• No results found

SOCIALE ZORG, INKOMEN EN LASTEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "SOCIALE ZORG, INKOMEN EN LASTEN"

Copied!
17
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

7.1.1 Uitkeringen Participatiewet naar uitkeringssoort ... 2

7.1.2 Uitkeringen Participatiewet naar duur van de uitkering ... 2

7.1.3 Uitkeringen Participatiewet naar leeftijd ... 2

7.1.a Uitkeringen Wet Werk en Bijstand per wijk, percentage van de inwoners van 15 tot en met 74 jaar per wijk, 2020 ... 3

7.2.1 Aantal lopende uitkeringen WW per 31 december ... 4

7.2.2 Instroom in de WW en uitstroom uit de WW naar reden ... 4

7.2.a WW uitkeringen per 100 inwoners van 15 tot 65 jaar, Groningen vergeleken, ultimo 2018- ultimo 2020 ... 4

7.3.1 Uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid per 31 december ... 5

7.3.a Het aantal uitkeringsgerechtigden WAO, WIA en Wajong vergeleken ... 5

7.3.2 Aandeel uitkeringsgerechtigden wegens arbeidsongeschiktheid naar leeftijd en geslacht per 31 december ... 6

7.3.b Percentage uitkeringsgerechtigden wegens arbeidsongeschiktheid naar geslacht en totaal ... 6

7.3.c Wajong percentage, Groningen vergeleken, december 2018 ... 7

7.4.1 Gemiddeld inkomen per inwoner en besteedbaar inkomen per huishouden ... 8

7.4.2 Gemiddeld inkomen per inwoner en besteedbaar inkomen per huishouden, 2019 en de koopkracht, Groningen (nieuwe gemeente) vergeleken ... 8

7.4.3 Besteedbare inkomens per inwoner en huishouden en de koopkracht, Groningen en de regiogemeenten, 2019... 9

7.4.a De koopkrachtindex in 2019 en 2015, Groningen vergeleken (Nederland=100) ... 9

7.4.b Inkomensverdeling van inwoners met een heel jaar inkomen en huishoudens in 20% groepen van de inkomensverdeling in Nederland, Groningen vergeleken met Nederland, 2015 en 2019 ... 10

7.4.4 Gemiddeld besteedbaar huishoudensinkomen naar belangrijkste bron van inkomen, 2019... 11

7.4.5 Armoede, het percentage huishoudens in de laagste inkomensgroep (20% groep) en het percentage sociale minima... 11

7.4.c Percentage huishoudens in armoede naar soort huishouden, Groningen en Nederland, 2019 ... 11

7.5 Verkochte stadjerspassen naar tariefgroep ... 12

7.5.a Gebruik van de stadjerspas, aantal ingeleverde coupons, 2014 ... 12

7.6 Aanvragen voor schuldenregeling bij de Groningse Kredietbank ... 13

7.6.a Aanmeldingen voor schuldensanering bij de Frontoffice Groningse Kredietbank, kwartaalcijfers ... 13

7.7 Gemeentelijke belastingen in Euro's per jaar ... 14

7.7.a Woonlasten door gemeentelijke tarieven van een aantal gemeenten in Euro's per jaar per meerpersoons huishouden ... 14

Begrippen ... 15

Wijkindeling per 1 januari 2020 ... 17

(2)

7.1.1 Uitkeringen Participatiewet naar uitkeringssoort

uitkering 2017 2018 2019 2020 2021 ontwikkeling, 2019-

2021

Participatiewet 10.354 10.211 9.865 9.938 10.099 234

IOAW/Z 409 466 485 512 465 -20

totaal 10.763 10.678 10.350 10.450 10.564 214

bron: gemeente Groningen

IOAW/Z Inkomensondersteuning Oudere Arbeidsongeschikten (Werklozen en Zelfstandigen)

7.1.2 Uitkeringen Participatiewet naar duur van de uitkering

2019 2020 2021 ontwikkeling 2019-2021

aantal perc. aantal perc. aantal perc. aantal perc.

< 1 jaar 2.246 21,7 2.320 22,2 2.176 20,6 -70 -1,1

1 tot 3 jaar 2.443 23,6 2.414 23,1 2.546 24,1 103 0,5

3 tot 5 jaar 1.935 18,7 1.933 18,5 1.542 14,6 -393 -4,1

5 tot 10 jaar 2.060 19,9 2.080 19,9 2.493 23,6 433 3,7

langer dan 10 jaar 1.666 16,1 1.703 16,3 1.806 17,1 140 1,0

totaal 10.350 10.450 10.564 214

bron: gemeente Groningen

Bij verandering in gezinssituatie (b.v. samenwonen) waarbij een nieuw dossier wordt aangemaakt loopt de tijd ook door

7.1.3 Uitkeringen Participatiewet naar leeftijd

2019 2020 2021 ontwikkeling 2019-2021

aantal perc. aantal perc. aantal perc. aantal perc.

18-27 jaar 1.190 11,5 1.170 11,2 1.289 12,2 99 0,7

28-45 jaar 3.964 38,3 3.898 37,3 3.909 37,0 -55 -1,3

46-64 jaar 4.958 47,9 5.068 48,5 5.039 47,7 81 -0,2

65 jaar of ouder 238 2,3 314 3,0 338 3,2 100 0,9

totaal 10.350 10.450 10.564 214

bron: Gemeente Groningen

(3)

7.1.a Uitkeringen Wet Werk en Bijstand per wijk, percentage van de inwoners van 15 tot en met 74 jaar per wijk, 2020

bron: gemeente Groningen, WIMP

(4)

7.2.1 Aantal lopende uitkeringen WW per 31 december

2014 2016 2018 2019 2020

index 2020 (2019=100)

Groningen 4.883 4.757 2.970 3.090 3.969 128,4

waarvan % mannen 55 53 54 54 56

% vrouwen 45 47 47 46 44

Provincie Groningen 16.051 15.245 8.950 8.950 9.352 104,5

Nederland 440.831 411.989 248.800 248.800 285.660 114,8

bron: UWV

7.2.2 Instroom in de WW en uitstroom uit de WW naar reden

2014 2016 2018 2019 2020

index 2020 (2019=100)

nieuwe uitkeringen 7.725 6.033 4.390 4.957 7.495 151,2

beëindiging wegens:

werkhervatting 3.423 2.057 1.807 1.785 1.682 94,2

maximale duur uitkering 2.600 2.170 1.939 2.132 2.558 120,0

overig 1.072 1.746 1.208 1.246 2.296 184,3

totaal uitstroom 7.095 5.973 4.954 5.163 6.536 126,6

bron: UWV

Vanaf 2019 staan de aantallen van de nieuwe gemeente vermeld.

7.2.a WW uitkeringen per 100 inwoners van 15 tot 65 jaar, Groningen vergeleken, ultimo 2018- ultimo 2020

bro n: UWV

(5)

7.3.1 Uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid per 31 december soort

uitkering 1) duur uitkering 2014 2016 2018 2019 2020

WAO tot 5 jaar 20 7 0 0 0

vanaf 5 jaar 2.788 2.370 2.019 2.033 1.813

totaal 2.808 2.377 2.019 2.033 1.813

WAZ tot 5 jaar 0 1 0

vanaf 5 jaar 101 80 0

totaal 101 81 70 65 58

Wajong tot 5 jaar 1.421 1.398 1.390 1.511 1.510

vanaf 5 jaar 2.893 2.854 2.767 2.851 2.761

totaal 4.314 4.252 4.157 4.362 4.271

WIA totaal 1.801 2.210 2.610 3.114 3.338

totaal tot 5 jaar 1.441 1.406 1.390

vanaf 5 jaar 5.782 5.304 4.786

totaal 9.024 8.920 8.786 9.574 9.480

bron: UWV 1) Va n 20 18 zij n nie t all e cijf ers be ke nd

WAO = wet arbeidsongeschiktheidsverzekering

WAZ = wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

Wajong = wet arbeidsongeschiktheidsverzekering voor jonggehandicapten WIA = Wet werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen

Arbeidsongeschikten

Binnen de diverse soorten arbeidsongeschiktheids-uitkeringen zijn de ontwikkelingen verschillend. Bij de WAO is er een afname en het aantal personen. Het aantal mensen met een Wajong uitkering is vrij constant en met een WIA uitkering is toegenomen.

In 2006 is de WAO vervangen door de WIA waardoor er in de WAO geen nieuwe instroom meer is, per ultimo 2020 zaten er in Groningen 3.338 mensen in de WIA, er is een jaarlijkse toename.

7.3.a Het aantal uitkeringsgerechtigden WAO, WIA en Wajong vergeleken

bron: UWV

(6)

7.3.2 Aandeel uitkeringsgerechtigden wegens arbeidsongeschiktheid naar leeftijd en geslacht per 31 december

2016 2017 2018 2019 2020

Leeftijdsgroep in jaren

15 - 24 1,8 1,4

25 - 34 5,3 4,8

35 - 44 6,2 6,6

45 - 54 8,1 8,8 <55 jaar 4,5 4.3

55 - 64 12,8 13,9 55 jaar e.o. 10,9 10.4

65 en ouder 2,9 0,0

geslacht

man 5,8 5,8 man 5,6 5,6 5,4

vrouw 5,5 5,5 vrouw 5,4 5,4 5,3

totaal 5,6 5,6 totaal 5,5 5,5 5,4

bron: UWV

7.3.b Percentage uitkeringsgerechtigden wegens arbeidsongeschiktheid naar geslacht en totaal

bron: UWV

(7)

7.3.c Wajong percentage, Groningen vergeleken, december 2018

bron: UWV

(8)

Gemiddeld inkomen 2016 2018 2019 2016 2018 2019

Groningen Nederland

per inwoner met inkomen 26.300 28.700 29.700 31.000 32.300 33.400

per huishouden, besteedbaar 33.300 36.200 38.400 41.200 43.500 46.800

per huishouden, gestandaardiseerd 25.500 27.100 28.600 28.900 30.100 32.300

koopkracht 88,2 90,0 88,5 100 100 100

bron: CBS (Inkomensstatistieken) 1) Vanaf 2018 nieuwe gemeente Inkomensgegevens: algemeen

Door het CBS wordt jaarlijks het gemiddelde inkomen van de Nederlandse bevolking onderzocht. Berekeningen van de gemiddelde inkomens kunnen na 2 jaar worden gemaakt, nadat de belastingdienst de inkomens definitief heeft vastgesteld. De inkomensgegevens worden weergegeven van twee groepen: Alle inwoners met inkomen en huishoudens.

Het huishoudinkomen bestaat uit de som van de inkomens van de afzonderlijke leden van een huishouden. Bij de berekeningen van de huishoudensinkomens worden de studenten- en institutionele huishoudens buiten beschouwing gelaten.

De koopkracht geeft informatie over het gemiddelde inkomen van de bevolking ten opzichte van Nederland als geheel (Nederland=100). De koopkracht wordt berekend aan de hand van het gestandaardiseerd inkomen van huishoudens: het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. In tabel 7.4.2 is de index van 2019 vergeleken met die van 2015, hierdoor is (ook) de invloed van de wijziging naar de nieuwe gemeente zichtbaar.

7.4.2 Gemiddeld inkomen per inwoner en besteedbaar inkomen per huishouden, 2019 en de koopkracht, Groningen (nieuwe gemeente) vergeleken

gemeente gemiddeld inkomen 2019 (€) koopkracht

per persoon met inkomen per huishouden index 2019 2019, 2015=100

Amsterdam 38.400 44.900 104,0 104,8

Haarlem 37.400 47.300 103,7 102,3

Breda 35.300 47.900 103,4 99,8

's Hertogenbosch 35.400 47.200 102,5 100,7

Utrecht 36.700 45.900 101,5 100,1

Almere 33.700 46.300 96,3 100,2

Eindhoven 33.700 42.800 96,0 100,3

Zwolle 32.900 44.400 96,0 99,9

's Gravenhage 34.900 43.400 96,0 99,2

Maastricht 30.300 40.800 92,3 100,5

Nijmegen 31.000 40.100 91,0 99,6

Tilburg 30.200 41.500 91,0 99,6

Rotterdam 31.600 40.000 89,8 102,2

Assen 30.900 41.200 89,8 97,1

Arnhem 31.400 39.700 88,9 99,1

Groningen 29.700 38.400 88,5 101,6

Emmen 28.000 40.400 86,7 99,5

Leeuwarden 28.900 38.900 86,7 98,7

Enschede 27.800 39.300 86,1 99,2

Nederland 33.400 46.800 100 100

bron: CBS (Inkomensstatistieken)

Inkomensgegevens: Groningen vergeleken

De koopkracht van de meeste grote en middelgrote gemeenten ligt onder het landelijke gemiddelde (gemiddeld 94,2 tegen 100 landelijk) Die van Groningen ligt met 88,5 hier nog weer onder.

(9)

7.4.3 Besteedbare inkomens per inwoner en huishouden en de koopkracht, Groningen en de regiogemeenten, 2019

gemeente gemiddeld inkomen 2019 (€) koopkracht

per inwoner met

inkomen per huishouden index 2019

Tynaarlo 36.500 51.600 107,7

Noordenveld 32.100 46.700 99,4

Westerkwartier 31.000 45.900 95,0

Assen 30.900 41.200 89,8

Het Hogeland 29.000 41.600 89,2

Groningen 29.700 38.400 88,5

Midden Groningen 28.700 40.100 86,4

Nederland 33.400 46.800 100

Bron: CBS (Inkomensstatistieken)

7.4.a De koopkrachtindex in 2019 en 2015, Groningen vergeleken (Nederland=100)

80 85 90 95 100 105

Amsterdam Haarlem Breda 's Hertogenbosch Utrecht Almere Zwolle 's Gravenhage Eindhoven Maastricht Nijmegen Tilburg Assen Rotterdam Arnhem Groningen Leeuwarden Emmen Enschede bron: CBS (Inkomensstatistieken)

2019 2015

(10)

van de inkomensverdeling in Nederland, Groningen vergeleken met Nederland, 2015 en 2019

In de figuur is de verdeling op de achtergrond de verdeling in Nederland in 20 procentsgroepen: Binnen de laagste 20 procentsgroep van inwoners zit 20 procent van alle Nederlandse inwoners en 25,3 procent van de inwoners van Groningen. Het verschil tussen 2015 en 2019 komt onder meer omdat de cijfers van 2018 de nieuwe gemeente betreffen.

(11)

7.4.4 Gemiddeld besteedbaar huishoudensinkomen naar belangrijkste bron van inkomen, 2019

Groningen Nederland

inkomstenbron % van de

populatie gem. inkomen (€) % van de populatie gem. inkomen (€)

inkomen uit arbeid 64,0 44.600 62,4 55.300

werkloos/bijstand 8,9 17.400 4,6 19.500

arbeidsongeschiktheid 2,9 23.400 3,5 26.500

pensioen 21,4 33.400 28,0 36.200

totaal 38.400 46.800

bron: CBS (Inkomensstatistieken)

7.4.5 Armoede, het percentage huishoudens in de laagste inkomensgroep (20% groep) en het percentage sociale minima

2012 2016 2017 2018 2019

percentage in de laagste 20% groep (NL = 20) 29,6 30,2 28,9 29,1 29,2

percentage sociaal minimum Groningen 11,5 15,3 14,2 14,2 13,9

percentage sociaal minimum Nederland 9,1 9,1 8,9 8,8 8,4

bron: CBS (Inkomensstatistieken)

Armoede in Groningen schommelt

Het percentage sociaal minimum is het percentage mensen dat rond moet komen van maximaal 105 procent van het sociaal minimum. Veel eenoudergezinnen en alleenstaanden bevinden zich qua inkomen onder het sociaal minimum.

Hierbij gaat het bij eenoudergezinnen om 1.700 huishoudens en bij alleenstaanden om ruim 10.800 huishoudens.

7.4.c Percentage huishoudens in armoede naar soort huishouden, Groningen en Nederland, 2019

(12)

tariefgroepen 1) 2009 2010 2011 2012 2013

tariefgroep A 9.224 10.365 9.250 4.872 4.948

tariefgroep B 373 535 418 637 616

tariefgroep C 537 892 696 . .

tariefgroep D 265 424 379 . .

overig 450 9 50 1 11

totaal absoluut 10.849 12.225 10.793 5.510 5.575

bron: Bureau Stadjerspas

1) Tariefgroepen A: voor minima, tariefgroep B: voor studenten, tariefgroep C: voor de overige inwoners, tariefgroep D voor goedkopere passen bij een gezinspakket. De tariefgroepen C en D zijn per 2012 vervallen

2) In 2009, 2010 en 2011 betreft dit mantelzorgers De Stadjerspas, vooral voor de minima

Om ondersteuning aan lagere inkomensgroepen te geven geeft de gemeente de Stadjerspas uit. De pas kon door iedereen worden gekocht, maar vond vooral aftrek bij minima. Minima betaalden een gereduceerd tarief. Met ingang van 2014 is de stadjerspas er alleen nog maar voor de minima. Ook met ingang van 2014 is het geen fysieke pas meer maar kunnen inwoners een account krijgen via internet. Kinderen tot 18 jaar hebben geen eigen account, maar staan bij een van beide ouders/verzorgers op. Ten opzichte van eerdere jaren is het aantal verkochte passen in 2012 en 2013 sterk afgenomen.

Begin 2014 waren er ruim 5.000 accounts, het aantal actieve gebruikers was begin 2014 ongeveer 1.500. Dit aantal is in de loop van het jaar gegroeid naar 2 tot 3 duizend. Na een aantal gerichte acties is het aantal in 2015 gegroeid tot 6.500 actieve gebruikers.

7.5.a Gebruik van de stadjerspas, aantal ingeleverde coupons, 2014

(13)

7.6 Aanvragen voor schuldenregeling bij de Groningse Kredietbank

2019 2020 2021

aantal aanmeldingen 487 423 334

per 1.000 inwoners van 18 jaar en ouder 2,5 2,1 1,7

bron: Groningse Krediet Bank

7.6.a Aanmeldingen voor schuldensanering bij de Frontoffice Groningse Kredietbank, kwartaalcijfers

bron: Groningse Krediet Bank

(14)

2018 2019 2020 2021 2022

woonlasten

WOZ eigenarenbelasting, per € 2.500,- econ. waarde 4,05 4,25 4,50 4,37 4,09

WOZ, bij een economische waarde van € 200.000,- 323,60 340,00 360,00 355,20 326,80

Rioolrechten 151,00 151,00 149,90 142,33 141,80

Afvalstoffenheffing per perceel bij bewoning door

twee personen 276,48 276,48 276,48 304,08 298,20

totaal OZB, rioolrechten en afvalstoffenheffing 751,08 767,48 786,38 801,61 766,80 overige belastingen

Logiesbelasting sterrenhotels, per persoon per nacht 3,15 3,15 3,70 3,70 3,70

Logiesbelasting overig, per persoon per nacht 1,45-2,30 1,45-2,30 2,00 2,00 2,00

Hondenbelasting, eerste hond 121,80 124,80 129,60 133,80 .

bron: gemeente Groningen

Woonlasten Groningen hoger dan bij andere grote en middelgrote gemeenten

De woonlasten bestaan uit de OZB (de Onroerende Zaak Belasting), rioolrechten en afvalstoffenheffing. De OZB is afhankelijk van de waarde van de woning en wordt alleen door de eigenaren van woonruimten betaald, sinds 2006 niet meer door huurders. Voor alle gemeenten is uitgezocht wat de gemiddelde woonlasten per jaar zijn. Als eenheid is het meerpersoonshuishouden gekozen. Er wordt bij de berekening rekening gehouden met de gemiddelde waarde van de woningen per gemeente. Ten opzichte van de meeste grote en middelgrote gemeenten is een Gronings huishouden met een bedrag van € 863, - per jaar duur uit. Het gemiddelde van de grote en middelgrote gemeenten is € 739, -.

7.7.a Woonlasten door gemeentelijke tarieven van een aantal gemeenten in Euro's per jaar per meerpersoons huishouden

(15)

Begrippen

20 procents groepen

(inkomens) Inkomensverdeling gebaseerd op het besteedbaar inkomen. De grenzen van de inkomensklassen zijn afgeleid van de

quintielverdeling (1/5) van Nederland als geheel.

Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing, een gemeentelijke heffing, wordt geheven op grond van artikel 15.33 van de Wet Milieubeheer. De opbrengst van de afvalstoffenheffing wordt onder meer gebruikt voor het ophalen van huisvuil en grofvuil.

Arbeidsongeschikth.klasse

<80%

Uitkeringsgerechtigden voor wie de mate van

arbeidsongeschiktheid minder dan 80% bedraagt, maar meer dan het wettelijk voorgeschreven minimum (15% voor de WAO en 25%

voor de AAW)

Arbeidsongeschiktheidsklasse Arbeidsongeschiktheidsklasse 80-100%: uitkeringsgerechtigden voor wie de mate van arbeidsongeschiktheid tussen 80% en 100% is gesteld; zij hebben een volledige uitkering

Besteedbaar inkomen Bruto inkomen uit arbeid, onderneming, vermogen en ontvangen overdrachten verminderd met premies sociale zekerheid, loon-, inkomsten- en vermogensbelasting en andere betaalde overdrachten (o.a. premies ziektekosten en alimentatie voor ex- partner)

Draaideur (uitkeringen) Draaideurcliënten zijn cliënten die binnen een half jaar weer terug vallen in de uitkering.

Gestandaardiseerd inkomen Om de inkomens van huishoudens van verschillende omvang en samenstelling vergelijkbaar te maken, wordt het inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden.

Groningse Kredietbank Bij de GKB (onderdeel van de gemeente) kunnen mensen met financiële problemen zich melden voor informatie, hulp en/of schuldsanering.

Inkomen Zie besteedbaar inkomen

Inkomensverdeling Verdeling van de bevolking in 10 of 20 procents-groepen volgens de landelijke verdeling van inkomensgroepen

Koopkracht Het gestandaardiseerd huishoudens inkomen gerelateerd aan het landelijk gemiddelde

Rangnummer Plaats die een gemeente inneemt op de landelijke lijst van gemeenten met betrekking tot een bepaald onderwerp

Regiovisiegebied Samenwerkingsverband regio Groningen-Assen 2030, het gebied bestaand uit de gemeenten Groningen, Assen, de regio 2 en de regio 3

Stadjerspas Een door de gemeente Groningen uitgegeven algemene

kortingspas die voor iedere inwoner van de stad beschikbaar is. Het vormt een belangrijk instrument om de maatschappelijke

participatie van inwoners met een laag inkomen te bevorderen. De pas heeft een uitgebreid kortingspakket in de profit- en non-profit sector en kan worden aangeschaft door minima.

Studentenhuishouden Een huishouden met alleen uitwonende studenten

(16)

geworden gedurende een periode waarin hun voor werkzaamheden beschikbare tijd geheel in beslag werd genomen door het volgen van onderwijs of een beroepsopleiding

WIA De WIA (Wet Inkomen naar Arbeidsvermogen) is op 1 januari 2006 van kracht geworden ter vervanging van de WAO De wet omvat twee onderdelen: de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten, de WGA en de regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten, de IVA

Woonlasten Betreft OZB, riool- en afvalstoffenheffing in euro's per jaar voor meerpersoonshuishoudens

(17)

Korte omschrijving van de wijken;

1400 Centrum: binnenstad binnen de diepen, Hortusbuurt/Ebbingekwartier, Binnenstad- Oost, omgeving UMCG, Stationsgebied en het Noorderplantsoen

1401 Oud-Zuid: Oosterpoort, de Meeuwen, Rivierenbuurt, Herewegbuurt, Grunobuurt, Laanhuizen, de

Zeeheldenbuurt en het Stadspark

1402 Oud-West: Schildersbuurt, Oranje/Plantsoenbuurt en Kostverloren

1403 Oud Noord: Indische buurt, Professorenbuurt en de Hoogte 1404 Oosterparkwijk, zonder omgeving UMCG

1405 Zuidoost: Bedrijventerrein Zuidoost, de Woonschepenhaven en de nieuwbouwwijken Kop van Oost, de Linie en Europapark

1406 Helpman e.o.:, de Wijert, Coendersborg/klein Martijn en de Villawijk 1407 Zuidwest: Hoornse wijken inclusief Piccardhof

1408 Hoogkerk e.o.: inclusief Bangeweer, Gravenburg, woonwagenkamp de Kring en de Buitenhof/Kranenburg 1409 Nieuw-West: Vinkhuizen, de Held en Reitdiep

1410 Noordwest: Selwerd, Paddepoel, Tuinwijk, Zernike en het Selwerderhof

1411 Noordoost: Beijum, de Hunze, van Starkenborgh en Noorderhoogebrug/Koningslaagte

1412 Noorddijk e.o.: Lewenborg, Drielanden, Ruischerbrug en –waard, Oosterhoogebrug, Ulgersmaborg en Kardinge

1413 Engelbert, Middelbert en Klein Harkstede.

1414 Meerstad met de plaatsen: Meerstad, Harkstede (Gn) en Lageland (Gn) 1415 Ten Boer e.o. met de plaatsen Ten Boer, Thesinge, Garmerwolde en Sint Annen

1416 Ten Post e.o. met de woonplaatsen ten Post, Woltersum, Lellens, Winneweer en het buurtschap Wittewierum 1417 Haren-West e.o.: Haren-dorp, Haren Noord en omgeving Paterswoldsemeer

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In het najaar van 2005 kondigde de Nederlandse regering aan dat na jaren van lastenverzwaringen de burgers in 2006 weer meer bestedingsruimte zouden krijgen: ‘na het zuur was het

15 Zo wordt de vergelijking bemoeilijkt omdat in beide studies een (iets) andere combinatie van sociale premies en uitkeringen is toegerekend, verschillende databestanden

• Sectoranciënniteit inzake interim: tewerkstelling als uitzendkracht die onmiddellijk voorafgaat aan de indiensttreding in het bedrijf telt mee voor de berekening van de

Voor de tijd dat de arbeider moet uitrukken en daardoor effectief prestaties moet leveren, moet er loon worden betaald3. Deze tijd wordt ook beschouwd

Voor het totale pakket aan maatregelen is door de Vlaamse Regering vanaf 1 januari 2021 in de private en publieke social-/non profitsectoren een budget van 527 miljoen euro

Daarnaast wordt voor alle private sectoren nog een kwaliteitsbudget voorzien van om en bij de 132 miljoen euro, waarmee het de bedoeling is om intersectorale en sectorspecifieke

 Si, pour l’activité d’entreprise (AE) concernée, aucune CCT n’a été conclue au sein de la CP 200 pour au plus tard le 31/12/2022 avec effet au plus tard le

Altijd met de blik naar buiten; dus ook met aandacht voor de klanten van sociale diensten en ook voor politici, wetenschappers en bedrijven.. Altijd met de doelstelling