• No results found

Antwerps dialect

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Antwerps dialect"

Copied!
67
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Antwerps dialect

Dit woordenboek Antwerps bevat 490 gezegden, 2901 woorden en 20 opmerkingen.

490 gezegden

∙ 2000 frank - twieje blaa brieve

∙ Aan de andere kant van het strand is er veel meer zand - lost d'n aandre kaant van 't straand es't er veul miër zaand

∙ aantwaarps vervolg - tgoa verral verkiërd battafsloage

∙ Al dat zand - al da yard

∙ allee (aansporing) - allee, den allee is bouve

∙ alles valt binnen de plooien - t'is koekenaai

∙ als (voorwaarde) - as is verbraande kole

∙ als bij iemand het kruis van zijn broek te laag hangt - de wolke hange¨liëg ' t zal nog goan regene

∙ als er materiaal naar u wordt geworpen - asze de keuning z'n andschoene zoe geive zegge ze der nog arre ba

∙ als er materiaal naar U wordt toe geworpen - zoë geve ze de keuning zen andschoene

∙ als het lang duurt - t'is weer van de langenarm

∙ Als het maar gratis is - Verneet stieindoeid ba den diej

∙ als hij dat maar weet - assemdamorwet

∙ als hij iets doet, is het goed gedaan - assem het doe, doetem het goe

∙ als ik.... - assek....asse zain verbraande koule

∙ als je dat maar weet - aggetmorwet

∙ als je niet oud wil worden moet je je maar jong ophangen - as ge ni oud wilt weurre moet a mor joenk oephange

∙ als koffie te slap is - das de zaaik van boere mie

∙ als koffie te slap is - ge kunt er de gazet deur leze

∙ als men iets vergeet, moet je terug lopen - wa de kop verget, moete de biëne bekoeëpe

∙ als men lang moet wachten - ' k zen al weurtel oan' t schiete

∙ als telt niet ; met als kan alles - as ons kat eu koei was kongde ze melke onder de stoof

∙ als ze - asse: asse zaain verbrande koule

∙ andere bazen, andere wetten - aander boaze, aander wette

∙ Antwerps spreken - Aantwaarps klappe

∙ antwoord op `wâ zeide` - spreiked soems deur mên schauwerbloare

∙ antwoord op : edde gaai ne scheet gelôate? - aa neusbientje is ônt rotte

∙ Antwoord op :Ben je gevallen met je fiets? - neie zoë stappekik altaaid af

∙ Antwoord op dat kan ik niet - Ast met kanneke ni go muttet lierreke mor pakke

∙ antwoord op: wazeetem? - attemnietstoadanlijtem

∙ atletische figuur - nen oempestoemper

∙ Begrijp je het eindelijk. - eddetaldeur?

∙ belofte maakt schuld. - belofte mokt schuld en dië zeu ni vervult kraaigt neun bult

∙ ben je gek geworden - zedde ga oep awe kop gevalle

∙ ben je gek? - spelde ga na wa?

∙ ben je niet goed wijs? - zijde gij ni goe? (of: gaa zennichoeseker?)

∙ ben niet akkoord - da ziede vanier

∙ ben niet akkoord - teute zjeraar

∙ besluit na het uitleggen - zedus e kieke is gien mus en ne stamp is giene kus

∙ beter - wà straffer

∙ beter klein en leuk dan groot en vervelend - beter ne klaaine plezaante dan ne groëten ambetaante

∙ bij een lekker (e) drank (je) - persies een engelke da doep oe toeng pist

(2)

∙ bij een twistgesprek - gai zè zeker de plezaantste as g'allien tois zaait

∙ bij een vrouw met een rok en geopende benen - t'is sinema verniet

∙ bij God je ziet het er aan! - geziegeterbegoton

∙ Bij iemand met gaten in zijn kousen - de petaate kome al oit

∙ boffen (veel geluk hebben) - meuge beffe zonder baffe

∙ boodschappen doen - kommisjes doeng

∙ coolste kerel van de stad - den Bruno of de Jan

∙ daar ben ik het niet mee eens - zoë zen we ni getroud

∙ daar ben ik niets mee - doar zenk vet mè

∙ Daar dat is hij - Doardadisem

∙ daar kan je niets mee beginnen - da blét, da schét, da frét, en da zékt, mor wa zedder mé?

∙ daar kan je niets mee doen - doar zedde zoaleg mè

∙ daar ken ik niets van - 'ken doar gien kloete van

∙ daar ken ik niets van - kweitterdeballe van

∙ daar komt niks van in huis van wat jij wil - tarara gaai

∙ daar komt ruzie van - doar kome kweddele van

∙ dat ben ik niet - dasennekikkeni

∙ dat doet hij niet graag - aïs ni scheuteg

∙ dat gaat vanzelf - da veegt z'n gat zongder papier

∙ dat had je niet gedacht He? - dadoddenichedochtei

∙ Dat heb je niet bij jullie - Dadeddenibajolle

∙ dat heeft geen zin - das giën avans

∙ dat heeft hij ook niet - daeitemoekni

∙ dat huilt, dat kakt, dat eet en dat pist - da blet, da schet, da fret & da zekt

∙ dat is bijna gratis - dasbekaanstverniet

∙ dat is dood gaan - da' s doed gaan

∙ dat is eenvoudig - da' s e fleutsje van ne sengt

∙ dat is er een - das iene

∙ dat is fantastisch - da's graaf

∙ dat is heel triest - voer oe oege oat te bleite

∙ dat is jammer - daseungd

∙ dat is me een kerel - das nogal ne sjoarel

∙ dat is niet helemaal pluis - das ni shust

∙ dat is niet juist - da klopt langs giën kaante

∙ dat is niet niks - das gieëne kattepis

∙ dat is niet waar - joa, jatten en taloeëre

∙ Dat is nu wel heel veel - da' s na wel muug veel

∙ dat is slordig gedaan - da's gedoan van den ongd zen kloeëte

∙ dat is te duur voor mij - da kan maainen broine ni trekke

∙ dat is voor elkaar - das in de sjakos

∙ dat is zeker - vanaaiges

∙ dat ken ik niet - dakank ni tois brenge

∙ dat lijkt nergens op - da trekt oepniks

∙ dat lust ik niet (eten) - dasni maaine meug

∙ Dat moet ik niet weten - Dadintresseerdmaaijni

∙ Dat moet ik nog wennen - amaai da voart

∙ dat slaat tegen minder dan verwacht - amaai, dasoek giëne vette

∙ dat vergeet ik niet (tegen kinderen) - da goa'd'oep a boekske

∙ Dat was emotioneel - datei maai na gepakt sè

∙ dat was het toppunt - dawasdekloe

∙ Dat wil ik wel weten - Makked ni weten, of wa !

∙ dat wil zeggen - me aander woorde

∙ dat zie je van hier (ga weg) - flutla boem

(3)

∙ dat zijn je zaken niet - doar edde giën affaire mè

∙ dat zijn nutteloze uitgaven - da zen kosten oept staarfhois

∙ De (koel) kast is bijna leeg - de moize ligge doëd in de kas

∙ de aap komt uit de mouw. - de stoeme is me zaan kloete aan ne nagel blaaiven ange.

∙ De kleren maken de man - De kliere maoke de vengt

∙ de pluimen maken de vogel - de ploime moake de vougel

∙ de politie - ne sorre

∙ de volgende keer - tenneuste kier

∙ de vuile hoek - de voalen oek

∙ de waarheid vertellen - 'k mag doedvallen aklieg

∙ die heeft al heel wat beleefd - diën eidal iël wa woaterkes deurzwomme

∙ die is niet goed wijs - diën ei ne slag van de meule gat

∙ Die man heeft een onsympathiek gezicht. - Dieë vengt ei ne smoel oem strongt oep te sortere

∙ die vangt toch wel wat aan - dieë doe toch wa kumelees zenne

∙ dikke borsten - der is veul volk in de stoasse

∙ dikke borsten - veul volk in de winkel

∙ dit gaat moeilijk - da droait virkaant

∙ dit is niet gemakkelijk - das giene kattepis

∙ Dit is niet mooi - Datrekterni oep

∙ Dit kan ik niet betalen, hoor - Da kan maainen broïne nie trekke zene

∙ dit meen je niet, je maakt een grapje - zedder mé ont zwaenze?

∙ dit was niet eenvoudig - amai men jenoffel

∙ Dit zal hij niet graag doen! - Ge zujt'em nogal zieng zieng as 'k em da doeng doeng mè se goe goed!

∙ doen alsof je van niets weet - van kroemmenoas geboare

∙ dood, overleden - em is kevendrager

∙ Echtig en techtig. Kopke af en recht naar de hel - Echtig en techtig. Kopken af en recht noar d' el

∙ een atletische figuur - ne vengt gelak eun klieërkas

∙ een brede gespierde man - een klieërkas van ne vengt

∙ Een dode is iemand die dood is - Nen doeie is ieëne dien asda doeëd is.

∙ een dwarsligger - ne contraire

∙ Een gerechtschotel die op tafel valt - Klatschboempataatoeptoafel

∙ Een japanse motor - Eun reistraket

∙ een onaangenaam gezicht hebben - ne smoel veur leejr oep te kloppe

∙ een ongeluk zit in een klein hoekje - een ongeluk ligt oep een klaain pleutske

∙ een oude man - e' n oau peeke

∙ een oude man - nen aouwe vengt

∙ een pakje openmaken - ǝ pakskǝnopǝdoeng

∙ een plantrekker - ne karrottentrekker

∙ een pocher - nen jan men kloeten

∙ Een slag op het hoofd krijgen - Een peer oep oewen appel kraaige

∙ Een smoel om vis op te snijden - Ne smoel vur vis oep te snaaie

∙ een vrouw met grote borsten - z'ei veul volk in de stoase

∙ Een vrouw met zware borsten - Ien me veurwielaondraaiving

∙ Een vrouw met zware borsten - ting ton tet

∙ een vuistslag krijgen - e' n safflet oep aêi bakkes

∙ Enkel Antwerpen is belangrijk. - Deris just 't stad, de rest is parking.

∙ er genoeg van hebben - er 't scheit van em'n

∙ er is gekrakeel - t zitter bovenaarms oep

∙ ergens zijn zinnen op gezet - z' n boëntjes te wake gelei

∙ familie gaat voor - t hem is nader dan de broek

∙ foppen - e'n pee stove

∙ gaan wateren - zen petaate gon afgiete

∙ gaan wateren - zijn bilges gaan pompen

(4)

∙ geef eens een mooi handje (tegen een kind) - geftis ne schoëne pol

∙ Geen discussie, nietwaar? - Ginne zjiever, hé?

∙ gek - zoe zot as e'n achterdeur

∙ gezegde als men iemand iets toegooid - zoë geve ze de keuning zaain haandschoene oëk

∙ gezegde bij een knappe man - ne faarme gast, diën is wel een zondeke weird

∙ gezegde bij een niet zo'n mooie man - dr zender al schoënder verzoupe

∙ gezegde wanneer men liet langer kan wachten voor een toiletbezoek - 't kakke komt veur ' t bakke

∙ gezegde wanneer men niet langer kan wachten voor een toiletbezoek - 't woater stoat al in men oëge

∙ gratis - stieëndoeëd verniet

∙ grote handen hebben - aende gelak as koolschuppen emme

∙ haar bekkenbodemspieren zijn zwak (naar incontinentie verwijzend) - heure plansjée is versleete

∙ haar tepels staan stijf - de konnentjes ston oan den droad

∙ haar tepels staan stijf - heur koplaampe braande

∙ hard werken - knoesten

∙ Heb je het begrepen. - Eddetverstoan?

∙ Heb je het door? - Eddetindemot?

∙ heb je het? - eddet?

∙ hebt ge het begrepen - heddetvast

∙ heel arme woning - krot en company

∙ het bedrag - ne soem cengte

∙ het deert hem niet - a geft er ni joem

∙ het gaat zeer traag - tcho verooit as boeëne knoeëpe

∙ het geeft niet - 't is niks

∙ het hoeft niet perfect te zijn - t' stekt nie naa

∙ het is allemaal maar niks - t'is van den ongd (z'n kloeite)

∙ het is haar dagje niet - zeigetnogalissitte

∙ Het is in orde - 't Is in de sacoche!

∙ het is me wat - 't is 't ien en 't ander

∙ Het is me wat! - Amai mene frak!

∙ het is mislukt - 'tis noar de kloeëte

∙ het is niet aangenaam - Ij ei nen broebel oep ze gat

∙ het is nu jullie beurt - tizonolle

∙ Het is weer al hetzelfde - 't Is wèr van da

∙ Het loopt niet los - 't Is kakkamiemieshit!

∙ het nieuwe gerechtshof - den oemgedroïde fritzak

∙ het noorden verliezen - oat oe doeng gerake

∙ het overkomt me - kemmetzitte

∙ het St-Jan Plein in Antwerpen - tjingtjangsplain in 't stad

∙ het vordert niet - da goddier veroit lak boeëne knoeëpe

∙ het was weer zo - 't wèr van da, zene

∙ het wordt donker - de groeëte keeas is oait

∙ hij / zij ziet scheel - ne scheile 'n aop

∙ hij doet geen moeite - â veejgter zên kloeitenoan

∙ Hij heeft geen geld - Dien ei ginne rotte frang oem on ze gat te krabbe

∙ hij heeft geen zorgen - aleeft oit de keurf zongder zeurg

∙ hij heeft het in de gaten - ajeigeteur

∙ hij heeft het met veel smaak opgegeten - a jeiget in zene kladerendatsj gesloage

∙ hij heeft het weer - ajeigetwér

∙ hij heeft het zitten - ajé van jan

∙ hij heeft niets en weet niet meer wat te beginnen - a wet van giën out plaanke moake

∙ hij heeft twee gezichten - a jeid een moembakkes

∙ Hij heeft zijn kaas gelaten (hij is gestorven) - Ajee zanne keis geloate

∙ hij heet het zitten - ajeiget on zaaine rekker

(5)

∙ hij houdt van mooie meisjes - aïs nen echten tettezot

∙ hij is bang - azitmèjena. aneptze

∙ hij is begraven - dêr groeit gras op zaainen boajk

∙ Hij is de kluts kwijt. Zij is de kluts kwijt. - Ajis van zan mellek. Z'is van eur mellek.

∙ hij is dronken - ajee de stuk in zenne frak

∙ hij is gefopt - êi ée g'et zitte

∙ Hij is gestoord - Der is nen doef oan

∙ hij is gestoord - deris nen oek af

∙ Hij is heel rijk. - Dieje zit oep nen baareg geld.

∙ hij is niet bijster slim - stekt die zen verstand in e vougelke en 'tvliegt achteroit

∙ hij is niet goed wijs - ajei ne slag van de meule gat

∙ Hij is oliedom - agge dieje ze verstaand in e vogeltje stekt, vlieget achteroat!

∙ Hij is overleden - Ajee zenne n'outen frak oan

∙ hij is overleden - aligt tusse zes plaanke

∙ hij is overleden - êi is kévendroager

∙ hij is overleden - z'en keejas is oat

∙ hij is slim - ajée wa in zen bolleke

∙ Hij is verwaand - A eiget hoeig in zan bolleke

∙ hij is waardeloos - ajis te stoem oem lege zakke recht te zette

∙ Hij is weer uit zijn kram geschoten, uit zijne rol gevallen - ais wer ouit zijne knossel geschote

∙ hij kan niets - a kan just van broëd strongt moake

∙ Hij kan niets (te verlegen) zeggen - ajei zaain toeng ingeslikt

∙ hij kon er niet opkomen - akwammerniejoep

∙ Hij kon er niets aandoen - akosterniondoeng

∙ hij mag het vergeten - a kanner nor floite

∙ hij neemt alles mee - aschaardallesmij

∙ hij praat nonsens - azeiwerriswa

∙ Hij probeert maar kan geen Antwerps spreken - A sprekt Antwaarps van gotterligge

∙ hij vertrekt - a keust zen schup af

∙ hij weet er niets van - a wet van toeten of bloaze

∙ Hij zal weg gestuurd worden - Ajee zenne leste strongt ier geschete

∙ hoofdpijn - koppaain, das vaar van oe gat dor moette ni oep zitte

∙ hou je mond - houd awen teut, smoel, bakkes

∙ hou op met zeuren! - blaost meunne zak oep!

∙ I heb honger - kfal oemvaar vanden oenger

∙ idioot - onnoeëzel manneke

∙ ieder huisje heeft zijn kruisje maar voor de een is het van lood en voor de andere van stro - ieder huiske ei z'n kruiske moar veur den iënen een loeie en veur den aandere een stroeie

∙ iedereen - God en klaain pierke

∙ iedereen heeft zijn eigen smaak - ieder zaaine meug

∙ iemand die aan alles prult - nen tantafeirder

∙ iemand die altijd vergeet de deur te sluiten - die is gewoejn van noar de kaark te goan, diën is in de kaark gebore

∙ Iemand die iets gekregen heeft zegt - emmenisemme en kraaige das de kunst

∙ iemand die liegt - dië zoigt alles oit zaaine groëten tiën

∙ Iemand die niest - Tgo reigene, dapen nieze.

∙ iemand die niet op reis gaat - dië goa noar korniesj da ligt dicht tege de panne

∙ iemand die overleden was (op het kiel) - ze zen hem kome hoale met het karreke van Vets was een begrafenisondernemer op het Kiel,

∙ iemand een loer draaien - iemand ne kloeët aftrekken

∙ iemand een mep geven - een cintroeng oep z'n bakkes geve

∙ iemand heeeft een wind gelaten - der ei iëne in zaaine vinger gesneeje

∙ iemand in het gezicht slaan - klop oep zen bakkes

(6)

∙ iemand kiest voor jou - den aonhouwer wint

∙ iemand met een grote neus - ne flessepikker

∙ iemand met een te korte broek - diën ei woater in zaaine kelder

∙ iemand met veel eigenwaan - Jan men voeten

∙ iemand met veel geld - Die zit oep een dikke zweir

∙ iemand niet binnen laten - hetscheufke geve

∙ Iemand van linkeroever - Iemand van over ' t waoter

∙ iemand welke fout begaat - gêi zè nogal ne clochard

∙ iemand willen omhelzen - mak â ies tegen mene jillée trekken

∙ iets gezegd hebben - 'kem het gezêi

∙ iets mislopen - oep den bec de gaz lopen

∙ iets niet meevallen - da's ne zure

∙ Iets vertikaal zetten - Iet nuus zetten

∙ ik begin oud te worden - k'zen in de fleur van menne sleet

∙ Ik ben Belg, ik lust bier - Ik zeng nen Belg, ik draoi oep bier

∙ Ik ben dikker geworden. - ' k Zen wa baaigekome.

∙ ik ben een koukleum - k zen een kawelakke

∙ Ik ben het beu - Ik zent zo muug as kaa pap

∙ Ik ben het beu. - 'k Zen 't muug.

∙ ik ben het moe - 'tangt menne nikkel oaut

∙ ik ben het werkritme nog niet terug gewwon - 'k ben den tronnot nog nie terug gewoon

∙ ik ben met haar naar bed geweest - 'keb eur is goe gepakt

∙ ik ben met haar naar bed geweest - 'kep eur alle oeke van de slopkaomer loate zing

∙ Ik ben ongesteld - ' k hem m' n regelemengten

∙ ik ben opgelicht - 'kzen afgezope

∙ ik ben opgelicht - 'kzèn sjaggenoaje

∙ ik ben te laat - ' kmoest de leste man de zak oepgeve

∙ Ik ben te laat - Ik zen te loat

∙ ik ben te laat - ze lag oep men onderbroek

∙ Ik ben versleten - keb de mot in maain laaf

∙ ik dacht bij mezelf - ik docht in men aige

∙ ik denk dat het dadelijk weer gaat regenen - kpeins dateije van ierbove een gat in zen kroan ée

∙ ik ga er vandoor - ik ben schampavie

∙ ik ga mij wassen - ik gon menaaige wasse

∙ ik ga naar bed - 'k gon nor mennen tram

∙ ik ga naar het wc - 'k gon is zing of dak nog ne joenge zaain

∙ ik he haar alle hoeken van de kamer laten zien, wilde sex gehad - ' kem eur alle oeke van de slopkamer late zieng

∙ ik heb daar niet veel zin in - ik stoan er ni oem te springe

∙ ik heb er genoeg van - kraig 'r tsgeit van

∙ ik heb hem eens flink aangepakt - kebbem alle hoeke van de koamer loate zing

∙ ik heb het koud - 'k em kaa

∙ ik heb je er nog voor gewaarschuwd - kemmetoenogzoegezei

∙ ik heb problemen - 'kzen in den aop gelogeerd

∙ ik heb ze ontmaagd - kem heur bloemeke geplukt

∙ ik kan dat niet zien - K'hem kak in men owege

∙ ik kan er niet opkomen - het lei oep men toeng

∙ Ik kan je geen geld lenen - Ik moet mijne chick oek betaole

∙ ik kan niet alles zien! - 'k em gin oejge oep ma gat!

∙ Ik kom nooit op café - 't caffei is nen aaizerenwinkel veur maai

∙ Ik kon het me niet herinneren - Kost er nie oepkomme

∙ Ik moet echt dringend naar toilet, het komt al bijna... - Kgon gau kakke, want ze ston al on de poort.

∙ Ik sta hier al erg lang te wachten - 'k ston eer al een eur te schildere

(7)

∙ ik trek me niets meer van U aan - de pot oep

∙ ik versta er niets van - 'k verstaon er gien kneit van

∙ Ik vertrek maar eens - ' k Zèn voesj

∙ Ik zal ....eens vertellen over je streken en ondeugden - k zal a boeksken is oupedoen

∙ Ik zei het hem immers ook - Astottergelaknepalmenouten

∙ ik zie u graag - ' k zien a geire

∙ Ik zie ze liever gaan dan komen - 'k zien liever heur iele dan heur tiëne

∙ ik zit in tijdstekort - 'kem moar twie polle

∙ Inwoner van een dorp aan de overkant van de Schelde - Een waterkieken, of een watergeest

∙ je bent niet goed wijs - zedde oep a koppeke gevalle?

∙ je gaat mij niet voor de gek houden - Mé iel den Ouwe God, mo ni mé deze zot

∙ Je gaat mij niet voor de gek houden. - Mé alle Chineze mor ni mé den deze.

∙ Je gaat mij niet voor de gek houden. - Mé iel A:ntwa:rpe mo ni mé moa

∙ Je gaat mij niet voor de gek houden. - Mé iel Schoete mor ni mé men kloete

∙ je hebt me beetgenomen - gai zène schoëne

∙ je hebt veel goesting om bepaald voedsel vb mosselen met frieten. je komt thuis en je mama is dat juist aan het koken dan zegt ze - ge hebt moar te spreken en uwe mond goat open. dat wordt geegd op altijd dezelfde aangename toon.

∙ je mag er niet op rekenen - ge kunt er giëne stoat oep moake

∙ je mag hem houden - gemeuttemmemme

∙ je moest eens weten - gemoestetbegotiswete

∙ je moet geen raad geven aan een ouder meer ervaren iemand - nen aawen oap moette gin smoele liëre trekke

∙ Je moet niet denken dat ik dat ga doen, man - Ge kund'is on mennen tap gaon hange joeng

∙ je moet niet over jezelf praten, dat doen de anderen wel als je weg bent - ge mut ni over oe aaige klappe, da zulle d'aander wel doeng as ge weg zaait

∙ Je moet niet zoveel drukte maken - ge moet ni zoë van oewen théoater moake

∙ jij bent nogal een deugeniet hoor - gij zijt nogal ne ravesjol zenne (naar de fransman Ravachol)

∙ jij gaat mij niet voor de gek houden - mé hiel aantwaarpe mor nie mé maai

∙ jij moet me niet - gaai zie maai ni zitten ei

∙ juffrouw mag ik eens dansen met u - juffra, mak ou is deur den bak sleure

∙ Kan ik U ergens mee van dienst zijn? - Kannekoewellepe?

∙ kan me niet schelen - kan me nie verdoemme, jao, flutla!

∙ klagers geen nood en snoevers geen brood - kloagers giëne noëd en stoeffers giën broëd

∙ klein van gestalte - een deurgezoagd reuske

∙ klein van gestalte zijn - dien ee d' en grondsmokske

∙ kleine stevige man - ne keurte geblokte

∙ kom eens eventjes hier - komdisefkes ier

∙ Krijg nou wat - Kakt na oep de küsvraa

∙ kussen - toeng draaien

∙ kust mijn kloten - schét oemoeg én kopt'em

∙ laat hem zwijgen, zet de radio / TV af - geftem 't scheufke

∙ laat me met rust - loept nor de poemp

∙ langzaam aan - mé een bietje seffes

∙ lieverkoekjes bakken ze niet - lieverkoekskes bakke ze ni

∙ lui zweet is gauw gereed - loi zwiët is gaa geriëd

∙ luistervink - dien ée oere gelak soeptelloere

∙ maak dat mee - komt da tege

∙ maak een keuze - wadistna aare of joeng

∙ maak maar dat je weg komt - loept noar hois joenge, a moeke ei viskes gebakke

∙ Mag ik met u naar bed - Mak auwe gank is witte

∙ menstrueren - de roei vlag angt boate

∙ menstrueren - tante roos is oep bezuuk

(8)

∙ met iets verveeld zijn - ambettant zen

∙ Met mij wordt niet gespot. - Mè ieël Antwaarpe, mô ni me mijë. Me honderdduzend Chineze, mô ni met den deze.

∙ mij gerust laten - nie in men rapen schaaten

∙ mij neem je niet beet - van da boereke giën aaire

∙ mijn vrouw - die van oengs

∙ moeilijk - amai maane frak

∙ Moge ze me met rust laten, met hun problemen - Da's is m'n klote kusse!

∙ Mongool - Een doake

∙ mooi van ver maar verre van mooi - schoen van vaar, mor vaar van schoen

∙ mooie borsten - ferm tette

∙ muilen trekker - moilentrekker

∙ naar het toilet - ene zonder vel gaan draaien

∙ naar het toilet - nen bruine gaan stallen

∙ naar het toilet gaan - nen bruinen beer goan verzuipe

∙ negen kansen op de tien - van tieng neege

∙ niet bijster slim - te stoem oem t helpe te dondere

∙ niet bijster slim - zoë loemp als t achtereind van eu vaareke

∙ niet met u - teute geraar

∙ niet te geloven - amaai mijne frak

∙ niet voor niets - schuppe lul

∙ niets bijzonders - ni veel soeps

∙ nooit meer - noeit ni mier

∙ nou zeg - hedde van ze leve

∙ Nou, zeg ... - Jao, amai zene!

∙ Nu ga ik me wassen - Naa gaon ekik mijn eige wasse

∙ och arme - och gottekes toch

∙ om te kijken zal je moeten betalen - oem te zieng godde moete betoale

∙ Onder iets lijden - Er z'n peere mee afzing

∙ ongeduldig - as dadier nochlaank gotduure zaltrap gedoanzen

∙ ongelooflijke persoon - da's ne straffe

∙ onsympathiek gelaat - ne smoel om ijzer op te plooien

∙ op mijn zenuwen werken - oep man seskes waarke

∙ oppassen - oeppasse é goa

∙ oude auto - nagelenbak, au wrak

∙ over iemand met hoge eigendunk - stapelzot van glorie, moar het is grand jàr, petite noble

∙ Pas op of je krijgt een klets - Pasoep of ge loept tege man aend

∙ Pas op of je krijgt een pak slaag - past oep want ge kregt een akketaat

∙ Pas op of ze rijden u omver - pasoep of ze rije over oe graat

∙ praatziek zijn - die zennen bebbel sto oeak ni stil

∙ prietpraat - zaeik van boeremie

∙ prietpraat - ziever in pakskes

∙ radeloos zijn - zen kas oepvreite

∙ rommelig huishouden - huishouden van Jan Steen

∙ ruziën - ' tzit er tege

∙ schelen - Het kan me niet blotten

∙ slag op gezicht geven - toek oep a bakkes geve

∙ slappe koffie - zijk van boere mie

∙ slonzige vrouw - machoufel

∙ snel optrekken - em oep za stertje daawe

∙ St-Annastrand - de plage van 't Sint Anme

∙ stevige borsten - e farem schap

∙ stevige borsten - ne schoêne kommisveur

(9)

∙ t'is stil waar het nooit waait - t'is stil woar dat noeit woijt

∙ tegen een kind dat zegt `ik wil liever dit of liever dat` - lieverkoekskes bakke we ni

∙ tegen een mooie man - ej sjoeke! lottiswazien!

∙ tegen iemand die blijft zeuren - amaai gaai kunt nogal ee zoag spanne, zenne

∙ tegen iemand welke wartaal uitkraamd - wa zittegêi in e broek te krabbe

∙ tegen opkijken - joa men gat

∙ traag werken - oan den boaard trekke

∙ Trek dit snel aan - Trekt dad agaa on

∙ Trek vlug jullie pulletjes aan, neem jullie fiets en maak nog eens de ronde van de tuin. - Allee, mettez vite vos chandailles, springt oep oven ijzere peerd, en moakt nog nen tour du jardin!

∙ TrolleyBus v / d Suikerui - trolleebus vaan de soikeroi

∙ u moet mij niets wijs maken - gèi moet mij gien smoele leere trekke

∙ uitdrukking wanneer er iemand alleen is - da's ma droegskes zenne

∙ uitgehongerd - zwarte sniew zien

∙ Vader hoorde een geluid op de trap, nam zijn geweer en trok zijn broek aan - Pa hoorde nen stoemmeling oep den trap, pakte ze geweer en schoot in z'n broek

∙ vallen - de grond kusse

∙ vallen - oep auwen bek gon

∙ van de grond gaan - loeke schooif doeng

∙ van de hemelse dauw kan je niet leven - van den eemelsen daa kunde ni leeve

∙ van gedachten veranderen - aawe kazak draoien

∙ vanaf ik nog heel jong was - van klensafaan

∙ veel geld - nen hoep cengte

∙ veel geld in uw zak - een zweer in uw zak

∙ veel te goed is half zot - veul te goe is allef zot

∙ ver familielid - iene vant sevenste knoepsgat

∙ verdekte vraag naar sex - joekt a mijolleke?

∙ vergeet het maar - da kunde oep awen bil schreive

∙ Vergeet het! - ge kunt' er enne fluite

∙ vergissing - een abuus da ni just is

∙ verliefd koppel - t'is koekenbak tusse die twé

∙ verschillende dingen tegelijk doen - klappen en braaie (breien)

∙ verspillen - verlore late goan

∙ verwaand zijn - neffe zên schoene loeipe

∙ voor niks gewerkt - veur nen drol van Janus

∙ Vooruit, rij door, ga van dat (voetpad), of ik zet je op de bon! - Allei, cirkulei, d'eraf of 'k zet oe deroep!

∙ vruchteloos zoeken - 'kem hiel antwâarpe oep z'en bakkes geloepe en niks gevonde

∙ waar ge je heen - no wor eddet

∙ Wanneer je sterft kun je niets meenenmen - op een doedskist stoa gin porte-bagage

∙ wat doet hij - wa doetem

∙ wat doet hij nu weer - wa vangt dië nawèr oan

∙ wat doet u nu - wa doede naa

∙ wat een boer niet kent, dat eet hij niet - wa nen boer ni kent, da frettem ni

∙ Wat gaan we eten? - een stuk van je leven

∙ Wat had je zoal graag gehad? - Wamoetemme?

∙ Wat heeft hij gezegd? - Wasseitem?

∙ Wat sta je daar nu te kijken? - Oestodderna?

∙ wat valt er hier te eten - wa isser te verapsnapse

∙ wat zegt hij - wa zeit'em

∙ We kunnen het niet langer aan - En de poembak, de poembak, de poembak is kapot, en ...

∙ we vertrekken hier - en wijle weg, we keussen hier ons schup af

∙ wie al veel heeft, krijgt veel - t woater loept altaaid nor de zië

(10)

∙ Wil je een klop op je gezicht? - Wilde gij 'n péér oep uwen appel?

∙ wil niets meer met een persoon te maken hebben - ij kan men kloate kusse zennej / ij kan den boam in

∙ Winkelen - Komishes doeng

∙ wordt gezegd tegen een egoist - Alexaander, alles veur maai en niks veur een aander

∙ wordt gezegd tegen iemand die klaagt dat hij zich verveelt - spelt wa me oe tiëne tot vermoak van oew iele

∙ zal het gaan ja - goch t zouen bitje

∙ zand in het eten - da schuurt de moag

∙ ze hebben hem ook liggen - aahee oak van dee boter gefret

∙ ze hebben hem op straat gzet - zemmenem le z'n klikke en z'n klakke boite gesmete

∙ ze hebben ruzie - ze zèn un schip ant laaje

∙ ze hebben ruzie - zebben ambras

∙ ze hebben ruzie in het huishouden - 't is gruen hout

∙ ze hebben u in de maling genomen - zemmenoeligge

∙ ze heeft grote borsten - z' ei veil hout veur eur deur ligge

∙ ze is begonnen met menstrueren - z' is juffra geweure

∙ ze is bont gekleed en of geschminkt - ze loept er rond lak een mannekesblad

∙ Ze is goed gebouwd - Z'is goe verziën van poëte en oëre

∙ ze is nog maagd - zeiter bloemeke nog

∙ ze is zwanger - ze zit vol

∙ ze is zwanger - zei tege an ronde toafel gelope

∙ ze moet bijna bevallen - ze loept oep heur leste

∙ ze ruikt onfris - ze stienkt gelak ne visbak

∙ ze was het moe - zewieretbeu

∙ ze zijn verwittigd - ze zulle na hunne kak wil inaawe

∙ zeventig jaar worden - mè tram zeive raaje

∙ zich belachelijk maken - nen afgangk gaon

∙ zich inbeelden - steld'oeveur

∙ Zij staat vol sproetjes - Zij heed in ne koeiestront geblozen

∙ zijn gulp staat open - z'n kapelleke stoat ope, aa verwacht nog bezuuk

∙ zin of geen zin, Je moet het doen - kak of giene kak, de pot oep

∙ zoiets ben jij niet gewoon - da zal a gat voare

∙ zon die schijnt bij regen - 't is duuveltjeskaarmis, tis kaarmis in d'hel

∙ zot zijn doet geen pijn - zot zen doe ni siër

∙ zwanger zijn - mé a pakske zitte

∙ zware borsten - 10 ton tet

∙ zware borsten - farme memme

2901 woorden

∙ - kribbelenbuik

∙ (klein) geld dat verloren is, is voor de werksters - bezemgeld, keergeld

∙ (sigaren) aansteker - nen allumeur nen brikeh

∙ (stalen) stutbalk - poetrel

∙ <!--0001-->1 - iejn

∙ <!--0002-->2 - twiej

∙ <!--0003-->3 - draai

∙ <!--0004-->4 - vier

∙ <!--0005-->5 - vaaif

∙ <!--0006-->6 - zes

∙ <!--0007-->7 - zeive

∙ <!--0008-->8 - acht

(11)

∙ <!--0009-->9 - neige

∙ <!--0010-->10 - ting

∙ 1 boterham - iene bo

∙ 10 centiem - couke

∙ 100 frank - e pondje

∙ 1000 frank - duezendballen

∙ 1000 frank - ne zak of een ton

∙ 20 frank - e loewieke

∙ 2000 frank - twie zakke of twie ton

∙ 3 - drei

∙ 5 centiem - halfsouke

∙ a.u.b. - astemblieft

∙ aalbessen - roei beezekes

∙ Aalstenaar - Ajoïn

∙ aan het - ont

∙ aandacht - attengce

∙ aangedampt - bedoempt

∙ aangeleerd - oangeliêrd

∙ aangezicht - bakkes, smoel, frè ter

∙ aangezien - gezing

∙ aangroeien - baaikome

∙ aanhangwagen - remork

∙ aanhoudend - rinkonneen

∙ aanhouder - oanhaawer

∙ aanrijding - koekenbak, pataat, botsing

∙ aansluieren - aanslepen

∙ aansmeren (iemand iets..) - oepsolfere

∙ aansteekschoenen - teensletsen, sleffers

∙ aansteker - allumeur

∙ aansteller - blageur, stoefer

∙ aanstellerige dame - chichimadam, kakmadam, mie kak

∙ aanstellerij - stoeffen

∙ aantrekkelijk meisje - graaf mokke

∙ Aantrekkelijk meisje - Koeketiene

∙ aantrekkelijke vrouw - a farem dingk, teenentander

∙ aantrekken - aanschieten

∙ aanzienlijk - veul

∙ aardappel - pattat, petaat

∙ aardappelen in de schil - braspetaate, varrekkespattatte

∙ aardappelhoofd - patattekop

∙ aardappelmesje - pettaateschellerke, petatscheller

∙ aardappelpuree - petaattestoemp

∙ aardappelpuree met wortelen - peikesstoemp

∙ aardappelschillen - petaateschelle

∙ aardbei - jaarebejz

∙ aardbei - jarrebees, jarrebeis, jaarbees

∙ aardolie - petrol

∙ aarslikken - kontlakke

∙ abrikoos - appelkok

∙ accelereren - gaas geve

∙ accordeon - trekeurgel, trekzak

∙ accorderen - overeenkomen

∙ accu - batterie

(12)

∙ achter de elleboog - scheinneilligord

∙ achter elkaar - achteriën

∙ achterhoofd - kop

∙ achterlijke - spast

∙ achterste - kongt

∙ achterstevoren - achtersteveure

∙ achterwerk - poep

∙ achterwerk - schaaiter, gat, ol, putjaar

∙ achttiende - achtingde

∙ ademen - asemen

∙ administratie - papiermole

∙ advocaat - avvecaot

∙ afbeeldingen - beelekes

∙ afgeleid van 'hol' - nol

∙ afgeleverd - binnegebrocht

∙ afgeroomde melk - fleutsjesmelk

∙ afkeer - dégoe, weubbe

∙ Afrika - den Afrik

∙ Afrikaantje (oranje bloem) - Ne stinker

∙ afschilveren - afblotte

∙ Afslaan - Afsloage

∙ afstandsbediening - kaske

∙ aftroggelen - afloize

∙ afzet gebouw v dokwerkers - kiekekot

∙ afzien - mijne giele zien

∙ afzuigkast (labo) - trekkas

∙ akelig - grellig

∙ akkerwinde (convolvulus arvencis) - bonjoermadammeke

∙ aktentasje - malletteke

∙ albert - albeir

∙ algemeen nederlands - schoën vloms

∙ alhoewel - awaort

∙ allang - allaangk

∙ alle - al

∙ alleen - allien

∙ allerlei - vanalles

∙ alles in een keer - iniënekiër

∙ alles wat zoet is - zuutighat

∙ als - as

∙ als ik - azzek

∙ altaar - alter

∙ altijd - altaaid

∙ altijd geweest - allezelève

∙ alvorens je het beseft - veur daggget wet

∙ alweer - wér, wéral

∙ ambetant meisje - e scheel

∙ anderzijds - langs den aandere kaant

∙ angst - schrik, bang, met de poepers zitten

∙ angsthaas - broekschaaiter

∙ anjer - sjenoffel

∙ antenne - anten

∙ antiroestverf - roeiemening

∙ antivries - antigel

(13)

∙ Antwerp-supporter - Ne roejd-witte nongt (hond)

∙ Antwerpen - Aentwaerpe, ' t Stad, de Koekestad

∙ Antwerpen - Sinjoren stad

∙ antwerpen stuivenberg - de seefkoek

∙ Antwerpenaar - Sinjoor

∙ Antwerpenaar - Spaanse Brabander

∙ Antwerps gezelschapspel met kinderen - iedereen duimen naar boven en duimen afzonderlijk op elkaar een toren maken. Eummeken deummeken oeëgen toren. Al wie lacht die ij verlore. Al wie handen en tande lot zing, kraaigt ting stoempen en 1ne neep. 't Is gezeit. Iedereen maakt grimassen en met ellebogen duwen tot iemand hand of tand te zien is.

∙ Antwerps Theater - Aantwaarps téater

∙ Antwerpse - Aantwaareps

∙ antwoord op: wazeeze - azepoepdanleeze

∙ apekop - aopesmoel

∙ appartementsgebouw - blok

∙ appel - appol

∙ appelblauw zeegroen - appelblauziêgrung

∙ appelmoes - appelspaais

∙ appelmoes - kampot

∙ AQUARIUM - VISKESBAK

∙ arm meisje - aarmschaap

∙ armband - bragelee, gourmet

∙ armzalige woning - kroipkot

∙ Asvalt - Makadam

∙ auto - nen otto

∙ auto - voiture

∙ auto (mooie) - farme bak

∙ auto mooi - knappenbak

∙ autobumper - baarchoc

∙ autoped - trottenet

∙ autoschouwing - de control

∙ autouitlaat - chappement

∙ autoverwarming - sjofret

∙ avond - avend

∙ baas - boas

∙ babbelaar - sjauwelér

∙ baby - boeleke

∙ baby die nog niet kan zitten - ne platte

∙ babyhemdje - brassièreke

∙ babysokje - chouchonneke

∙ badspullen / toiletgerief - zeeperei

∙ bagagedrager - portbagaesj

∙ bagagedrager (fiets) - t stoeltsje

∙ bakfiets - triporteur

∙ bakkebaarden - fabriezen

∙ bakkebaarden - fashen

∙ bakkebaarden - favorie' s

∙ ballen - kloejten

∙ balpen - bik, stilo

∙ banaan - ban'an

∙ band (auto, fiets, ...) - tube

∙ bandrecorder - baandoepnemer

∙ bangerik - labbekak

(14)

∙ bangerik - schaêitluis, broekscheiter

∙ bankstel - salon

∙ bed - beddenbak, nest, tram, keef, tweemeter, vloeienbak

∙ Bed - Tramme

∙ bedankt - merci

∙ bedelaar - schoeier

∙ bedelen - schoeie, afluize

∙ bedplasser - beddezeiker

∙ bedrogen / opgelicht - gezjost

∙ beeltenis van een persoon - e portrèt

∙ beerschot - ' t kiel

∙ beerschot suporter - kielse rat

∙ beetje - bitje

∙ beffen - on't koemeke ange, koemekelak, minette

∙ beginneling - bleuke of een ammateureke

∙ begon - begost

∙ begraven - zenne 'n houte frak aandoeng

∙ beha. - soutiënne, tettagère

∙ beheersen - kunne

∙ behoorlijk - goe, serieus, greef, goe gedaan

∙ beitel - nen baréng

∙ bekenden - kenisse

∙ belangrijk - voernoam

∙ beledigen - oitschijten

∙ belhamel - kastaar

∙ bemesten - beire

∙ ben je gereed - zedde geriëd

∙ ben je klaar - zedde kleir

∙ benauwd - benaud

∙ beneden - beneje

∙ benzine - naft, naaft

∙ Berchem - Baerechoem

∙ berg - baareg

∙ berghok - roemelkot

∙ beroepsmillitair - boeffer

∙ beroerte - gerokthad, attak

∙ bes (bvb aardbei) ook meisje of liefje - bees, bvb jaerebees

∙ beschadigen - abimeren

∙ beschermengel - engelbewoarder

∙ beslommeringen - slameur

∙ bestrijden - bestraaie

∙ betalen-afdokken - lammeren

∙ betasten - bepoëtele

∙ betekenen - wille zegge

∙ beterweter - baasplas

∙ beteuterd - betetterd

∙ Beurs - Portemonnee

∙ bevelhebber - boaas

∙ bevroren - bevroze

∙ bewegen - boesjeere

∙ bewustzijn verliezen - van zenzelve goan

∙ bezien - bezing

∙ bezinksel (in wijn), koffiedras - zaksel

(15)

∙ bezoek - bezuuk

∙ bezopen - poupeloerezat

∙ bibliotheek - boekeraai

∙ bidprentje - doëdsbeeleke

∙ biefstuk - bufstek

∙ bier met cola - mazoet

∙ bij - bie

∙ bij de baas slijmen - neun boazepoeper

∙ bij mij - bamaa

∙ bij U - bajaa

∙ bijelkaar - baaiiën

∙ bijna - bekans, bekan

∙ bijna niets - niemandalleke

∙ billekoek - plakkaot oep oe achterste

∙ binnen - binne

∙ binnenkort - in 't keurt

∙ binnenstebuiten - averechs

∙ bioscoop - cinema

∙ blaar - blaajn

∙ blaaskaak - grootbakkes

∙ blaaspijp - een klakkebuis

∙ bladeren - bloare

∙ Blanke met zeer witte huid - bleekscheet

∙ Blauw - Blaut

∙ blauw (bijv.nw.) - blaa

∙ bleekwater - javel

∙ bleekweide - blaajk

∙ blij - content

∙ blijdschap - contentement

∙ blijf er af - bleft erisaf

∙ blijft - bleft

∙ blijkt - blekt

∙ bliksem - heilicht

∙ blinde vinken - loëze vinke

∙ blindedarmontsteking - appandisit

∙ bloeden - bloeie

∙ bloedworst met appelmoes - beuling me appelspijs

∙ Bloementuil - Bloemekee

∙ bloemkool - bloemkoele

∙ blokjes - blokskes

∙ blomme - droameule

∙ blootvoets - barrevoets

∙ bocht (van slechte kwaliteit - boecht

∙ boekentas - kazak

∙ boekentas - ne kazak

∙ boerekop (veeswaren) - kop van Raas

∙ boerenboter - goeiboter

∙ Boevetronie - Ne smoel oem ne matrak oep te rodere

∙ boezem - kommisveur

∙ boiler - bulex

∙ bommetjes - pistonnekes

∙ bonen - boene

∙ bontmantel - pelse frak

(16)

∙ boodschappen - kommisjes

∙ boodschappen doen met 't vrouwke - komishes doeng mè t wefke

∙ boodschappentas - kabas

∙ boord - boerd

∙ boos maken - aanjaren

∙ boot - boeët

∙ bord - troch

∙ bord (eet) - platte talloër

∙ bord (soep) - diepe talloër

∙ bordeel - kabardoeshke het woord komt van Napoleon Bonaparte . Hij gaf iedere zelfstandige zijn beroep een nummer.

Bordeel was cabaret douze.

∙ borden - telloren

∙ Borgerhout - Beurgerout

∙ borgerhout - borgerokko

∙ borst - börst

∙ borstel - beustel

∙ borsten - fluppeuh

∙ borsten - komisveur

∙ borsten - loeze

∙ borsten - schap

∙ borsten - tette

∙ borsten en billen - beursten an bullen

∙ borstenhouder - tettejaar

∙ borstwaanzinnige - tettezot

∙ bos bloemen - bloemekee

∙ boterhammetje - boke

∙ Braambessen - braambeze

∙ Braambessen - broambeese

∙ bracht - broecht

∙ brandewijn met abrikozen - boeremaskes

∙ brandewijn met rozijnen - boerejoenges

∙ brandweer - pompiers

∙ brandweerman - pompier

∙ breed achterwerk - ne mega schaaiter

∙ breede rand - breeje rand

∙ breien - gebreid - braaje-; gebreeje

∙ breinaald - priem

∙ breiwol - soai

∙ bril - fok

∙ bril - neusveloo

∙ broer - bruur

∙ broertje - brurreke

∙ brood - broeëd

∙ broodbeleg - toespijs

∙ broodjes - broeikes

∙ broos - fragil

∙ bruin krentenbrood - roggeverdoemeke

∙ Brusselaar - Kiekenfretter

∙ Brusselse of Hervse kaas - stinkkeis

∙ bui - vloag

∙ buik - pens

∙ buikloop - racekak

(17)

∙ buikloop - schaêiterij of kakkerij

∙ buil - tet

∙ buiten - boaten

∙ buiten de stad - boatenpoort

∙ buitenaards - van nen andre wereld

∙ buitenechtelijke verhouding - aanhouderij

∙ buitenlander - makkak

∙ buitenlander - Tchoek tchoek

∙ buitenlander (china, japan, indie...) - reiskakker

∙ buitenvliegen - ge zult nogal ne post pakke

∙ bumper - baarsjok

∙ bundel - bussel of bossel

∙ bureel - buroo

∙ buren - bure

∙ Buurtspoorwegen - Boerentram

∙ cabriolet - dekapotabel

∙ cacao - cahcahjo

∙ café - kroewg

∙ café - stamminee

∙ caravan - sleurkot

∙ carbonpapier - kalkeerpapier

∙ centrale - sentral

∙ centrale verkeersader Noord-Zuid in Antwerpen, leien - den boulevard

∙ centrale verwarming - sjofaasj

∙ centrifuge - zwierder

∙ chloorzuur - koujemoetsje

∙ chocolade - shokkelat

∙ citroenzuur - sintrik

∙ claxon - toeter

∙ clitoris - dief

∙ coiffeur - schoapscheerder

∙ coïtus interuptus - den traain nor Brussel pakke en in Mechelen afstappe

∙ coitus interuptus - den traain nor Oeistende pakke en in Brugge afstappe

∙ coitus interuptus - veur tzinge de kaark oat zen

∙ commissaris - commeseir

∙ competent - kapaabel

∙ condoom - engels frakske of kapootje

∙ consumptie - verbroik

∙ criminele activiteit - loesj affeire

∙ croque - e krokske

∙ cunnilingus - minette

∙ curretage - keussing

∙ daarnaast - doarneffe

∙ daarom - dermee

∙ daarom - doaroem

∙ dadelijk - sebiet

∙ dakgoot - korniesj

∙ dansvloer - vlooirnbak

∙ das - plastron

∙ dat - da

∙ dat heeft geen belang - doeternitoe

∙ Dat is een mooie vrouw. - Da joenk is goe gedroait van oere en poete.

∙ dat is nogal een model - vrouwelijk - mansjoefel

(18)

∙ dat ruikt hier slecht - damuftier

∙ dat staat schuin - da stoa wa krakkemedul

∙ dat trekt op niets - das gelak goat doar liggen

∙ dat zeker - vaneigest

∙ de gevangenis - den amigo

∙ de gevangenis - den bak

∙ de grote trom in een fanfare - de groscaisse

∙ de haven, de dokken - den baseign

∙ de jeugd - de joenkhad

∙ de leien - den boulvaar

∙ de lieveling van de lera (a) r (es) - de febbekak

∙ de namiddag - den achtermiddag

∙ de overloop (bovenaan de trap) - den alleè

∙ de politie - de polies

∙ De rijke buurt - De chique côté

∙ de Schelde - 't Scheld

∙ de slachterij - den abbatoir

∙ de spoorweg - den ajzerenweg

∙ de tuin - dennof

∙ de volgende dag - sanderendoags

∙ de waarheid bevestigen - echtigen techtig

∙ de zenuwen hebben - de weube

∙ de zenuwen krijgen van iets - er de weubbe van krijge

∙ dealer - patser

∙ debiel - absjaar

∙ deelbaar - te verdiele

∙ deken - seurze

∙ dekentje - seuzeke

∙ deksel - scheel

∙ dekzeil - basj

∙ denken - peinze

∙ denkt dat hij gelijk heeft - zwaanzer

∙ dennenappel - mastentop

∙ dertiende - daartiengde

∙ dertig - daartig

∙ dertig jaar worden - mè tram drij raaje

∙ deugniet - spitsvil

∙ deugniet-spitsvil - ravasjol

∙ deuk - zonk

∙ deurlijst - chambrang

∙ deze - dees

∙ dialect - plat

∙ diameter - deurmeter

∙ Diaree - 't vliegend schaait

∙ diaree - afgaank

∙ diaree - schaateraai

∙ die - man is dieje -vr is die

∙ die - man is dieje of dië

∙ die (man) boom - diën boëm

∙ die heeft geen geld - diën ei giëne rotte cent

∙ die is gezien - dien he van jan

∙ die kan niet zwijgen - diën heit eu laank blad

∙ Die man heeft een onsympathiek gezicht. - Die vent heën smoel om stront op te sorteren

(19)

∙ Die man heeft een onsympathiek gezicht. - Dien ei ne smoel oem leir oep te kloppen

∙ Die man is klein van gestalte. - Das iene mé ne grondsmoak.

∙ Die vrouw heeft een onsympathiek gezicht. - Dee jei ne smoel oem leir oep te kloppen

∙ dief (kinderen) - pikkendief

∙ diepte - dieperik

∙ diepte - zoenk

∙ dier - bîest

∙ dierenarts - vetrenair

∙ Dierentuin - zologie

∙ diersoort - bîest

∙ diezel - mazoet

∙ digestive - vetverdeeler

∙ dijk - daaik

∙ dik aankleden tegen de koude - aandoeffelen

∙ dik achterwerk - zo' n fort

∙ dikke stukken brood - knoefte

∙ dikke vrouw - masjoefel

∙ dikke vrouw - patapoef

∙ dikke winterjas - badvries

∙ Dikker geworden - Baaigekomen

∙ dikwijls - dikkels

∙ ding - dink

∙ dinsdag - destag

∙ Direct - sito presto

∙ direkt - sebiet

∙ dit - tees

∙ dit jaar - vantjoar

∙ dit of het andere - dees of t geen

∙ Dit was niet eenvoudig - amai men jillée

∙ ditmaal - 999

∙ dobbelsteen - teirlink

∙ doe eens - doedis

∙ doen - doeng

∙ doen alsof - consjuus

∙ doen alsof - komediaant

∙ dokken, haven, waterteil - den basseng (haven), nen basseng (een teil)

∙ dokter - doktoor

∙ dokter - pillendraaier

∙ Dokwerkster - Zakkewaaif

∙ dom - loemp

∙ dom - stoem

∙ dom persoon - spuit 7

∙ dominante vrouw - gendarme

∙ dominante vrouw - ne commandant

∙ dommerik - stoemmerik

∙ donker - doenker

∙ donsdekbed - eiderdongs

∙ doodgaan - oem ziep goan

∙ doodmoe - poempaf

∙ door corrosie niet langer los te maken - aonieëngekoekt

∙ doordat - deurda

∙ doorduwen - deurdaawe

∙ doorgaan - deurgon

(20)

∙ doorgebakken - leere lap

∙ doorslechte karakters - deurtrapte smeirbosse

∙ doorspoelen - deursjasse

∙ doorvoed - vet varke

∙ doorweekt - deurwiëkt

∙ doosje - doëzeke

∙ dopje - tsjoep

∙ dorp - deurep

∙ dorsen - deusse

∙ dorst - deust

∙ drastisch - serieus

∙ drempel - deurpel

∙ drie - draai

∙ dringend - persé

∙ drinken - zuipe, boeze, hijse

∙ drol - santenel

∙ dronken - aangesmoerd

∙ dronken - aangevezen

∙ dronken - e stijf stuk in zen voete

∙ dronken - pottendaarem

∙ dronken - teutegjeraar

∙ dronken - zat

∙ Dronken, zat zijn - Goe meurrêg zaain

∙ dronkenschap - zattighad

∙ drop (snoep) - karaffejap

∙ druiven - droaven

∙ drukknoop - presjon

∙ drukte, gedoe - kommoose

∙ Drummer - Batterist

∙ dubbel rantsoen (dubbele portie) - dobbelen trits

∙ dubbelstekker (eigenlijk met gloeilamp-fitting) - kattekop

∙ duif - doawf

∙ duim - doim

∙ duivel - duvel

∙ duiventil - doivekot

∙ duizend - duzend

∙ duizenste - duzenste

∙ dun houten planje - een bledderke

∙ dun sluik haar - piereverdriet

∙ durfde - dierf

∙ durven - darve

∙ duur - kostelak

∙ duwen - daawe

∙ dwaas - kloefkapper

∙ dwars - dweis

∙ dweil - dwaal

∙ dweil - oepnemvod

∙ dweilen - zwabbere

∙ dwerg - dwaarg

∙ echte vieze man - ne gepattenteerde vetzak

∙ Echtig en techig. Kopke af en recht naar de hel - Echtig en techg. Kopken af en recht noar d'el

∙ één - iejn

∙ een - ne (alleen mannelijk)

(21)

∙ een - nên (alleen voor een klinker)

∙ een (vriendelijk) gebaar - een zjest

∙ een achterbakse - nelinkort

∙ een auto - nênotto

∙ een bang iemand - ne schaaiter

∙ een bardame - een uitzuipster

∙ een bed - nen tweemeter

∙ een beeldje - e posturekke

∙ een beetje ziek - zikskes

∙ een blauw oog - ' n blauw' oêg

∙ een boekentas - ne kazak

∙ een bromfiets - nen broemer

∙ een bruin brood - eu grofke

∙ een bultenaar - iëne met een schoeft

∙ een cadeau, een cadeautje, het cadeautje - nǝ kadoo, ǝ kadookǝ, 't kadooke

∙ een chinees - ne raaiskakker

∙ een chinees - ne spleetoeg

∙ een dagje naar de zoo - een daggeske zollozjie

∙ een del van een vrouw - truttemezuster

∙ een deugeniet - ne raffesjol (van Ravachol , frans personage)

∙ Een dode - Nen doeiene

∙ een draad in een naald rijgen - vessemen

∙ een druk kind - ruifelér

∙ een dutje doen - eu poëzeke pakke

∙ een flauwe - ne marsepaajne (of: ne soakere)

∙ een flauwe - nen bleitsmoel

∙ een gemeen persoon - ne schoele, ne nozem

∙ een geruit hemd - e karrowen ém

∙ een gestroopt konijn - een afgestroëpt kornaain

∙ een getatoueerd persoon - e mannekesblad

∙ een goed liedje - een reuzeschijf

∙ een grote boodschap - k' gon is bramme

∙ een grote fout gemaakt - ne kemel geschote

∙ Een harteloos hard persoon - Nen hartvreter

∙ een hommel - een oemmel

∙ een huwelijk - nen traa

∙ een huwelijk van moeten (in verwachting) - een aawelek van moetes

∙ een ijsje - ne creemgelace

∙ een jenevertje - e witteke

∙ een jongen - ne joenge

∙ een kaalkop - ne kletskop

∙ een kaalkop - nen blottekop

∙ een kaars aansteken - eu keske loate branne

∙ een kale - eun vlièsklak

∙ een kale - nen blotte- (kop)

∙ een kale man - die zen knie stekt deur zen haar

∙ een kindje dat zijn hoofd stoot - knotsenbol

∙ een klaploper - nenapsjaar

∙ een kleedje - e kleeke

∙ een kleine hond - nen truttelakker

∙ een knappe (jonge) man - ne faarme gast

∙ een kopje - een koemmeke (koem)

∙ een kopje koffie - eu koemmeke koffe

(22)

∙ een korstje brood - eukeuchbroeêt

∙ een korte periode - efkes, effekes

∙ een kortere weg - binnedeur

∙ een lederen jas - ne leire frak

∙ een lesbische - een beffster

∙ een lesbische - een brurreke

∙ een leugenaar - ne speklap

∙ een leuke kerel - ne graave gaast

∙ een Lieve Vrouwe beeld - een lievraake

∙ een lolly - ne lakstok

∙ Een magere vrouw of een mager meisje - Een panlat

∙ Een man met een baard - Nen boardoap

∙ een meisje - een maske

∙ een mep geven - een akketaat gève

∙ een mooi meisje - een mieke

∙ een muts - e potske

∙ een nachtje in de politiecel - nennagt in den bak, in't sjouke of in den amiego

∙ Een onaangenaam lastig persoon - Nen eurk

∙ een onbezonnen uitgavedoen - ê folieke doeng

∙ een onvriendelijke vrouw - een tang van e wijf

∙ een oude vrouw - e'n oauw doejs

∙ een oude vrouw - een aa toert

∙ een oude vrouw - een aouw waijf

∙ een paardenbloem - een pisbloem

∙ een pasgebore in de kinderwagen - ne varse in de vleeswagen

∙ een pilsje - een boereke, e ribbeke of e fluitje

∙ een pistolet met kaas - ne pistolee mè keis

∙ een plasje doen - 'kgon mennen beste vrind een hand geven

∙ een pooier - ne mêk

∙ een racewagen - ne koersotto

∙ een regenjas - ne pardesuu

∙ een rietje - e strooike

∙ een rijke tata - ne geld kaker

∙ een roodharige - ne kopere

∙ een schommel - nen touter

∙ een slabbetje - een bavet

∙ een snoepje (drop) - een sjappeke

∙ een spin - een spinnekop

∙ een tas koffie - eu koemmeke troëst

∙ een tasje koffie - een bakske troest

∙ een tegenslag - me aa bakkes têge de muur lôepeuh

∙ een tijdje geleden - een tetje geleje

∙ een treuzelaar - ne zemelzeiker

∙ een uitroep bij iets dat u verbaast - joa menondsje hiëtte gaai Bobby?

∙ een versierder - nen titsbeer

∙ een vervelende vrouw - een ambetaante kneut

∙ een voos iemand - ne voeaze

∙ een vrome hypokriet - ne pileerenbijter

∙ een vuistslag krijgen - nen boks aoep aêiwe smoel

∙ een zuur snoepje - ne smoelentrekker

∙ een zwaar achterwerk - nen dikken ol

∙ eender - iender

∙ éénkennig - iënaandig

(23)

∙ eens - is

∙ eenvoudig - vanzelf

∙ eenvoudigweg - gewoenweg

∙ eerder - ierder

∙ eerlijk - ierlek

∙ eerste - ierste

∙ eet nu - etnamoral

∙ eetmaal - vrêit

∙ eetmaal (aan de dok ) - schoofzak

∙ eeuwigheid - ieweghed

∙ eigenaar - êigenèr

∙ eigenlijk - in feite

∙ eigenwaan - pretense

∙ einde - ende

∙ eitje - êike

∙ eitje - tikkeneike

∙ ekster - annek

∙ elastiek - rekker

∙ elastieken om broek op te houden - bruuttellen

∙ elastiekje - e rekkerke

∙ elektrische - elektrieke

∙ elimineren - afschaffe

∙ elkaar - elkander

∙ elkaar - makander

∙ elke - iedere

∙ elleboog - ellenboog

∙ emmer - iêmer

∙ enige - ienigste

∙ enkels - knoesels

∙ enorm - ongeloeflek veel

∙ enorme - groete

∙ er een lap op geven - gef tem beuze

∙ erbarmelijk - lamentoabel

∙ erg - aareg

∙ erg dom - te stoem oem telpe dongdere

∙ erg schrikken - ik verschiet men eige nen bult

∙ ergens - ieveraanst

∙ ernstig - serieus

∙ ervandoor - ervanongder

∙ ervandoor - ribbedebie

∙ ervandoor - schampavie

∙ ervoor - derveur

∙ erwt - aert

∙ erwten - aertjes

∙ erwtensoep - aartesoep

∙ eten - bikke

∙ eten - boeffe

∙ eten - ete

∙ eten - schooven

∙ eten - schrokke

∙ eten - vreête

∙ etenstijd - schof

∙ euro - balle

(24)

∙ even - efkes

∙ eventjes - efkes

∙ evenveel - eveveul

∙ extra zijn best doen - een efforreke doeng

∙ Facebook - Smoelenboek

∙ fallus - charel

∙ fallus - piemel

∙ falus - piet

∙ fatsoenlijk - fatsoendelak

∙ favoriet liedje - laaiflieke

∙ feest - fiest

∙ feperste kolen - aairebollen

∙ fiets - flosjepeerd

∙ fiets - velo

∙ fietsband - petaateschelle

∙ fietsen - velowrijen

∙ Fietshersteller - vlomoaker

∙ fietspad - vloweg

∙ fietsstuur - giedong

∙ fietsversnelling - verzet

∙ flaporen - oere om kreemgelas me te scheppe

∙ flauw - flaa

∙ flauw mens - truttemezuster

∙ flauw mens (vrouw) - flau bees

∙ flauw mens (vrouw) - truttemezuster

∙ flauwe - seut

∙ flauwe trien - juzelut

∙ flauwekul - truut in een pakske

∙ flauwekul - zever in pakskes

∙ flauwigheden - flaawekul

∙ flemen - fliëme

∙ flemen - gatlikken

∙ flesopener - nen aftrekker

∙ flesopener - nen opendoender

∙ flesopener - tjoepentrekker

∙ flinterdun - hiel dun

∙ flirten - smossen

∙ Fluisteren - Fezelen

∙ fluisteren - fluistere

∙ fluisteren - flustere

∙ fluiten - floate

∙ fluwijn - fluwaan

∙ fopspeen - tutter

∙ formol - staarkwaoter

∙ fototoestel - appareille

∙ fototoestel - kodak

∙ frame (van fiets) - kader

∙ frenchkiss - toengdroaïen

∙ frieten - frit

∙ frieten - petatfrut

∙ frietkraampje - petatfrutkrommeke

∙ fritten - petattefrut

∙ Fruit - Freudt

(25)

∙ fuchsia - bellekes

∙ functioneren - marchère

∙ gaan slapen - oungder zaail gon

∙ gaar - meurg

∙ gaat het? - sava?

∙ gaat u zitten - zetta

∙ gaatje - gotje

∙ gang - gangk

∙ garnaal - gaarnoot

∙ gas - gaas

∙ gasvuur - gaazevuu (r)

∙ gat - hol

∙ gaten - gaates

∙ gauwdief - pikpokket

∙ Gazet van Antwerpen (krant) - de frut

∙ gazon - blêik

∙ gearmd lopen - kabassen

∙ gebakje - patteeke

∙ gebeuren - gedoeng

∙ gebit - eetkamer

∙ gebreide vest - golf

∙ gebrek - mankement

∙ gedaan met rond de pot te draaien - arré hier zen ze met laaik

∙ gedeelte - dîel

∙ gedragen - vuuge

∙ geduld - poschense

∙ geef - geft

∙ geen - gien

∙ geen enkele - gineniëne

∙ geen gezever - ee ni zeverre hej

∙ geen interesse meer - tangt men voete noat

∙ geen klein meisje - een groejte lon

∙ geen sportief type - ne palmenoute

∙ geen waarheid - een kwakkel

∙ geest - giest

∙ gefopt - afgezope

∙ gegeten hebben - freit in êi kas

∙ gehaast - gepresseerd

∙ gehakt - gekapt

∙ gehakt ballen - frikadellebollen

∙ geheel - hiel

∙ geit en bok - gaat en boek

∙ gek - van lotje getikt

∙ gek mens - zotte gast

∙ Gek zijn - Mesjogge

∙ gelaat - smoelwaark

∙ geld - cente

∙ geld - plaat

∙ geleden - geleën

∙ gelijk - gelak

∙ geloofwaardig - echt

∙ geluidshoorn - toeter

∙ geluk - chanse

(26)

∙ gelukkig - algoe

∙ gemakkelijk - poepsimpel

∙ gemakzuchtige vrouw - mie gemak

∙ gemeen volk - strotjesvollek

∙ gemene vrouw - strongtwoaaf

∙ genodigde - kostganger

∙ gepest - getreiter

∙ gerechtshof - justiessepalaais

∙ gereedschap - gerief

∙ geregeld - garangeerd

∙ gerimpeld - veroempeld

∙ geschrokken - verschote

∙ geslachtsgemeenschap - poeppe

∙ gesp - geps

∙ gesprek - klapke

∙ gestalte - postuur

∙ gestel - karuur

∙ gestolen goed - da's van den boejt gevalle

∙ getalm - gesemmel

∙ getreuzel - gesemmel

∙ gevangenis - amigo

∙ gevangenis - barrebitjes

∙ gevangenis - den bak

∙ gevangenis - hotel den houwteleepel

∙ gevangenis - otel den oute lepel

∙ gevoel - gevuul

∙ gevoelloos - voës

∙ gevolgen - konsekwensies

∙ gevonden - gevonde

∙ gewerkt - gewaarkt

∙ gewoonweg - effenaf

∙ gezegd - gezei

∙ gezegde als men lang moet wachten - 'k zen al weurtel oan't schiete

∙ gezelschap - kompannie

∙ gezever - gezeik

∙ gezicht - smoel

∙ gezinsverantwoordelijke - staarkhouwer

∙ gier - beir

∙ gierewijf vant stad - de Shannah

∙ gierg zijn - oep zenne zak zitte

∙ gierigaard - heurk

∙ gij - gaai

∙ gij verveeld me - g'angt men kloeten oït

∙ ginderver - ginderwaat

∙ gipsverband - pleuster

∙ glas van Hoegarden - nen bloempot

∙ glibberig - gelatteg

∙ glijbaan - afrijs, rijsaf

∙ glijbaan - schuif af

∙ glijbaan - sljirre

∙ goed - goe

∙ goed bewaren of verzorgen - goasloagen

∙ goed karakter - goei plod

(27)

∙ goed met iemand overeenkomen - akkorderen

∙ goedaardig eigenaardig iemand - ne zochte gezoûte

∙ goede - goei

∙ goederen - marchandies

∙ goedkoop - goeiekoep

∙ golvende haren - bekke

∙ goochelaar - toeveneer

∙ gooien - goeie

∙ gootsteen - poembak

∙ gootsteen, wc - plomb (b) ak, soms: poembak

∙ gouden - gouwe

∙ graag - gère

∙ grap - zwans

∙ grapjas - onnoezeleir

∙ Grapjas - Paljaske

∙ grappen - zwaanze

∙ gratis - verniet

∙ gratis - veur doefkes

∙ griesmeel - smoel

∙ griesmeelpap - smoelpap

∙ grimassenmaker - smoelentrekker

∙ groeien - gedaaie

∙ groen - grung

∙ groene, zure bes (ook gebruikt voor zeer zedige vrouwen) - stekebees

∙ Groenplaats - Grungplöts

∙ groenten - grungsels

∙ groenten - grungte

∙ groentje - bleuke

∙ grond - grongd

∙ grond - j' aard

∙ groot - groet

∙ groot gezin - veuljoeng

∙ groot warenhuis - bazaar

∙ grootlicht (autolamp) - faar

∙ grootmoeder - bomma

∙ grootmoeder - bommammaa

∙ grootvader - bompa

∙ grootvader - bompappaa

∙ grootwarenhuis - den bazaar

∙ grote borsten - nê sêrjuize kommisvuir

∙ grote handen hebben - groejte poejte emme

∙ grote hond - ne loebas

∙ grote man - groeitejoenge

∙ grote mond - fraankbakkes

∙ grote mond - fraanke smoel

∙ Grote mond (vrouw) - Vulgair bakkes

∙ grote schoenen - overzetboten

∙ gulzigaard - vrêitzak

∙ gulzige eter - schoefelér

∙ Gymnastiek - Sjummenas

∙ gymnastiek - turnen

∙ haak - krochet

∙ haar - eur

(28)

∙ haar van onbestemde kleur - melkboerekarenondenaar

∙ haarbles - ne froefroe

∙ haarlotion - e friksjonnekke

∙ haarspeldje - schoiverke

∙ haasten - spoeien

∙ haastig - oasteg

∙ HAGELSLAG - MUIZENSTRONTJES

∙ haken - krosjtére

∙ halssnoer - koljee

∙ ham - eps

∙ Hand - aant

∙ handen - anne

∙ handen - fikke

∙ handen - polle

∙ handpop (marionet) - poesjenel

∙ handspel (voetbal) - engsbal

∙ handtas - sjacosse

∙ hard fietsen - goe beuze geïve

∙ hard regenen - ' t regent pijpestelen

∙ hard werken - gat afdraaien

∙ hard werken - kloeten afdroajen

∙ hard werken - kloeten afpellen

∙ hard werken - travakke

∙ Hard werken voor niets - Mene nikkel afdroaje veur nix

∙ haring - hêiring

∙ haring in het zuur - peekeleering

∙ hark - raaijf

∙ hark, harken - raaf, raave

∙ harmonika - nen open en toedoener

∙ haven - dokke

∙ havenarbeider - nen dokwaarker

∙ heb je honger? - eddoenger?

∙ heb je schrik? - edde peurre?

∙ heb je slaap? - eddevoak?

∙ Heb je ze zien kijken - heddezezingzing

∙ heb je zin in een glaasje advokaat? - goesting in een avokotje?

∙ hebben - emme

∙ heeft iedereen het zijne gekregen - edde golle tolle gat

∙ heel afgelegen wonen - in' t gat van pluto woêne

∙ heel den boel - bataklang - santenboetik

∙ heel klein - petieterig

∙ heel lekker - oem doime en vingers af te lakke

∙ heel weinig - twiëkiërniks

∙ heen en weer - overentweer

∙ heet - hiet

∙ heg - hoag

∙ heimelijk - aamelek

∙ heks - toeverex

∙ helemaal - iëlegaans

∙ helemaal - rats

∙ helemaal vol - boemvol

∙ helpen - eullepe

∙ hemdslip - vaan

(29)

∙ herdershond - ne scheper

∙ herentoilet - pissaain

∙ herexamen - boaus

∙ hersens - arsens

∙ herstellen - der deur kome

∙ het bewustzijn verliezen - aa goa van zaain stokske

∙ Het bewustzijn verliezen - weg droaie

∙ het doet pijn - da doe ziër

∙ het einde (mooiste) van het vuurwerk - den bloemekee

∙ het ene na het andere - tiënoataander

∙ het gebeuren - kuure

∙ het heeft weinig opgebracht - da' s giene vette

∙ het helpt niet - das niks gekeurt

∙ het ideale - das' t manneke

∙ het is gelukt - t'is in de sjakos

∙ Het is genoeg geweest - 't gaat erover

∙ het is kapot - das nor de kloete

∙ Het is me wat! - Joa, wadde!

∙ het is niet zo bedoeld - twas moar ver de zwans

∙ Het is om zeep. - ' t Is nor de kloejsterstroat.

∙ Het is verloren - 't Is pleite

∙ het Jesuskindje (gezegd tegen kinderen) - Sjiezeke is gebore in n stalleke

∙ het journaal - t'nifs

∙ het juiste materiaal - das aa grief

∙ het kan me niet schelen - tkanmenieboeme a geft er nie oem

∙ het leger - den troep

∙ het Onze vader - ne vaderons

∙ het overkomt mij - 'kem ervan

∙ Het Sint-Jansplein - Tchingtchangsplaain

∙ Het stadsbestuur - Di vant schoen verdiep

∙ het stoort haar - zeiterlastfan

∙ het stort - de pacht

∙ het zal niet gaan - 't goa ni goan

∙ het zal wel zijn - 't zal wel zoan

∙ hetzelfde - eve

∙ hier - ier

∙ hiernaast - ierneffe

∙ hij (zij) lgt op sterven - a (ze) leedoepdenbleek

∙ hij / zij heeft een ongeluk gehad - aij / zaj hee een koek gedaan

∙ hij / zij is gevallen - aai / zaai is nen totter gegoan

∙ hij daar - eummekes

∙ hij doet weer wat - adoewerwa

∙ hij ging - a goeng

∙ hij gooit het kapot - a gooiet in gruzelemente

∙ hij grabbelt alles mee - aschaardallesmee

∙ hij had ervan - ajottervan

∙ hij heeft een grote neus - a is goe gegeveld

∙ Hij heeft een lelijk gezicht - Die ee eu gezicht om ne poetrelle op recht te sloage

∙ hij heeft ervan - ajeiterfan

∙ Hij heeft geen geld - Diené giene noagel oem on ze gat te krabbe

∙ Hij heeft geen geld - Diené giene rotte frang

∙ hij heeft het zitten - ajeget zeel oan

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Nooit eerder was een orthodoxe patri- arch aanwezig op de intronisa- tie van een paus en al zeker niet na het Oosters Schisma in 1054, de scheuring tussen de

Noot: De vragen waarop de resultaten gebaseerd zijn, luiden voor Nederlandse werkgevers en werknemers: “Op welke leeftijd vindt u een persoon in het algemeen te jong om defi

“opdat Hij uw harten zou versterken om onberispelijk te zijn in heiliging voor het aange- zicht van onze God en Vader, bij de komst van onze Heere Jezus Christus met al Zijn

Bij een groot aantal werknemers is bijgehouden hoeveel tijd ze nodig hadden om een bepaalde handeling voor de eerste keer te verrichten, hoeveel tijd voor de tweede keer, enz..

Een bezoeker aan het evenement komt dus met kans 1 3 in elk van de drie tijdsintervallen tussen de vertrekkende bussen aan en voor elk van die tijdsintervallen is de te

Om de verwachtingswaarde te krijgen moet je elke mogelijke wachttijd vermenigvuldigen met de bijbehorende kans, en daarna deze producten bij elkaar optellen.. Deze som kan alleen met

3 in elk van de drie tijdsintervallen tussen de vertrekkende bussen aan en voor elk van die tijdsintervallen is de te verwachten wachttijd 10 minuten.. In figuur 2 is de

adat het kabinet nog vlak voor Prinsjesdag was benoemd en beëdigd bleef het vrij lang stil. De minister-president liet aan de Tweede Kamer we- ten dat hij pas op 12