• No results found

Militaire Spectator. 5. D. N. 6. DE 1854.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Militaire Spectator. 5. D. N. 6. DE 1854."

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

5. D. N°. 6. DE 1854.

Militaire Spectator.

O V E R Z I G T

DER VELDTOGTEN IN DE JAREN i79*, 1793, EI» 1795, VOOR ZOO VERRE DIE OP NEDER-

L\NDSCHENBODE«, OF OP DESZELFS GREN- ZEN HEBBEN PLA\TS GEHAD.

'794

10.

Slot van den vehltogt van 1794 en 1795.

De vrees voor het toevriezen der natuurlijke dek- kingsmiddelen vau de Vereenigde Nederlanden , waarvan aan het slot van hel laatst voorgaande ar- tikel reeds gewag is gemaakt, werd van dag tot dag grooter , en wel zoodanig , dat de toestand der troepen in den Bommelerwaard zelfs zeer beden- kelijk geacht werd. De Engelsche opperbevelheb- ber begreep daarbij aan de andere zijde, dat zijn terugtogt zeer bezwaarlijk zoude kunnen worden, ingeval het aan het Nederlandsche gouvernement mogt gelukken, de in het vorig artikel van dit overzigt bedoelde vredes-onderhandehngen, met een goed gevolg bekroond te zien. Hij deed alzoo zijne kavallerie en zijn voerwezen naar den Yssel terug gaan , en insgelijks al het moeijelijk te ver- voeren krijgsmateriël , uit gezegden waard, alwaar de prins van Hessen- D nrmstad het beveljvoerde , terug zenden; terwijl de artillerie steeds aange- spannen moest blijven. Aande geruchten, betrekke- lijk de vredes-onderbandelingen en het bestaan van eenen wapenstilstand , werd nog eenige meerdere waarde gehecht , door het vertrek van de heeren

^f'and->en en Repelaer, op den aBsten December ,

^1<L 's Hage naar der Frauschen hoofdkwartier te

s i^?*1 > en alhoewel er, door het eenige dagen ach-

blljveu van dit gezantschap te Dordrecht, geen wapenstilstand volgde , en ook zonder dal opont- houd het daartoe welligt evenmin zoude gekomen zijn, zoo schijnt het desniettemin , dat er destijds, op verschillende, door Nederlandsen* troepen be- zette punten , bevel is gegeven, de Franschen niet het eerst aan te vallen.

Op den aSsten geraakte de Maas op sommige punten reeds met ijs bezet , ten gevolge waarvan een gedeelte van het zware geschut onverwijld den Bommelerwaard verliet, zoo ook de garde regi- menten der Nederlanders, alsmede het overschot van het legioen van Bëon , welke terug getrokken troepen zich met hun geschut op den regier- Waal- oever opstelden; desniettemin bleef de prins van Hessen, ofschoon steeds tot den lerugtogt gereed slaande, echter nog met verschillende troepen in den Bommelerwaard.

De rivier de Waal begon zich op den

reeds op onderscheidene punten vast te zetten, het- welk ziender oog toenam ; het was dan ook op den aksten — den dag der aankomst van het ge- noemde Nederlandsche gezantschap te 's Bosch — dat de Franschen den aanval op den Bommeler- waard deden , en wel met een voor hen gunstig gevolg.

Het schijnt hoofdzakelijk aan de zorgeloosheid, door de bestaande geruchten van eenen wapenstil- stand veroorzaakt , te moeten worden toegeschre- ven , dat het den Franschen gelukte den eersten Nederlandschen post , bij Kaspershoek , tegen over het dorp Empel, bij verrassing te overmeesteren, waardoor weldra het grootste gedeelte der Fran- sche armee over het ijs trok , en er dezerzijds een plotselingen schrik ontstond, welke alras eene algemeene vlugt na zich sleepte , en wel uit hoofde van eene onmiddellijke vervolging van de zijde der Franschen, tot door Bommel, ja zelfs over de Waal en verder. De bezetting van het fort St. Andries, was met den prins van Hessen-Darm- stad, nabij de dorpen Rossum en Opijnen, over de Waal getrokken.

De geallieerden hadden aanvankelijk het voor- nemen, om het dorp Tuil, dat den Franschen reeds was in handen gevallen , en hetwelk zij aanstonds daarop tot een bruggenhoofd inrigtteu , weder te hernemen, en werd zulks dan ook op den aSsten beproefd , doch vruchteloos ; den apsten

III. D. N". G. l*

(2)

116

wilde men zulks herhalen, dan door gemis aan de vereischte overeenstemming tusschen de onder- scheidene legerkorpsen, vond zulks geene plaats.

Het hoofdkwartier van het Nederlandsche leger bevond zich alstoeri in Gorinchem; terwijl des- zelfs regter-vleugel hij Vureu en Dalem en den linker-vleugel bij Everdingen eu Kuilenburg, aan de Lek, opgesteld waren.

De dag van den 3osten werd alsnu bepaald tot eenen nieuwen aanval op Tuil, en wel door 17 bataillons, 10 eskadrons en 3 batterijen, welke 3 kolommeu moesten uitmaken. Deze aanval plaats vindende, werd met het gelukkigste gevolg be- kroond, zoodat het dorp, ofschoon eerst na een hardnekkig gevecht, niet alleen werd hernomen, maar tevens de Frauschen naar den linker-Waal- oever werden terug gedreven.

Gelijktijdig met den genoemden aanval door de Franschen op den aysten, vielen zij tevens andere punten van de water-linie in Noord Brabandaan, waarbij hun, zoo als ligt na te gaan is, door de sterke vorst, almede weinig wederstands midde- len konden worden tegengesteld.

De generaal van Boetselaar , die in het gedeelte dezer linie tusschen Zevenbergen en Breda, het hevel voerde, zag zich hierdoor genoodzaakt, na een aanmerkelijk verlies geleden te hebhen, op de Willemstad terug te trekken. Een ander gedeelte Nederlandsche troepen, onder den graafd'üutre- mont, hetwelk uit Terheijden over Zevenbergen eveneens op de Willemstad dacht te relireren, werd door de Franschen aangevallen , en naar het schijnt genoodzaakt in het vrije veld te kapiluleren.

De overige toegangs-punten tol de gezegde wa- ter-linie, werden almede overrompeld, en de zich aldaar bevindende troepen terug gedreven naar de vestingen C7eertruidenberg, Heusden en Woudri- chem; waarop deze vestingen, alsook Breda en de Willemstad, volledig door de Franschen wer- den ingesloten; terwijl ook eindelijk destijds de vesting G r a v e , na eene volledige insluiting van twee en een halve maand , zich den agsten bij kapitulatie overgaf.

Na een hevig en zoo te zeggen aanhoudend bom- bardement van 24 dagen , waardoor verre weg het grootste gedeelte van bijzondere en openbare gebou- wen , als ware het, in puinhoop veranderd was gaf deze zoo braaf verdedigde vesling, zich , hoofd, zakelijk wegens gebrek aan levensmiddelen , over.

Het garnizoen was krijgsgevangen , doch den grij- zen gouverneur, den generaal de Sons, werd, uit aanmerking van zijne ver gevorderde jaren, de vrijheid gelaten in Nederland te verblijven.

Niettegenstaande het den graaf von

zoo als reeds gezegd is, gelukt was, de Fran- schen van den regter-Waal-oever te verdrijven, zoo bleef de toestand der verbondene legers , hoofd- zakelijk door de aanhoudende vorst, zeer gevaar- lijk. Derzelvergeringe sterkte, iu vergelijking van de zoo groote uitgestrektheid gronds, welke vol- gens het aangenomen cordou-systhema bezet werd, gepaard met de weinige overeenstemming der drie bevelvoerende generaals van de Engelsche, Oos- tenrij ksche en JNederlaudsche troepen , welke alle even zoo vele verschillende oogmerken als achter- gedachten schijnen gehad te hebben , maakten den toestand van Nederland en van de zich daain be- vindende legers hoogst bedenkelijk. Het Fransche leger was, wel is w a a r , ook niet buiten gevaar, daar hetzelve zich , in geval van eenen niet onmo- gelijk invallenden dooi, in eene zeer ongunstige positie zoude hebben bevonden, en het is dan ook in dezen, zeer goed door de Franschen ingezienen bezwaarlijken toestand, dat men de oorzaak schijnt te moeten zoeken, waarom zij hunne reeds behaalde voordeelen niet met meer spoed vervolgden- Inde eerste dagen vergenoegden zij zich , met meer en meer vaste stellingen in te nemen, terwijl hun le- t;er intusschen versterkt werd, door de van het ge- ëindigde beleg van Grave afkomende troepen, zoo- dat hetzelve zich meer links, langs de door de vorst al meer en meer genaakbaar wordende zui- delijke grenzen van de provincie Holland uitbreid- den. De graaf von ff^allmoden vaardigde, op den aden Januarij l y g S , een bevel uit, waarbij aan de zich in de Over- en Neder-Betu we bevindende troepen werd aangewezen, welke punten van den Rijn ,«zij , ingeval van teruglogt, zouden hebben over te trekken, welk hevel onder anderen ten ge- volge schijnt gehad te hebben , dat het Engelsche leger in de Nederlanden bij de burgers nog meer gehaat werd dan het reeds was, alzoo dat bevel inhield, om bij eenen mogelijken en zelfs waar- schijnlijken lerugtogt, alle levensmiddelen, vee of fourage , welke slechts vervoerd konden worden , van de ingezetenen mede te nemen, ten einde den vijand zoo min mogelijk in handen te doen vallen.

Zoo ook al de bijzondere toestand , waarin het Engelsche leger zich destijds bevond, een flaauwe verschooning voor het geven van een dergelijk bevel rnoge z i j n , zoo blijven dergelijke voorschriften desniettemin meestal 'eer gevaarlijk, eu zijn zij in dit geval als ware het genoegzaam, om eiken ondergeschikten te zuiveren van den blaam , wel- ken de gruwelen, bij den vo'genden terugiogt, gepleegd, hem zouden kunnen opleggen.

Op den 4den Januarij trok de regter-vleugel van

(3)

117 het Engelsche leger, uit hoofde van de aanhou- dende sterke vorst, vanden regter*Waal-oever te- rug, eene stelling achter de Linge innemende;

alleen bleven nog eenige posten aan de Waal uit- gezet, aan welke de brug bij Geldermalsum als overgangs punt over de Linge werd aangewezen.

Ten gevolge van deze achterwaartsche beweging , trachtten de Franschen zich dienzelfden dag reeds van de, alsnu zoo verzwakte, stelling achter de Waal meester te maken; de post teTuil werd hier- toe onder anderen door hen aangevallen en terug gedrongen, en wel op Haeften en Neerijnen (na- bij Opijnen), terwijl zij gelijktijdig de Waal bij Rossura overtrokken, en de zich aldaar bevindende troepen noodzaakten op Varik (tusschen het kanaal van St. Andries en Thiel) terug te trekken.

Reeds op den aden hadden de Franschen eenen aanval op Woudrichem beproefd , doch waren al- daar teruggeslagen. Op den 4den drongen zij even- wel aan die zijde nogmaals voorwaarts, met dat gevolg, dat het hun gelukte, zich bij Raamsdonk, GeertruiJenberg, Werkendam en op andere pun- ten langs de Merwede vast te nestelen, en ook van die zijde den schrik in de provincie Holland te verspreiden.

Op den 5den werd door hen beproefd Thiel te veroveren , hetwelk evenwel mislukte; dienzelfden dag hadden verschillende kleine gevechten plaats Ui en nabij het dorp Hemert, waarop degeneraal Dundas, den volgenden dag, den teruglogt, en wel op Buren, ondernam

Te vergeefs op een invallend dooiweder hopende, werd het, door de groote opeenstapeling van troe- pen in de kantonnementen tusschen de Linge en den Rijn, noodzakelijk, terug te trekken, waartoe dan ook den oden van uit het hoofdkwaartier te Amerongen , het bevel gegeven werd, geschiedende de terugtogt bij Ravenswaai, alsmede bij Kuilen- burg.

De linker-vleugel deed den teruglogt op de reeds vroeger voorgeschrevene punten, en wel: de Oos- tenrijkers bij Arnhem, de Hanoveranen bij Wa- geningen en de brigade van den generaal Baruk

"ij Wiel.

. Niettegenstaande dezen terugtogt, voor wat de

ofdtaagt aanging, achter den Rijn, bleven de voor .

Pasten voorloopig langs de Linge uitgezet.

e voornaamste drzer posten te Buren , alsmede de bezetting Van Thiel ? verlieten echter reeds op

T 7 v i e beide P""ten-

Het INederlandsche Jeger aci,,te zidl nu van zi-ne

zijde ook niet meer zeker, in de ruimte tusschen de Lek en de Merwede; dan ofschoon ten gevolge hiervan reeds verschillende troepen de Lek waren

r

overgetrokken , zoo werden er, uit hoofde van eene schijnbaar gunstige verandering van het weder, reeds op den yden onderscheidene verlaten pun- ten wederom bezet.

Pichegru van zijne zijde, ging, vooral uit vrees voor invallend dooiweder, met de grootste voor- zigtigheid te werk; zoodat, niettegenstaande den voornoemden, reeds zoo aanmerkelijken terugtogt der geallieerden, tot achter de Linge, ja zelfs achter den Rijn, zich niet dan meer of minder sterke patrouilles der Franschen in de nabijheid van laatstgenoemde rivier vertoonden, terwijl Thiel, waarin zij, na de ontruiming dier plaats door de Engelschen, waren getrokken, slechts zeer zwak door hen bezet werd.

Op den Ssten werd door den generaal von Wall- moden eene aanmerkelijke verkenning bevolen, welke, met uitzondering van eenige kleine gevech- ten bij Buren en Geldermalsum , alleen deed ont- waren , dat de Franschen zich nog maar met eene zeer geringe magt in den Thielerwaard bevonden, waardoor men de hoop koesterde, dat het herne- men der positie langs de Linge, hetgeen, ingevol- ge een den vorigen dag in Utrecht gehouden krijgsraad, nog dien dag moest plaats hebben, zonder bezwaar zoude kunnen worden uitgevoerd.

Alzoo ondertusschen de kolom van den generaal Abercroml\j , welke uit Arnhem , over Thiel, links deze positie zou trachten te beinagtigen, door een steeds onverklaard gebleven verschijnsel, niet kwam opdagen , zoo bepaalde het op dezen dag uitgevoerde zich tot het hernemen en behouden van Buren. Den loden zoude deze beweging ver- beterd worden, en ofschoon aan den regter-vleu- gel reeds eenige gevechten, als ook de vermeeste- ring van eenige dorpen, plaats hadden, zoo was echter ook het op dien dag uitgevoerde vruchte- loos, en wel, om de zeer eenvoudige reden, dat ook Pichegru , van zijne zijde, juist dezen dag gekozen had, om de Waal over te trekken, het- geen dan ook op verschillende punten plaatshad;

te weten: aan den regter vleugel trok de divisie Moreau bij Millingen , Ooij en Bemrnel over deze rivier, zich aan het kanaal van Pannerden leu- nende, de Oostenrijkers welke aldaar stonden, te- rug werpende; terwijl daardoor tevens alle zich nog in de Over Betuwe bevindende troepen ge»

noodzaakt werden, over den Rijn, en wel hoofd- zakelijk bij Arnhem. terug te trekken; de gene- raal 717ctcdonald, welke destijds de divisie Souham onder zich had, deed den overtogt bij Nijmegen en Dodewaard, terwijl de Bataafsche generaal de flinter zich op Thiel rigtte. De troepen, welke bij Dodewaard waren overgegaan, kwamen al

">ga.n

(4)

spoedig, en wel ïnj Lienden, in aanraking met de kolommen van den generaal Abercromby, be- stemd om de vroeger bepaalde beweging van de verbondenen te helpen uitvoeren, welke kolom- men echter door de Franschen genoodzaakt wer- den, op Rhenen terug te trekken.

Ten gevolge van deze belangrijke beweging der Franschen , werden alle, op den morgen van dien dag , door de verbondenen weder ingenomene pos- ten , langs de Linge, nog des avonds wederom verlaten, en de leruglogt van den regter-vleugel mede tot over de Lek vervolgd.

Den i iden stelden de Franschen zich in het be- zit van Buren, alsmede van Loevestein en Wou- drichem, ook werd alle gemeenschap met Heus- den door hen ten eenenmale afgesneden.

Hoewel men zich dezerzijds, op den loden, ecnigzins begon te vleijen, de gelukzon voor Hol- iand wederom te zullen zien opgaan, alzoo hel dooi weder zich op dien dag instelde, zoo werden desniettemin, reeds op den u d e n , bij het Engel- sche leger verschillende bevelen gegeven, om den terugtogt, en wel naar den IJssel, te kunnen be- ginnen, welke orders den volgenden dag nog wer- den uitgebreid, ten gevolge waarvan , onder ande- ren, het zware geschut tot achter den Ussel moest worden terug gevoerd. INog dienzelfden nacht echter, nadat reeds veel artillerie, zoo Hessische als iSederlandsche, terug gelrokken was, werd er tegen-bevel gegeven, veroorzaakt door hel steeds aanhoudende dooi-weder.

Hel schijnt, dat men destijds van de zijde der Oostenrijkers zeer tegen dezen terugtogt geijverd heeft, aUhans men vindt daaromlrenl eenige zeer belangrijke stukken in de Oestenr. MiL Journal, Jahrgdiig 1831 , 5de Hejt; uit welke men zoude moeien opmaken, dat de in de Nederlanden be- velvoerende generaal der Oostenrijkers Jllvinzi, toen hij in (Jen nacht van den uden Jauuarij , uit Amurongen, de tijding ontving, dat de gene- raal von Wallinoden lot den teruglogt beslolen was, daartegen al dadelijk len sterkste geprotes- teerd heeft, en onder anderen ook heeft aange- drongen , on de groote noodzakelijkheid , om voort- durend Holland te blijven beschermen , met op- merking dat deze verdediging, bij vereenigde po- gingen, zoer goed zoude zijn uil te voeren, vooral ingeval het dooi-weder slechls eenigen lijd aan- hield.

Ten einde meerderen klem aan de gezegde pro- teslalie Ie geven, vertrok de generaal Alvinzi in persoon naar Amerongen, alwaar het hoofdkwar- tier van den generaal von Wallmoflen gevestigd was, en het is dart ook waarschijnïifk ten gevolge

van deze bijeenkomst, dat de op den l oden ge- gevene bevelen, nog tol op den i zden geschorst werden.

Te Arnhem terug gekomen zijnde, ontving de generaal Alvinzi, floor den generaal Dopjf, eene depêche van den Prins Erf-Stadhouder, waarbij dringend aanzoek gedaan werd, orn hulp voorde provincie Holland; doch alzoo het Oostenrijksch legerhoofd genoodzaakt was, met zijnen regter- vleugel aan den linker van de Engelschen aan te sluiten , zoo kon aan het verzoek, zoo als hel ge- daan werd, niet voldaan worden, doch verwees hij op den generaal von IF~ctllmoden. Ingeval deze van zijne troepen wilde afstaan , was hij , Alvinzi, bereid zyn leger meer regts uil te breiden, en de door die afzending verlaten posten te doen bezetten.

Toen echter door Alvinzi, ten gevolge van bij hem ontvangene bevelen van den opper-bevelheb- ber Clair/ait, hoofdzakelijk betrekkelijk het aan.

wenden van pogingen tot voorkoming van den te vreezen terugtogt der Fngelschen, hiertoe op den iSden het noodige zoude worden aangewend , was deze terugtogt reeds aangevangen. Den i3dendes avonds namelijk waren door qraaf JJ^allmoden de eerste bevelen tot den teruglogt gegeven , en alzoo Pichegru zich reeds met eene aanzienlijke magt, waaronder ook artillerie, achter de Linge gefor- meerd had , zoo ontving de vroeger vermelde Hes- sische en Nederlandsche artillerie, op den i4den, het bevel, den terugtogt naar den IJssel te ver- volgen, ja werd ook op dien dag het bevel tot den terugtogt van het geheele leger gegeven.

Deze zoude in twee kolommen plaals hebben:

de eerste, onder den generaal Dundas, zoude over Amersfoort en omliggende plaatsen, over de Gel- dersche heide in de rigting van het Loo, vervol- gens op Deventer naar de beide oevers van den IJs- sel trekken; de tweede kolom,onder den generaal Abercromby, als ook de Hessische troepen, moes- ten mede over gezegde heide op Scherpenzeel, Voorlhuizen en Zulphen achler den IJssel komen, zoodat hel geheele leger, om den linker-vleugel bij Arnhem, eene rugwaarlsche beweging als om eene spil maakle

Deze lerugtogt, welke voorzeker in eenen zeer gcslrengen winler plaals had, moet, wat orde- loosheid, plunderzuchten ellende betreft, dien der Pruissen na den geëindigden veldlogt uit Chanx-

E

agne, vroeger vermeld, nog hebben overtroffen, aar dezelve inlusschen , als krijgskundige Bewe- ging, niet hel minsle belang inboezemt» en de Franschen hel terugtrekkende leger in niets hin- derden , zoo zij hel genoeg hier Ie vermelden , dat het zoo deerlijk onlzenuwde Engelsche leger, den

(5)

•HBI

119

i8den de stelling aan en achter den iJssel betrok , de voorposten op den linker-oever uitzettende.

Het hoofd-kwartier van het Nederlandsehe le- ger werd den i5den naar Woerden verlegd; ter- wijl de troepen van dat leger de landstreek lus- schen Schoonhoven en Krimpen , en dus de zui- delijke grens der provincie Holland bezetteden,

Den iSden rukten de Franschen over de Lek, en het was op dienzelfderi dag, dat er eene depu- tatie uit Utrecht te Kuilenburg aankwam ,otn over de kapitulatie dier provincie te handelen.

De Franschen rukten intusschen gestadig voor- uit, zoodat Wageniugen den loden , Utrecht den lyden en Arnhem den iSden door hen werden be- zet ; deze laatste plaats was door de Oostenrijkers ontruimd geworden.

Door de reeds meermalen aangevoerde redenen, werd den Franschen als ware het nergens eenigen hinderpaal tot het voortzetten van hunnen zege- vierenden inlogt in den weg gelegd, zoo zelfs , dat hunne voorhoede reeds den zeden Januarij tot nabij Amsterdam was voortgerukt, in welke plaats Pichegru reeds den aosten zijnen intogt deed.

Ten einde zich tegen de terugtrekkende Engel- sche troepen te verzekeren, rukte de generaal de Winter den igden met zijne brigade op Amers- foort , terwijl MacdüJiald de Grebbe-linie bezet- te, ten einde de Lek met de Zuiderzee Ie ver- binden.

De generaal Bo7ieau, die, zoo als vroeger reeds gezegd is, tegen Breda en Geerlruidenberg was opgerukt, maakte zich op den aosten, na het in- nemen der door de vorst als het ware onverde- digbare veldvverken , meester van laatstgenoemde vesting, van waar hij voortrukte en den aasten Rotterdam bezette, terwijl hij zich den a3sten in verbinding stelde met de over Amsterdam aan- gerukte troepen, en wel te 's Ha ge.

Onmiddellijk hierop ontvingen de bevelhebbers van de vestingen Bergen-op-Zoom, Breda, Wil- lemstad, Gorinchem, enz., bevel, de respective- lijk aan hunnen moed toevertrouwde vestingen over te geven , met welke overgave dan ook, voor zoo verre de Nederlandsehe magt betrof, de df-

7erzi.ids zoo noodlottige veldtogt van 1795 ein- digde.

De fcrijgsverriglingen, welke nog op het Neder land se h grondgebied plaats vonden, nadat de aloude republiek deszelfs onafhankelijkheid verlo- ren had , en het sedert de i6de eeuw aldaar be- staan hebbende slaals-bestuur, op den Franschen leest moest schoeijen, zijn van weinig belang,

zoodat dezelve in een zeer kort bestek zullen kun- nen worden begrepen.

Zoo als reeds gezegd is, had het gecombineer- de Engelsche leger eene stelling achter den IJs- sel, met deszelfs voorposten op den linker-oever , ngenomen. In zulk eene stelling schijnt het, dat e l k a n d e r leger, bij hetwelk bepaalde oogmer- ken ter verdediging des lands bestonden, maar waarbij ook tevens onderling vertrouwen van hoo- geren en lageren plaats vond, en hetwelk daar- door als ware het rnaar één ligchaam uitmaakte, erustelijk eenen overmagtigen vijand zou hebben unnen afwachten. Hier was het nogtans anders gesteld; het zoo schadelijke, dat elk korps» met voorbijgang van het hoofd-oogmerk, alleen de zorg voor eigen behoefte en eigen terugtogt in het oog had, kon ook > na eene zoo grooteontzenuwing als die van het Engelsche leger, niets goeds van deze door dit leger ingenomen zijnde, anders zoo ster- ke stelling doen verwachten.

De wijze van kantonneren was aan de grootste dwalingen onderworpen, zoodat het niet zelden gebeurde , dat men bij het hoofd-kwartier niet wist, welke dorpen eigenlijk bezet waren, en waar zich dit of dat bataillon somtijds bevond. Groote en kleine hospitalen, zware en ligte bagage, ad- ministratie der levensmiddelen, artillerie-treio , ponton-wezen, bakkerijen, enz.,dit alles was voor de drie hoofd-bestanddeelen (Engelsen, Ilanoversch en Hessisch) op zeer verschillende wijzen zamen- gesteld, geheel onafhankelijk van elkander, en bijgevolg ook zonder de minste zamenwerking (i).

Op den 24sten werd het hoofdkwartier van d«n generaal v on ff^alimoden, van Deventer naar Log- chetn verlegd; den 27sten werd de stelling bij De- venter reeds door de Engelschen verlaten , waariu zij door de Hessen vervangen werden. De generaal Cathcart moest met het onder zijn bevel gtaand-e korps, over Groningen op Embden r u k k e n , ten einde meester te blijven van de monding der Eems, als ook van de smalle strook gronds tusschen den Dollart en de Bourtanger-moerasen de daarop lig- gende forten , een en ander hoofdzakelijk om de gemeenschap met Engeland vrij te houden. De Engelschen rukten, ofschoon ten koste der goede verbinding met het Oostenrijksche leger, meeren meer naar die zijde op; zoodat, eerst na de des- wegens van de zijde der Oostenrijkers ingediende klagten, Deventer en Zwol weder door de Engel- schen bezet werden, door welk afmarcheren en terug keeren, de grootste verwarringen en wijd- loopigste briefwisselingen ontstonden, gedurende

(1) Por/.eet , J Theil, pag. 123.

(6)

120 welken tijd de Franschen hunne beweging tegen den beneden-IJssel begonnen, waardoor men ten laatste van de zijde der Engelschen ernstig op den terugtogt begon bedacht te zijn

Het hoofdkwartier van den generaal von Wall- moden rukte den Sosten over Enschedé naar Mun- ster. Den i sten Februarij werd Deventer ontruimd, en legerde het geheele korps Hessen zich bij En- schede ; terwijl de overige plaatsen langs den IJssel insgelijks verlaten werden.

De Oostenrijkers trokken achter de Lippe, met den linker-vleugel aan Wezel steunende, en in het front door deze rivier gedekt. Den aden Februarij trokken de Franschen in Zwolle, terwijl de divi- siën Macdonald en Moreau, op den 4denen5den daaraan volgenden, den geheelen Ussel-oever be zetteden. Op den 6den en yden rukte de divisie van den generaal van Damme, van het leger der Sambre en Maas, over Arnhem , insgelijks tegen den IJssel op, en bezette Doesburg.

De vesting Koevorden, welke nog door de En- gelschen bezet was, werd, ten gevolge van eene ioor de Franschen ondemomene verkenning, ont- ruimd, en op den iiden Februarij door een. ba- taillon Fransche grenadiers in bezit genomen. Gro- ningqn viel op deii igden almede in der Franschen handen , terwijl de JNieuwe- of Lange-Akkerschans en de Oude Schans op den aSsten daaraanvolgende almede in dit zelfde lot deelden, en zoodoende liet geheele Nederlandsche grondgebied, door het ver- bondene leger oiitruimd werd,

Het Engelsche leger trok verder in het graaf- schap Bentheim terug, leverde aldaar eenige wei- nig beduidende en niets opleverende gevechten.

De generaal van Damme veroverde het slot van dien naam, waarna het e vengenoemd e leger zich, na het sluiten van het bekende traktaat van Ba- zel, op den 5den April 1795, door de Pruisen, met de Fransche republiek, geheel oplostte.

De Engelsche troepen werden ingescheept.

Den absten Augustus daaraanvolgende, volgde de landgraaf van Hessen-Kassei het voorbeeld zoo even gemeld, ten opzigte van de Frausche repu- bliek ; terwijl de Hanoveranen insgelijks naar hunne haardsteden terug trokken.

Dusdanig was het einde van den veldtogt van 1795, voor zoo verre die tot dit Overzi»t kan ge- rekend worden te behooren. Ongelukkig en treu- rig mag men dit einde noemen, zoowel uit een staat- als krijgskundig oogpunt. Het aloude ge- meenebest verloor deszelfs onafhankelijkheid; on- verdiend moest het Nederlandsche leger onder den blaam geraken, deszelfs vaderland niet te hebben

kunnen verdedigen. Inde opvolgende artikelen van het nu geëindigde Overzigt, is ondertusschen reeds te dikwerf aangewezen , hoezeer de noodlottige za- menloop van omstandigheden, buiten eenig toe- doen van het gezegde leger, het gemeeriebest ten val bragten. Ware men ook bij de behandeling hiervan niet gebonden geweest door redenen , in de.tegenwoordige omstandigheden te gewigtig om niet in het oog gehouden te worden , dan zoude eene uiteengezette en met daadzaken geslaafde aan- eenschakeling van gronden, het boven beweerde nog meer hebben verduidelijkt. Zoo, uit hoofde van den dwang, waaraan te dezen op/igte het af- gehandelde Overzigt zich moest onderwerpen, vele zaken duister zijn gebleven, of door derzelver af- getrokkene voordragt de belangstelling misten, welke deze in zoo vele opzigten merkwaardige en leerrijke oorlog aan elk moet en kau inboezemen , dan zijn toch de hoofdlrekken dezer veldloglen in genoegzaam uitgebreide schetsen aan liet Neder- landsche leger geleverd, om ook, bij de verdui- delijking der platen, genoegzaam nut te hebben kunnen stichten. Mogt op deze wijze aan het iu de Inleiding bedoelde voldaan zijn.

Zooals wij gezegd hebben, zal op het nu geëin- digde Overzigt eene nalezing geleverd worden ; doch daar wij wederom eenige opmerkingen, dit onderwerp betreffende, hebben ontvangen, zoo zullen wij ons met het leveren dezer nalezing niet overhaasten, ten einde dezelve zoo volledig mo- gelijk zamen te stellen.

(De Redactie,}

OVER

HET RECOGWOSSEREM OF VERKENWEN

VAN URN V I J A N D ( I j . (Fragment uil Mullrrs Ttrreinlrhrt )

§ i. Het recognosseren (onderzoeken of verkennen) wordt in tweederlei op/.igt ondernomen , ten opzifite , namelijk, van het terrein en van den vijand: dikwijls ge chiedl liet op beiderlei wijzen te gelijk.

Heeft men , ten opaigle van het vooniithggend ter- rein, als in het eigen land gelegen, reeds plaatselijke k e n r i i < , of kan m e n , bij eeneri terugmarsch, voor zich uitzien, enz., zoo geschiedt h'^t recognos eren slechts met opzigt tot de stelling en beweging des vrjands

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Terzelfder tijd ontving de Russische veldmaarschalk van graaf Pahlen berigt, dat men bij eene verkenning, door de voorhoede van zijn korps, onder bevel van den generaal von Ludert,

Immers dan zou do kreet nimmer hebben kunnen oprijzen , dat het le- vende weerstelsel (het personeel) aan het doode weèrvermo- gen (vestingen , defensielijnen, arsenalen

3. dat de klachten in het grensgebied tusschen —15 en —20 het meest voorkomen bij de humusarniere gronden, wat samenhangt met de grootere gevoeligheid van deze. Lenige grepen uit

Ook die ver- anderingen vonden hun weerslag in dit tijdschrift: 175 jaar Nederlandse militaire geschiedenis, 175 jaar ontwikkeling van de Nederlandse en andere krijgsmachten en 175

Voor alle officieren loont het de moeite om de studie van deze operaties ter hand te nemen, omdat — uiteraard — de overal van kracht zijnde tactische grondregels onaan- getast

de muskeltiers droegen de lont steeds tusschen de vingers van de linker hand , waarom zij ook nooit aangestoken werd dan wan- neer gevuurd moest worden; doch op welke wijze het

Maar daaruit volgt nu volstrekt niet, dat voor iedere zesde plaats een vergelijkend examen moet gehouden worden. De billijkheid vordert alleen , dat wanneer een

Het is, onzes inziens, niet voldoende, zich door proeven over tuigd te hebben, welke bedekking voldoende zij, om den va en de uitbarsting der bommen weerstand te bieden; maar men