• No results found

OVO ATUU

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "OVO ATUU"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

• •

MMETA 0871

ATUU

C OVO

SHELF NUMBER MICROFORM:

Deze film is beschikbaar gesteld door het KITLV, uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemming van het KITLV. Dit behoudt zich het recht voor een vergoeding te berekenen voor reproductie.

Indien op het originele materiaal auteursrecht rust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toestemming te vragen aan de houders van dit auteursrecht.

Toestemming voor reproductie dient men schriftelij k aan te vragen.

This film is supplied by the KITL V only on condition that neither it nor part of it is further reproduced without first obtaining the permission of the KITL V which reserves the right to make a charge for such reproduction. IJ the material filmed is itself in copyright, the permission of the owners of that copyright will also be requiredfor such reproduction.

Application for permission to reproduce should be

made in writing, giving details of the proposed

reproduction.

(2)

c 70

(3)

cc -

.~ 0 .

(4)
(5)

!

••

Het sprookje van

Sterke Hans in Oost-Indië.

._~--~

(I) Da Rät 1cl r phinx. 11. 2.

(2) ~tucli n zur t:rmani h n g ng hi hle. I. B owulf. blz.

247404. Hij noemt h t I Das lärch n vom Bären ohn Il. wat een mi nd r g lukkige naam. i , wijl de held in een g~rinl{ aant 1 ariant n d '- n n en be rIs.

H t prookj van terk Han h ft in d Oudgermaans h litcratuurwetensch p n zek r rmaardh id g kr g n. Ver-

chill nd nderzcckers h bb n g tracht dit sprookj in v rband te breng n met Oudg rmaan h sagen, waarin en wond rbaar- lijk sterk h Id optrad. Re"ds d g br der Grimm hadrl n b - tuogd, dat de i gfri d ag r chili nd tr kkell bevat te die o 'r nkwamen Ol moti v 11 an dit sprookj 'n kracht I1S de d stijds geldend opvatting n b~tr ff'nde d verhouding n van myth . sage en sprookje, h t volk v rtelsel uit d Ouda rmaan- sch sagen afgeleiJ. Lat r h ft Lai tn r g wez n op cl ver- wantschap met h t verhaal v n Beowulf' sstrijd m t Cr nd I ( I), e n verwant chap. di ind Ejk Panz r In ten ov rvloed van mat ria I in n uitvo rig-ontledend onderzeek (2) h ft trach- tnt b pal n.

aarmat het ond rz ek der prookj in m r w tenschap- p lijk ban n werd geleid. bI k h t ma ilijk r d n aard van cl rg lijk overet.nst mmi19 :1 t b pal n. H t ontbrek n van en tr n~ method had h t jui t voor Panzer b tr kk lijk ge- makk lijk gemaakt h t 'pr okj smateriaal voor zijn b wijsvoe- ring t bruiken. Than zou 11 dergelijk bew:jsv rjng onge-

(6)

(4) Zie Bolte-Polivka. l.c. 11. 300-301.

(5) Zie Bolte-Polivka, l.c. lil, 589.

- 99-

komt hij in e n leeg huis in het bosch, welks demonische eige- naar de makkers mishandelt, maar door den held bedwongen wordt. _ 8 2 De derde koningszoon verwondt, wat zijn broers niet hadden gekund. den dael1lun, die 's nachts d nappelboom van den koning plundert, en vervolgt hem tot aan d opening van en put. - C Drie prins ssen worden door een demon ge- roefd ; d held trekt alleen of n et makkers Uit, om haar te zoe- ken. - D De held laat zich in de put zakken, overwint met een aldaar gevonden zwaard in de onderwereld verschillend demonische wezens en bevrijdt drie jonkvrouwen, die zijn mak- kers aan strikken optrekken. - E Hij wordt zelf door zijn trou- weloaze makkers achtergelaten, bereikt echter met de hulp van een geest (ring) of van een vogel (dien hij met zijn eigen vleesch voert) weer de bovenwereld, of (E2) wOTdt opgetrokken. -

F Hij maakt zich aan de misjes b kend, doordat hij dring n of kleederen, die deze voor de bruiloft verlang n, vertoont, be- werkt de bestraffing van d trouwelooze makkers en huwt de

derde prinses (4).

Dit schema toont reeds ten duidelijkste hoe grillig de samen- st lling van dit sprookj is Er zijn nder d opg somd trekk n verschillende met elkaar concurr er nde motieven, die alle n op gewelddadige wijze in één v~r.haal zijn sam n t brengen. Het C-motief is niet, zooals dit schema misschien zou doen verond r- stellen, een vervolg van h t S..motief; het is er eigenlijk mee gelijk te stellen, in zooverre h t ook en aanleiding vormt tot het avontuur in h t o,nderaardsche hol. Het is van onderg schikt be- lang, hoe de held er toe gebracht wordt den tocht te onderne- men ; daar hij in het verloop van h t verhaal m t n demon vec.ht en prinsessen bevrijdt, was het logisch zijn reis met een van beide in verband te br ngen. Du : hij gaat den d mon zoe- ken, die bijv. appels gestolen he ft van e n boom, die den vader van den held bijzonder dierbaar was, of wat n g ratio- neeIer is, hij gaat r op uit de prinsessen te bevrijd n. Ik v nd maar één variant, waar inderdaad C op B volgde, en deze is ontleend aan Kletke, Das Buch deutscher Vol~s- und Kinder- märchen (Berlijn 1849), waarin naar Bolte's ~etuigenis maar één enkel echt volkssprookje staat{ 5). Welnu, cl z variant h ft

/,~~.~._-_~~---~~--....--....

- 98-

lijk moeilij~ r zijn, daar het onderz k .

zelf re ds Jaren lang n rb 'd

v~m

het sprookje op zich kend variant n is zoo ga

roo: zou vher I ch n. Het aantal be-

nl' k - en t zou zond . b"

g zo en nog aanm rkel"k k ~ moeit IJ h t sprookJ' e is ook ' , IJ unn n worden uItoebreid -

zoo samengesteld h f . hO

m tand re overeenkomstioe Ik heIn e 1 ZlC zoo vaak bep I n van zijn oor pronk liJ~ko sver a n vermengd, dat het

ov I . d en vorm n van d 1

r vermg en onderzoeker voor h l ' " en g;mg c: er

plaatsen, e wat moeIlijk vragen zou

E n overrijk mat riaal h bb d f Ik .

livka in hun voortreffelijke A n k 0 lonst n Bolte en

Po-

Hausmärchen der Brüder

ë . nmerlt2~en

zu den Kindcr- und bracht. Maar hier zoowel alsrr

TeÏ

1 .

,/-'3

J8 reeds bije nge- met zoo groote zoro is ameng et Idrs

m. ut w

.~k,

dat overigens

d I d . h O S e ,miS n WIJ

e n neSlsc e varianten 0 kJ' en opgave van

d' . e v r arJng an d't b

waar Ige gemis zal wel d z .. d h . I trf'urens- derland ch z ndeling ZIJn, at t materiaal. door e-

b~ice

rd is in tijdschriftnI'

endtrnbtenaar~

bij ngebraeht, pu-

Ol t g makk lijk toegank-lijk .?Or fkltenlland eh folkloristen b k nd zijn 0 word n d ZIJII. za. voorzo \' r z mij

, everwant ostindi h h I ûmm n en door enkort b r k' sc v~.a en op- b stud ring van

di~

spr k'

P

mgd to nen, dat ZIJ voor de

Men heft l 100 J met zon r belang ziJ' n

. meerma n opge k d E '

seh (3) sprookJ' s onda k m rIt, at uropees h en Indi- d d h ' n s en on 00 h nba I"kh .I

gron ge ac t en samenst 11 nd elem : g IJ .' IG ,:'an d r g gev ns vrij lerk kunnen afwïk nten, .I.n d

lI!~w('rkmg

rst de v rschillend bestandd Ie J

h'

WIJ

z~1I

n daarom

Hans kon besprek n In hun a t n

k

va~

t sJ::rockJ van St rk je van Grimm Dat Érd" ;,n e

{y~mg

n bij het 91'" sprook-

verhaal in d z

trekken~annó eh'

IJ :lls n Rolt n Polivka h t stammino en kracht. (A'I ) d e e I van wond rbaar!ijk af-

. h . e zoon van e b d'

I~ t bosch overvalt, of (A~) van en r, I e n vrouw Uit w Iks macht d knaap . h " en dw rg of een roever door -n man met b

~IC

f n ZIJ!l moeder bevrijdt, of (A") door n b ' f ken erin 0 m rr~ v rwekt, of sI eht (Al)

enn 0 oe gezoogd (A·') d h

v~ucht ont laan, (Af') door d n' , d boor et g~n t .~éln n

Uit e n brand nd stuk h t wIn g or n, ofemdeltJk (A;) u ont laan. - B' Iet twee makk rs

() nd r Indisch v r taan w h' , .

Indi h. I r en Jn tv rvolg natuurlijk Voor-

(7)

1 __ 1

- 98-

Jïk

J moel IJ'I"k r ZIjn daar het' d

zelf reeds, jaren

I~ng

n arbeid

;~~oek

v?n het sprookje op zich kende vanant n is z" ver Ischen, Het aantal b

, o o g r o o t - h t -

I1Ig zoeken noa aanmerkelijk ken e zou zonder moeit bij h t sprookje is ~k ' , unn n worden uitaebreid

d zoo samengesteld h f ,'" -.

bet an er ov reenkomstiae volk . hein ee t ZIch zoo vaak pal n van zijn or pro

k

r'k sv r a n vermengd, dat het oV

J

erlevering d n onderzoeke;~~;1hvorm en Vél!1

I,.d n g;mg der

p aatsen, ee wat moel Ijk vragen zou

, ~en overrijk materiaal hebbe d f '

Itvka m hun oortreff lOOk 4 n 1_ olklonst n Bolte en Po- H "h e IJ C (( . nmerRunge d [" d

ausmarc en der Brüder

G ' lÏ 2q

n zu en l\.rn er- und bracht. Maar hier zoowel alsTlTidll , ; / -318 reeds bije nge- det zoo groote zorg is amenge:teld 111,.It w

,~k,

dat overigens eind nesische varianten D k'Iml~sen WIJ e n opgav van

d' . ver ann d' b

waar I~e gemi zal wel d ze zi' d g van It trptlren- derland che z ndell'ng Jn, at h t mater:aal door e

bi' " n n ambt b" ' -

,Ice rd I m tijd chriftell, di 00naar, IJ ngebracht, g pu-

ll1~t

gemakk lijk toegank lOOk " r fttenbndsch folklori ten bek nd zijn CT word n d IJ ZIJI1. z~I,. oorzoO\' r z mij omm n en door e n

kor~e vb;wan~~

Oostllldl ch verhal n op- b stude ring van dit s rook' pre lllg to nen, dat zij voor de

n heft PI J met zond r belang ziJ' n

m erm en opge k d E '

che (3) sprookj s ond k mrt, at uropees h en Indi- grondgedachte n

~am :~eile~edn °ïloochenba~

g lijk,hcid ,'an der g geven vrij st rk kunnen

afwi~

nten, ,I.n de ultw('rking erst de v rschill nd bestandd I Jk n, WIJ zuil n daarom H ns kort bespr k n In h n

va~

h t sprockj van St rke . G' , u n aant kenlllg n b" h 91'1'

Je van nmm Dat Erd"

k .

IJ ct prook-

verhaa~

in d z tr kk

lI~aÄ.nó eh'

lefJtts n Holt n Polivka h t

~tamm1l1g en kracht. (A '\ d s v n wond rbaar!ijke af-

h ho h ' I Zoon van een b d'

I~ t sc overvalt, of (A~) van r, Ie e n vrouw uit welks macht de knaap 'h " n dw rg of een roever

d ZIC n ZIJI1 m d b "d '

oor ~n mdn met nb rin f , 0 er eVrIJ t, of (A·I) door e n berin of koe g zoo~d merr~ verwekt, of slechts (A ') vrucht ontslaan (Af) d d""

f

Ad) door het genet van e n

, , o o r n WIn g b f . d I"

UIt een brand nd tuk h or n, 0 em e Ijk (A') ut ontstaan. - BI et twee makkers

-99-

komt hij in e n leeg huis in het bosch, welks demonische eige- naar de makkers mishandelt, maar door den held bedwongen wordt, - 82 De derde koningszoon verwondt, wat zijn broers niet hadden gekund, den daelllun, die 's nachts den appelboom van d n koning plundert, en vervolgt hem tot aan de opening van een put. - C Drie prinsessen worden door een demon ge- roefd ; de held trekt alleen of n et makkers uit, om haar te zoe- ken, - D De held laat zich in de put zakken, overwint met een aldaar gevonden zwaard in de onderwereld verschillende demonische wezens en bevrijdt drie jonkvrouwen. die zijn mak- kers aan strikken optrekk n. - E Hij wordt zelf door zijn trou- welooze makkers achtergelat n, bereikt echter met d hulp van een geest (ring) of van een vogel (dien hij met zijn eigen vleesch voert) weer de bovenwereld, of (E2) w Tdt opgetrokken, -

F Hij maakt zich aan de mei jes bekend, doordat hij de ring n of kleederen, die deze voor de bruiloft verlangen, vertoont, be- werkt de bestraffing van de trouwelooze makkers en huwt de

derde prinses (4). -

Dit schema toont reeds ten duidelijkste hoe grillig de samen- st lling van dit sprookje is Er zijn nder de opgesomde trekken verschillende met elkaar coneurr erende moti ven, die alle n op gewelddadige wijze in één ver.haal zijn samen te brengen, H t C-moti f is niet, zooals dit schema misschien zou doen verond r- stellen, en vervolg van het B.,motief ; het is er eigenlijk me gelijk te stellen, in zooverre h t ook een aanleiding vormt tot het avontuur in het oJlderaardsche hol. Het is van ondergeschikt be- lang, hoe de held er to gebra }jt wordt den tocht te onderne- men ; daar hij in het verloop van het verhaal ol t en d mon vecht en prinsessen bevrijdt, was het logisch zijn reis met een van beid in v rband t br ng n, Dus: hij gaat den demon zoe- ken, die bijv, appels gestolen heeft van e n boom, die den vader van den held bijzonder dierbaar was, of wat nog ratio- neel r is, hij gaat r op uit de prinsessen te bevrijden, Ik v nd maar één variant, waar inderdaad C op B vol gd , en dez is ontleend aan Kletke, Das Buch deul cher Tolks- und Kinder- märchen (Berlij n 1849), waarin naar Bolte' s ~ tuigenis maar één enkel echt volkssprookje staat{ 5), Welnu, cl z variant h ft

J (3) nder Jndi eh v rstaan we hl'

ndi eh. r en in 't v rvolg natuurlijk oor- (4) Zie Bolte-Polivka. I.c, 11. 00-301.

(5) Zie Bolte·Polivka, I.e, 111, S8 .

(8)

- 101-

gebied de eene, in en and I' gebied d tweede vorm preval ert, want reeds d Arabische varianten, di van alle buit n-Euro- peesch vormen de zuiverste voorbeelden van dit sprookje zijn, kennen ze beide naast elkaar. Indien w in aanmerking n m n, dat het verhaal van de

J

aloersche Broeders in d 1001 acht, op- gebouwd is volgens het schema B2 0 E F. terwijl in d mod me redacties daarnaast ook B1 0 E F optr dt, dan zou men aan h t B2-motief gen igd zijn d n voorrang toe te k nnen. . laar dit is niet waarschijnlijk, daar imrn rs het v rhaal van d n door n d mon geplund rd nappelboom n moti f is, dat h rhaaldelijk in and r v rband óók optr edt en du z r ge d in dit sprookj later kan zijn ina lascht, t rwijl ook ov I' het algem n h t BI-moti f in n grooter ~antal variant("~ vü<?r- komt dan B2 In het Gennaansehe taalg bi d komt h t B -mottd z lf uit luitend voor.

E n uitvo rig ond rz k zou hier rst tot n z keI' re ul- taat kunn n voer n. o:>rloo ig kunn n wij va tstellen dat de motivering van den a ontuurlijken t ht op dri wijz n ge- schi dt n wel door mctiev n

BI.

82 n C. D vast kern van h t' sprookje om at dus de tr kk n 0 E F. en I' zijn inder- daad e n aantal varianten. houfdzak lijk in 0 t· Europa opg - t kend, di all I dit <:ch ma v rtoon n. Bezien w de:z mo- ti v n nu wat nader. dan word n wij al ev nz er g troH n door h t weinig markante van hun karakt r. De fornlul ring, di

Bolt -Polivka van h t D-moti f g ven, geldt maar voor en be- p rkt aantal d I' var'anten : de h Id ho ft vaak h t ~waard ni tt vind n, I ng niet altijd zijn r ver chillend d m nt.sche "". zn.

Het midd 1om zich uit d put te r dd n (h t motIef E) I 101- str kt ni I h tuitsluitend eig ndom van rlit SpI' kj., la ldin I' dt zich met zijn toov r .ng o' uil h t hol, waarin? toovenaar h m h ft op!!e loten. Fel' t cht.p n vog I .. dl oJ1(~erw g g voerd moet word n. komt in d' v 1 proo~J s vo r. waar n held zich moet v h ff n tot e n plaat ,dl langs nan1l1r- lijke w g n ni tbr ikt kan word n : dit m.oti f, .sP. lt ooral in Oost rsch v rt llin n n grocte rol. Emd lIJk IS d h 1'- kenningss èn van F n k nd b tandde I van g chten met n draak, waarbij duit!! n d 'n tong h t onW 1'1 ubaar b - wijs is. dat n de W rk lijk h Id zi h he .ft aang ~e1d.

Re ds

Bolt

-Polivka m rk 11 op, dat dit pI' kJe n t rke neiging vertoont zi h m t and re motieven t v rrijk n - wij

..

- 100-

het wonderlijkd chema BJ.~CD E F· door, ncpe hoopmg.

d

r

On e~s naast. elkaar optr dend motie n is dit verhaal ontstaan.

v ngens vmd n we, waar C en B in h tz Ifd sprookje sam n voc.rkomen, st ds het C-motief oorop staan: toch komt deze

~oglsche voll?ord~ tamelij~zelden oor. H t C-moticf schijnt een JBo,ngere~mot1.v enng te ZIJn

":,:ln

h t avontuur, dan d motieven en B ; lller?p kan ook WIjZen dat, zooals we re ds oomerk- ten, het C-mohef nallw~raanknoopt aan d n gang van het ver- ha.al, en dus ontstaan IS door h t v rlang n d v rlossing der pnn essen van d n aanvang af als het d I der rei voor te stellen.

. Het bezin van e n sprookj is ste ds h t me st aan veran- d rma n bIO?tg st Id. In d z .v rtelJing is h t d geboort van d n held, ~Ie ?P d m st Ult' nloop nd wijz n wordt ver- haald. u IS dit ook van z I' nd rg chikt b teek nis voor den v rder n ga~g var:' h t verhaal; wij kunn n dan ook veilig aann m n, dat ~It b gin aan h t prockje werd to g voegd, to n men b h ft ~1l1 g~vo I n nog i -ts nad I' omtr nt d n held t .vernem~n. Dit moh f A is dan ovk vol trekt ni t typisch voor dit prookJ : h t tre dt t knop, waar maar an e n held rt Id w?rdt. E nopper lakkige b houw:ll an de v l'S hil- lend van~~t n Ie. rt 0 ,k. dat h t sI eht in een gering aantal ptr dt, bIJ sornmlg volken, zooals d Kelt n n

cl

Arabi ren g~h I ?nt,?re kt. ~ nbwijs voor donoor pronk lijkh id a~

dit mot! f I.~ nog dit, ?at er zoove I v rs hill nd en ond rling geh I afWijkend I zing n van d g beort van den h Id g _ vond n word n.

.. Het B-moti f zou du" h t eigenlijk _ b gin van het verha< I ZIJTl. M~ar ook vertoont zich 11 pmerk lijk <.;J1? k rh iel. D o~tmo tlng m t d n d mon wordt op twe v rsehillend ma- n~ I' n verhnaI~. n d ~ i moti v Tl

B'

n

B!

luit n cikander Ult. Dat toch ~~ s0t;lmlg ariant n BIn B- naast elhnd r ptr d n, beW1J.~ hl I' g n natuurlijk ni ts : d v rm ngina van oor pronk hJk onafhankelijk parall IJ trekken is e n z I'

~ewoon I' chijns I .in d ov. 1'1"V ring d I' spro kj s. H t zijn Ir:t.h~fdzaak d Slavl h van nt n di d ze v 'rIading t n n . ZIJ ZIJn h t oo~, ?ie vovrb l~ n b vatten van d and rs zc~

z Idzam rbll1dll1g I' motieven èn B 'n C.

Tw orm n. taan,du naa t elkaar: BI DE FenW 0 E F.

u I d verhouding 111 t zoo, d t in h t n _ ov rlev rings-

1111111'1'1\ 111 \ I'

013 70

(9)

\. h H Id ndichtung. 1.

R B Di alt ng ISC I"k on

(7) al. o.a. Prof. ' , ,oer. 11 15. 16. laat teIl" nog If bI 11.16; Boltt'-Pohvka. I: .. ' d' k Filologl, I ,3, Bydow,owu 'B owuz, If oeh BJ'arke, in tud Ier I or I

-\03 -

Z k r er is hier in dit verhaal al heel de aarde teruggebracht. k,e, Sterke Hans herinnert, maar wat dat ons aan het sprool Je vanh'll d an

' h I he verse I en v . cl

het is er to nog we ' h " breng dat uit zen

" k en m ennn nng . , c!

Indien 1 nu nog ev d rbonden werd n • ma- kern D E F, al naar

gel~ng

aallrmllee verhalen ziJ' n 01ltstaan, n

. BI

B~ f C dne para e v . , d

heven , 0 , A-motieven als inle1ding. er aan W,!

dat pas daarna een derd d im n bese c!n,ff ho voorbang dk'

beWl!~-

.

tocgevoeg,. Par. zar g w st 1S.' H "IJ h d het sproo "Jea 10 zIJn_ vo nng van anze I h" h d vervolg ns moetn on langzamen grcei mo t n vo ge

h,

t IJ erhaal van

B

owulf' sstrijd derzoeken m t welk n vorm d dan rst, na d n

d I h e tover enst m , n h bbe

metGr~n

e t m 1 t van herkomst te n

vermo d lijken oud rdom eln. Pkaa s n n m n betreffend den

h d hOO b s uit unn h·· lOOk

va tg steld, a IJ en d zer v rtellingen. Zeer waars

~

IJn IJ ..

gen tisehen

sa~enhang

h

1

ander gewe st, dan waal'to

h~~

was dat b slUit dan een e . . niet langpr ophoud n biJ nu g komen i . Maar lcit

n

'klj da~sre

ds meermalen als g heel d resultaten ~an e n

d

n IJzn\'

onvoldoend 1S

v~~o

r . d

I~dische

volksoverlevering n

n~rr

Wanne r WIJ nu in dan

zuIl

n wij b

merk~,

at

parall He

verhale~,

ga.an zoed k,en, en vert Hing vind n, dl g f- .. hl'er si chts biJ u1tzon enng he twoordt. \1.,1 1tr _

WIJ E e s h n vorm an I

heel en al

aa~

d n udoPI d' h literatuur me rrnalen

~

rte

k

fen wij bijv. in

~

ou held

I:

n demon tot in zijn schllliho lingen aan, waann e n 'onkvrouw verle t. maar dez achtervolgt en daar en gevangen J

om ze onmidd llijk mt onds

.. . udiNe stru tuur I"k naar

ZIJn van t e nvo

11 ....

m er saaen, van g 1J . , sprookje gelijk te ste n; ZIJ hJïen waar~ e n h lel n,m ISJe als d talrijk Yslar.dsch

11

fbavrijdt, Z Us ontbr r.kt hl r het uit d macht van n ,tra kkers dat w al n nood- v rraad van d b gild nd mak nn 'n. Ik kan

lecht~

.tw

zak lijk lem nt h bb n

.ld

r n di hoeze r ook in klelnlah,- Voor-indisch verhal n

l~\

n

b

ar 'variant n v n h t sprookJ d n afwijkend,ZIJn.

.. H

et r te IS opt<;> h

cnhln!~

t Plnateûu van Pamir opoete

k~nd

en

- 102-

zullen nog de gelegenht:id hebben daarvan een voorbeeld te noe- men. Maar dit is soms e n aanwijzing, dat het sprookje zelf niet een goed en stevig gesloten geheel vormt. Indien het nu daarenboven in zijn kernachtigsten vorm r eds elementen blijkt te bezitten, die in andere v rbinding n t n minste even zeer thuishooren, dan mag men daaruit misschi n de gevolgtrekking maken, dat het een vrij jong produkt is. Indien wij nu den kern D E Fontdoen van al zulk motieven, die van elders kun- nen zijn binnengedrongen, dan blijft ov reen vertelIing, hoe een held afdaalt naar de Clnd rwereld, daar een gevecht heeft met en demon, en prin es bevrijdt en door zijn makkers in den steek g laten, ten laatst toch d bov nwer Id we t te be- reiken en zijn recht n op d prinses w et te laten gelc!en. Dit is een volkom n gaaf

verh~al,

dat in dezen vorm ook inderdaad op verschilI nd plaats~n is opgct kehd, Maar een held in een put en trouweIooze makkers of breers, dat zijn trekken di ons aan het BijbeIsch verhaal van Jozef herinneren _ het is, meer dan dat, een motief, dat We van China tot Ysland, van Indonesië tot Afrika in alIerlei

schakeerin~

n aantr Hen (1)). Wij hebb n hier dus een groep van voorstelling n, die onderling vrij groote overeenkomst verteon n, en daarbij van zoo cenvoudiaen aard zijn, dat eerst door toevo ging van bepaalde nevenmotieven een verhaal ontstaat, dat men een sprookj kan noemen.

Zoolang het verhaal alJeen de motieven D E F omvat, is h t dus van zoo simpele structuur, dat het, al naar de omstan- digheden kan gebruikt worden om r een mythe of een sage van te vormen, maar dat h t ook tot een typisch sprookjes- complex kan uitgroeien. Op d nad r uitwerking komt het dan natuurlijk juist aan. Bolte haalt een Grieksch verhaal aan. dat reeds in den tijd van Augu tus w rd v rteld : een herder uit Ephesus laat zich in e n hol zakken, waar bijen hun nest h d- den; hij vindt er een schat, maar hij wordt door zijn makk r in den steek g lat n.

0

or gier n wordt hij eindelijk weer naar

(6) Enk Ie voorb Iden mogen vol taan: hina: Chavannes. 500 ontes, nr 8; IJsland: Ritt r haus, Isl. Voll(smärchen, blz, 105-106;

Indonesië: nouek-Hurgronj. De Atjeh rs, 11. 138 vlgg., "Hikajat Banta B uranthah n (broer werpen d n held. die een vogel heeft ge- haaId. in een put) ;Afril(a: Frob nui . Atlantis, I . nr 13. Zie overigens de aa nt kening n van Cosquin bij nr 19 van zijn Contes Populaires de Lorraine,

(10)

1 Bol .p li ka. 11. '>11 Il::g.

eglst r t. p ~r I ' Wide.a ak lori (Bombay,

land H. n p .

anla\ 'olkta\ 5 (Pokhuria z.j.), blz. '7·61.

(I) am',

(11) F. A t 4) blz. 47-68.

(i

2) ampb 11,

- 105

. 1 k

t d te n r nog ni t op

die plant w I..Ult

~ ~o v ~~lt~ z~h

dc s'tuati ni t d';1id lijk lag? Het schIJnt. a.t. I"k oorz'" k door d n Invl d

Id

0

t s m cr 11 - V r ~.. .

h eh voorg ste .. I I.d w~ rd n opgenom n. of choon Z ..In an and re mot! v n, k·l .... ' d n w fT WIJ t

k I"],. t Huwen, ••. !"

cl n am n.han~ a IJ., pas I.. . f ,. d I k r.Joor

. I br ld motl' ,voor n .

- n ud en éi gem n Tvehr

Ariadnn _ is n meu\ e

d G · k h -g van seus n , - h _1 d

ne c c , . h terhaal ge n e unc oet,

tr k. die aan? IJ sam

hnhang va:; bloeddrup' eb di naar h t aI is h t mot! f van bet J?OOr .r stemmina

In~t

d n inhoud

holliden,h I-vat t'rmo l

I nmenomhooaklimt,is ok van ons verha 1. D plant, aar

a~g

ir.dt dit motief clikwijl

. d h I 1 0 rg nom n , m n v . . . cl k UIt an re ver a I .. h 11' maar 111 t mln r v,a

. I d' h I don IS v rt mg n. k'

~n

n I en n k" (10), H

t

kon in dit sproo Je v n-

In Europe sch spr·o Jdc d I di d n h Ict naar d

d d ·

d

al e won er og , h h

I

go lenst n E' d look is

h~t

t

ru~k

r n naar et. 0

bovenw reld draagt. In IJ. t 11 r ft n tereotl

d dt mn ! ts v rg e , k d

van en emon. om a ' t· I' dit twc d b~zo -

. d z s rt· m es a I d

tr k m sagen a n , b'

r

d g vecht m I en

aanl iding tot

~

t all rzwhr

t St

e: 1..

_H:nscprookj komt dit mo- r us. In d vanant n . a

~

D r het opn men van al dnz , ti f eht r volstr kt n1 t v or.

k?

b h nd tr kk 11, is h t

or pronk lijk ni t tot h t fpruo k

J e °elr

n ala In n!1 vorm.

I h h I t ka g we n van '"

Bengaa s . v r aa hS r '1' Bolt -PoEvka b halv d"ze I

D

Indl ehe ver a 11,. al

I

d f ZiJ' no In n h t

I' n cr v v r er a. .

nog aanvo r n, lagen h-J d h' three Fri .nds (11), op-

o . p .' 1 n carl an IS h' .

spr okJc van 1mee Je p ' b K"'shrnir maar lerln d b.. cl "n unJu n u . ,

g t ken IJ stam.men

A B'

voor I T\>\'ïl het 0 rigl'n tot komen alle n de m t C\ 11 11" bpho rt m ar d won-

h I d ty a v rl' .Ing 11 , k

een g an r p h ld w I als h t zoe' van

derbaarlijk

g~b

ort"

"kk ~el1

a'l

d~:

held v rj'

a~t.

mear cl r

en dem n, dl d mu d t1 . . motieven 'IJ ar an hrt ze r

h Id b d w r I Cl zIJn , h

d n w o n g . . ' I . am nha g m t t t. P te t ·ijf kn valt, of ZIJ . C n n ~. Eind'li:k vat het

E ' . . 1. n k nn'l WI1Z n . . J r I

van Dat rdmann 'c L[··. (17) n I h , \, on

antaLprookj umda the r ", ° - ,

osquin, ont populaire cl Lorrain , J. 20 Journalof th oei ty of B ngal, 46, I or 2, blz. 112- 120, .' Woi Dir 'gh u.

osquin, l.c. blz. 2J •

- I 4 -

door osquin r eds aangehaald (8) ; h t lot van dit verhaal is zeer vr md en zeker onoorspronk lijk: d held, die in d n st ek gelaten wordt, komt to h ten slotte aan d opp rdakt door de hulp van zijn m<lkker, di doer berouw wordt gekweld.

De berouw

011

zondaar krijgt nu z If tot b looning èn

cl

schat-

t n èn h t m isj . Daar on nrookj k b kend is bij Mon- gool che n

T

urksch- Tataar eh stamm n van Midden-Azië, mogen w w I aann men, dat het Pamir-sprookje en v rvor- ming is van n oud r v rhaal. dnl m rmt d n 0 cidental n vorm overet>nstemd .

Het tw d

I

ndi che rhal i OPO'C't

k

>nJ bij en o!ks- stam in B n al n (9). D in Ol'

i~

aldus: Twe

jonr.~

m"nn n

~aan n vrouw rloss'lI uit d TPa ht \'a n onderaard~ "h n d man. Zij ind n d n weg, nûc r hpt gat. let toega go g"eft tot zijn rijk, doordat d

~

vrouw een draad he ft lat II afk<lp .n. to n zij door den demon werd w gg voerd. anneer de beid b- vrijd rs zich m t d vrouw uit d voC't n mak n, b m rkt zij.

dat haar kam is a hterg bIev n. E n der h en k rt I run om die te hal n, d and re maakt zich va vrouw m !I"r, wen- t lt en ste n over d ingang v n h t h I n dwingt d vrouw met hem t huw n. D geva .g 11 held b vindt zi h nu in d macht van d n demon n ma t m l n n di ns d chter trou- wen. Maar hij plant bij zijn hui n zaadkorrel, \\aaruit n hoge boom opgro it ; daar langs klimt hij OIThoog n bereikt w er de bov nwereld, waar zijn rste werk is zijn v rrader- lijk n makker t dood 11 n t huw n m t d vrouw, die hij bevrijd had.

Ook dit verhaal is z r mo ilijk t rangschikken in

(Je.

rij

der vel Eump sche en W staziali eh arian tf'n. D rondO'- dachte is buit n kijf d z lEd als die van II Dat Erdm"nn k n'"')) maar het s hijnt op z r z Ifstandig manier t zijn uitg w rkt

~

Misschien iQ ook d 0 rI I ring ni t gun tig acwee t voor dit prookje, want de samenhang d r go beurtenisscn i ni t recht duidelijk. Wann er de st n, di n d rrader 0 r d opening wentelt, het erlaten der onderwer ld bIet, w Ik nut h

ft

dan die hoogopschi tende plallt? En ho kon d held e r t zond r

(11)

- 106_

opgeteekende verhaal van Th e Prince} who did not go 10

school (13) aan vergelijkbare motieven alleen het B-moti f, waarlijk een te geringe ov reenstemming . In deze Indische ver- halen zijn de makkers van den h Id wonderbaarlijk sterke reu- zen, of menschen met bovennatuurlijke eigenschappen, zooals wij ze kenn n uit het Duitsche sprookje van Sech e kommen duren die ganze welt (Grimm nr. 71). Zulke makkers h ft St rke Hans ook in engroot aantal variant n van Dat Erdmän- neken. Toch hoor n zij in dit sprookje oorspronkelijk niet thuis.

Immers de scèn ol t den demon in het bosch huis moet 01 n

beschouwen in v rband met het v rdere verloop van het sprook- je en dan is het duidelijk, dat zij dient om in het licht t stellen, dat d makkers, di den h Id zoo trouweloos acht 'rlat n, in kracht en

b

h ndigheid verr zijn minderen zijn.

H

t kunnen dus best, zoonis in talrijke variant n ook h t gev I is, zijn oud re broers wez n, want de tegenst lIing van den jongsten en krach- tigsten tot de oud re broers, die niet deugen, is een algemeen sprcokj smotief, dat zeld n zijn werking mist.

In den loop der overlevering nu, werd d tegenst lIing tus- sch n d km ht van den held n die zijner makker steed dras- tisch ruitgewerkt. Im m rs. dan eer t bIe k de voortreffelijkheid van St rke Hans het duid lijk t, wanneer hij kon b staan, wat anderen, ofs hoon voorzien van d g weldigste kracht, ni t ver- mochten te doen. ze ontwikkeling is dus volkomen logisch, had daarom <xl plaats in het prookje van binnen uit. Met teu- gellooze fantazie w rden zulke krachtm nschen beschreven:

reuzen. die boom n uittrckk n en z dan al zonnt'sch rm dra- gen of ze als h ng I aebruiken ; di b rgen Henen en op hun schouders weQ'dragen. Des te komischer was d werking, omdat al die geweldirr kracht in de ur d gevaars jamm dijk t kort schoot, liefst in n strijd m t n t genstander van dwerg- gestalte.

In het sprookje Grimm nr. 7J zijn de eigenschappel} d r wenderbaarlijke makkers van geheel anderen aard. Zij bezitten zintuigen van zoo volmaakt bewerktuilling. dat zij kunnen doen.

wat een gewoon mensch onmog lijk is. M t Ikand r vormen zij en soort ideaal van den sprookj sheld, omdat hun zintuig n

. (13) H. Parker, illage Folk-Tale of eylon (London. 1910), I.

160-168.

- 107-

n Het verhaal is dan ook en kundigheden samen

allk~

verrnog d' . buitengemeen begaafde

gebouwd op de samenwy

kk

g

va~n

I:n zeer moeilijk ,

s~hier

dienaars tot het doen ge u en VI f l"k kunststukj s, dIe ze lOOk d d Tot d on""e00 e IJ e , onmoge IJ e aa. ..

k

het bevrijden van e n pnnses.

uithalen, behoort natuurhJk 00 d l"k verhaal welks hande-

l· d h d dat e n er~e IJ ' k H

Het Igt voor' " el"k ge IJan 'I"kh'del n1et het sprookJ' e van Ster ed' ans' Img e mge

Ul~er

IJ e kk li'k werd verm ngd, zoo at 111 vertoonde, h1ermede gema J d d dienaar met de won- dit

sproo~je

nu ook kond.n optr: n :kkelijker, daar in som- derlijke e1genschapp n'

h

D

lt

~on

g lIldurch die "onze welt de

. Sec se ",ommen ~ .. h k

mige vananten van I ' den steek laten, ZIJ et

~

dienaars d n held

oo~

troïw.

on ~nErdmänne~cn

; dit was 101-

ni t op dezelfde manter ads, ln

d- a g der handeling in beide k er 1 en gan

mers nog een tr me, l"k kte

. look

lth ge 1J maa .

vertellingen, Ulter IJ a

d

ns, k' uit Voor-Indië geven n De zooeven genoem e sprO? J

Soo

waar m n t nslotte duidelijk beeld van de wiII keung

w~~zdienaarsPbeschreef.

Het

die m t buitengewone gaven toegerus di hoomen gebruikt Ceylonsche sprookje v rt lt van e n madn. di spitte met een

h k n van e n twe ,n, ld

om e n eg te ma , k I t h 1 riJ' stve ,van een

I n wart van 1 kk

schop zoo groot a S h ' d deel van een a er d " k r ploegen et VI r e , . b" d derd n

'Zoo

Ie 111 een eecl w l 'wterma et st rk . toen ZIJ. 1) e klaar had. 11 war n us h I w rden zij deor deze

zo~-

Rakschas! kookpotte

dr-k te~m:ak~'(

14). Het Sant?l-sprookJe d er moeIt onscha IJ g II n man dIe met een

Id G d t t m tgez en ee . d'

ge ft den he urn a 0

n

t gebruikt, e n ander. te palmboom vischt en als élas nOl an

k kotten komt ook voor ind~' (14) Het motief van het halen van 00 p t worden gehaald biJ

lah~vansa. Elders wordt verteld, .~ate~uMi:hasa' eh verhaal, door

-~n d mon; als voorbeeld nC? m 1 an het Bataviaa ch g nootsehap, Dr driani in de erhand hngen v h Id Ijzervr ter g naamd _ het

. I IJV blz. 23, medegedeeld: 0 T ' I _ zendt d n eerst n reus

' ' h 1 van e n ao a d mf't

is een variant van t ver aa h I HiJ' vindt r een ou e vrhouw If

h . . vuur t a n. D egt em ze

naar een UI J om d' k men e vrouw z ' d

zwart gezicht en een

h bodosaarhlj:tl vno~rm~ar t' rwiil hij gehurkt d

voor e

d aar te a e , h k t en twee-

h t vuur van en .. h dood Zoo gaat et 00 m i k t tookplaats staat, slaat zllE'

cl

I"k g~at Ijzervret r zelf, n hkekm ge u den en cl n derden r u. In e l i a maakt hij zijn ma ers weer het de hek onsehade.lijk.~e maken. ~afaB~' met dat al he ft het verhaal

D · . d dUld lijk het moll ,

lev nd. It IS us kJ' e niets te maken.

van ese nTaola met ons sproo

(12)

met e n pepulboom als parasol n he Ien akker b chaduwt.

ind lijk twe mann n. di alle n de or t zing n een bassin kunn nlgmak n. Deze lilatst nu zijn dienaren, di hi rh en verdwa;'\ld zi.in uit en verhaal van het typ Grimm nr.

7'.

Dit is vold nde om aan te toon n. dat n verhaal. waarin wond rbaarlijk helpers cptred n. di het aH

g~en

tegen een

d mono of choon d h Id, all en met men cheIijk ig nschap-

p n ta g rust. h m ov rwint, op cl zen grond all en nog ni t mag worden b chou vC! als e n variant vnn het prookj van

~

,-k Hans. Da rom kan ik tot cl gro p van deze v rhalen ork ni t r k n n het in AChter-Ind!" opget k nd verhaal van

T

a-ywa. want cl -:1aarin voorkom nde bijzond r h I rg kun-

I'

70~él!.

w re d.' opmerkten, nooit bewijzen. dat dit ind r- daad h tz Ifde prookj is, v nJni n al h t v rio n van drie rin s n, door Cosquin al twe de b langrijke tr k van dit verhnal naar voren g bracht, h t b wijs van rwants hnP kun- n n lpvrT n n dit te minder '\ nar d wijze. waarop z b vrijd w rdf' '1 Q'ehf' Iafwijkt van di. Ik . r g I is in het sprookje af' St rke Hans ('5). Dit v rhaal van

T

a-l/wa hoort. wat cl n verdf'T inhoud b tr ft. am n m t n gh I ander type van v rt lliner n. waarvan e n tam lijk root aantal

Indonesi~ch

re-

dactip h"'k nd ziin (16).

I i Tl çlll v' n h t prookir v n St ..k Han, da in g _ h el Europa bekend is on bepaald t pisch vorm n, in Voor- Indië 1cht

~paarzam

por 11 n dit v rhaal vord n gevon-

-109 -

k I"k fwi 'ken van d nEurop schen den, die

d~n

nog aanmer Ij r:: in j de Arabir,che overlev ring

:~~~~':g~::n'i:;~:~ij~e~::c,;.~ .ffkL ijk is oved~~l;~ d~i ~a~a1ri;;g:

zich haast

vanzel~

.. de

gbevol~tr w~l~~i~~it

verhaal na;r

uro~

Indië, maar Arabie

d~

.ron

~s,

h' d t d Arabi r n voor dit

d r stnetle miss' len, a b 'k

kwam, met Ieze ed Indiërs ontle nde vert Imoti ven g rul- verhaal enke e aan e

k r'k d t door een t al e n goed ten. Het is echter 00.

id1sc~e'

br;n ni t bekend is g w rd n, overgelev rd

vo~

Ult n h ev ns di on tot nu toe

dat wij dus Uit de schaarse g~g d' . I di" niet

n ' a H ld n at r ln n .

t n dienste staan, nl t ~logen d' 'h I bestaan he<:ft als

d l v nng van lt ver aa 'd

e n ev n goe e over e . . 11' k hun w g on n A b'" D d Indisch v rt mgen 00

in ra Ie. aa;

~

hArehip 1 is het mis chi n ge n on- naar d n Oostmdlsc n ' . I t d rzo k-n

k h l d . h matenaa on . ' . vruchtbaar wer ,t n on lse e n artikel dat door Or.

\Vij kunn n hier voortborw ndOP De fndi

'che

Gids (17),

Adriani in 191 0

~erDd

geEPudb lc:.eer

l.el~

vergel k n werd met in

' h t ookJ at r manne/( k

waann e spr d h I Z r groote overeen 'om t met Cel bes opgeteeken e ve~ a e n . .

T

t mbcpnsch v r-

h kj vertoont e n on

het Europe sc e spr

d

d b" Minahassi che volk stam.

haal (' ), opgeteek n.

~s

IJ

~'n

eroofd door n dw rg, De inhoud is deze : DDne. pnbns ssen kJengzich op ze te zoeken.

h t TIe ro rs ma , ..

Een-span

~~

e .en. " derwe hun pot te koken, werden Z1J Wann r ZIJ bezig

z~.~ ;ln .

g Ben De oudste broer, die er door Een-span da<;{ Ij a Jlg gci::nge'n het eten aan d 11 dw rg het rst voor zorg ,wor t g t het ev nzoo maar de jong- af t

~taan;

met den tweedhn

t

g~a

kookt b dwingt het dw rgj st , die den

volgen~7n

dfgOen

da~

daarop volgron zij den w g, en rost he ongena 19 k'

~

n d rivier troomafwaarts waarlang d dw rg gd I<:>.m

k n

wa~

draaikolk in z e D oudste

d k zij ein e IJ aan en _. 1

gaan e,

o~

n 'dd I t der drie broers duiken nu aa? en, ang n daarna fJ mi s b ' k d n bod m nl t ; dit ge-

l.. ben d n maar rel n bb k

rotan ljn naar , 0 d 100 n t he n omt

lukt d n jong ten w

1.

a n In ge

k m t tu eh 'n J ermaan eh n d (l(l,Tr kk n V: 11

~~~,r~h:

°olk rhalen, D Indi eh C.id·,' I 10.

" oradJa sch "'1 I\lmaha.SIS " , k I' ed JOOl' .o.oum m i S

I) -2 4. D Z ov-re I1s1 mmm~ IS 0 (p.' 1922) blz. 189,

.. d 'd I .. tud s Folklonque ans,

kort a lig U I . g, llJIl 0

no I(I2,l hwarL. T ntemb0 n he T k t n (Lpidt'n.

I~07).

n'

~9.

(13)

- 110_

hij aan n dorp, welks koning ziek is ; hij geeft zich uit voor geneesheer, slaagt er in toegang tct het huis van den koning te krijg n en vindt daar ook d drie prinsessen, die hij en zijn broers zoeken. Hij eischt dat alle bewoners het huis verlaten en dat hij met d n koning alle ng laten wordt. In plaats Vnn h m te g nez n, doodt hij d n koning, komt dan w er buitenshuis en verbi dt de anderen binnen negen dagen naar den koning te gaan kijken. Met de prins ss n maakt hij zich uit de voeten, laat zich met haar optrekk n door zijn broers en komt aldus m t

de prinses n beh uden terug.

T

rwijl er in dit v rhaal van ge n v rraad sprake is, indigt eer. tweede variant aldus (19): adat de prinses bevrijcl is uit de macht der menscheneters, waarbij de held geholpen werd door d n dw rg Een-span, k ert hij op e n schip naar huis te- rug. Maar de gezagvoerder laat ond rweg Rompas ergens ach- ter, om zichzelf als redder te kunn n uitgeven. Op _n vogel keert de held cht r op tijd terug, zoodat hij met de prinses kan huw n, - Hier is dus wel e n verraad. maar dit verraad wordt niet bedreven door den bro r of den makk r van den held, maar door een nieuwe figuur, die pI ts ling midden in h t verhaal opduikt. Hij is van het typ van den verrader, di in het sprOOkje van Die zwei Brüdel' (Grimm nr. 60) de eer van den dood van den draak zich wil toeëigeneen. Dat deze rol in Insulinde een kapitein toevalt, is verklaarbaar; ook in andere Indonesische sprookjes treedt deze als verrader op (20).

Dit verraad hoort dus thuis in een heel andere groep van vertellingen en is dus later met dit verhaal verbenden. Deze

T

ontemboansche variant maakt bovendien in andere opzichten ook een onbevredig nden indruk. D verhouding tusschen den dwerg Een-span en den koning der onderwereld is volkomen onbegrijpelijk. Terwijl men uit de e rste variant den indruk krijgt, dat deze beiden een en dezelfde persoon zijn. blijkt hier de dwerg ondanks de afstraffing d n held gunstig gezind en behulpzaam in het dooden van den onderaardschen vo;rst. Ove- rigens wijkt de manier, waarop d z g dood wordt, aeheel af

(19) Schwarz. I.c. nr 40.

(20) In ommige varianten van n v rhaal, waarin een man met het lijk van zijn vrouw, al of ni t door zijn ehuld ge torven, op n vlot wordt geplaat t. Hij slaagt r dan in haar t doen herleven, maar terwijl hij laapt, wordt zij door e n langsvar nden kapitein ontvoerd.

-111-

h vorm maar zij stemt ov reen met een van den Europeesc

e~

h • h I die wij nu zuil n b han- gehe Ie reeks Indoneslsc e ver a en.

delen. . TOlltemboansch sprookj (2I ) : Allereerst noem Ik we r

Kl

loesan De laatste _ zoo Het

verha~l

van Teng

1{h:n

e:l"

::"w~den'ha~k

van Tengker. Op wordt daarIn verteld - . g . . n wordt van het snoer

ns blijft de ?aak erg

7

ns hm

h

vas~zl:~~ne~

er zit ui ts anders op, afgerukt. De eigenaar elsc t

er~t ~ater

afdaalt om hem t rug dan dat Kawoeloesan onder h h t h" dat de vorst der on-

B d ekomen oor IJ, d

te halen. p.ne en aang f

~

h 't voor geneesheer, wor t

. k' H" t Zie UI I'

d rw reld Zle IS. IJ gee da" haak hem .n het 1- bij d n zieke tcegelaten eH

r:t

rkt, ..

d

z:r treedt er beterschap chaam steekt. Zoodra

àe~e

IS

~e;b\:nina

kan Kawoeloesan in n Ol ten goud n pisang 0 daarop

n~ar

de aarde terug.

terugkeer

~. D~.

zon brenf tv:me reindelijk Tengker, over- Maar nu zmt hiJ op wraa. . blad plukt van e n boom, vallen door een regenbebuhi, een

~Isahntgdeze

herstelling der s hade

. K I

an oort elSC "

1

f

K

die aan awoe oes ' k ' d moet hiJ de s aa van a-

en daar T engker dat m t an oen,

woeloesan worden. dere redacti ; er is

Van dez vertelling bestaan nog ,an d b looning bestaat n Soembaneeseh verhaal (22

~,

dwaabnn r die d n haak terug-

d .. bI k 11 ,,,,aann e roe I •• bI k uit een gou n rijst 0 k og h t nJst I) ver- vorderde, niet

wo~dt

g

stdaftÀI%a~::in

de Minahassa (23) is werft. E n sprookje van e boa he verhaal. Dat deze ver- gehe I gelijk

~an

het

TOh~bb

n

d~~

een vissch

rsavont~ur

met

tellingen een dieperen ZlJl.. 't d re v rhalen, di hl rmede listig bedachte wraak, bltJkEt UI an

h I dere aanl iding tot het

h en ge ee an B- k

ten nauw te samen ang n l'

d . d n in een bij d a t a s op bezoek aan de onderw re VIn t m

(21) hwarz. l.c. n

r

103. he erhal n. Bijdragen tot de (22) D. K. Wieiinga, 0 mban eS

d

Indië, 68 (191 ), blz. 176-177, T 1 Land- en olk nkund van e .

~-. K . G

De men eh n van atlt~ 11. d k nni van d eden en e-

(23) P. . Wilken: BIJdra~ nhtot _ Medede lingen van h t Zen-

d lf en m d ma a a. Id'

\'oonten er 0 r 7 (I 63) blz. 32 • l( erge mglI.

d lingeng noot ehap ,

(14)

I 11 1IIIilill 1111

0131 70

-- 112 -

umatra opg t kend verhaal (24) B" h b

g bruikt en man den L _'I I . .~J bt ouwen van e n huis f h" Z· Del van zIJn roer ' ' ' d ster t IJ. ijn br r. di ind rtïd d b ' I " a nI n tiJ kr g n i ht h " J n. Ite met terug had ge- in staa; i h m mt nu ahn fZflJn n cf lIdo op. n daar d z ni t

, er c a n t h" " h

oom al zijn bezitting n af t ,ml?d 1.1 aan zl1.n bzu hti n

k ' d aan. I 0 gaat nu ZlJn d

en n Vin t di ns g e~t e' d I"k' d d va r opzo - zwijn D '1 h::; I,n IJ In e g aant van een wild

I' .

g t WI em 111 t vertellen waar d

b

it

I' bI"

l!5g n, maar. ondanks een re k ed a t ' I' IS IJ en biJ' h" dIJ n vorm aaan mt van ti' er< nb v rWlssJ lOg n' Waar- w er van n ark n ma t h" !g . e r'L ang c' I n slotte wraak aan ziJ'n oom 'd h IJ. gen, ate.r ne mt 'eli 0

,oor m v <JT Ie st 1I '

te sm d n. Door all-r/ei rh I I'd h" .. n amen en mes

m mislukt n nu moet d n J,.t IJ zIJn aandach af, het af taan. om op ZIJIl b ur al zijn bezitting n d Uitlddidt verhaal blijkt duidelijk, dat h t b zo k I

rw r e g esten der af to Id a n (e on-

n n zich woonliJ'k:n d gd'~ r enen ge t. D z nu vertoo-

. g aant éln c f d d'

van n ark n zoal 0

k' .

B k (n

h 0 éAn r I r, vaak r k and r v ;t IJ' d' In lt dta cerhaal 11 in n

" . h b mg n, I nu zullen v,'orr! Il g n d D zl.Jn ln un t kcnis g lijk uall hu v'rhaaIt 111: Z d I

ta~~aafk Hr~or

JI

gk~t

: zij

\~ijk

n all en in d

Pui't:v:ki~~

d

~

. I ' proo Je, waann d h Id en . hh k I' I as myth bij d inboorIina n d K' '1 vdlsc aa v r lest,

n k d' ,., er 1- I an n b k nd (25)

P fmKer wa.ar Ige ov reenstemming. waarop r ed . 1893 d '

ro. rnlsg wezen (26) Mn h" sm oor

zins d g volgtr kking k' d njag

I nut .natuurlijk ge ns- myth zou zijn want' dma

h d~

1 dt prookJ en v rbl kte

het waar chijnlÜk dat d vKer .0~1 Indg rhov rI v ring n maakt

'.. • el- I n c' t Ig . I d

nesle ver pr id v rhaal met th' I f em n In n 0-

d n.

D~t

dit v rhaal b hoort

t~(

_

~

.1 Iguren h bb n

~

rbon-

ook bUlt n den r hip I bij 0 t . z;erhoud IkoV rlev nng, di aZlat,sc e 0 r n wordt a n- (24) PI yt Batak ,he til"

G. K. i mann' 1 d de ,. r mg('n ( hecht. 18 4), blz. I 0·164

d B"d , e e lOgen omtrent d L tt k d d B

e IJ rag n, enz. 3 I (I 66) bi 29 ? r'Uil e r atnk in G n, 47 (I 0 ). blz. 15_-/55' z. - . Vgl. I. joustra. I d. Zend.

. (25) Ple te. Tijd eh ifÎ val h . ti "I. .

. Y1e, d I X. blz, 5<J2 B

1

t

IJ

TIJ":kUntJlo C noot hap. 2"

blz. 4r'5-4 I6, mer. \ olk dl htllng 8119 'ndon 'si n.

(26) Prof. Kern. ijJrag n. en;>'.,.. IJl, blz. • /.

- 113-

getroff n, daarvan hebben wij e n bewijs in het ]apansch werk Ko-ji-k,i (27). dat in h t jaar 712 te boek gesteld werd. Hierin immers wordt verteld, dat de jag rgod Hohodemi en vischhaak leent van den visschcrgod Hoderi en dezen in de z e verliest.

Hij moet nu in zee afdalen, waar hij huwt met de dochter van den god der zee en den haak terugkrijgt, nadat alle visschen bijeen zijn geroepen en uit d k el van een hunner dit voorwerp wordt te voorschijn gehaald. Dit v rhaal eindigt m t het Melu- sine-motief; het heeft dus, al tr d n ook goden als handelende personen op, geheel het karakter van een sprookje.

Wij naderen nu een groep van v rhalen, waarin e n ander verband gelegd wordt tusschen het verloren g raakte voorwerp en het bezoek aan het ge stenrijk. Een Minahassische vertel- ling (28) doet dit aldus: E Il varken richt schade aan in een bouwland. Een man schiet er op met den speer van zijn vri nd ; het dier wordt gewond, maar loopt met den speer in het lichaam w g. De held achtervolgt het dier, komt in de ond rwereld en vindt daar de dochter van het dorp hoofd zi k. Hij trekt haar den «doorn )), waarvan zij ZOûV I pijn heeft, uit het hoofd.

waarop zij geneest. Daarna huwt hij haar. Maar later krijgt hij verlangen naar de bovenw reId. hij neemt vrouwen kind me en als te rkost wat rijst. Op aarde aang kom n, verand ren zijn vrouw n kind in varkens, maar de rijst wordt tot lout r

goud.

I '.. ,

1. 1' .. t J't " p . I N ... ~~, 'J.-.'<.". , ....'1."

Nog duidelijker blijkt de r

~igi(;Us

ondergrond van dit ver- haal uit de volg nde variant van HaIrnaheira (29). Een man spi t~t een wild zwijn, dat zijn akkers telk n b z kt, met n lans. Den volgenden dag gaat hij het blo dig spoor na, dat hem naar een rotsspi t I idt. Hij daalt daarin omlaag en staat eensklaps midden in een dorp van aardgeesten. Hij geneest de vrouw, die hij had getroffen en zi t. dat in d huiz n cl var- knshuiden hangen, waarin d aardge sten kruipen, alvorens

(27) Deze vergelijking werd gemaakt door Friedrich W. K. ül1er in de Zeilschri/t /ür Ethnologie (I 93). blz. 5 4, waarvan ik g wag g maakt vond door 0 quin, Etude folklorique, blz. I 0-1 I.

(28) chwarz. I.c. nr 104, l( rhaal van twe vri nd nIl.

(29) M.

J.

van Baarda n H. van Dijk n. Fabelen, erhalen en v rlev ring n der Galelar ez n. Bijdrag n. enz .. 6 I, blz. -400.

(15)

- 114-

in de tuinen der menschen d rijst te gaan opeten (30). Hij keert met haar naar de aard terug, nadat zij zich in een varkens- huid vennomd hebben. Daar aangekomen, verlaat de vrouw h m echter weer, na hem gezegd te hebben, dat de menschen in het vervolg de zwijn n niet moeten spietsen, maar ze door schr euwen moeten v rjagen. Het varken is ook tabee voor dezen stam, « want», zeggen zij, Cl het zijn geen varkens, die varkens zijn menschen )j.

Het verhaal is hier dus verbonden met een verklaring van c n bpaaId soort taboe, elders wordt het m t andere godsdien- stig voorst llingen in verband gebracht. Bij de

T

o-Seko van Midden-Cel bes wordt door dit verhaal verklaard, hoe de arenga-boom, waaruit de inlanders den palmwijn tappen (31), het eerst op aarde gebracht werd. De aanleiding t0t den tocht naar de onderwereld is in de ne redactie dat een aardgeest muizen steelt, in de andere, dat n houtduif van de maïsvruch- ten eet. Wij merken op, dat in deze laatstgenoemde verhalen ge n 'prake is van een bloedv rwant of vriend, die door zijn hebzucht d n h Id tot den gevaarlijk n tocht dwingt, noch ooic van een wraakneming voor die h hzucht. Het zijn eenvoudige vertellingen, die men het beste sagen zou kunnen noemen, en waarvan men met reden mag aann m n, dat zij bij verschillende and r volk n der aarde even ens zulJen voorlomen. Daarente- gen is het volgende Bataksche verhaal van Sangmaima van veel ingewikkelder vorm; dit nadert w r veel meer tot het sprook- je, waarvan wij bij de beschouwing der Indonesische varianten zijn uitgegaan (32), Evers verw sten een veld; e n jongen schiet met de lans van zijn oom, die de eigenschap heeft in de hand onzichtbaar te zijn, maar we geslingerd zichtbaar te wor-

(30) In h t type van d n dierbruigom ( arne's register. nt 441) tref- fen wij om en dergelijke voorstelling aan. In een Toradja' sch verhaal (Indi che Cid, 19/0. blz. 25 ) gaat n mei je menaar h tapenland.

waar zij een in h t bo eh e n menigte ap nhuiden ziet hangen. Als zij dez v rbrand he ft, zijn de apen m n eh n g worden,

(31) lb. . Kruyt. Bijdragen. nz .. 76 (1920). blz. 424-425.

32) PI yt , Batak che V rtellingen, blz. 143-157

=

chr iber.

Kurzer bri s eÎner Toba eh n Form nl hre

=

B zemer. olk dich- tllng au Indon ien. blz. 369. Een kortere r dactie taat bij Pleyte.

I -159 - eumann, Het Pan - n Bilastroomgebied op umatra, Tijd hr. Kon. Aardr. Gen .. 2' s ri . de 1111, art. or 2, blz. 312 noot.

- 115 -

h fd I in donderwereld n de gen zing den. Nu volgt et a a en. H" huwt m t haar maar ont- van de dochter van den

kOd1l1~·

Ij reld Wanne

~

hij wordt

vlucht op een

~~cht '~hrt

t

:v~:~lan~s

hij cmhoog klimt, achtervolgd, snIjdtNhlJ

k e ou 'd bbele wraak aan zijn oom ;

h' . h d r u omt een u boo

ac ter Zie 0 0 . blad van e n zijner men

eerst door hem erdtoe t

h

breng

h ne~an

ijzer te doen mislukken.

te plukken, dan oor et sm hierin af dat de . Dit. verhaal wijkt

I~tw~~~tg=;h~n;gd~n

; toch is' dit

vol~

pnnses

~n

de ondenver. met dopvatting, dat de gesten, komen In overeenstemmmg h lOok g daante hebben, op aard die in de onderwereld mensc IJ

i

dit het

T

ontemhoansche en

zich als een varken

h vetoonen' zooÊnsin dezen uitgebr iden vorm Galelareesche ver aa

vert~

.. eïi beperkt het is ook in Afrika is h t ge nszins tot

I~donesle

a e nfl 'd dat het

z~ker

ook in

k d rUIt men mag a el en. d

cpgetee en ,waad I .. st en waarschijnlijk van aar

~óór-Indië

beken za

z~nt b:~:n

'zal zijn verbr id. Het Afri- Uit naar het Westen en d F b . (33) opa-ete kend werd kaansche verhaal, da! oor

Mro

enhl.u~

den Soedan is te

merk~

. .. Ik der untsc I111 ,

bij het pnmlheve vl:' J . t d Indonesische verhalen ter

waard!~,.

om h t Ier met

na~~n

en wordt door zijn ouder n vergehJkmg te plaatsenI'

Ed~ ~inJ

lijk besluit hij zich zelf e.?

broer voortdurend gep aadg . Oo br er e n bijl. TerwiJl

h · ho n Ie nt aarto van zIJn b k

utS te UW n e . , k t f' n ge st zijn vrouw ezoe en hij in het bosch bezIg IS

h

'kkllOok wijze' wanne r haar man en wondt haar op

~erdsc

rlbOole IJ het h'oofd van den ge st,

d k r t hIJ en IJ naar 'T

?t mer .t, we p h d I blïft vastzitt n, waarop d

~e

st IJ

II~~S

dIe hem m den sc e e J, aakt nu een 111 uwen biJl.

de vlucht

~

emt (34),

l? Jb~/1:t

brengen, eischt dez zijn maar als hIJ dezen aan 21jn. d g , ts anders op dan naar het eigen werktuig terug. Er zlt

d us.

nt~

. t fe st n hij biedt zich

I d d t te gaan' aar IS JUIS h . d lOok

an er gees en h ' fd h n. Wann er ij em e Ij aan om de geesten hdet

f ..

tt . c :i:ns schedel d bijl steekt, den geest onder ha? ? riJg .. 111 akt zich dan vlug uit de trekt hij dien

voorztchhgr~k

Uit

e~ d~

hij vri nd lijk bej g nd voeten. Van een vrouw. IJ e ge

d~

'hO, m d n hals van zijn he ft, krijgt hij tooverrmg n, I IJ 0

. I k " hen und olk di htungen fri- {3} Frob niu . Atlantis. 0 mëe. bI 277.2 .

ka. 1. Volk

diehtun~en

au Ob

k" ullludtsla~ds

h ag n. bijv. Ke- (34) Dezen trek vmdt m n oe .lil 0 iodinkinna F 11, 146.

tilssaga Haeng ,F 11, JI5 en nm aga .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De biomassa van de plantendelen welke naar verwachting door de Grauwe gans worden gegeten (benut), wordt voor 61 % door de regressielijn verklaard (zie tabel 6 &amp; figuur 11).. Als

Dit artikel is gebaseerd op een verslag van een onderzoek naar het begrip 'warmte' dat de eerstgenoemde auteur verrichtte in het kader van een hoofd- vak chemiedidaktiek.. Als in

Het zeemans-leven, inhoudende hoe men zich aan boord moet gedragen in de storm, de schafting en het gevecht.. Moolenijzer,

Lourens Penning, De held van Spionkop.. Hij snelde met zijn manschappen naar buiten, naar de schuur, en op dit oogenblik was in het woonvertrek niemand aanwezig dan Potgieter, die

We wachten nu op droog weer, want dan kunnen we eindelijk schoffelen.” Op de vraag of er mogelijk nog verbeterpunten aan het licht zijn gekomen, antwoordt Den Mulder: “Ja,

Niet iedereen is het daar mee eens; één van de direct betrokken ambtenaren van de gemeente Rotterdam: ‘Mijn gevoel zegt dat we weinig putten uit de bestaande kracht van de wijk, het

Er zijn echter andere factoren die veel bepalender zijn voor het al dan niet ontstaan van bestuurlijke drukte.. Wanneer je bestuurders hier zelf over spreekt, dan valt op dat

De nachten brachten zij door in leegstaande loodsen op de pasars of onder de afdaken van warongs langs de weg en vaak zo maar onder de blote hemel op de grond. Aan