de beheersverordening Axel, zoals vastgesteld door de gemeenteraad op 28 januari 2016. Ter plaatse mogen de gelegen gronden en bestaande

(9)

Bestemmingsplan Nieuwendijk 95 en ong. te Axel 8 bouwwerken worden gebruikt overeenkomst het bestaande gebruik. In het voormalige

beheersverordening Axel was het plangebied gelegen binnen de enkelbestemming ‘Agrarische doeleinden’ met een bouwvlak van circa 9.250 m2.

Onderhavige ontwikkeling is strijdig met de beheersverordening en derhalve wordt er een

planologische procedure doorlopen ter vaststelling van een bestemmingsplan dat deze ontwikkeling faciliteert.

In de structuurvisie 2025 is de verbreding van de Tractaatweg opgenomen. Hierin is aangegeven dat het gebied een herstructurering moet ondergaan om aan een geode verkeersafwikkeling te kunnen blijven voldoen. In het kader van deze herstructurering is een toezegging gedaan door de gemeente dat er medewerking verleend zal worden aan verplaatsing van de woningen welke moeten wijken voor de verbreding van de Tractaatweg.

(10)

4. RUIMTELIJKE ASPECTEN

In dit hoofdstuk wordt het initiatief getoetst aan alle relevante planologische en milieuaspecten.

4.1 Wet Natuurbescherming

De bescherming van de natuur in Nederland vindt plaats door Europese en nationale wetgeving. Op 1 januari 2017 is de Wet Natuurbescherming in werking getreden. Deze wet vervangt de

Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en Faunawet. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen soortbescherming en gebiedsbescherming. Deze staan los van elkaar en hebben ieder hun eigen werking.

Gebiedsbescherming

Met betrekking tot gebiedsbescherming is de situering ten opzichte van de Natura2000-gebieden van belang. Ten noorden van de initiatieflocatie is het Habitat- en Vogelrichtlijngebied

Westerschelde & Saeftinghe gelegen. De afstand tussen het plangebied en dit Natura 2000-gebied bedraagt circa 7 kilometer.

Het plan voor het omzetten van de agrarische bestemming naar een woonbestemming en het toevoegen van een extra woonbestemming leidt niet tot significante effecten op dit gebied. Er is namelijk sprake van een behoorlijke fysieke afstand tussen de locatie en het gebied (ca. 7 km.), waardoor er geen sprake is van directe of indirecte effecten in de zin van areaalverlies,

verontreiniging of verstoring.

Soortenbescherming

De soortenbescherming is in Nederland geregeld in de Wet Natuurbescherming. Deze heeft

betrekking op alle in Nederland in het wild voorkomende diersoorten en vaatplanten. Hiervoor geldt een algemene zorgplicht die inhoudt dat schade aan flora en fauna zoveel mogelijk voorkomen dient te worden. Per 22 februari 2005 is een nieuwe AmvB in werking getreden die heeft geleid tot aanpassing van het ontheffingsregime dat op basis van de Flora en Faunawet geldt. Er wordt daarbij onderscheid gemaakt in drie beschermingsniveaus:

 Beschermingsniveau 1: een algemene vrijstelling voor algemeen voorkomende soorten. Bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting is geen ontheffing van de Flora en faunawet nodig.

 Beschermingsniveau 2: een algemene vrijstelling met gedragscode voor een aantal beschermde soorten volgens tabel 2 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten en alle in het wild voorkomende vogelsoorten.

 Beschermingsniveau 3: de streng beschermde soorten waarvoor geen algemene vrijstelling kan worden gegeven en waarvoor een ontheffingsaanvraag noodzakelijk is.

Het plan leidt tot diverse handelingen en werkzaamheden die mogelijk consequenties kunnen hebben voor beschermde soorten. Dit betreft: het bouwrijp maken van het terrein (vergraven, egaliseren, ophogen), het aanleggen van verhardingen en ondergrondse leidingen, het oprichten van bebouwing. In het kader van de Wet Natuurbescherming dient inzicht gegeven te worden in de te verwachten effecten van deze ingrepen op beschermde soorten. De werkzaamheden kunnen leiden tot verstoring van (mogelijke) rust- en verblijfplaatsen van algemeen voorkomende soorten.

Het plan heeft ook mogelijk effecten op vogels. Alle vogelsoorten zijn beschermd volgens de Europese Vogelrichtlijn en de Flora- en Faunawet. Voor alle vogelsoorten geldt een verbod op handelingen die nesten of eieren beschadigen of verstoren. Ook handelingen die een vaste rust of verblijfplaats van beschermde vogels verstoren zijn niet toegestaan. Niet uitgesloten is dat deels

(11)

Bestemmingsplan Nieuwendijk 95 en ong. te Axel 10 vaste of tijdelijke verblijfplaatsen en/of foerageergebieden verdwijnen van vogelsoorten.

Aangenomen mag worden dat er voor deze soorten in de omgeving van het plangebied ruim voldoende alternatief leefgebied aanwezig is. Hierdoor zal de eventuele vernietiging van leefgebied binnen het plangebied geen negatief effect hebben op de gunstige staat van instandhouding van deze soorten op lokaal, regionaal, provinciaal of landelijk niveau. Compenserende of mitigerende maatregelen worden dan ook niet noodzakelijk geacht.

Door het jarenlange gebruik van de betrokken locatie als landbouwgrond is de kans op de aanwezigheid van bijzondere planten- en dierensoorten op de locatie zeer beperkt. De

plantensoorten op de locatie worden grotendeels door mensen gereguleerd. Voor diersoorten geldt dat er gedurende een lange reeks van jaren een dusdanige verstoring plaatsvond dat de

betreffende locatie niet geschikt is als leefgebied. De locatie is geen geschikt vestigings - en/of permanent leefgebied voor soorten uit de eerste en tweede categorie. Hooguit zullen een of meer van de algemeen voorkomende beschermde soorten hier bij tijd en wijle verblijven. Gezien de aard van de ontwikkelingen zal de externe invloed op de omliggende natuur niet significant zijn. Het plangebied is momenteel in intensief agrarisch gebruik als agrarische cultuurgrond.

Activiteiten die een schadelijk effect hebben op soorten die beschermd zijn volgens de Wet Natuurbescherming in principe verboden. Van dit verbod kan onder voorwaarden worden

afgeweken met een ontheffing of een vrijstelling. Er geldt een algemene vrijstelling op grond van de Wet Natuurbescherming. Wel geldt in het algemeen de zorgplicht. Ten aanzien van vogelsoorten geldt dat indien de werkzaamheden buiten het broedseizoen plaatsvinden (april tot september), geen overtreding plaats zal vinden van de wetgeving ten opzichte van vogels. Het aanvragen van een ontheffing is dan niet aan de orde. Daarbij wordt opgemerkt dat de Wet Natuurbescherming geen standaardperiode voor het broedseizoen kent. Het gaat er om of er een broedgeval is. De periode april tot september kan wel globaal aangehouden worden voor het uitvoeren van werkzaamheden.

Bij in achtneming van de hierboven genoemde voorwaarden kan voorkomen worden dat er overtreding van de Wet Natuurbescherming zal plaatsvinden.

Naast de Natura2000 gebieden waarborgt de ‘Wet natuurbescherming Natuurnetwerk Nederland’

de belangen van de aanwezige flora en fauna. In de directe omgeving van het plangebied aan de Nieuwendijk zijn geen gebieden aangewezen die zijn gelegen in het Natuurnetwerk Zeeland.

4.2 Cultuurhistorie

Op 1 januari 2012 is door middel van aanpassing van het Besluit ruimtelijke ordening bepaald dat cultuurhistorische belangen moeten worden meegewogen bij de voorbereiding van ruimtelijke plannen. Het waarborgen van cultuurhistorische belangen en het meewegen van deze belangen is belangrijk. Hiervoor is een omschrijving van het plangebied noodzakelijk.

Het plangebied is gelegen in de kernrandzone van de gemeente Terneuzen. De omgeving wordt gekenmerkt door het agrarische landschap. De planlocatie zelf is op basis van de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Zeeland en de Cultuurhistorische Waardenkaart van de gemeente Terneuzen (2013) niet aangewezen als cultuurhistorisch waardevol. Eveneens zijn geen

cultuurhistorisch waardevolle elementen in de directe omgeving gelegen. De beperkte

planologische wijziging heeft geen gevolgen voor de cultuurhistorische belangen in de omgeving.

(12)

Figuur 2: Uitsnede kaart ‘vernieuwing mogelijk’ cultuurhistorische waardenkaart Terneuzen

4.3 Archeologie

Binnen de provincie Zeeland is een aantal instrumenten ontwikkeld op basis waarvan het archeologisch beleid vorm krijgt. Het betreft de Archeologische Monumenten Kaart (AMK) en de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). Het plangebied is gelegen binnen een gebied met een zeer lage archeologische (verwachtings-)waarde.

Op 27 januari 2011 heeft de gemeenteraad van Terneuzen het interim beleid archeologie

vastgesteld. De insteek van dit beleid is het regelen van archeologie in ruimtelijke plannen. Middels een stroomschema wordt bepaald of nader archeologisch onderzoek noodzakelijk is. De volgende stappen dienen doorlopen te worden:

1. De Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW).

2. De Archeologische Monumentenkaart (AMK).

3. ARCHIS.

4. Zeeuws Archeologisch Archief (ZAA) 5. Bodemkaart

(13)

Bestemmingsplan Nieuwendijk 95 en ong. te Axel 12 Figuur 4-1: Uitsnede Indicatieve Kaart Archeologische waarde 2008

Figuur 4-2: Uitsnede Archeologische monumenten kaart

Ter plaatse van het plangebied zijn geen archeologische monumenten gelegen, geldt een zeer lage archeologische verwachtingswaarde, worden in Archis2 geen vindplaatsen vermeld, is in het ZAA geen nadere informatie digitaal vindbaar over het plangebied. Aan de hand van de Geologische kaart van Nederland is nagegaan dat de ondergrond uit afzettingen van Duinkerke III bestaat.

(14)

Figuur 43: Uitsnede geologische kaart van Nederland (Van Rummelen 1977)

In 2017 is door de gemeente ‘vrijstellingenkaart Gemeente Terneuzen 2017’ vastgesteld. Op deze kaart is het gemeentelijke archeologiebeleid vertaald in dieptes. In figuur 4.3 is een uitsnede uit deze kaart opgenomen. De initiatief locatie is gelegen in een gebied met een vrijstellingsdiepte van

> 4 meter.

Figuur 4-3: Uitsnede vrijstellingenkaart Gemeente Terneuzen 2017

Op basis van bovenstaande wordt verder archeologisch onderzoek niet noodzakelijk geacht.

(15)

Bestemmingsplan Nieuwendijk 95 en ong. te Axel 14 4.4 Mobiliteit en parkeren

De ontsluiting van de locatie verloopt via de Nieuwendijk. De toevoeging van een enkele vrijstaande woning leidt tot een zeer beperkte toename van hiermee

samenhangend verkeer. Daarbij gaat het om wonen gerelateerd verkeer. De hoeveelheid verkeersbewegingen als gevolg van onderhavig initiatief is marginaal te noemen en inpasbaar in het lokale verkeersbeeld.

De gemeente Terneuzen heeft een gemeentelijke parkeernota 2015-2020 opgesteld. Het uitgangspunt hierbij bij nieuwbouw is parkeren op eigen terrein. In CROW publicatie 317

(Kencijfers parkeren en verkeersgeneratie) wordt een parkeernorm van twee parkeerplaatsen per woning gehanteerd die op eigen terrein gerealiseerd dienen te worden. De beoogde woning wordt vrijstaand gebouwd met een oprit en losstaande garage. Daarmee kan voorzien worden in

voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein. Overlast voor parkeren op openbare weg kan uitgesloten worden.

4.5 Technische infrastructuur

De omgeving is aangesloten op alle gangbare technische infrastructuur zoals drukriolering en andere nutsvoorzieningen (water, elektra). De nieuwe woning wordt aangesloten op de bestaande infrastructuur. Hiervoor hoeven geen structurele aanpassingen plaats te vinden.

In de omgeving zijn geen zakelijke rechtstroken gesitueerd in verband met de aanwezigheid van (ondergrondse) kabels en/of leidingen die planologische bescherming behoeven.

(16)

5. MILIEUASPECTEN

5.1 Bodem

Bij het omzetten van de agrarische bestemming naar een woonbestemming dient de milieuhygiënische bodemgesteldheid dit toe te laten. Vooraf dient nagegaan te worden of er aanwijzingen zijn voor de mogelijke aanwezigheid van bodemverontreiniging op de planlocatie. Ter plaatse van de bedrijfsbestemming hebben geen bodemverontreinigende activiteiten

plaatsgevonden en is sprake van een onverdachte situatie. Vanuit milieuhygiënisch oogpunt zijn er redelijkerwijs geen bezwaren tegen de voorgenomen functieverandering naar wonen.

Voor wat betreft de nieuw te bouwen woning is op voorhand enige vorm van bodemverontreiniging niet uit te sluiten. Nader verkennend bodemonderzoek ter plaatse van de beoogde locatie voor woningbouw, moet hier uitsluitsel over geven. Door het gebruik van als agrarische cultuurgronden is de situatie in beginsel onverdacht. Als bijlage is het verkennende bodemonderzoek bijgevoegd.

Uit het onderzoek is gebleken dat er geen bodemverontreinigingen aanwezig zijn.

5.2 Geluid

Voor het aspect geluid is binnen het plangebied de Wet geluidhinder van toepassing. De Wet geluidhinder kent voor weg- en railverkeer alsmede voor gezoneerde industrieterreinen

voorkeursgrenswaarden op nieuwe bestemmingen. De Wet geluidhinder gaat uit van zones langs (spoor)wegen en zones bij industrieterreinen die aandachtsgebieden voor mogelijke geluidhinder begrenzen.

Volgens de Wet geluidhinder gelden voor woningen, andere geluidsgevoelige gebouwen dan woningen en andere geluidsgevoelige objecten binnen de zone van een weg geluidswaarden die niet overschreden mogen worden.

Op basis van art. 76 lid 3 Wgh hoeft de geluidsbelasting van een aanwezige weg waar geen wijzigingen optreden op bestaande woningen niet getoetst te worden aan de grenswaarden.

Hieronder valt het omzetten van een agrarische bedrijfswoning naar een burgerwoning.

De bouw van een nieuwe burgerwoning wordt echter gezien als de oprichting van een gevoelig object in de zin van de Wet geluidhinder. Middels een akoestisch onderzoek is bepaald of de te verwachten geluidsbelasting voor de nieuw te bouwen woning acceptabel is.

Uit de rekenresultaten blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB als gevolg van het wegverkeer op de Nieuwendijk wordt overschreden op de eerste en (eventuele) tweede verdieping van de voorgevel van de woning (resp. 50 en 51 dB).

In eerste instantie dienen de overschrijdingen zo klein mogelijk gehouden te worden middels het beschouwen van de volgende criteria:

1. stedenbouwkundige maatregelen, zoals meer afstand tot de bron;

2. bronmaatregelen;

3. overdrachtsmaatregelen, zoals wallen of schermen;

4. maatregelen bij de ontvanger, bijvoorbeeld gevelisolatie. een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting.

(17)

Bestemmingsplan Nieuwendijk 95 en ong. te Axel 16 Uit het akoestisch onderzoek komt naar voren dat enkel optie 4, maatregelen bij de ontvanger een goede oplossing biedt. Voor de toekomstige bouw van de woning wordt gelijktijdig met deze aanvraag een hogere grenswaarde aangevraagd, zie ook de bijlage 1. Het betreft een minimale afwijking van 2 dB enkel op de bovenverdieping. Op de benedenverdieping wordt wel voldaan aan de geluidsnormen. De overschrijding van de geluidsnormen op de bovenverdiepingen vinden met name plaats in de dagperiode. Een periode waarin op de bovenverdieping nauwelijks geleefd wordt.

Een geringe hogere waarde van 2 dB is dan ook acceptabel.

5.3 Luchtkwaliteit

De Eerste Kamer heeft op 9 oktober 2007 het wetsvoorstel voor de wijziging van de ‘Wet milieubeheer’ goedgekeurd (Stb. 2007, 414). Vooral hoofdstuk 5 titel 2 uit genoemde wet is veranderd. Omdat titel 2 handelt over luchtkwaliteit staat de nieuwe titel 2 bekend als de 'Wet luchtkwaliteit'. Deze wet is op 15 november 2007 (Stb. 2007, 434) in werking getreden en vervangt het ‘Besluit luchtkwaliteit 2005’. De ‘Wet luchtkwaliteit’ voorziet onder meer in een gebiedgerichte aanpak van de luchtkwaliteit via het Nationaal Samenwerkingsprogramma

Luchtkwaliteit (NSL). De programma-aanpak zorgt voor een flexibele koppeling tussen ruimtelijke activiteiten en milieugevolgen.

Van bepaalde projecten met getalsmatige grenzen is vastgesteld dat deze ‘niet in betekenende mate’ (NIBM) bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze mogen zonder toetsing aan de

grenswaarden voor luchtkwaliteit uitgevoerd worden. Een project draagt ‘niet in betekende mate’

bij aan de luchtverontreiniging als de 3% grens niet wordt overschreden. De grens is gedefinieerd als 3% van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie van fijn stof (PM10) of

stikstofdioxide (NO2). Dit komt overeen met 1,2 µg/m3 voor zowel PM10 als NO2.

Er dient met name gekeken te worden naar de emissie van fijn stof (PM10). Op grond van de Wet luchtkwaliteit gelden grenswaarden waaraan voldaan moet worden. De grenswaarden waaraan getoetst wordt zijn:

 jaargemiddelde concentratie: 40 µg/m3;

 daggemiddelde concentratie: 50 µg/m3;

 aantal toegestane overschrijdingen daggemiddelde: 35 keer.

Uit gegevens van het Compendium voor de Leefomgeving blijkt dat ter plaatse van de initiatieflocatie geen sprake is van overschrijding van de grenswaarden.

Het oprichten van een enkele woning en de extra verkeersaantrekkende werking als gevolg daarvan zal niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden voor PM10 en NO2 uit de Wet Luchtkwaliteit. Indien het aantal voertuigbewegingen per dag meer bedraagt dan 50 wordt in het kader van zorgvuldigheid wel geadviseerd de verslechtering van de luchtkwaliteit inzichtelijk te maken. Dit is echter niet aan de orde en nader onderzoek is derhalve niet noodzakelijk aangezien het project niet in betekenende mate van invloed is op de luchtkwaliteit.

(18)

Figuur 5-1: Rekentool NIBM

5.4 Externe veiligheid

In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient zorg gedragen te worden dat er een scheiding in acht genomen wordt tussen gevoelige objecten (zoals woningen) en

risicoveroorzakende bedrijven en/of transportassen. In de nabije omgeving van de locatie bevinden zich geen bedrijven of transportassen welke een extern veiligheidsrisico zijn voor onderhavige ontwikkeling.

In figuur 5-2 is een uitsnede opgenomen van de risicokaart. Buiten het plangebied ligt een aantal risicovolle inrichtingen. Het gaat hier met name om propaantanks en andere kleine inrichtingen.

Het plangebied ligt ver buiten de risicocontouren en invloedsgebieden van deze inrichtingen.

Figuur 5-2: Uitsnede risicokaart

Het gehele plangebied ligt binnen de 20 km zone van de kerncentrales Borssele en Doel. Dit is de zongenaamde schuilzone, een zone waarbinnen geschuild moet worden in geval van een

kernongeval. Het aspect externe veiligheid vormt geen belemmering voor deze planontwikkeling.

Een verdere uitwerking van de veiligheidsparagraaf is dan ook niet noodzakelijk.

(19)

Bestemmingsplan Nieuwendijk 95 en ong. te Axel 18 5.5 Bedrijven en milieuzonering

De VNG-brochure 'Bedrijven en Milieuzonering' (2009) geeft handreikingen voor een verantwoorde inpassing van bedrijvigheid in haar fysieke omgeving en voor de inpassing van gevoelige

bestemmingen nabij bedrijven. Middels de VNG-brochure kan omgekeerd ook vastgesteld worden of er sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse.

In de directe nabijheid van het plangebied zijn enkel burgerwoningen en bedrijven behorende tot maximaal categorie 3.2 gelegen. Op grond van de VNG brochure Bedrijven en milieuzonering dient er tussen deze categorie bedrijven en woningen een afstand van 100 meter in acht genomen te worden. Het industrieterrein ten noorden van de initiatieflocatie is gelegen op een afstand van circa 150 meter. Aan de richtafstanden wordt ruimschoots voldaan. De aanwezigheid van woningen in de omgeving vormt geen belemmering voor de bestemmingswijziging van de locatie.

Zoals inzichtelijk gemaakt is er voldoende afstand tussen de woning aan de Nieuwendijk en de omliggende bedrijven dat de omliggende bedrijven niet in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt en dat er ter plaatse sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

5.6 Water

Sinds 1 november 2003 is de zogenaamde Watertoets verplicht. Dat wil zeggen dat in elk ruimtelijk plan gemotiveerd moet worden aangegeven hoe met het water in het gebied wordt omgegaan en wat de ruimtelijke veranderingen voor het water betekenen. Het waterkwaliteitsbeheer en het waterkwantiteitsbeheer binnen de gemeente Terneuzen is in handen van het Waterschap Scheldestromen.

Thema en water(schaps)doelstelling Uitwerking

Veiligheid waterkering

Waarborgen van het veiligheidsniveau tegen water en de daarvoor benodigde ruimte.

Het plan heeft geen relatie met de primaire of secundaire waterkeringen.

De locatie is gelegen aan de zuidzijde van dijkring 32. De berekende overstromingskans voor dijkring 32 is 1/110 per jaar. Dit is de overstromingskans voor de gehele categorie a- kering langs de Noordzee en

Westerschelde. De initiatieflocatie is gelegen op grote afstand van de a-kering. Waardoor de kans op overstroming nog verder afneemt.

Wateroverlast (vanuit oppervlaktewater)

Bij de bouw wordt voldoende hoog gebouwd om instroming van oppervlaktewater in maatgevende situatie(s) te voorkomen. Het plan biedt voldoende ruimte voor vasthouden / bergen / afvoeren van water.

Door het oprichten van een nieuwe woning met erfverharding is er een toename van verhard oppervlak. Het verhard oppervlak zal met circa 750 m2 toenemen, vermenigvuldigd met een berging van 7,5 mm/m2 komt dit neer op een aan te leggen berging van circa 5,5 m3. Momenteel is er geen scheidingssloot

aanwezig tussen de Nieuwendijk 95 en de nieuwe woning. Tussen deze percelen zal een scheidingssloot aangelegd worden

(20)

Door een scheidingssloot aan te leggen tot aan de achterzijde van de woonbestemming zal er een sloot ontstaan van 70 meter lengte. Met een doorsnede van 0,5 m2. Dit levert een berging van 35 m3, waar slechts 5,5 m3 vereist is.

Riolering / RWZI

(inclusief water op straat / overlast)

Optimale werking van de zuiveringen/RWZI’s en van de (gemeentelijke) rioleringen. Afkoppelen van (schone) verharde oppervlakken in verband met de reductie van hydraulische belasting van de RWZI, het transportsysteem en het beperken van over-storten.

De woningen zijn/worden aangesloten op de riolering voor de afvoer van het huishoudelijk afvalwater. Het hemelwater wordt vertraagd afgevoerd op de sloot.

Waterschapsobjecten

Ruimtelijke ontwikkelingen mogen de werking van waterschapsobjecten niet belemmeren.

Hierbij wordt gedacht aan milieucontouren rond RWZI’s, rioolpersgemalen, poldergemalen, vrijverval- en/of persleidingen.

De ruimtelijke ontwikkeling levert geen belemmering op voor de werking van waterschapsobjecten.

Watervoorziening / -aanvoer

Het voorzien van de bestaande functie van (grond- en/of oppervlakte)water van de juiste kwaliteit en de juiste hoeveelheid op het juiste moment. Het tegengaan van nadelige effecten van veranderingen in ruimtegebruik op de behoefte aan water

Hemelwater van daken en erfverharding zal vertraagd worden afgevoerd naar het

oppervlaktewater. Dit zal gebeuren doordat het water opgevangen wordt in de

erfscheidingssloot, deze zal voorzien worden van een overstort alvorens het water richting

oppervlaktewater kan.

Volksgezondheid (water gerelateerd)

Minimaliseren risico watergerelateerde ziekten en plagen. Voorkomen van

verdrinkingsgevaar/-risico’s via o.a. de daarvoor benodigde ruimte.

Op de locatie zijn geen voorziening aanwezig die een water gerelateerd risico kunnen vormen.

Bodemdaling

Voorkomen van maatregelen die (extra) maaiveldsdalingen met name in

zettingsgevoelige gebieden kunnen veroorzaken.

De bestemminswijziging brengt geen activiteiten met zich mee die een maaiveldsdaling kunnen veroorzaken.

Grondwateroverlast Tegengaan / verhelpen van grondwateroverlast.

Er is geen sprake van grondwateroverlast. Het gebied wordt gekenmerkt door goede

infiltratiemogelijkheden.

Oppervlaktewaterkwaliteit Behoud / realisatie van goede

oppervlaktewaterkwaliteit. Vergroten van de veerkracht van het

watersysteem.

De bestemmingswijziging brengt geen activiteiten met zich mee die een negatieve invloed kunnen hebben op de

oppervlaktewaterkwaliteit.

(21)

Bestemmingsplan Nieuwendijk 95 en ong. te Axel 20 Grondwaterkwaliteit

Behoud / realisatie van een goede grondwaterkwaliteit.

De bestemmingswijziging brengt geen activiteiten met zich mee die een negatieve invloed kunnen hebben op de

grondwaterkwaliteit.

Verdroging (Natuur)

Bescherming karakteristieke grondwater afhankelijke ecologische waarden; van belang in en rond natuurgebieden (hydrologische) beïnvloedingszone.

De locatie is niet gelegen in een bufferzone rondom een natuurgebied. Het hemelwater zal daar waar mogelijk is opgevangen worden.

Natte natuur

Ontwikkeling/Bescherming van een rijke gevarieerde en natuurlijk karakteristieke aquatische natuur.

In de directe omgeving is geen bestemming met de functie natte natuur.

Onderhoud waterlopen Oppervlaktewater moet adequaat onderhouden kunnen worden.

De onderhoudswerkzaamheden aan

oppervlaktewateren kunnen plaatsvinden. De afstand tot de sloot blijft zeker 5 meter. Het onderhoud aan de erfscheidingssloot wordt verricht door de eigenaar zelf.

Waterschapswegen

Goede bereikbaarheid en in stand houden van wegen in beheer en onderhoud bij het

waterschap.

Door onderhavig initiatief zal slechts een extra woning worden gerealiseerd. Dit geeft slechts een beperkte bijdrage aan de aanwezige verkeersbewegingen en zal daarmee niet of nauwelijks invloed hebben op de

doorstroming/veiligheid van wegen in beheer bij het waterschap.

(22)

6. ECONOMISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID

6.1 Economische uitvoerbaarheid

Het plan zal geheel in particuliere handen uitgevoerd worden. Voor de gemeente zijn er geen financiële consequenties aan verbonden. Met de initiatiefnemer wordt een zogenaamde anterieure overeenkomst afgesloten waarin de afspraken over plankosten en planschade is geregeld. Gezien het karakter van het plan is er op voorhand geen aanleiding te veronderstellen dat er sprake is van planschade ten gevolge van dit bestemmingsplan.

6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Op grond van artikel 3.1.6 Bro dient inzicht te worden gegeven in de maatschappelijke

uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan. Het gaat daarbij zowel om de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de planvoorbereiding zijn betrokken alsook om de resultaten van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro.

Medewerking verlenen aan het onderhavige initiatief betekent voor de gemeente Terneuzen dat een agrarische locatie wordt omgezet naar de bestemming ‘Wonen’ als vervangende woning voor de verbreding en verlegging van de Tractaatweg. Daarbij wordt de naastgelegen locatie

meegenomen waaraan in 2010 reeds een ontheffing verleend om het agrarische perceel te gebruiken en bewonen voor woondoeleinden.

Vanwege de geringe impact van de bestemmingswijziging op de nabije omgeving, door onder andere weinig omwonenden, en daarbij geen negatieve omgevingseffecten met zicht mee brengt, wordt bij dit bestemmingsplan geen uitgebreide burgerparticipatie voorgesteld.

(23)

Bestemmingsplan Nieuwendijk 95 en ong. te Axel 22 7. JURIDISCHE TOELICHTING

Dit plan betreft een herziening van de beheersvordering Axel van de gemeente Terneuzen ter plaatse van de Nieuwendijk 95 te Axel.

7.1 Regels

De planregels beschrijven de bestaande regeling voor de enkelbestemming ‘Wonen’ en ‘Agrarisch’.

De planregels bevatten regels met betrekking tot het bouwen en gebruiken van grond en

gebouwen. Met deze standaardregels wordt aangesloten op de geldende beheersvordering Axel van de gemeente Terneuzen. De verwijdering van de woning aan de Sasweg is reeds geregeld in het bestemmingsplan van de verbreding van de Tractaatweg,

7.2 Verbeelding

Aan het plangebied wordt deels de bestemming ‘Wonen’ toegekend. Daarnaast wordt voor beiden woningen een bouwvlak opgenomen. De overige bestemming blijft agrarisch.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze fijne eengezinswoning is gelegen op een voor dit type woning ruim perceel van 167 m2 eigen grond.. De achtertuin op het Westen is zo diep dat het er vrijwel de hele dag

De grond is gelegen vlakbij openbaar vervoer, scholen, supermarkten en andere handelszaken en ook op 1 km van het centrum van Heist-op-den-Berg.. Er is reeds een bouwvergunning

De gemeente is van mening dat, indien aansluiting wordt gezocht met overige bebouwing aan de Nieuwe Krim, voldaan kan worden aan het genoemde criterium fysiek onbebouwde

Toegang tot de woonkamer met erker aan de voorzijde, inbouwkast aan de achterzijde, en openslaande deuren naar de gezellige achtertuin (W) met houten berging (incl.. De woonkamer

Vanaf dit moment kan er wanneer alle financiële zaken geregeld zijn door de notaris contact met je opgenomen worden voor het maken van een afspraak voor het transport (zie ook

De grond is gelegen vlakbij openbaar vervoer, scholen, supermarkten en andere handelszaken en ook op 1 km van het centrum van Heist-op-den-Berg.. Er is reeds een bouwvergunning

Als de verkoper een makelaar inschakelt om zijn woning te verkopen, dan moet hij ook zelf met de makelaar afrekenen voor deze dienst

7 Voor meer informatie over softwarepakketten zie bijlage 4.2 pakket versus maatwerk 8 In bijlage 4.5 benchmarking, staat een overzicht van andere softwaresystemen in de bouw 9