• No results found

Voorwoord 3 Gegevens St. Anna Ziekenhuis 3

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Voorwoord 3 Gegevens St. Anna Ziekenhuis 3"

Copied!
24
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een nieuwe knie

(2)

Inhoudsopgave Pagina

Voorwoord 3

Gegevens St. Anna Ziekenhuis 3

1. De knieoperatie 4

1.1 Anatomie van de knie 4

1.2 Het implanteren van een nieuwe knieprothese 6 1.3 Risico’s en mogelijke complicaties 8

2. Voor de operatie 10

2.1 Stap 1. Voorlichting, revalidatie en anesthesie 10

2.2 Stap 2. Algemene aanwijzingen 12

2.3 Stap 3. Maak uw spieren sterker 13

2.4 Stap 4. Zaken na uw ontslag 14

3. Verblijf in het ziekenhuis 16

3.1 De verpleegafdeling 16

3.2 De fysiotherapie 16

3.3 De operatie 17

3.4 Na de operatie 17

3.5 Ontslag 19

4. Na ontslag uit het ziekenhuis 20

4.1 Fysiotherapie na ontslag 20

4.2 Dagelijkse activiteiten en verder herstel 20 4.3 Verzorging van uw nieuwe knie op langere termijn 21

(3)

Voorwoord

U hebt in overleg met uw arts besloten tot een operatie aan uw knie: het plaatsen van een knieprothese. De komende tijd kunt u zich gaan voorbereiden op de operatie. Om het effect van de operatie zo groot mogelijk te laten zijn, is uw eigen inzet daarbij van groot belang. Daarom is deze voorlichtingsfolder gemaakt. Deze folder vertelt u over de operatie en het revalidatieproces. Ook leest u hoe u het beste met uw nieuwe kniegewricht om kunt gaan. Hoe meer u over uw operatie weet voordat u in het ziekenhuis aankomt, hoe gemakkelijker en sneller u kunt

revalideren.

In de folder is stap voor stap beschreven hoe het traject voor en na de operatie voor de meeste mensen verloopt. De zorg die hierin beschreven staat kan variëren afhankelijk van uw persoonlijke situatie.

Gegevens St. Anna ziekenhuis

Belangrijke adressen en telefoonnummers St. Anna Ziekenhuis

Bogardeind 2 5664 EH Geldrop

www.orthopediegeldrop.nl www.st-anna.nl

Algemene telefoonnummer: 040 - 286 4040 Polikliniek orthopedie: 040 - 286 4864 Verpleegafdeling heelkunde: 040 - 286 4840 Bureau opname: 040 - 286 4810 Orthopedieconsulenten: 040 - 286 4775 Bezoekuren

Dagelijks van 14.00-14.45 en 19.00-20.00 uur.

(4)

1. De knieoperatie

1.1 Anatomie van de knie

Gewrichten in ons lichaam vormen de beweeglijke verbindingen tussen twee botstukken. Een gewricht bestaat uit twee botdelen die zo zijn gevormd, dat ze precies tegen elkaar aan kunnen liggen of in elkaar passen. De boteinden van beide botdelen (de gewrichtsvlakken) zijn bekleed met een laagje kraakbeen, zodat ze gemakkelijker over elkaar glijden. Het kraakbeen is glad en veerkrachtig en wordt gevoed door het gewrichtsvocht. De botdelen van een gewricht worden op hun plaats gehouden door een stevig kapsel. Om dit kapsel bevinden zich pezen en spieren. De spieren zorgen ervoor dat u kunt bewegen. De benige gedeelten van een gewricht zorgen voor stevigheid.

Het kniegewricht

Het kniegewricht is het grootste gewricht van het menselijk lichaam.

Behalve buigen en strekken zijn er in het gewricht ook andere bewegingen mogelijk, zoals draaien en glijden. De natuurlijke knie bestaat uit 3

botstukken: het dijbeen (femur), het scheenbeen (tibia) en de knieschijf (patella).

In het kniegewricht zijn de uiteinden van het dijbeen, het scheenbeen en de achterkant van de knieschijf bedekt met kraakbeen. Door dit kraakbeen is er een soepele beweging tussen de twee botuiteinden mogelijk. Als de gezonde knie een beweging maakt, bewegen de gewrichtsvlakken makkelijk en zonder pijn ten opzichte van elkaar.

Tussen de twee uiteinden van het dijbeen en het scheenbeen bevindt zich een andere kraakbenige structuur: de meniscus. Deze fungeert als demper. Het kniegewricht wordt afgesloten door een gewrichtskapsel. Dit kapsel bevat een vlies. Het vlies produceert een stroperige vloeistof die ervoor zorgt dat het gewricht zo soepel mogelijk kan bewegen. Samen werken de vloeistof en de meniscus als schokbreker. Ze absorberen de

(5)

krachten die op het gewricht komen tijdens activiteit. Sterke

gewrichtsbanden verbinden het dijbeen met het scheenbeen, bedekken het gewricht en stabiliseren het. Een sterke dijbeenspier en de spieren van het onderbeen sturen de bewegingen van de knie aan en controleren deze. Een gezonde knie laat het been vrij bewegen binnen zijn

bewegingsbereik en absorbeert de schokken die ontstaan door activiteiten zoals lopen en rennen.

Waarom een knieprothese?

Wanneer een knieprothese geïmplanteerd moet worden is er meestal slijtage (artrose) van het gladde kraakbeen tussen dijbeen en

scheenbeen. Door slijtage wordt de gladde kraakbeenlaag van het gewricht aangetast en kan de kraakbeenlaag uiteindelijk helemaal verdwijnen. De gewrichtsvlakken kunnen daardoor niet meer zo soepel langs elkaar glijden, met als gevolg dat het bewegen steeds moeilijker en pijnlijker wordt. Het kniegewricht kan zo ernstig beschadigd zijn dat vervanging door een knieprothese noodzakelijk is.

Gezonde knie Knie met artrose. De botten drukken tegen elkaar waar het kraakbeen is verdwenen.

(6)

Klachten

Bij een beschadigde of versleten knie treedt meestal pijn op bij lopen, traplopen en lang staan. Ook pijn bij het beginnen van een beweging komt voor. Fietsen levert doorgaans de minste pijnklachten op. In een

vergevorderd stadium treedt verstijving op. Er ontstaat

bewegingsbeperking waardoor volledige strekking van de knie minder wordt. Ook kan zich een X- of een O-beenstand ontwikkelen waarbij de knie in toenemende mate instabiel aanvoelt.

Er zijn verschillende mogelijkheden om de klachten te verminderen:

• Pijnstillers;

• Fysiotherapie: de fysiotherapeut probeert door oefeningen de pijn te verlichten en uw kniegewricht zo beweeglijk mogelijk te houden.

• Operatie: als pijnstilling en fysiotherapie onvoldoende helpen is een operatie vaak de enige oplossing.

1.2 Het plaatsen van een nieuwe knieprothese Het doel van het plaatsen van een knieprothese is:

• het verminderen van de pijn;

• verbeteren van de kwaliteit van leven;

• corrigeren van vergroeiingen, bijvoorbeeld een X- of O-been;

• herstellen van functieverlies van uw knie.

De prothese

Knieprothesen zijn ontworpen om de anatomie van de knie zo dicht mogelijk te benaderen. Iedere knieprothese bestaat uit meerdere delen:

1. Femorale (dijbeen) deel: dit vormt het nieuwe oppervlak van het dijbeen. Het is gemaakt van een metaallegering (kobalt - chroom);

2. Tibia (onderbeen) deel: het metalen vlak wordt aan het bot bevestigd.

Het kunststof inzetstuk zorgt voor een glad oppervlak waar het dijbeen overheen schuift;

3. Patella (knieschijf) deel: de knieschijf wordt niet vervangen.

(7)

Signature protocol

Om te streven naar een optimale plaatsing van de knieprothese, wordt vooraf een MRI gemaakt van uw gehele been. Aan de hand van de MRI- beelden worden patiënt specifieke mallen gemaakt voor het boven- en onderbeen, die gebruikt worden tijdens de operatie. Deze mallen worden per patiënt gemaakt en zijn voor eenmalig gebruikt tijdens uw operatie.

Het plaatsen van de prothese

• Het plaatsen van de totale knieprothese Bij de operatie maakt de arts de knie open door een snee van ongeveer twintig centimeter over de voorkant van de knie te maken.

Tijdens de operatie verwijdert de arts de aangetaste gewrichtsvlakken en de menisci. Vervolgens wordt met speciale instrumenten het bot aangepast aan de vorm van de prothese. Hierdoor is een goede verankering met botcement in het boven- en onderbeen mogelijk. Een kunststofschijf tussen de metalen delen van de prothese zorgt voor soepel scharnieren. Daarna wordt de knieschijf weer op de plaats gebracht. Het gewrichtskapsel, de spieren worden weer gehecht. Er wordt onderhuids gehecht met oplosbare hechtingen, daarna wordt de huid met lijm gesloten. Hierover wordt een folie geplakt die de wond beschermt.

• Het plaatsen van de halfzijdige knieprothese Dit is een halfzijdige knieprothese die alleen bij artrose aan de

binnenkant van de knie wordt geplaatst. Tijdens de operatie worden de versleten gewrichtsoppervlakken aan de binnenkant van uw knie verwijderd en vervangen door metalen prothesedelen. Deze prothesedelen worden bevestigd met botcement. Tussen de twee metalen prothesedelen wordt een plastic kunstmeniscus geklemd, welke een optimaal contactoppervlak tussen de twee metalen prothesedelen bewerkstelligt. De halfzijdige knieprothese kan in vergelijking met een totale knieprothese via een kleinere operatiewond geplaatst worden. Men spreekt dan van een “mini-open”

(8)

operatietechniek. De fysiotherapeutische nabehandeling is bij deze prothese meestal niet noodzakelijk.

• Het plaatsen van een Patellofemorale prothese Dit is een prothese die alleen bij artrose van de knieschijf wordt geplaatst, het gewricht tussen boven- en onderbeen blijft ongemoeid.

Bij de operatie wordt de knie aan de voorzijde geopend, waarna het versleten kraakbeen van de knieschijf en het gedeelte waar de knieschijf tegen scharniert wordt verwijderd. Vervolgens worden de prothesedelen met botcement hierop vastgezet. Achter de knieschijf wordt een kunststofplaatje geplaatst, het gedeelte op het bovenbeen is van metaal.

De nabehandeling is hetzelfde als bij een totale knieprothese.

1.3 Risico’s en mogelijke complicaties

Net als bij andere operaties gelden ook hier de nodige risico’s en bestaat kans op complicaties. Deze komen zelden voor en we doen er alles aan om deze te voorkomen. Een aantal mogelijke risico’s en complicaties staat hieronder beschreven.

Beschadigingen aan bloedvaten en zenuwen

Meerdere bloedvaten en zenuwen lopen in de omgeving van uw kniegewricht. Deze kunnen uitgerekt of beschadigd raken tijdens de operatie. Dit kan gevoelloosheid in delen van het geopereerde been tot gevolg hebben. Gelukkig treedt deze complicatie zeer zelden op.

Infectie

Na het plaatsen van een knieprothese loopt een zeer klein percentage van de patiënten een infectie op. Dit kan een oppervlakkige infectie zijn, maar ook een diepe infectie rond de delen van de prothese. Diepe infecties kunnen tot ernstige complicaties leiden, waardoor ziekenhuisopname, een nieuwe operatie en antibiotica noodzakelijk kan zijn. Ter preventie van infectie krijgt u vlak voor de operatie antibiotica toegediend.

(9)

Bloeduitstorting/zwelling

Het is mogelijk dat na de operatie een bloeduitstorting met een zwelling van het gehele been ontstaat. Deze zwelling en bloeduitstorting zijn normale verschijnselen na plaatsing van een knieprothese. Dit verdwijnt in de loop van enkele maanden.

Trombose van een diepgelegen ader

Het ontstaan van bloedstolsels in de aderen van de benen is een bekende complicatie, ook wel een trombosebeen genoemd. Bloedstolsels die in een beenader ontstaan, kunnen soms losraken, meegevoerd worden in de bloedbaan en in de longen terecht komen. Dit heet een longembolie. Een voorzorgsmaatregel is het toedienen van medicijnen. Deze medicijnen krijgt u in tabletvorm. Zij verdunnen het bloed en verminderen hierdoor de kans op stolsels. Een andere belangrijke maatregel is vroege mobilisatie (zo snel mogelijk uit bed).

Losraken prothese

Uw knieprothese is een mechanisch werkend geheel en is daarom onderhevig aan wrijving en slijtage. Bijna alle knieprothesen functioneren echter 15 jaar na operatie nog naar volle tevredenheid. Dit geldt bij normaal gebruik. Als de knieprothese overmatig wordt belast zoals uitzonderlijk veel traplopen, rennen, hurken en overgewicht, kan de prothese vroegtijdig losraken en sneller slijten. Als u rekening houdt met de belasting op uw knie heeft uw knieprothese een langere levensduur.

Stijfheid van het gewricht

Houd er rekening mee dat u na de operatie iets minder goed kunt bewegen. Meestal kunt u uw knie voldoende buigen om de meeste dagelijkse activiteiten uit te voeren. De uiteindelijke buiging van de knie is meestal ongeveer 110-125 graden. Het streven is om de knie minstens 90 graden te kunnen buigen, zodat u kunt fietsen. Blijft de buiging van de knie ver achter en is uw arts hierover niet tevreden, dan bestaat de kans dat uw knie op de operatiekamer onder verdoving wordt doorbewogen.

(10)

2. Voor de operatie

Een goede voorbereiding is het halve werk

Stap voor stap voorbereiden

In dit hoofdstuk beschrijven wij stap voor stap welke voorbereidingen u moet treffen voor de operatie. Hoe beter u bent voorbereid, hoe gemakkelijker u het gehele proces zal doorlopen.

Stap 1. Voorlichting, revalidatie en anesthesie Stap 2. Algemene aanwijzingen

Stap 3. Maak uw spieren sterker Stap 4. Aanpassingen/hulpmiddelen

2.1 Stap 1. Voorlichting, revalidatie en anesthesie

Na het besluit tot de knieoperatie wordt u op de wachtlijst geplaatst. De polikliniekassistente maakt voor u een afspraak voor een intakegesprek, pre operatieve screening en de geneesmiddelenpoli.

Gesprek met de othopedieconsulente

Als u 70 jaar of ouder bent of als de orthopeed dat nodig vindt, wordt er een gesprek met orthopedieconsulente gepland. Tijdens dit gesprek krijgt u voorlichting over de opname en nazorg.

Voorlichtingsbijeenkomst

Tijdens deze bijeenkomst krijgt u voorlichting over de operatie, verblijf in het ziekenhuis en de nazorg. Deze voorlichting wordt gegeven door de orthopedieconsulent (telefonisch bereikbaar, telefoon 040 - 286 4775 op donderdag 10.00 -12.00u en 14.30 -16.30u). Tijdens deze bijeenkomst is voldoende gelegenheid om uw vragen te stellen.

De voorlichtingsbijeenkomst staat aangegeven vanaf de hoofdingang.

(11)

Pre operatieve screening

Vooraf hebt u een vragenlijst ontvangen. Deze vragenlijst moet u thuis invullen en meenemen naar de afspraak voor de pre operatieve screening.

De afspraak voor pre operatieve screening is met de anesthesie verpleegkundige en/of de anesthesioloog.

Tijdens de afspraak wordt lichamelijk onderzoek verricht en relevante gegevens van u gecontroleerd en besproken.

Tevens wordt de manier van verdoven met u besproken. U hebt de mogelijkheid tussen algehele en spinale verdoving. Bij algehele narcose slaapt u tijdens de operatie. Bij spinale verdoving wordt door middel van een injectie in de rug de onderste lichaamshelft, van navel tot en met de voeten, gevoelloos gemaakt. De voorkeur gaat uit naar de spinale verdoving, de ruggenprik. Indien u dit wenst, kan hierbij een slaapmiddel worden toegediend, een zogenaamd “roesje” zodat u weinig van de operatie mee maakt.

Ook vindt een telefonisch gesprek plaats met de geneesmiddelenpoli over uw medicatie en het eventueel tijdelijk stoppen hiervan.

Soms is het nodig om aanvullend onderzoek uit te voeren bij een andere specialist. Mocht dit op advies van de anesthesioloog noodzakelijk zijn, dan worden de afspraken hiervoor direct met u gepland.

Als alle gegevens bekend zijn, kan door de anesthesist een definitieve goedkeuring worden gegeven. Daarna ontvangt u de informatie over de definitieve operatiedatum, de medicatie en eventuele andere afspraken.

Opname

Op de dag van opname heeft u een gesprek met de verpleegkundige van de afdeling heelkunde. Zij vraagt of er nog veranderingen zijn sinds het laatste intakegesprek bij bureau opname. Tijdens dit gesprek geeft u uw medicatie, in originele verpakking, af aan de verpleegkundige. Wanneer u nog vragen heeft kunt u deze in het gesprek stellen.

(12)

Tijdens opname neemt u mee:

• Toiletspullen, nachtkleding, ondergoed, makkelijk zittende kleding en stevige schoenen;

• Pen en papier om eventuele vragen te noteren;

• Medicijnen die u gebruikt in de originele verpakking;

• Krukken of rollator, lange schoenlepel. Deze krukken kunt u huren of kopen bij de thuiszorgwinkel.

2.2 Stap 2. Algemene aanwijzingen

Besteed extra aandacht aan een goede voeding

Voeding is een belangrijk element in tijden van stress, zoals voor een operatie. Hoe beter de conditie van uw lichaam voor de operatie, hoe beter het herstel zal zijn. Zorg dat u zoveel mogelijk voedingsmiddelen eet die rijk zijn aan ijzer.

Voorkom overgewicht

Overgewicht betekent extra belasting van toch al beschadigde gewrichten.

Daarom is afvallen een van de beste manieren om de toestand van uw knie te verbeteren en de resultaten van de operatie te optimaliseren.

Stop met roken

Als u nog niet was gestopt, is het misschien een goed moment om dat nu te doen. Dit vermindert de kans op complicaties tijdens en na uw operatie.

Zorg dat alle infecties voor de operatie genezen zijn

Bestaande infecties kunnen zich tijdens en na de operatie via de bloedbaan door uw lichaam verspreiden en zo uw nieuwe gewricht

besmetten. Denkt u hierbij aan tandabcessen, blaasinfecties en griep. Ook is het belangrijk dat uw huid voor de operatie vrij van wondjes is. Uw huid moet infectievrij zijn. Breng uw arts zo snel mogelijk op de hoogte als u vermoedt dat u een infectie heeft. Dit zou kunnen betekenen dat uw operatie naar een later tijdstip verschoven moet worden.

(13)

Schakel mensen in om u te helpen

Het is wenselijk dat u iemand in uw omgeving hebt, partner, familielid, vriend(in), die de weken na de operatie ondersteuning kan bieden bij huishoudelijk werk en persoonlijke verzorging.

2.3 Stap 3. Maak uw spieren sterker

Een goede voorbereiding is heel belangrijk. Spieren en een goede lichamelijke conditie kunnen de revalidatie na de operatie gemakkelijker maken. U kunt thuis al oefeningen doen om de spieren rond het

kniegewricht te versterken en zo beweeglijk mogelijk te houden, belangrijk is om te blijven lopen en fietsen. Ook het lopen met elleboogkrukken kunt u voor de operatie al oefenen.

Wanneer de operatiedatum bekend is, raden wij u aan om een afspraak te maken bij een fysiotherapeut in uw omgeving voor de revalidatie na uw ontslag uit het ziekenhuis. Ook bestaat de mogelijkheid om de

fysiotherapeutische revalidatie in het St. Anna Ziekenhuis te volgen, als u in de omgeving van Geldrop woont. Deze mogelijkheid kunt u bespreken gedurende uw opname.

De oefening op bladzijde 14 maakt uw spieren sterker en houdt u soepel.

Het is belangrijk om uw algehele conditie en spieren op peil te houden door te blijven lopen en fietsen.

(14)

2.4 Stap 4. Zaken voor uw ontslag

Ontslag voor thuis

Als u met ontslag gaat heeft u een operatiewond. Er wordt onderhuids gehecht met oplosbare hechtingen, daarna wordt de huid meestal gelijmd.

Hierover wordt een folie geplakt die de wond beschermd. Deze folie mag na 1 week door uzelf worden verwijderd. Deze wond hoeft in principe niet verzorgd te worden. Als de wond toch nog lekt, zal de verpleegkundige uitleggen hoe u de wond het beste kunt verzorgen.

Thuiszorg

Tijdens uw intakegesprek bij bureau opname komt ook uw thuissituatie aan bod. Aan de hand van een vragenlijst kan er een inschatting worden gemaakt van de benodigde nazorg. In de meeste gevallen zal de

verpleegkundige tijdens uw opname de nazorg met u bespreken en zo nodig de thuiszorg regelen. In een enkel geval zal de

transferverpleegkundige contact met u opnemen. Voor meer informatie, zie folder ‘Weer thuis na opname in het ziekenhuis’.

Knie strekken en been optillen

Op bed de knie naar beneden duwen en de voet naar u toe trekken

Hak los van de grond Het been gestrekt een klein stukje van het bed optillen

10x herhalen, 2 à 3x p/dag

(15)

Revalidatie elders

Wanneer u niet naar huis kunt na opname in het ziekenhuis bestaat de mogelijkheid om verder te revalideren in een zorghotel. Er werken verpleegkundigen en fysiotherapeuten die u zorg kunnen bieden die u nodig heeft. U kunt hier verblijven tot u voldoende aangesterkt bent om zelfstandig weer naar huis te kunnen. Dit zorghotel heeft zowel een zorg- als hotelfunctie. U kunt dus meer luxe verwachten. Deze zorg wordt niet gesubsidieerd en kan daardoor prijzig zijn, afhankelijk van uw verzekering.

Voorwaarde om naar een zorghotel te gaan is dat u dit zelf van te voren geregeld heeft en er dus een plek voor u beschikbaar is bij uw ontslag.

(16)

3. Verblijf in het ziekenhuis

3.1 De verpleegafdeling

Het team op de afdeling heelkunde bestaat uit verschillende disciplines:

• De voedingsassistentes zijn verantwoordelijk voor drank en maaltijdverstrekking;

• Gediplomeerde verpleegkundigen, dit zijn ervaren verpleegkundigen die goed op de hoogte zijn van orthopedie en prothesiologie;

• Leerling-verpleegkundigen, zij zijn bezig met de opleiding tot verpleegkundige. Zij voeren verpleegkundige handelingen uit onder supervisie van gediplomeerde verpleegkundigen.

• Verzorgenden, zij ondersteunen de verpleegkundigen op allerlei gebieden bij de zorg;

• Afdelingssecretaresse, zij zorgt dat voor uw ontslag alles goed geregeld is.

3.2 De fysiotherapie

Er zijn enkele fysiotherapeuten werkzaam op de afdeling Orthopedie.

Op de dag van operatie komt de fysiotherapeut bij u aan bed. Er wordt dan geprobeerd met behulp van de Walker (loophulpmiddel) te lopen en zo mogelijk te starten met oefeningen. De dagen na de operatie wordt gekeken naar de kwaliteit van lopen met behulp van krukken of rollator, traplopen (indien nodig) en wordt de oefentherapie uitgebreid. Ook worden er adviezen gegeven met betrekking tot uw thuissituatie.

Bij uw ontslag krijgt u een fysiotherapeutische overdracht mee voor de fysiotherapeut die u verder gaat begeleiden.

Na ontslag uit het ziekenhuis is het belangrijk dat u in de thuissituatie ook zo snel mogelijk start met fysiotherapie. De eerste afspraak dient u zelf te maken, het is handig om dit voor opname alvast te regelen.

Als u in de regio Geldrop woont, kunt u ook fysiotherapeutische

behandeling krijgen op de poliklinische afdeling fysiotherapie binnen het

(17)

St. Anna ziekenhuis. Dit zal plaatsvinden in groepsverband. Tijdens de opname kunt u dit bespreken met uw behandelende fysiotherapeut.

Het is verstandig na te vragen bij u verzekering hoeveel behandelingen fysiotherapie u vergoed krijgt zodat u niet voor verrassingen komt te staan.

3.3 De operatie

De knieoperatie wordt beschreven in hoofdstuk 1.2 ‘Het plaatsen van een nieuwe knieprothese’.

3.4 Na de operatie

Direct na de operatie brengen ze u naar de uitslaapkamer (recovery). Een verpleegkundige controleert daar uw lichaamsfuncties. Wanneer uw bloeddruk en hartslag stabiel zijn gaat u terug naar de verpleegafdeling. U hebt dan een infuus in uw arm om vocht toe te dienen.

U mag na korte tijd beginnen met drinken en eten, afhankelijk van uw klachten van misselijkheid.

Verwardheid

In enkele gevallen kan verwardheid optreden na de operatie. Dit wordt meestal veroorzaakt door een combinatie van narcose en het verblijf in een vreemde omgeving. Deze verwardheid is meestal van vrij korte duur.

De verpleegkundige bepaalt tijdens het opnamegesprek hoe groot de kans bij u is. Als de kans groot is overlegt zij met de arts de

behandelmogelijkheden meteen na de operatie.

Duizeligheid en misselijkheid

Duizeligheid en misselijkheid komen voor en kan tot een aantal weken na de operatie duren. Meestal is het een bijwerking van de narcose of de medicatie.

(18)

Liggen en slapen

U mag zowel rug- als zijligging toepassen. Als u op de zij gaat liggen, kunt u een kussentje tussen uw knieën leggen.

Pijn

Het is normaal dat u na de operatie enige pijn en ongemak ervaart. U krijgt regelmatig pijnstillers om uw pijn zoveel mogelijk te verlichten en u in staat te stellen te mobiliseren.

Antistolling

Om trombose te voorkomen, wordt er meteen na de operatie gestart met het gebruik van medicijnen hiervoor.

Deze tabletten dient u tot 5 weken na de operatie te gebruiken.

Wondzorg

Uw wond is afgeplakt met een beschermfolie die u 1 week na de operatie zelf mag verwijderen. De verpleegkundige zal u uitleg geven over de verdere verzorging. Belangrijk hierbij is een goede (hand)hygiëne.

• Als u zich heeft gedoucht neem dan voor het droogdeppen van de wond een schone handdoek, dus niet de handdoek waar u uw lichaam mee heeft afgedroogd.

• Was altijd uw handen en droog ze met een schone handdoek, dus niet de handdoek waarmee u het lichaam gaat afdrogen, voordat u uw wond gaat verzorgen. Dit geldt ook voor diegene die u helpt bij uw wondverzorging.

Wat te doen als de wond lekt:

• Als de wond gaat lekken kan het zijn dat er alleen maar een kleine blaar onder de pleister komt. Indien dit geen hinder geeft, kan de folie blijven zitten;

(19)

• Als het bloed onder de pleister door lekt, dan moet de folie worden verwijderd. Daarna wordt een nieuw verband op de wond geplakt.

Hierbij goed letten op handhygiëné;

• Als de folie los zit, mag deze verwijderd worden en een nieuw verband worden geplakt. Hierbij goed letten op handhygiëne.

Als u vragen heeft over de wond, bel ons gerust. Poli orthopedie telefoon 040 - 286 4864 of afdeling heelkunde, telefoon 040 - 286 4840.

3.5 Ontslag

Uw verblijf op de afdeling orthopedie is meestal van korte duur. De verpleegkundige en fysiotherapeut bespreken met u het ontslag. U krijgt een controle afspraak na 8 weken bij uw specialist. Ook krijgt u een ontslagrecept mee met uw recente medicatie, deze medicatie kunt u afhalen bij de ziekenhuisapotheek. De fysiotherapeutische overdracht wordt ook meegegeven.

(20)

4. Na ontslag uit het ziekenhuis

Bij thuiskomst heeft u de eerste paar weken hulp nodig. Schakel daarom iemand in die boodschappen doet en u met de huishoudelijke taken helpt.

Wissel rust en activiteit regelmatig af. In de meeste gevallen kunt u uw kniegewricht weer goed gebruiken. De buiging van de knie is ongeveer 110-125 graden. Dit vraagt wel tijd, inspanning, inzet en motivatie van u.

Het duurt een paar maanden om uw knie goed te laten functioneren.

Hieronder vindt u adviezen.

4.1 Fysiotherapie na ontslag

Na ontslag adviseren wij u om door te gaan met oefenen, thuis en bij een fysiotherapeut. U kunt het beste een fysiotherapeut kiezen met

oefenmogelijkheden zoals een hometrainer en loopband. Ook is het verstandig om meteen naar de praktijk te gaan, zodat optimaal gestart kan worden met de oefentherapie. Wanneer u met ontslag mag krijgt u een fysiotherapeutische overdracht mee.

Begeleiding van de fysiotherapeut is heel belangrijk bij het werken aan een goed looppatroon, verbeteren van spierkracht en het afbouwen van het gebruik van krukken.

Het krukkengebruik zal maximaal 6 weken zijn, waarbij u 4 weken met 2 krukken loopt en 2 weken met 1 kruk.

Als er volgens uw fysiotherapeut een kwalitatief goed looppatroon is, mag het gebruik van krukken sneller afgebouwd worden.

4.2 Dagelijkse activiteiten en verder herstel

Pijn

Tijdens de operatie wordt de oorzaak van uw pijn weggenomen. Houdt u er echter rekening mee dat uw nieuwe gewricht en de wond ook lange tijd pijnlijk kunnen zijn. ‘Startpijn’ (pijn bij de eerste stappen na opstaan) kan nog een hele poos aanhouden en raakt u soms niet helemaal kwijt.

(21)

Uw been kan tot een aantal weken na de operatie dik zijn. De zwelling is over het algemeen ’s avonds het meest. Het dik worden kan verminderen als u regelmatig het been even iets hoog legt.

Fietsen

Als u voor de operatie ook al regelmatig fietste, mag u na de operatie ook weer fietsen.

U moet wel voldoende controle over uw been hebben, dit duurt soms enige weken. Gebruik een damesfiets vanwege de lage instap.

Oefen van te voren op een hometrainer. Als leidraad kunt u aanhouden dat het veilig is te fietsen als u geen krukken meer nodig heeft.

Autorijden

Om gas te kunnen geven, te schakelen en remmen heeft u een goede controle over uw been nodig. Meestal kunt u zes weken na de operatie weer autorijden. Als leidraad kunt u aanhouden dat het veilig is auto te rijden als u geen krukken meer nodig heeft.

Weer aan het werk

Dit is afhankelijk van het soort werk dat u doet. Iedereen herstelt in zijn eigen tempo.

4.3 Verzorging van uw nieuwe knie op langere termijn

Meestal blijven knieprothesen langer dan 15 jaar goed functioneren. Hoe lang uw knieprothese goed blijft, is afhankelijk van factoren zoals:

• uw lichamelijke conditie;

• uw gewicht;

• de mate waarin u actief bent.

U kunt uw nieuwe knie beschermen door een aantal eenvoudige maatregelen te nemen.

(22)

Voorkom infectie en let op de symptomen ervan

Uw nieuwe knie is gevoelig voor infecties. Voorkom daarom besmetting.

Als u ergens in uw lichaam een infectie krijgt, dan kan deze infectie in de bloedbaan terechtkomen en zich verspreiden naar uw knie. Informeer uw huisarts wanneer u vermoedt dat u ergens een infectie heeft. Indien nodig behandelt hij u of verwijst u door.

Voorkom overgewicht en beweeg voldoende

Het juiste lichaamsgewicht zorgt ervoor dat de druk en de kracht op de nieuwe knie niet te hoog is. Blijf in beweging! Dit is een uitstekende manier om uw nieuwe knie te versterken en om voldoende training te krijgen om fit te blijven.

Sport en activiteiten

Uw nieuwe knieprothese is ontworpen voor activiteiten in het dagelijks leven, maar minder voor sporten met een hoge belasting voor de knieprothese. De lange termijn effecten van een hoge belasting op de prothese zijn onduidelijk. Uit voorzichtigheid raden wij aan sporten met een hoge belasting voor de knieprothese achterwege te laten.

Laat uw knie controleren

Bij ontslag krijgt u een afspraakkaartje mee voor controles op de polikliniek. Wij verwachten u:

• 8 weken na de operatie; vooraf wordt een röntgenfoto gemaakt;

• 1 jaar na de operatie; vooraf wordt een röntgenfoto gemaakt;

• 4 jaar na de operatie; vooraf wordt een röntgenfoto gemaakt.

Tot slot

Wij wensen u veel succes met de aankomende operatie en hopen op een spoedig herstel.

Met vragen kunt u terecht bij de Physician Assistant orthopedie, telefoon 040 - 286 4864.

(23)

Notities

Hebt u na het lezen van deze folder vragen? Wij raden u aan ze hier op te schrijven. Zo weet u zeker dat u ze niet vergeet.

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

—————————————————————————————————

(24)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Versnellen tijdens je opleiding Amersfoort Nieuwegein.

Ook de mogelijkheid om via Sponsorkliks via onze website gebruik te maken om te winkelen via internet is voor Suomi erg interessant, maar wordt helaas nauwelijks gebruikt door

In het Armoedebeleid Hillegom (2019-2022 ) vastgesteld door de raad in 2019, is besloten dat de resterende armoedegelden (beschikbaar vanaf 2016) jaarlijks meegenomen wordt naar de

Een werkdag voor de opname belt u zelf tussen 14.00 uur – 15.00 uur naar opname planning op 0413 – 40 19 18 om te horen hoe laat u en uw kind precies in het ziekenhuis moeten

Na vier weken mag u weer starten met sporten, maar bij alles geldt het advies te luisteren naar wat uw lichaam zelf als grens

De cliëntenraad spreekt zijn waardering uit aan allen die het, in deze heftige tijd, mede mogelijk gemaakt hebben dat de leden van de cliëntenraad hun werk goed uit hebben

Kort voor de stuwdam leidt de markering geel kruis rechtsaf omhoog door het Kastelberg- wald naar de uitzichtrijk gelegen Ferme Auberge Kastelbergwasen (5) en eveneens

In 2019 zijn door de AV onder meer kleuters in het SBO (maart 2019), het bestuursverslag 2018, het voorstel werkwijze jaarcyclus, de benoeming van een nieuwe voorzitter AV (juni