1
Ontslag uit het
ziekenhuis na een gynaecologische
operatie
Ontslag uit het ziekenhuis na een gynaecologische operatie
Adviezen voor patiënten die een gynaecologische operatie hebben ondergaan. Deze
operatie betreft een verwijdering van eierstokken of baarmoeder. Het kan ook gaan om een laparotomie (operatie in de buik) of een operatie na een verzakking.
De buikwond
In het huidgebied rondom de wond kan gevoelloosheid optreden. Dit komt doordat er zenuwtakjes zijn doorgesneden. Het kan lang duren voor dit hersteld is. Ook kan zich wondpijn voordoen. In geval van infecties is een goede wondverzorging belangrijk. Een infectie is te herkennen aan roodheid van het wondgebied, zwelling, verhoogde
temperatuur en vorming van pus.
Vloeien
Zowel na vaginale als abdominale ingrepen kan een patiënt nog enkele weken vloeien; dit betreft meestal oud bloed of wondvocht. Als u meer vocht verliest dan bij een normale menstruatie, moet u contact opnemen met de arts in verband met een mogelijke bloeding of hematoom. U mag geen tampon gebruiken.
Hormonale verandering
Theoretisch gezien komt een vrouw niet eerder in de overgang door verwijdering van de baarmoeder. Toch hebben sommige vrouwen na de operatie overgangsklachten zoals opvliegers. Dit komt doordat de bloedvoorziening naar de eierstokken als gevolg van de operatie verandert en de bloedvaten zich moeten aanpassen aan de nieuwe situatie. Heeft u na twee tot drie maanden nog steeds klachten, neem dan contact op met uw gynaecoloog.
2
Er zijn dan mogelijkheden tot hormoonsubstitutie.
Moeheid
In het ziekenhuis heeft u misschien het gevoel gehad dat u tot heel wat in staat bent, maar eenmaal thuis valt dat in het begin tegen. U bent sneller moe en kunt minder aan dan u dacht. Het beste kunt in het begin toegeven aan de moeheid en extra rusten. Te hard van stapel lopen heeft vaak een averechts effect. Uw lichaam geeft aan wat u wel en niet aankunt en het is belangrijk dat u daarnaar luistert.
Douchen
Het is raadzaam om het wondgebied goed schoon te houden. U kunt dit doen door te spoelen met kraanwater of douchen. Dit kan geen kwaad voor de wond of het litteken.
Baden
De eerste twee weken na de operatie of zolang u blijft vloeien, mag u niet in bad of zwemmen.
Huishouding
U mag licht huishoudelijk werk doen, zoals stoffen, afwassen en koken, maar niet boven uw macht. Ook hier geldt: te hard van stapel lopen werkt in uw nadeel.
Sporten
Na vier weken mag u weer starten met sporten, maar bij alles geldt het advies te luisteren naar wat uw lichaam zelf als grens aangeeft.
Buikspieroefeningen
Buikspieroefeningen mag u doen. Ook daar geldt het advies te luisteren naar wat uw lichaam zelf als grens aangeeft.
Autorijden
U mag autorijden zodra u zich er zelf weer veilig bij voelt. Het is verstandig de eerste keren geen grote afstanden te rijden en bijvoorbeeld de eerste keer niet alleen te gaan.
Fietsen
Eén week na de operatie mag u weer gaan fietsen. Wanneer u een vaginale operatie heeft gehad, kan dit soms problemen geven bij het op het zadel zitten.
Seksualiteit
Het is verstandig met geslachtsgemeenschap te wachten tot na de controle bij zes weken.
Indien dan bij speculumonderzoek de wond in de vaginatop goed genezen blijkt, is
3
gemeenschap in principe mogelijk. Voor deze tijd zijn andere vormen van seksualiteit (zoals masturbatie) wel toegestaan. Het gebruik van een vibrator is echter niet toegestaan.
De beleving van het orgasme kan veranderd zijn. Vaak zal de eerste samenleving na de operatie wat eng zijn voor u en uw partner. U hoeft niet bang te zijn dat de wond open gaat.
Bij blijvende problemen met de seksualiteit dient de gynaecoloog te worden geraadpleegd.
Ontlasting
Als gevolg van de operatie zijn de darmen stil komen te liggen. Omdat u minder beweegt dan gewoon, is er grotere kans op verstopping. Om dit te verkomen, is het aan te raden om 1-1½ liter water (extra) te drinken en regelmatig te lopen.
Werkhervatting
De periode van herstel kan van vrouw tot vrouw sterk variëren. In het algemeen wordt een periode van vier tot zes weken aangehouden. De lengte van de periode tot werkhervatting hangt natuurlijk ook af van het soort werk.
Wanneer moet u een arts waarschuwen?
U belt de dokter in de volgende gevallen:
koorts (temperatuur boven de 38 °C);
toenemende buikpijn en/of wondpijn;
toenemende roodheid, zwelling, vochtverlies bij de wond;
een opgezette buik;
toenemend bloedverlies uit de vagina;
blaasklachten of pijn bij het plassen;
toenemende misselijkheid of braken.
Tot slot
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neemt u dan contact op met de polikliniek Gynaecologie, zowel voor locatie Blaricum als locatie Hilversum, T 088 753 11 30.
Contact
Gynaecologie en Verloskunde - Polikliniek T 088 753 11 30
klantcontactcentrum@tergooi.nl Ma t/m vr 08:30 - 16:30 uur
Verpleegafdeling - Gynaecologie B20 Polinummer B20
T 088 753 51 20
Ma t/m vr 08:00 - 17:00 uur
4